A°. 1838.
leydsche
COURANT,
MAANDAG,
js' CiKÏÏ'*
IS n
.b
E OCTOBER.
ÏÏB Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Holland, voldoende aan de bevelen van
feijne Majesteit den KONING, kondigt bij deze aan, dat het Provinciaal Geregtshof van
Rollandop heden, in naam des KONINGS, door hem is beëedigd en geïnstalleerd.
*s Gravenhage, den zeven en twintigsten September 1838.
De StaatsraadGouverneur voornoemd
van der Duyn.
De Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Holt.a'nd, voldoende aan de bevelen vfcn
£üne Majesteit den KONING, kondigt bij deze aan, dat de Arrondissements Regtbank
te *s Gravenhagebenevens de Kantongeregten in hec ressort van die Regtbank, op
ieden, in naam des KONINGS, door hem zijn beëedigd en geïnstalleerd.
'j Gravenhageden acht en twintigsten September 1838.
De StaatsraadGouverneur voornoemd
Van der Duyn.
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, ontvahgen hebbende eene dis-
'positie van Ilun Ed. Gr. Achtb. de HH. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, van
den navolgenden inhoud:
EXTRACT uit het Per baal van het verhandelde hij de Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland.
Vrijdagden i^den September 1833.
ïs gelezen eene missive van Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken,
van den ioden September 11.N°. 225 (ide Afdeelingstrekkende ten geleide van een
afschrift van Zijner Majs besluit van den ^sten Augustus 1838, N°. 90, waarbij de
termijn van twee jarenvoor bet van kracht zijn der bij 's Konings besluit van den
icden September 1836, N°. 57 (1), vastgestelde wijzigingen in het Reglement op den
'ijk en de vervaardiging der botervaten in Hollandmet één jaar verlengd wordt.
Zijnde gemeld Koninglyk besluit, wat de voormelde aangelegenheid betreft, van den
navolgenden inhoud;
Kopij.
Wij WILLEM, hij de gratie GodsKoning der NederlandenPrins van
Oranje-Nassau Groot-Hertog van Luxemburgenz.enz.enz.
Gezien Ons besluit van den 15 September 1836, N°. 57, waarbij, als proeve, voor
den tijd van twee jareneenige wijzigingen zijn vastgesteld in het bij Ons besluit van
den 16 Augustus 1831, N°. 65 (2), goedgekeurd Reglement op den Ijk en de vervaar
diging der Botervaten in de provincie Hollandte dien effectfe onder anderen, dat die
vatengedurende vier in plaats van twee jaren tot het verhandelen van Boter zullen
mogen io omloop blyven; en, enz-;
Gezien de rapporten van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, van den iSden
Tulij 11.N°. 143 XóAe Afdeelingen de daarbij overgelegde missive van de Staten van
Holland* Van den 7den te voren, N°. 1 *-g9 9
Den Raad van State gehoord, (Advies van den i4den Augustus 1838, N°. 10);
Hebben goedgevonden en verstaan:
1*. Den tweejarigen termyn, vastgesteld bij Ons voorschreven besluit van den i^den
Septembefr 1836, N°. 57, vóór het van kracht zijn der daarbij gemaakte wijzi
gingen in het Reglement op den "Ijk en de vervaardiging der Botervaten in de
provincie Hollandmet tin jaar te'verlengenen
2®. ,Enfc.
En zullen afschriften dezes worden gezonden aan Onzen Minister van Binnenlandsche
Zaken, (onder kopijeïijke niededeeling van het Advies van den Raad van State), ter
uitvoering, mitsgaders aan dien Raad, tot informatie.
'j Gravenhageden 24Sten Augustus 1838.
QgeteekendJ WILLEM.
Van wege den Koning,
get eekend'Van Doorn.
Accordeert met deszelfs origineel,
De Griffier ter Staats-Secrctflrie^
'geteekendl'Hon oré l. G.
Voor eensluidend afschrift,
DeSecretaris' Generaal hij het Ministerie van Binnenl. Zaken',
geteekendj Makkers, l. S. G.
Waarop gedelibereerd zijnde, is goedgevonden en verstaan, voormeld Koninglijk be
sluit, voor zoo veel het istc punt betreft, door middel van het Provinciaal Bladhij
de^e-, te brengen ter kennisse van Burgemcesteren en Wethouders der steden en Burse-
meesters en Assessoren der gemeenten ten platten lande in Zuid-Holland, tot informatie,
en ten einde daaraan de verèischte publiciteit te gevenzullende enz.
Voor extfact conform,
De Griffier der Staten van Holland
j. van der SlEYDEN.
Zie Staatsblad van 1836, N°. 83.
Zie Provinciaal Blad van 1831, N°. 121. Idem HandleidingVI. D., bladz. 53.
Brengen dezelve bij deze ter kennis der belanghebbendenten einde te strekken tot
derzei ver informatie.
Leydenden 27 September 1838.
Burgemeester en Weihouders voornoemd
j. G. de M e y.
