Aö. 1838. leydsche WOENSDAG, N\ 18-1. COIIRAN 7 NOVEMBER. W NEDERLANDEN. Leyden den 6den November. Men verneemt, dat hei Stedelijk Gymnasium, tot welks oprigciog de Re gering onzer Stad, onder inwachting der Koninglijke auchorisatiebesloten heeft, tegen de helft der loopende.maand een begin zal maken met deszelfs Werkzaamheden. Zoo wij wel onderrigt zijn, zal deze nieuwe inrigting een merkwaardig en uitgebreid voordeel boven de tot.hiertoe bestaan hebbende Latijnsche Scholen aanbieden; zullende de vakken van onderwijs doelmati ger verdeeld en ook vermeerderd worden, en de methode zelve belangrijke verbeteringen ondergaan tot nut der kweekelingen. Daarbij vernemen wij, dat er, behalve in de Wiskunde, in de Geschiedenis en Aardrijkskunde, in de Fabelleer, in de beginselen der Oudheden, en in die der Wijsbegeerte, tevens een doorgaande zorg zal besteed worden aan de oefeningen zoowel in de Landtaal, in den Hollandschen stijl, als in de meest noodige en ge bruikelijke moderne talen, terwijl voor aanstaande Theologanten de gelegen heid zal gegeven worden, om zich met de allereerste beginselen van het Hebreeuwsch gemeenzaam te maken. Het blijkt uit dit alles dat men voor nemens is, door de invoering van dit stelsel, te voorzien in de behoefte aan eene volledige en beschaafde voorbereiding tot Akademie-studienen de Burgerij zal zonder twijfel dit loffelijk doel der Regering op hoogen prijs stellen. Men meldt uit 's Gravenhage van den 5 November: Naar men verzekert, zou Zijne Exc. de Graaf van der Duyn van Maasdam zich nog twee malen naar Stuttgart begeven, in de eerste plaats, ten einde te onderhandelen over de schikkingen, welke er alsnog over het te sluiten huwelijk van Z. K. H. den Erfprins van Oranje moeten worden vastgesteld; terwijl de tweede reize van Zijne Exc. bij de sluiting van dat voorgenomen huwelijk zou plaats hebben. Het heeft Zijne Maj. den Koning behaagd, om aan den heer F. J. TV* MiquelMed. Dr. en Lector te Rotterdam, door wien de kruidkunde mc'c den meesien ijver én met dat gelukkig gevolg beoefend wordt, dat wij van denzelven reeds verscheidene zoo hier als buiten 's lands geachte werken over dat vak bezitten, als een blijk van bijzondere onderscheiding, zoo wei de Flora van Java cn naburige eilandenals de- Rump hi abeide werken van den Leydschen Hoogleeraar Blume, te vereeren. Behalve aan sommige Aka demische instellingen, zoo hier als buiten 's lands, en eenige beroemde ge leerden, welke zich door het, verrijken van 's Rijks Herbarium te Leyden zeer verdienstelijk hebben gemankt, is zoodanig eene onderscheiding ook aan den Hooggeleerden fleer Reinwardtalsmede aan den heer Junghuhn, welke tegenwoordig met den besten uitslag de kruidkundige nasporingen op Java voortzet, te beurt gevallen, aan elk van welke, op last van Zijne Majesteit, een exemplaar der Rumphia ten geschenke is uitgereikt geworden. Ingevolge Koninglijke magtiging, is bij ministeriële resolutie vastgesteld dat, ter voorkoming van den vervoer van. cransito-goederen naar Suriname, strijdig met de bepalingen van art. 75'der algemeene wet van 26 Aug. 1822, -over de heffing der regten van in-, uit- en doorvoer enz., de manifesten, voorgeschreven bij vroegere resolutiën van het Hoofdbestuur van 5 Magrt en 7 Julij 1819, zullen moeten inhouden al de goederen, waaruit de lading van het schip bestaat, onverschillig welke bestemming die mogen hebben of van waar die herkomstig zijn, en zulks onder een afzonderlijk rubriek, te weten: onder a, de goederen direct naar de colonie bestemd, waarvan de uitgaande Tegten zijn betaald of waarvoor borg is gesteld; bdezulken, welke naar elders zijn gedestineerd, en waarvan de uitgaande regten zijn voldaan; cde transito-goederen, welke almede op eene andere bestemmingsplaats dan Su riname zullen zijn aangegeven, waarvan het doorvoer- of vasr-regt is betaald, of welke uit de vrije entrépóts zijn voortgekomen, voorts de merken en nommers der collis, alsmede de datums e~n uommers der geligte documenten, waarop de iniading heeft plaats gehad. Bij de aankomst der schepen ce Suri name zullen de aangebragte ladingen met de manifesten worden vergeleken, en in geval daaronder naar elders bestemd transito of uit, vrij entrépóc her komstige goederen mogten worden gevonden, zullen deze dadelijk onder het beheer-der bevoegde ambtenaren aldaar, ten koste, van den schipper of ge zagvoerder, worden opgeslagen, en