A". 1838. LEYDSCHE O U R A N Tc MAANDAG, NEDERLANDEN. Leyden den 28sten October. Men meldt utt 's Gravenhage van den.26sten dezer: Heden zijn de afdeelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ver gaderd geweest tot voortzetting van derzelver_overwegingen over de begroo- tiugs-wetten voor het volgende jaar, welke, naar men verneemt, in verschil lende derzelve, afgeloopen zijn; alsmede tot onderzoek van de gisteren aan de Kamer aangeboden ontwerpen van wet, betrekkelijk de vaststelling der tarieven van Justitie-kosten en salarissen, enz. Dezer dagen fs in de afdeelingen onderzocht geworden het ontwerp Van wet tot vaststelling van eene suppletoire begrooting van staatsuitgaven over 1838. In het algemeen is omtrent dat ontwerp aangemerkt, dat, hoe- zeer aan de eene zijde, bij primitief niet te hoog geraamde uitgaven, ook zelfs in een land van kleinen omvang, zoodanige suppletoire begrooting wel 'eens onvermijdelijk kon zijn, dezelve echter tevens zoodanige ongunstige zijde'hèe'ft, dat men van dit middel zoo weinig mogelijk, én niet dan bij volstrekte noodzakelijkheid, gebruik wenscht gemaakt te zien. Vast gaat Jlét toch, dat iedere suppletoire Degrooting het merk der primitieve begroo. ting minder zeker doet zijn, en mindere waarde geeft aan de, bij de laatste, gemaakte berekeningen. Dien ten gevolge ontwaarde men mét leedwezen, dat voor 1838 niet genoegzaam blijkt te zijn de anders tegen zoodanig sup. 'plement eigenaardige waarborg der f500,000 ter beschikking van den Koning. Wat de bijzonderheden van het wetsontwerp betreft, heeft men de vrijheid genomen, eenige meerdere specificatie te vragen aangaande de onderschei, den artikelen. Ten aanzien van de voor de zee-wérken der provincie Zee. land nu weder aangevraagde/ 11.7,145,65, meent men niet met stilzwijgen 'te kunnen voorbijgaan, dat dan alzoo de over '1838 wegens dit object voor dat gewest gepetitioneerde sommen gestegen zijn tot de aanzienlijke som van 547,145,65s éen bedrag van te veel belang, dan dat hetzelve niet ve. Ier aandacht tot'zich zoude trekken, en weder den wensch doen geboren worden, dat dé Regering eenen bekenden, vasten en overal gelijk werken, den maatstaf moge herstellen, ten aanzien der ten deze te verleenen suosi. dién; ook opdat niét elders kunne stand houden welligt gegronde onverge noegdheid over ongelijkmatige toedeeling. Het thans voor Overijssel steeds yermeerderehd subsidie, hetwelk dan nu over 1838 zal geklommen zijn tot f 165,178, geeft tot gelijksoortige bedenking aanleieing,, en doet den wensch geboren worden, dat de Regering zeer omzigtig zij mét de uitbreiding der lubsidiën. Eene der afdeelingen heeft aangemerkt, dat het verwondering moet baren, dat, na de aanzienlijke sommen, welke op de begrooting van 1838, voor de XVtde en XVIIde afdeelingen, art. 11, 3 en 5, zijn toegestaan, alsnog een suppletoir voor die objecten wordt aangevraagd; zij heeft verlangd nader en meer bijzonder te worden ingelicht, waarom de in de memoire van toelich. ting vermelde uitgaven, tot welker dekking deze suppletoire begrooting wordt voorgesteld, niet uit het gewone gevonden hebben kunnen worden. Êene andere afdéeling kan deze buitengewone aanvrage niet wel overeen, (mengen met hetgeen in de memoire van toelichting gezegd wordt, dat de Regering verhinderd geworden is