Ter ordonnantie 'van dezelve,
Paul du Rieu>
WethouderL. S,
MÖ I L S C II U T T E R IJ.
Oproeping der Verlofgangers van het iste Bataillon der 3de Afdeeling Mobiele
Zuid-Hollandsche Schutter\jtot het bijwonen der Inspectie.
Burgemeester f.n Wethouders der Stad Leyden ontvangen hebbende eene
missive van den Majoor, kommanderende de 3de Afdeeling Mobiele Zuid-Hollandsche
Schutterijdaarbij bepalende de dagen voor de Inspectie over de met onbepaald verlof
.zijnde Onder-Officieren en Manschappen van het isteBataillon der genoemde Afdeeling,
roepen bij deze op, alle de zich met onbepaald verlof bevindende Onder-Officieren en
Manschappen van opgemeld Bataillon, als ook de_ zoodanigen, welke tegen het ontslag
van hunlieder plaatsvervangers bij hetzelve zijn ingedeeld, om te compareren op het
Plein der Ruitteop Dingsdag den gden October aanstaandedes morgens te 9 urevoor
de Horenblazers en Manschappen van de iste en ode Kompagnien, en Woensdag den
loden Octobermede des morgens te 9 urevoor de Horenblazers en Manschappen van
de 3de, 5de en 6de Kompagnien; ten einde door welgemelden I-leer Majoor te worden
geïnspecteerdgekleed in groot tenueen voorzien van alle de Wapenen en Kledingstuk
ken, benevens'de Zakboekjes en Verlofpassenwelke zij van het Korps, met verlof
gagnde, hebben medegenomen; terwijl degenen, die bij de Inspectie ontbreken, of zich
gedurende dezelve niet'behoorlijk gedragen, of wel bühne Klecding en Wapening hebben
verwaarloosd, bij liet Korps disciplinair zullen worden gestraft, in zoo verre er geene
termen zijn. om hen aan den Krijgsraad over te géven.
En informeren Burgemeester en Wethouders wijders den belanghebbenden dat geenen
dec Verlofgangers van deze Inspectie kunnen terug blijven, dan de zoodanigen, welke
van het Bataillon bij de andere Korpsen zijn gedetacheerd, als ook die, welke van woon
plaats zijn veranderd, ingeval hun nieuw domicilie meer dan vijf uren van deze gemeente
is verwijderden eindelijk degenen, welke door ziekte buiten staat zijn zich naar de
plants van de Inspectie te begevenin welk laatste geval geene bewijzen tot verschooning
geldig 2ullen zijn, dan alleen die zijn afgegeven door den Officier van Gezondheid def
éde klasse, de Heer van Thienen, welke bewijzen vóór den aanvang der Inspectie zul
len bchooren te worden overgelegd; tot welke afgifte Zijn Edele dagelijks des middags
Van ia tot 1 uur, in de Garnizoens-Infirmerie alhier zal vaceren.
Van de Schaalkolen
de Grove Maatkolen
het Kolengruis S
de Sintels of Cinders.
Vermanende wijders alle Verlofgangers door eene getrouwe opkomststiptelyk aan
deze oproeping te voldoen, cn zich alzoo voor de nadeelige gevolgen, welke uit nala
tigheid zouden ontstaan, te vrij waren.
Aldus gedaan en gepubliceerd bij H. H. Burgemeester eh Wethouders dïr Stftd
Leyden, op den 27 September 1838.
J. G. de M e y.
Ter ordonnantie van dezelve,
Paijl DU RIF.U,
WethouderL. S.
KENNISGEVING.
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze ter kennis
van de Ingezetenen dezer Stad, dat Zijne Maj. de Koning heeft goedgevonden, bij be
sluit van den 15de 11 Septèmber jl.N°. 70, de gevraagde magtigpig ie verleeneu, 0111
d'c Plaatselijke Belasting op de Grove Maatkolen en liet Kolengruis gelijk te stellencn
dezelve voortaanaan te vangen met den isten October aanstaande, te heffen tot liet 'na
volgende, bedrag, als;
4.00 de 1000 Ncderl. ponden.
- 0.20 per Nederl. mud.
- 0.16 per Ncderl. mud.
En dat diensvolgens de heffing der Stedelijke Belasting tot bovengemeld verminderd
bedrag, zal aanvangen op Maandagden 1 sten October aanstaande, op den voet en wijze
van het bestaande Stedelijk Reglement op de brandstoffen, geapprobeerd bij dispositié
van de Ed. Groot Achtb. Heeren Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, van den isden
Jtmy 1834, Na. 6.
Aldus gedaan en gearresteerd, bij II. II. Burgemeester cn Wethouders der Stad
Leyden, den 29 September 1838.
J. G. de Mey.
Ter ordonnantie van dezelve,
Paul du Rieu,
WethouderL. S.
De Verlofganger van bet Reservc-Bataillon der 18de Afdeeling Infanterie, GERAR-
DUS BORNE gelieve zich te vervoegen ter Secretarie dezer Stad.
