A0. 1838.' L E Y D S C II E N C O U E A NEDERLANDEN. WOENSDAG, Leyden den 23sten October, Eenige dagbladen hebben dezer dagen gemeld, dat onze stadgenoot, de Hooggeleerde Heer C. L, Bltoie, door het Institut de, France te Parys tot ■corresponderend lid zou verkozen zijn. V-an goederhand kunnen wij echter !bij deze melden, dat dit berigt vdoralsnog te voorbarig is, doch dat aan Zijn Hooggel. de groote onderscheiding is te betrrt gevallen, om de tweide op het drietal te staan, uit hetwelk eene keus voor een buitenlandsch cor responderend lid moest geschieden. Wij vernemen, dat de Bibliotheca Rcuvensianaeen aantal bevattende van 6752 nummers, en wier veiling van den gsten tot den 22sten dezer had aangehouden, tusschen de vijf- en zes-en-twintig duizend guldens heeft mo gen gelden. Ér zal binnen kort eene prijslijst derzelver in het licht verschijnen. Het heeft Zijne Maj. den Koning behaagd, P. M. Groenzoon van P. Groen, alhier woonachtig, te ontheffen van de iDfamie; en alle de gevolgen daarvan, welke geacht zouden kunnen worden, immer op hem te hebben gerust, of alsnog te rusten, uit krachte van het arrest van het voormalige 'Hof van Assises'in de provin'cie Holland (Zuidelijk gedeelte.) Men meldt uit 's Gravenhage van den 22Sten October: Bij Zijner Majesteit besluit van den I4den October 1838, N°. 99, is tot griffier van het gde cantongeregt van het iste arrondissement der provincie 'Gelderland, hoofdplaats Harderwijk, benoemd de heer J. C. Waller. Zijne Maj. heeft benoemd tot Commandant van het huis vau correctie te Hoorn, den Majoor op non-activiteit A. Weber. Zijne Maj. heeft goedgevonden te bewilligen, dat de heer James Feu. hing, geboren te Portsmouth, in Engeland, als onderwijzer hier te lande vyorde toegelaten, -n Met genoegen verneemt men, dat Z. K. H. de Prins van Oranje voor tien aahdeelen deelgenomen heeft aan dé te St. Michiels-Gestel opgerigte naamlooze maatschappij, onder de benaming van Maatschappij tot invoering tjer Zijdeteelt in Moord-Braband. Ook hebben aan deze maatschappij deel. genomen HH. Exc. de Minister van Binnenlandsche Zaken, de Minister- Secretaris van Staat de Gouverneur der provincie Noord-Brabandonder, scheiden leden van de Staten-Generaalvan de Gedeputeerde en Provin. ciale Staten, van de 'stedelijke- en gemeente-Besturenenz., HH. Exc.de Generaal der infanterieBaron Cbassé, de Generaal-majoor George, enz. Naar men verneemt zullen Zr. Majs. brikken de Vliegende Visch en de Panthereeflang, naar Oost-Indiën onder zeil gaan. l Heden morgen heeft de Tweede Kamer der Staten-Generaal eene zit. ting met gesloten deuren gehouden, waarin de Commissiebelast mét het opstellen van een ontwerp van adres in antwoord der troonrede, haar ver- slag gedaan, en zoodanig ontwerp voorgesteld heeft. ,D'at ontwerp is in die zifting aan de afdeelingen verzonden, welke hetzelve omniddelijk in over. weging hebben genomen. Heden middag is ook de centrale afdeeling ver. gaderd geweest, welke waarschijnlijk morgen, weder in eene zitting met gesloten deuren, aan de Kamer haar verslag zal uitbrengen, waarna de be raadslagingen over het ontwerp onverwijld zuilen plaats hebben. Mogt de 'Tweede Kamer zich met het ontwerp van adres veréenigen, en bij de Eerste Kamer gelqk lot- aan hetzelve te beurt vallen, dan kan men de aanbieding van het adres aan den Konir.g, nog in den loop deze week te gemoet zien. De Prins Bodewijk Bonaparte, die Zaturdag avond over Utrecht, te Rot- terdam was aangekomen, en in het hótel des Pays-Bas zijne intrek genomen had, beeft van Zijn verblijf in die stad gebruik gemaakt om ook deze Resi. dentie te bezoeken. Omstreeks één ure Is de Prins alhier aangekomen en aan het hótel de Bellevue afgestapt. Anderhalf uur heeft de. Prins in deze Resi. dentie doorgebragt. Hij was vergezeld van een jong menschzijnde zijn Adjudant, benevens van eenen geneesheer. De J'rins heeft in gezelschap dezer beide personen het museum bezocht en eene wandeling te voet door deze Residentie gedaan. Na een dejeuner-dinatoir aan hét hótel te hebben gebruikt, zijn zij weder naar Rotterdam teruggekeerd, van waar de banne. ling zich morgen met de stoomboot de Batavier naar Londen zal inschepen. Be Prins is een jong mensch, van schoone gestalte. Vól vuur, blond, en heeft een manhaftig en geheel militair voorkomen. Heden is uit deze Residentie vertrokken, zich naar Belgie begevende, de heer du Bus de Ghisignés, voormalig