uit de begrooting van het, jaar 1838 in deze uitgaven te voorzien, door de buitengewone schade in den afgeloopen win. ter, door storm en ijsgang toegebragt, met de zoo gunstige en geruststel, lende berigten van Zijne Majesteit, in Hoogstdeszelfs aanspraak bij de ope. ning dezer zitting, omtrent de schade door ijsgang in dit jaar te weeg ge. bragt. De veroorzaakte schade aan de polders in Zeejand moet toch wel Oan een' geheel buitengewoneh aard en boven alle berekening zijn geweest, n'aa'fdien reeds voor het herstel van buitengewone winterschaden voor het loopende jaar eene verdubbelde som, in vergelijking van het vorige jaar, is. .geraamd en toegestaan geworden. Deze afdeeling meende derzelver vrees niet te moeten verbergen, dat door de steeds al hooger en hooger aange. vraagde sommen op dit onderwerp, de eigenaars dier polders eene in verge. Üjking van anderen onevenredige ondersteuning en tegemoetkoming erlangen. Eindelijk heeft eene der afdeelingen verklaard, dat de Statfen-Generaal geenen genoegzamen grond hebben, om in eene met gemeen oVerleg bê. raamde wet stellig te kunnen verklaren, dat de som, bij het derde artikel der wét van 23 December 1837, ter bestrijding der onvoorziene behoeften, welke gedurende den loop van het jaar 1838 mogten opkomen, ter beschik king van den Koning gesteld, ontoereikende is, om uit dezelve de, in dit onderwerp en toelichtende memorie omschrevene uitgaven, te kunnen goed. maken, terwzïjl men zwarigheid vond, om nopens het gebruik dier ter be. schikking van Zijner Majs, gestelde som; nadere inlichting van de Regering te vragen; De antwoorden der Regering Op de gemaakte bedenkingen en gevraagde inlichtingen, worden binnen kbrt te gemoet gezien. Naar trien verneemt, heeft het Z. M. dezer dagen behaagd autorisatie te verleenen tot den opbouw eener geheel niéuwe Róomsch-Katiiolijke kerk in deze Residentie; en wel op hetzelfde terrein waar thans zoodanige kerk in het Hooge Westeinde geplaatst is. Dezer dagen heeft het Zijne Maj. behaagd toe te staan den aanleg van een straatweg en eene vaart tusschen Gouda en Bodegraven; alsmede het negociëeren van een kapitaal van 45,000, boven het opgenomen bedrag van f 120,000, tot bestrijding der kösteD daartoe. Voorts is bij Koninglijk besluit, de verlenging des wegs vahOIdenzaal baar Bentheim, voor eene som van f 11,boo, goedgekeurd. Dezer dagen is door Z. M. een besluit genomen, waarbij, ten behoeve der na te melden godsdienstige Israëlitische armenscholen of onderwijzers, over dit jaar, toegestaan worden de navolgende toelage, als: aan de Ned. Port; Israël, te Amsterdam 300, aan de Ned. Israël, te Amsterdam f 2600, aan die te 's Gravenhage 600, aan die te Rotterdam 400, aan die te Mid delburg f 300, te Amersfoort 275, te Zwolle 250, Groningen f 400, Eampen 100, Leiden f lbo, Utrecht 150, Gouda ioó, Hoorn 200, Arnhem f 200, Dordrecht 75, Steenwijk f 50, Haarlem 50, en voor de overige scholen of onderwijzers, is beschikbaar gesteld f 650, en alzoo te zamen eene som van f 6200. Op voordragt der Departementen van Èlnnenlandsche Zaken en Oorlog is door Z. M. bepaald het opmaken van een ontwerp van verlenging vati den ijzeren spoorweg van Arnhem over Doesburg naar Dinxperlo, terwijl tevens de hoofd-ingenieur voor de waterstaat, B. II. Coudriaan, belast is met de voorbereidende