NEDERLANDEN.
Leyden den 3osten September.
Den ü8s:en dezer beeft, ingevolge het besluit van Zijne Majesteit den
Koning, tie F.dele Groot Achtbare Heer Mr. P. F. Hubrecht, Lid van
Gedeputeerde Staten dezer Provincie, als daartoe door Zijne Exc. den Gou.
verneur van Zuid-Holland geclelageerd, op liet Raadhuis alhier de Regtbank
van het Arrondissement Leyden en de daaronder behoorende Kancons-Gereg-
ten, beëedigd en geïnstalleerd.
Uit 'sGravenhage meldt men van den 29 September:
Naar men verneemt heeft hec Z. M. behaagd den Majoor bij de 10de af.
deeling infanterie Hase Bomme, te benoemen cot Adjudant van Z. K. H. dea
Erfprins van Oranje.
Door Z. M. is dezer dagen bepaald, dat, gedurende de afwezigheid
van Mr. 1J. IngenhonszCommissaris in het 7de district der provincie
Noord-Brabandtevens btlast met de waarneming dier functien in hec 6de dis.
trikt der gemelde provinciewelke afwezigheid veroorzaakt wordt door bec
bijwonen, door dien heer, van de zittingen derTweede Kamer van de Staren-
Generaal, de heer Mr. H. F. de Grez, Advocaat te Breda, met de waar.
neming van de genoemde districts-commissariaten zal zijn belast.
Ook is dezer dagen benoemd tot Secretaris van het parket van den Pro.
cureur-Generaal bij den Hoogen Raad, de heer A. Niemeyer, sints 1835
Secretaris van het parket van den Procureur-Generaal bij het Hoog-Geregcshot.
Voorts is benoemd tot Hoofd-Inspecceur der directe belastingen, in- en
uitgaande regten en accvjtisen in de provincie Zeeland, in plaats van wijlen
den heer G. G. Vogelvangerde heer P. A. van der Heydenthans arrondisse.
mepts-Inspecteur te Nijmegen.
Dezer dagen is door Z, M. een besluit genomen, bepalingen behelzen
de, nopens het naar Oost-indien Dit ce zenden personeel der artillerie. Bij
het wapen der artillerie in Oosc-Indie, zijn in hunnen rang van anciënniteit
overgeplaatst de ede Luitenants IV. c. T. Pape, van hec 6de batailjon artille
rie nationale militie, PV. O. van Blommcsteinvan het 3de batailjon artillerie
nationale militie; .7. F. Cloèievan het batailjon artillerie—schutterijII. P.
van Dentschvan hetzelfde corps; E. A. C. Simons, van het 3de batailjon
veld—arciIlerieA. IV. van Oldenborghvan het 6de batailjon artillerie uatio,
nale militie; en G. C. Fabius, van hec batailjon vrijwillige artilleristen.
Z. M. heeft de orde van Broeder van den Nederlandschen Leeuw ver
leend aan F. VellicuSfabrijkant in ziiden stoffen te Gorinehem en zulks ter
bevordering van de zijdeteelt in ons Rijk, toe proeve waarvan hij aan Z. M.
een oranje zijden vlag heefc aangeboden.
Tot Griffier bij het kantongeregt te dezer stede is benoemd, Mr. .7. F.
Pringlein plaats van Mr. A. van der Graaf Iluygensdie voor deze betrek
king bedankt heefc.
Door Z. M. is benoemd, tot hoofdbewaarder der scheepsbewijzen alhier,
D. IV. A. Patijn, thans bewaarder der hypotheken in deze Residentie, ter.
wijl in zijne plaats is aangesteld .7. 77. Bachicne, bewaarder der hypotheken
te Amersfoort, en in laacstgemelde betrekking, Mr. .7. G. Thierry de Bye
thans adjunct-commies bij het Departement van Financien.
Aan den Luitenant ter zee der 2de klasse, G. Fabius, is door Z. M.
verlof verleend voor drie jaren, om zich ter koopvaardij te begeven, met
stilstand van tractement.
Zijne Maj. heeft het plan tot uitbreiding en versterking van het fort
Bath goedgekeurd.
De agent van het domein te Zevenbergen, en ontvanger van de goede,
ren der algemeene Nededandsche maatschappij ter begunstiging van de volks,
vlijt, van het kantoor Ooscerhout, is door den Koning ontslagen.
Sedert de laatstgedane bekendmaking, zijn door de belanghebbenden
geligt de navolgende door Z. M. verleende octrooiien:
Een octrooj'in dato 31 Maart 1838, voor den tijd van tien jaren verleend
aan C. Toole te Dublin, domicilium verkozen hebbende bij Mr. R. Twiss
Ezn., Advocaat te 's Gravenhageop de invoering van de uitvinding eener
verbetering in vuurwapenen.
Een oerrooi in dato 21 Jnlij 1838, voor den tijd van tien jaren verleend
aan A. Monnczon en J. Foderé te Parijs, domicilium verkozen hebbende bij