tevens zorg worden gedragen, dat de goederen wecier aan boord van dezelfde schepen, waarmede die zijn aange bragt, worden ingenomen, onder de noodige maatregelen, ter verzekering van den weder-uicvoer uit de colonie. Bij Koninglijk besluit, is aan Cornells de- Rooygewezen isten Lnite- mant ëri Administrateur van kleeding en wapening bij het corps mariniers, thans wonende te Hoorn, verleend opheffing van de infamie, welke op hem "kleeft, uit krachte van de tegen hem uitgesprokene senrende door het Hoog- Militair-Geregtshof, onder dagteekening van 9 Maart 1827, waarbij hij, ter zake van ontrouw en falsiteit in de militaire administratie, veroordeeld is tot *le straf van het zwaaijen van het zwaard over het hoofd en een confinement van 10 jaren, benevens eene detentie van 3 maanden, in plaatse der geldboete. - In deze Residentie is aangekomen en aan het Hotel de Bellevue afgesrapt, <3e Luitenant-Generaal Graaf de Perponcherbuitengewoon Gezant en Gevol» magtigd Minister van Zijne Maj. den Koning der Nederlanden aan het Hof van Berlijn. Ziiner Majs. fregat DianaKapitein Koopmanonlangs uit Oost-Indië teruggekomen en thans in het Nieuwe Diep liggende, zal buiten dienst en <ie officieren op non-activiteit gesteld worden. De Schout-bij-Nacht Lucasthans in de Oost-Indië aangekomen, zou In last hebben, om de Nederlandsche Marine aldaar op nieuw te organiseren en de zoogenaamde Koloniale Marine geheel op te heffen. Het Journal de la Haye bevat het volgende: Het berigt, door de meeste onzer dagbladen medegedeeld, dat een onzer landgenootenJan Cornells SingelsArchitect te Warschauw, van wegen Z. M. den Keizer van Rusland eene geëmailleerde doos ten geschenke heeft ontvangen, voor een door hem ontworpen plan, om over de rivier de Narew, te Nowogieorgiersk, eene nieuwe soort van ijzeren brug te leggen, moet «lk, die belang stelt in gebeurtenisseri, welke den roem des vaderlands be vorderen, met eenen zékeren trots vervullen; dan hoe veel te meer moet het hen streelen, die het hunne hebben bijgedragen, tot de ontwikkeling van een talent,dat zulk eene eervolle belooning verdient. De ceeken-Akade- mie te 's Gravenhagewaarvan de heer Singelsnaar wij vernemen, een leerling is, strekt het dus tot eer, dat men eene dergelijke hulde aan een' barer kweekelingen toebrengt. Dit voorval geeft ons te gelijk gelegenheid, om van eene tot hiertoe te weinig bekende inrigting ce gewagen, die, als het ware, uit hec niet gere. zen, bijna gelijken tred houdt met de oude Akademien van dezelfde soort, en al de aanmoediging geniet en hulpbronnen bezie, welke men zou kunnen uitdenken. Sedert, ten gevolge van een Koninglijk besluit in 1821, in verschillende steden van ons vaderland, teeken-Akaaeroien werden opgerigt, stelde de Regering van 's Gravenhagenaar aanleiding der clausnles in gezegd besluie, aan eene maatschappij van schilders en liefhebbers, bekend onder den naam van: Vrije tiaagsche Teeken Akademievoor, zich met eene pas opgerigte school voor de bouwkunde te vereenigen, en de nieuwe teeken-Akademie op de grondslagen dier beide inrigtingen te vestigen. Zelden heeft er een wedstrijd der teeken- of schilderkunst plaatsin welke o'e kwekelingen der Akademie ce 's Gravenhage niet eenigen roem behalen. Wat de bouwkunde betrefc, deze was geheel verwaarloosd, en het onder- wijs daarvan aan eepige timmerlieden overgelaten, die waanden, dat hunne leerlingen het hoogste toppunt bereikt hadden, wanneer zij trappen en kap pen konden teekenen. Een vriend der kunst, de weinige hulpbronnen gadeslaande, die er be- sconden voor hen, welke zich aan de beoefening der bouwkunde wilden wijden, vormde het plan om daarin te voorzien, en slaagde er in om een aancal personen tot zijne bedoeling over te halen, en aldus werd in 1820 de school voor de bouwkunde opgerigt, die, wel is waar, in den beginne met eenige bezwaren had te kampen, doch echter bestaan bleef, de kiem voor die inrigting aan de tegenwoordige Akademie werd, en waarmede men het onderwijs in de wis- en doorzigtkunde heeft vereenigd. Door de zorg en waarlijk prijzenswaardigen ijver der Directeuren, onder welken zich de eerste grondlegger dier insceliing loffelijk onderscheidt, verwierf deze tak van onderwijs weldra eene inderdaad bewonderenswaardige uitgestrektheid. Wezenlijk, wanneer men den korten tijd in aanmerking neemt, die sedert deszelfs ontstaan tot heden is verloopen, moet het