werkzaamheden en het passen van het terreiti, gc- adsisteerd door twee buitengewone opzigters; 59 OCTOBER, De heer FaMeiut, Zijr.cr Majesteits Raad van Legatie, uel'lte zich voordurend in deze Residentie bevindt, heeft van Z. D. il. den Hertog vifn Brunswijk, als een diplomatiek geschenk, eene fraaije gouden snuifdoos ont vangen, en van Z. M. de tcesterommg bekomen om die te mogen aannemen. ln een dagblad dezer Residentie leest inen:. Wij vernemen, dat het Z. M. dezer dagen behaagd heeft, oen heer Mr. IV. .1. Quin/us, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaalvoor de provincie Groningen, tot den Nedcrlandsche adelstand te verheffen. Onlangs werd de heer van Ravesleyn Jnr., oudste Commissaris van Policie te dezer stede, voorloopig met de waarneming der functien van het openbaar ministerie bij het kanion-geregi te dezer stedebelast. Thans verneemt men, dat beide de heeren Commissarissen van Policie alhier, de heeren P. van Rarest cyn Jnr. en J. A. IValdéckbepaaldelijk met die be, trekking belast zijn geworden, Door HH. Èxc. de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Finan cien is ter kennis van de daarbij belanghebbenden gebragt, dat, te rekenen va.n den ïsten November aanstaande, dagelijks (Zon- en Feestdagen uitge zonderd) bij de Nederlandsche Bank te Amsterdam, mitsgaders ten kantore van den Agent van den Algemeenen Rijks-Kassier in de hoofdplaatsen der provinciën, zoo mede te Rotterdam, overeenkomstig art. 3 en 4 van het berigt der geldleening tot goedmaking der kosten van aanleg van eenen ijzeren spoorweg van Amsterdam over Utrecht naar Arnhemzal worden gevaceerd tót de voldoening der bij de van genoemde geldleening uirgegevene obligatien gevoegde coupon van ƒ22.50, wegens zes maanden renten op gezegden l°. November verschenen. Berigten uit Genua van den 10 October meldefi, dat Z. D. H. de Her tog van Saksen-IVeimarvergezeld van zijnen zoon Prins IVillanaldaar uit Napels was aangekomen, Men verneemt, dat de Chirurgijn-Majoor, van den eersten rang, Schillet, die de reis naar de kust van Guinea, met de zending van wijlen den Gene- raal-iyiajoor Verveer heeft medegemaakt, en in volkomen welstand in hec vaderland teruggekeerd is, medegebragt heeft het hoofd van den voormaligen aanvoerder vari den opstand der Hantasche bevolking, Bonsoe, hetwelk hij, ter conservering, op liquor gezet had. In den eersten tijd verwacht men nietdat de Hooge Raad veie werk. zaamheden zal hebben. Nogtans verzekert men, dat er weldra eenige zaken aan denzelven zullen worden onderworpen, voortvloeiende uit art. 91 der wet op de zamenstelling der regterlijke magt, enz., houdende, dat de Hooge Raad, bij wege van hooger beroep, oordeelt in burgerlijke zaken: i°. over de aan hooger beroep onderworpen vonnissen, door de provinciale geregts. hoven in eersten aanleg gewezen; 6°. over de vonnissen, gewezen bij de Hoven van Justitie in de koloniën of bezittingen van het Rijk in andere we- relddeelen, overeenkomstig de bepalingen, deswege door den Koning te ma ken. Naar men wil, moeten er reeds onderscheidene zaken, tot de tweede der gemelde catheg'orien behoorende, bij den I-Ioogen Raad zijn aangebragt, of wel, ten gevolge van de ontbinding van het Hoog-Geregtshofvan de rollen van hetzelve, bij den Hoogen Raad overgeschreven zijn. Nog meldt men