A". 1838. LEY I> S CHE ^«4®k COUR A MAANDAG, m n§ NOVEMBER, ■m cffiwoc 1S\ W>zwm NEDERLANDEN. Leyden den 4der. November. De Leidscbe Muzijkschool heeft gisteren avond de Vierde Verjaring van 'haar bestaan gevierd. De talrijkheid der T9ehoorders, bestaande uit Leden *en Ouders van leerlingen, bewees, hoe levendig de belangstelling blijft in eene Inrigting, die, uit de behoefte van den tijd ontsproten en langzamer hand bevestigd, thans reeds zoo veel zelfstandigheid heeft, dat men zich vleijen mag, dat zij duurzaam, en de weifeling der zwaarhooidigen over wonnen is. Het bleek uit de mededeelingen van den Heer President der Commissie, die de plegtigheid van den avond met toespraken bestuurde, dat de Muzijkschool bloeit en goede vruchten belooft. Over deze beloke konden de Toehoorders oordeelen uit proeven, die door enkelen der meest -gevorderde leerlingen gegeven werden; het waren bevallige muzijkstukkeii voor Piano, Fluit, Fiool, Clarinet, Guitarre, en het Solo- en Ghoor-gezang. De verstandige keuze dier proeven, in welker voordrage de leerlingen niet, door een gebrekkig vertoon van kracht, zich zelve en de Toehoorders pij nigden, maar met gemak uitvoerden, wat zij in hunne magt hadden, en de Toehoorders somtijds deden genieten; het bewees, hoe uitnemend goed het onderwijs van den Heer Directeur en van zijne Mede-Onderwijzers is, en dat, onder hunne bekwame leiding, het talent methodiek ontwikkeld wordt. Er'had hierna eene nitdeeiing plaats van Prijzen en Getuigschriften aan de leerlingendie zich, in het afgeloopen jaar, door vlijt en vorderingen on. derscheiden hebben. De Commissie heeft alweder dit kiesche waagstuk be. staan. De steller van dit berigt gelooft wel niet, dat er zulke onverstan. dige en onopgevoede ouders kunnen zijn, die de Commissie in sraat zouden rekenen om met partijdigheid te handelen, of die de ivaarde eener openbare belooning berekenen zonden naar de zwaarte of de form van liet geschon- kene; maar de ondervinding zal evenwel nog moeten leeren, of eene Prijsuitdeeling volstrekt noodzakelijk is, om den ijver en de ivedijvering def leerlingen aan te vuren, dan of de eer eener openbare voordragt zijner vor deringen voor den leerling reeds een genoegzame spoorslag is, om al zijne krachten in te spannen. Indien, ook in dit geval, de keuze van zulke 'meer-gevorderden gegispt wierd, zou natuurlijk der Commissie niets anders overblijven, dan zich met een goed geweten, en met het bewustzijn eener belanglooze opoffering van veel kostbaren tijd, te verheffen boven de klein geestigheid der bedilzucht, of eener verkeerd gewijzigde liefde der Ouders jegens hunne kinderen. Een aantal bekwame liefhebbers der muzijk vereenigde zich in het orchest, en accompagneerde niet alleen de uitgevoerde stukken Öer leerlingen met die discretie, welke men bij zulk eene gelegenheid wenscht; maar zij openden en sloten de plegtigheid met schootie Ouvertures. Zij hebben zich daardoor den opregten dank der Commissie en der Toehoorders verworven. Wij vernemen dat, gedurende deze loopende week, door de Commissie nog nieuwe leerlingen zullen kunnen aangenomen worden voor den aan te vangen Cursus. Men meldt uit 's Gravenhage van den 3 November: Bij resolutie van Zijne Exc. den Minister van Finantiën is te kennen ge geven, dat vermits de Notarissen de expeditiën van aan hunne acten gean nexeerde volmagten voor andere Notarissen verleden, alleen kunnen over nemen in of bij het afschrift der acte, voor welke zij tot grondslag strek ken, of waarmede zij onmiddelijk in verband slaan, en alzoo met die acten moeten gerekend worden één geheel uit te maken, doch van zoodanige aan. gehechte expeditiën geenszins afzonderlijke afschriften kunnen vervaardigen ofafgeven, daaruit ook van zelve volgt, dat de quitantie der regiscratie van het stuk, waaraan de expeditie der bewuste volmagt is geannexeerd, zal worden overgenomen. Bij eene andere resolutie van Zijne Exc. den Minister van Financiën is te kennen gegeven, dat, achtervolgens Zijner Majs. beschikking op de vraag, of en in hoe verre grutters als fahrijkanten behooren betrokken te worden, onder'de bepaling van art. 5; 2, lett. i, der wet op de perso nele, belasting, van den 29 Maart 1833, en met alteratie, in zoo verre, van de resolution van 20 Junij, 20 Julij en 3 Aug. 1833, N°. 