Gouverneur-Generaal van Zijne Maj. in Nederlandsch Indië. Bij den hoogen prijs, dien het brood, de aardappelen en vele andere noodzakelijke levensmiddelen, ook in deze Residentie, reeds verkregen hebben, moet het tot groot genbegen verstrekken te vernemen, dat, door de invoe ring eener doelmatige spaarkas, de verdere prijsverhooging van het brood te •dezer stede zal worden voorgekomen. Zullende hetzelve alsnti geene meer. dere prijsverhooging ondergaan, en zal men aizoo, in déze dure tijden, eerst regt de vruchten van de bespaarde penningen kunnen plukken. Tusschen Scheveningen en Katwijk zijn laatstleden Vrijdag en Zaturdag eenige stukken van verongelukte schepen op strand geworpen. Ook is eer. gisteren ochtend, den 2osten dezer, even voorbij het Badhuis te Schevè- ningen, komen aandrijven, en is vervolgens op het strand gehaald, het wrak van een groot onbekend schip; hebbende men tot flog toe niets van des- zelfs equipaadje of lading vernomen. Nog meldt men uit 's Gravenhage van den 23Sten October: lil de zitting van de Twéede Kamer der Staten-Generaal van heden, met gesloten deuren gehouden, is het ontwerp van adres, in antwoord op de trooflfédë; aangenomen en aan de Eerste Kamer verzonden, welke nog he den vergaderd is geweest en morgen over het ontwerp zal beraadslagen. Het is onzeker, of de aanbieding van dit adres morgen of overmorgen zal plaats hebben. Zijne Maj. heeft tot leden der directie van de maatschappij van land eigenaren en vast beklemde meiiers in de provincie Groningen benoemd, de heeren Mr. IV. J. Quintus, C. J. Schutter en G. Reinders, en wel de 'twee eerstgemelden, die op den laatsten December 1838 moesten aftreden, bij voortduring, en de laatstgenoemde in plaats van wijlen den heer J. Vos. Zijne Maj. heeft goedgevonden te bepalen, dat, ten gevolge der ome. gelmatige en verwarde wijze, waarop bij de Hervormde Gemeente van Groo. te Gast en Doeriim, de stemming heeft plaats gehad voor eenen, bij die ge- ineente, te benoemen nieuwen leeraar, ter vervanging van den heerJ.Wold* ring, die naar elders vertrokken is, aan de stemming op den heer Hend.Hut- zinga, Candidaat bij het provinciaal Kerkbestuur Van Vriesland, gevolg kan gegeven worden» 0 $3 O j£ -2* 24 OCTOBER, ■i» ■-cnob Omtrent den Generaal-Majoor Verveer, wiens overlijden wij in ons vorig nomtner hebben medegedeeld, meldt het Dagblad van 's Gravenhage dat, behalve het dempen van den opstand aan de kust van Guinea, hij vroe# ger op dezelfde kust betrekkingen met den Koning der Ashantijnen, wegens bet leveren van krijgsvolk voor de Oost—Intiië had aangeknoopt. (Zoo wij ons niet vergissen, is er in der tijd gemeld geworden, dat hij twee zonen van dien Koning naar Nederland had overgebragt, om alhier eene Europe- sciie opvoeding te ontvangen.) Om zijne bij dje gelegenheid bewezene diensten, was de Generaal-Majoor tot Ridder van de Militaire Willemsorde en van den Nederlandscben Leeuw door Zijne Maj. benoemd gewórden. - Uit Petten wordt van den 20 October gemeld: Gisteren namiddag is alhier gestrand, het kofschip Maria Berta, Kapitein K. A. Tap, komende van Liverpool en gedestineerd naar Rotterdam. De reddingboot der Noord- en Zuid-Hollandsche redding-maatschappij, onder hec bestuur van den heer P. Langendijkwerd dadelijk aan het strand gebragt, op het vermoeden van de mogelijkheid der stranding. De hevige winden belemmerden de boot, om dadelijk na de stranding, tijdig genoeg het wrak te kunnen bereiken, waarom de bootsgezellen, op hunne scaphanders reke nende, eerst met eene lijn de redding beproefden, met dat gelukkig gevolg, dat zij al de manschappen der equipagie aan wal bragten. Hetgeen des te gezegender is geweest, naardien het,schip, onder het worstelen der boot in de branding, reeds had kunnen verbrijzelen, zoo als later werkelijk heefc plaats gehaddaar het in den namiddag reeds totaal verbrijzeld is. Uit Utrecht wordt gemeld, dat de heer Mr. N. P. J. Kien, lid van den Stedelijken Raad aldaar, door Zijne Maj. benoemd is tot Wethouder der stad Utrecht. Te Vlijmen is den 13 October, in den ouderdom van 83 jaren overle den, de Luitenant-Generaal J. P. van Hoey, Ridder der orde van den Ne derlandscben Leeuw. Omtrent het verongelukken van den Harlinger beurtman, in onze vo* rige medegedeeld, verneemt men nu nog het volgende: Omstreeks vijf ure in den achtermiddag van Donderdag had het schip de haven verlaten, en men was reeds anderhalf