uit 's Gravenhage van den cgsten October: Aanstaanden Maandag zal eene zitting van de Tweede Kamer der Staten- Generaal worden gehoudeh. Uit een algemeèn'ert staat van vergelijking tusschen de raming van's Rijks inkomsten over'het dienstjaar 1838, en de opbrengst der Rijks-inkomsten over de vier laatste maanden van 1837, met bijvoeging van de Ontvangsten over de acht eerste maanden des jaars 183?, blijkt, dat de ontvangsten waren geraamd op 44,702,422.53, en dat dezelve werkelijk hebben opgebragt 45.878,315.77Jzoodat de inkomsten een exce'dent hebben opgeleverd van 1,175,893.24! Meer dan de raming hebben opgebragt de in- en uitgaande regten 187,935.88!, de suiker ƒ74,154.16!, het binnenlandsch gedisteleerd 178,437.43!buiten- lar.dsch gedisteleerd 4,476.49, geslagt 197,440.24!zout 92,485.73, zeep 30,326.67', turf/ 16,461.05, steenkolen 193,890, vervoerbiljetten ƒ39,171.60-; indirecte belastingen 463.732.01regt van waarborg op gouT den en zilveren werken ƒ20,983.13, loterijen 15,229.86!, jagt en visscherij 14,000.30, verschillende ontvangsten f 763,44!. Beneden de raming zijn gebleven de wijn 97,755.87, bieren en azijnen 23,465.74, gemaal 38,800.02, posterijen 8,612.9,5;. De werkelijke opbrengst is geweest: Grondbelasting 8,781,582.53perso. neel 4,830 000, patenten 1,627,500inkomende- e'11 uitgaande regten 3.587.935-88!suiker 324,154.16!-, wijn 1,027,244.13, binnenlandsch gedisteleerd 3,803,327.43, buitenlandsch gedisteleerd 317,976.49, geslagt 1,697,440.24!zout 1,352,485.73,» zeeP 817,826.67!bieren en azij. nen 344,034.26, turf 1,066,461.05steenkolen f 457,338.90, gemaal 2,961,199.98 tien pCt. collectief-zegel en vervoerbiljettenf 1,505,611.60J indirecte Belastingen ƒ7,338,782.01, regt van waarborg op gouden en zilve- ren werken 1,441,387.94!-, loterijen 465,229 86!, jagt en visscherij 109,000.30, inkomsten der domeinen van Z. K. H. Prins Frederik der Ne. derlanden 190,000, verkoopiogen en verschillende ontvangsten 470,763.44! (waaronder 's Rijks inkomsten uit de entrepóts 30,369.39! en uitkeering uit de geldmiddelen der Overzeesche Bezittingen 1,200,000. De gedurer.de opgemeld tijdstip ontvangene som voor inkomende-en uitgaande regten was gesplitst als volgt: in-, uit- en doorvoer ƒ.3,044,845.34, tonne. gelden der zeeschepenƒ330,091.87!, watertollen 5,167.79!,(formaat-zegel 17,654.40, turksche paspoorten 450, vastregt en scheepvaart-regc 189,724.44! De acten van de jagt en visscherij hebben bedragen 109.000.30. De verkoopingen en toevallige baten bestonden, gedurende hetzelfde tijd bestek in: verkooping van 's lands goederen en eigendommen ƒ60,235.00!, slóten van rekeningen en teruggaven 38,514.87!bijdragen van lotelingen töt het stellen van plaatsvervangers bij de Nationale Militie ƒ18,115; boeten, nlèt tot de vaste boeten behoorende ƒ21,897.82 justitie-kosien/2o,989.67!, kósten van vervolging ƒ10.35, 5 percents administratie. Kosten, wegens gelden aan derden behoorende ƒ934.12, toevallige ontvangsten 40,142.66. Gedurende de acht eerste maanden van dit jaar heeft in Zuid-Holland de, grondbelasting, in hoofdsom, opgebragt 1,160,134.68hét personeel 733.c78.64, de patenten 189,095.42!, en alzoo de directe betastingen té Zameii ƒ2,082,508. 74!. De inkomende- en uitgaande regten hebben bedra.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1