142, 82 en 16/, voortaan onder de mrigtingen, bedoeld bij art. 5, j a, lett. i, der wet op de personele belasting, in het algemeen zullen kunnen begrepen worden de grntterijen, en alle andere etablissementen, waarin fahrijk- of rafrijkmatige arbeid verrigt Wordt, onverschillig of aan de daartoe gebezigde lokaen, winkels ter verkoop in het klein van de bereide of de vervaardigde voor. werpen, zijn verbonden. Bij art. 265 vhn het nieuwe Burgerlijk Wetboek, zijn de belangheb benden geregtigd om van de registers der hypotheken inzage te vorderen. Aan de bewaarders derzelve is thans voorgeschreven, dar zij daarbij de groot ste voorzorgen in acht zullen nemen, en tegen beschadiging hunner registers waken. Id geval deze inzage van eene inschrijving wordt verlangd dóór hun, die dezelve gevorderd heeft, ten einde zich van de deugdelijkheid der in. schrijving te verzekeren, kan geen salaris worden geheven, maar in alle andere gevallen kan hetzelfde salaris geëischt worden, hetwelk, voor de staten van inschrijving of getuigschriften, dat er geene bestaan, is toegelegd, met dien verstande, dat, indien, onmiddellijk 11a de inzage, zoodanige staten en certificaten worden gevorderd, deswege geen afzonderlijk salaris mag wor. den berekend. Onder de reqnesten, waarop in de laatste zitting van de Tweede Ka mer der. Stateh-Generaalwaarvan wij reeds liet verslag in ons vorig nom- nier hetben medegeaeeld, door den heer Kniphorst rapport is nitgebragt, bevond er zipb een, waarvan voornoemde lid het volgende gezegd heeft: C. G. de Aften en nog vijf inwoners te Hattem, hebben aan U Edel Mo. genden een verzoekschrift dato den 31 Maart- ji. ingezonden, waarbij wordt te kennen gegeven, dat de requestranten zich vereenigen met het adres door hunne geloofsgenooten en inwoners van Utrecht" aa,n U Edel Mog. in het afgeloopen jaar ingediend, met verzoek om de gronden en smeekingen in genoemd adres ontwikkeld, nogmaals in overweging té willen nemen, opdat ïij niet langer aan vervolging alleen om der godsdienst wille moge blootge. steld zijn. Dit verzoekschrift zich refererende aan den inhoud van een Vroeger, hetwelk ook ter griffie is gedeponeerd, zal dus insgelijks ter grif. fie van de leden behooren te worden nedergelegdwaartoe dan ook uwe 'Commissie de eer heeft te adviseren. 7„ K. H. de Erfprins van Oranje is, vergezeld van den Generaal-Majoor Sage/aar, gisteren van 's Gravenhage naar Stuttgart vertrokken. Men verneemt, dat het Z. M. behaagd heeft, bij een dezer dagen ge- nomen besluit, den heef Mr. A. J. L. Stratenus'en'ijine wettige afstamme lingen, zoo mannelijke als vrouwelijke, te verheffen in den Ncderlnndschefl adel stad. Men verneemt, dat, voigens Koninglijk besluit, met den 15 N"vem. ber in dienst gesteld zullen worden, bestemd voor de Oost-IndiënZijner Majs. brikken van oorlog de Meermin en Postiljon, respectievelijk onder het bevel van den Kapitein ter zee, van der Plaat, en den Luitenant ter zee, van cje eerste klasse, Vooigt. Tevens verneemt men, dat bij Koninglijk besluit bepaald is, dat weder op den 15 November in dienst zullen worden gesteld, bestemd naar de West-Irdiën, Zijner Majs. brikken van oorlog de Gier en Pellik'aa'n, respec. cievelijk onder bevel van de Luitenants eer zee, van de eerste klasse, Ga. lop en Zoutman. Men verneemt dat er eene inteekening geopend is op eencn gedenkpen. niiig ter herinnering aan de ramp van Woerden, op oen 23 November 1813} welke den 25sten dezer op derzelver vijf en twintigste verjaring godsdienstig zal herdacht worden. De penning zal gegraveerd worden door den heer van der Keilen, graveur aan 's Rijks munt te Utrecht; op de voorzijde ziet men een treurwilg, die met zijne nederhangende takken het wapen der stad Woer den, hetwelk gedeeltelijk door een rouwfloers bedekt is, overschaduwt; ver der eenige krijgswapenen. In de afsnede leest men: Woerden 23 November 1813. Op de keerzijde, een cypressenkranswaarin deze woorden: XXV. Jaarkring der Ramp. Godsdienstig herdacht. 