uur onder zeil geweest, toen in de geul van het Zand ongelukkiglijk een der zwaarden kwam te breken. Dit deed besluiten naar Harlingen terug te keeren. Des avonds bijna half zeven was men weder voor de haven, doch kwam bij het havenen iets te laag en liep tegen het noorder-hoofd. Oogenblikkelijk werd het schip door den geweldigen wind en stroom om het hoofd henen en tegen de steenen ge slagen. Al stootende tegen dezelve werd het tot in de bogt van het noorder- hoofd bij het hek gedreven, alwaar het ook het roer verloor. Alsnu beijverden schipper en knechts zich om de fok bij te zettenten einde het schip van de steenen te krijgen, hetweik ook gelukte. Men ge raakte in vlot water en kwam kort daarna ten anker. Spoedig echter bleek het, dat er een gat in de boeg gestooten en het schip zwaar lek was, zoo dat de schipper tegen het volk, dat op het hoofd stond, riep, dat hij hulp moest hebben, want dat zijn schip zich in zinkenden toestand bevond. Hec schijnt nogtans dat men van wal geene hulp heeft kunnen toebrengen; de loodsen hebben geen kans gezien om het schip te genaken, en omstreeks 9 ure is het gezonken. Als nu poogde elk zich zeiven te redden door op de roef of in het want te klimmen en er zich vast te houden, zoo veel de geweldige stortzeeën, die over het gezonken vaartuig henen sloegen, zulks veroorloofden. Ten 10 ure werd schipper Bauke F. van der Werf doos eene zware zee, achter de roef Weg, van het dek geslagenen kort daarna een zijner twee knechts, Sija Douma genaamd. Ook van de passagiers, die voor een gedeelte op de roef waren, verminderde elk oogenblik het getal, daar de golven telkens eenigen hunner in zee sleepten; hun gejammer was hartverscheurend. Op den wat en hét bolwerk brandde men teertonnen, om eenig licht over het vreeselijk tooneel te verspreiden; gelijk dan ook de stedelingen, die het gekerm der ongelukkigen hoorden, hen gedurig ook met de oogen zagen, zonder hen te kunnen bijstaan. Eindelijk, en wel des nachts tusschen een en twee ure, toen de storm hec geweldigst woedde, nam Kapitein Daniel Charrossinvoerende de Engelsche stoomboot Northam, het manmoedig besluit, om met Zijne sloep de haven uit te varen en zoo mogelijk de arme schipbreukelingen, die nog in leven mogtenzijn, te redden. Het gelukte den edelen man werkelijk bij het schip te geraken en drie menschen in de haven te brengen; meer had hij er, om de duisternis, niet kunnen vinden. Inmiddels brak dé dag aan en alstoen ontdekte men dat' er nog meer men schen aan boord en in leven waren, waarop Simon van der Meerbestelder van het Harlinger veer, andermaal, met eene Engelsche sloep, de proef nam, of het mogelijk zijn 2ou bij het schip re geraken. Ook hij slaagde hierin en bragt nog 6 menschen behouden aan wal. Deze negen zijn van drie-en-twintig menschen, welke zich aan boord bevonden hebben, de eenige geredden. Men telt onder hen den anderen schippers-knecht,./i7» Pors geheeten, vier Tyrolers, een matroosdie verleden jaar ook reeds schipbreuk geleden hadeene vrouw en nog twee andere personen. Vrijdag morgen heeft men voorts twee lijken uit het schip gehaaldzijnde een dat van eenen heer uit Leeuwarden en het ander dat van een jong meisje, ook van daar. Des namiddags vond men er weder twee lijken in, het eene onbekend, het ander van eenen Jood, Cohen, van Amsterdam. Het lijk van een' Tyroler is bij den duk tegen de steenen gevonden, gelijk ook dat van eenen marinier, die, na volbragten diensttijd, naar Vlissingen wilde om af te rekenen. Acht personen werden nog vermist. Men wil dat zich onder de verongelukten de heer W. J. Sypkens, lid van de arrondissements-regt. bank te Leeuwarden, zou bevinden, gelijk mede een Fransch commissionaif. De oorzaak van het ongeluk schijnt eeniglijk aan het verschrikkelijke stormweder geweten te moeten worden. AMERIKA, De laatste tijdingen uit Canada melden, dat de onlangs daarheen vertrok, ken Gouverneur-Generaal Lord Durham om de wegens den uitgebarsten op. stand ontstane onlusten te dempen en eene staatsregeling in te stellen, welke eenen nieuwen opstand kon voorkomen, zijn ontslag als Gouverneur-Ge- neraal naar Engeland had overgezonden en in het laatst van October van Canada voornemens was te vertrekken. Dit besluit van Lord Durham schijnt veroorzaakt te wezen, door de bon. ding, welke hec huis der Lords in hunne laatste zitting, omtrent hem ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1