verwondering-barendat al de meesters bij die inrigting aan dezelve de eerste leiding hébben ontvan gen, en zich in hunne kunst volmaakt; dat twee voorname steden, niette genstaande de mededinging der talrijke Candidacen, leerlingen dezer Akade mie tot Architecten hebben gekozen; dat een leerling dezer Akademie dit jaar den groocen prijs voor de bouwkunde aan de Koninglijke Akademie te Amscerdam heeft behaaldterwijl vier officieren der genie de eerste opleiding aan deze Akademie ontvingen, voor dat zij tot de militaire school werden toegelaten, en een aantal ambtenaren, onder wier opzigt publieke werken worden voltooidvele timmermans- en metselaarsbazen, enz., zoowel in deze Residentie als in andere provinciën gevestigdalle leerlingen dezer Akademie zijn. Verwondering wekt eindelijk de heerlijke bewaarplaats der modellen van kunsten en handwerken, onder bestuur van den kundigen heer Becht; allen ,z.iin met de grootste naauwkeurigheid door de leerlingen dezer Akademie, welke zij daartoe bij voorkeur gebruikt, volmaakt bewerkc. Uit dit overzigt blijkt, dat wij ons mogen geluk wenschen met het bezie eener inrigting, waarvan het nut en de vorderingen zoo klaar zijn bewezen, en waarvoor de Regering, die door de aanmoediging, welke zij der Akade- mie schenkt, de heldere bedoelingen der doorluchtige beschermers zoo kracht dadig ondersteuntop de erkentenis van alle vrienden der kunsc aanspraak heeft. In den avond van den 3den November is ce Amscerdam, in den ouder dom van 49 jaren overleden, de heer Jan van Eeghenlid van den achtba ren Raad dier stad, Directeur van de Nederlandsche Bank, enz. Hij was een kundig, regt goed, gemoedelijk, nederig en weldadig man. Hij stond het stadsbestuur ijverig ten dienste, was in onderscheidene betrekkingen stil en kalm, maar toch vast en pligtmatig werkzaam. Zijn verlies is in het algemeen, maar voor zijn talrijk gezin en geachte betrekkingen bijzon, der treffend. Uic Harderwijk schrijft men, dat onderscheiden groote landeigenaars op de Veluwe zich sedert eenigen tijd beklaagden over herhaalden bosch- brand zoowel in eiken ais dennen bosschen, waardoor groote schade ver oorzaakt werd. Men wilde die brand aan kwaadwilligheid toegeschreven hebben en meende, dat het eene zaak was, waarop hec hoog Bestuur des lands wel zijn geheele aandacht vestigen mogt. Uit Middelburg meldt men, dat door de Handelmaatschappij aldaar, zoowel als c,c Zierikzee en te Veere, kacoen-fabrijken zullen worden opge rigt; men denkt, da: deze inrigtingen voor de armen hoogst weldadig zul len werken. C H I N A. Over Engeland zijn er berigt-en ilit Canton gekomen tot den 2/sten Junij. Het genootschap der Hong-ltooplieden aldaar had, ten einde de schnlden van eenigen hunner, die banltbrenkig geworden jwaren, te voldoen, be sloten, dat de gestelde termijn van vereffening, welke emsc op twaalf jaren bepaald was, tot acht jaren zou verminderd worden. Om deze verminde ring van jaren echter te kunnen daarstellen, htd het eene verhoogde be- lasting op Engeisch fabrijkwerk gelegd. Daar nu de schuldeischérs bijna uitsluitend Engelschen zijtihad deze verhoogde impost veel verbittering onder laatstgenoemden verwekt, en hen genoodzaakt alle handelsbetrekking met de Chinezen af te breken. RUSLAND. Voor weinige fdagen werd van eenen Engelsehen kant berigt, dat Rusland in de Zwarte zee toebereidselen ten oorlog maaktehet Journal d'Odessa behelst in tegenspraak van die berigten het volgende: Een smaldeel, onder bevel van den Schout-bij-Nacht Jrtiukof, bestaande uit de linieschepen Warschau van 120, Keizerin Maria, van 120, /hlria- nopel, TschesmeJnapa en Pamiat-Eustaphiaelk van 84 stukken, is den I3den dezer alhier ten anker gekomen, om de troepen aan wal te zetten, die, na bij de verschillende werken te Sebastopol gebezigd te zijn, als nu naar hunne winterkwartieren teruglteeren. SPANJE. Berigten over Parijs van den 4 November Het 'Madridsch-Regeringsblad bevat een bevel van de Koninginwaarin onder anderen dit voorkomt: Er zal onmiddellijk tot de regeling van een reserve-leger van 40,000man, waaronder aboo man ruiterij, worden overgegaan, doch onder hetwelk de trdêpen van beiderlei wapen zullen worden begrepen, die de tegenwoordige reserve uitmaken. Het vormen der nieuwe corpsen van dit leger zal in de zuidelijke provinciën van bet Schiereiland, la Blancha en Nieuw-Castifie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1