25 November 1838. De prijs voor ieder exemplaar is in zilver 4, in brons f 1.50. Te Vlaardingen is den isten November 11. van stapel geloopen bij den scheepsbouwmeester L. van Dam, het hoekerschip, genaamd: Prins Willem Frederik Hendrik, bestemd ter beug- en haring-visscherijzullende gevoerd worden door stuurman Wouter Pleijsier. Den 3iscen October is op Oe werf van de scheepsbouwmeesters Blok Con.p., genaamd Hollanderin de Grooce Wittenburgerstaat te Amsterdam, met hei beste gevolg van stapel gelaten het nieuw gebouwd tweedeks fre. gatschip Suzanna Maria, gevoerd zullende worden door Kapitein B.M.Cor- bièreG. Nolthenius en Luden en van Geuns; en dadelijk daarop de kiel ge legd voor het fregatschip Gizina, gevoerd zullende worden door Kapitein C. L. Adboll, voor rekening van den heer J. Schutte Hoymante Amsterdam. Te Amsterdam heeft den rsten November weder brand plaats gehad bij eenen broodbakker in de Keizerstraat. Door spoedig aangebragte huiji is dezelve echter niet van veel belang geweest. Het huis en den inboedel waren voor brandschade verzekerd. Den 2 November heeft de Directie van het entrepót-dok te Amster damden opbouw van 12 magazijnen bij de groOte sluis, ten dienste van het entrepót, toegewezen voor eene som van f 322,000. De prijs van deze toewijzing is zeer voordeelig en veel beneden het cijfer gebleven, hetgeen men voor de onkosten had opgemaakt. In den Avondbode van den 3den November leest men: Met betrekking tot de mededeeling, die in het Algemeen Handelsblad van den 2<)sten dezer is geplaatst geworden, ten aanzien van een nieuw contract tusschen liet Gouvernement en de Nederlandsche Handelmaatschappij, vol gens hetwelk de provisie en andere voordeelen der maatschappij eene zeer be langrijke vermindering ondergaan zouden hebben, kunnen wij alsnu berigten dat ook wij toen heboen vernomen, dat de schikkingen met de Handelmaat schappij, waarvan wij, (wederleggende het toenmaals door het Handelsblad gegeven berigt, dat hare provisie tot i zou worden verminderd) in N°. 231 van den Avondbode gesproken hebben, tot een beslissing gekomen waren. Niet nnauwkeurig vernemende, van welken aard deze beslissing was ge weest, hebben wij gemeend, tot dat wij in staat zouden zijn deswege om standiger mededeelingen te kunnen doen, in eene zaak van dit gewigt, het zwijgen te moeten bewaren, liever dan door eene onberaden voorbarigheid ons zeiven onder den dwang te brengen, om naderhand het eenmaal geschre vene te herroepen, en, hetgeen erger is, de belangen der beurs in gevaar te stellen. Op den grond van hetgeen, ten gevolge van nader onderzoek, alsnu ter onzer kennis is gekomen, kunnen wij in het algemeen de verzekering ge ven, dat de verwachtingen, die wij omtrent den afloop dezer zaak, gemeend hebben ten aanzien van den invloed der nieuwe schikkingen op het dividend der maatschappij te mogen koesteren, niet zullen worden te leur gesteld. Zoo als voorzien konde worden, moet er van de ziide van het Gouver nement, in verband met de vermeerderde aanvoeren, eenige vermindering zijn bedongen gewerden in de onkosten van dën overvoer van Gouverne mentsgoederen, en in de provisie, welke der maatschappij als liandelslig- chaain, geliik aan ieder particulier koopman, niet kan ontzegd worden, voor hare gestiën. Maar of die vermindering van invioed behoeft te zijn op de dividenden der maatschappij, mag men op goeden grond betwijfelen, wanneer men in aanmerking neemt den toenemenden omvang der zaken, die aan de maat schappij ziin toevertrouwd. De uitkomst zal dan ook, wij twijfelen er niet aan, toonen, dat wij, zoo wij vertroüweii, ook in dezen vrij wel zijn onderrigt. O O S T - I N D I E. Batavia den 4 Julij. Uit deze plaats heeft men de volgende berigten: Donderdag den 21 Junij laatstleden hield het Bataviaasch Genootschap vati Kunsten en Wetenschappen eene openlijke vergadering, waarin de heer Mr. J. J. Brest van Kempen drie zangen van her dichtstul: van den vaderland, schen dichter A. van der Hoop Jr., getiteldde Koning van Rbmèvoordroeg. In eene inleiding zocht de spreker zijne toehoorders op het standpunt te plaatsen, waarntt dit dichtstuk moet beoordeeld worden, en zette hij de verschillende poëtische schoonheden uit een, waarop nit werk van den dich. ter aansprjak mag maken. De zangen zelve werden met vuur en levendig heid op eene bevallige wijze voorgedragen, terwii! het geheel met belang stelling en genoegen werd aangehoord. Daarna trad de heer Dr. W. R. van Hocveil op, en droeg eene dichterlijke uitboezeming voor, waarin de onge lukkige toestand van het door eene zware ziekte geteisterde Ambon op eene treffende en gevoelvolle wijze werd afgeschilderd, en zijne inwoners gewé zen werden op de uitzigten die het Christendom den lijder aanbiedt. Eeiie talrijke schaar, zoo leden des Gcnootschaps als andere personen, woonde dien avond de vergadering bij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1