Imendenc aldaar,'als liet gezirg liitoefcnde over de Britsche onderdanen, zoo binnen als buiten de Bocca Tigris, had zich, bij zijne komst te Canton, bij het Chineesch Gouvernement aangediend, en was, op denzetfde'fi voét als de Consuls van de andere natiën, erkend geworden. Hij schijnt echrer zich voorgesteld te hebben, dat het gemelde Gouvernement, of wel de onder-» Koning van Canton met hem in regtstreeksche briefwisseling zoude treden met ter Zijde stelling'van her gewoon intermediair der Hong-kooplieden. De onder-Koning heeft door middel van dreigende plakkaten, den amfioen- handel willen te keer gaan, en het station schepen te Lintin willen verjagen, zich daartoe wendende tot den Engelschen Super-Intendent, die evenwel tot medewerking ziclr niet; genegen -heeft betoond, vermits de opium de aanzienlijkste tak van den Brltschen i'nvoer-handel op China uitmaakt. Het eene en andere en de bedreiging van den onder-Koning, om alle handelsver. keer tusschen zijne onderhoorige en de vreemdelingenre zullen doen op. houden, had de spanniug doen vermeerderen, ten gevolge waarvan de Brit. sche Super-Intendent, na zijne vla-g te Eebbetv-gestreken, zich naar Macao had begeven, ten einde nadere bevelen vaii zijn Gouvernement af te wachten. Men sprak van- de aankomst van een of meei! Britsche oorlogschepen, als. mede van een Fransch fregat, om buiten de Bocca-Tigris gestationeerd te blijven, ten einde de Chinezen in bedwang te houden, en paal en perk te stellen aan de baldadigheden, die zij somwijlen tegen de vreemdelingen be. gaan. Het schijnt echter, dat van de zijde van het Nederlandsche Gouver nement, geene magtsvertooning wordt noodig geoordeeld tot bescherming van Nederlandsche onderdaken en Nederlandsche handelsbelangen, evenmin ais de Vereenigde Staten van Noord-Amerika gemeend hebben, daaromtrent voorzorgen te moeten nemen. De Britsche kooplieden waren voornemens, om zich, ter zake van parti. culiere belangen, zoo als de voldoening der scnulden van gefailleerde llong. kooplieden, tot hun Gouvernement te wenden, en men is niet vreemd van het denkbeeld, dat de Britsche kooplieden tot het doen van zoodanige stap. pen van hoogerhand zijn aangespoord, opdat aan het Britsche Gouvernement langs dien weg, de gelegenheid zou worden verschaft, om, zoo al geene vijandelijkheden te plegen, dan toch met hef-Hof van China in nadere aan- raking te komen. T U R K Y E. Een Fransch ddgbiad deelt eenen particulieren brief uit Konstantinopel mede, waarin gemeld wordt, dat jtusschen den Divan en de Ambassadeurs van Fran- krijk en Engeland, den ijrAug. een bandelstractaat gesloten is, waarbij alle monopolie wordt afgeschaft, en ieder koopman naar verkiezing zal kunnen koopen, daar en op zoodanige wijze als met zijne belangen het meest over eenkomt; een vrije doorvoer van alle goederen wordt bij dat tractaac door dier geb.eele Turksche Rijk toegestaan. De Poite zou van haren kant bedongen hebben, dat er in plaats van 3pCt. welke tot hiertoe voor de ingevoerde goederen betaald werd, nu 5 pCt. zou geheven worden; deregten op den uitvoer, die 9 pCt. geweest zijn, zouden op 12 pCt. gebragt worden. RUSLAND. Petersburg den 2(5 Augustus. Uit deze stad meldt men, dat de Groot- Verstinnen Maria en O/ga den volgenden dag de reis naar Berlijn zouden ondernemen; zij gaan op .de stoomboot Hercules naar Stettin en worden be geleid door den Minister van Marine, Prins Mentzikojjen den Graaf IViel. korsky. Te Petersburg zijn thans nog de Groot-Vorsten Constantyn, Nilto- laas en Michaël; deze zullen echter hunnen intrek te Zarskoje-Selo nemen. De broeder des Keizers, Micjtael Pawlowitschwoont met .zijne familie te Oranienbanm. HII. MM. de Keizer en Keizerin worden op het laatst van September te Petersburg terug verwacht. P O R T U G A L. Lissabon den 28 Augustus. De verkiezingen voor de, Cortes-yergaderihg duurden nog voort; uit de gedane keuzen ken menechter opmaken,.dat de Pedristen de bovenhand zouden behalen. De zoogenaamde liberale partij, die veel aanhang bij het leger en de gewapende burgermagt heeft, was daar. over zeer vertoornd. Een zekere Bayoa, die tot de partij van den doodgeschoten Remechido behoort, had 32 lansier overvallen en 17 van dezelve gevangen genomen; volgens hunne keus waren 13 vrijgelaten en 4 hadden vrijwillig dienst bij hem genomen. Remechido had in zijne gevangenis eenen brief aan zijnen zoon gezon. den, waarin hij hem aanmaande, om zich over te geven; ook de Bevelheb ber der Koninglijke krijgsmagc had hierbij eenen brief gevoegd; doch Reme chido heeft geantwoord, dat hij in de belofte der liberalen geen vertrouwen stelde, omdat zij aan geenen God geloofden; maar hij, door hulp van God, voort zou gaan, om het door zijnen- vader begonnen werk voort te zetten. SPANJE, Berigten over Parijs van den 7 September. Uit Madrid schrijft men van den 27 Augustus: Men verneemt uit goede bron, dat het verlies der troepen van H. M. de Koningin, gedurende de belegering van Morellabestaat uit 19 militaire opperhoofden, 91 officieren en 1200 manschappen, zoo dooden als gekwet. sten, en men gelooft, dat Oraa door Narvaez zal worden vervangen. Uit Madrid heeft men thans ook een officieel rapport van Oraahet is van voor Morella den 17 Augustus gedagteekend en behelst het volgende: Daar den isden de bestorming niet had plaats gehad, heb ik, in overeen komst met den raad van den opperbevelhebber der genie het bestormen der bres bevolen, vereenigd met eene beklimming der muren op drie onderschei dene punten. Van elke der divisien voetvolk is door het lot een bataljon aangewezen, hetwelk tot deze dienst bestemd zou worden. Het stormloopen op de bres is aan het bataljon grenadiers van de Koninglijke provinciale gar de, aan de compagnien der provinciën van Sant-Jago, aan eepe half uit sapeurs zamengestelde compagnie, ondersteund door de bataljons der Koningin en der Regentes, onder de bevelen van den Brigadier Hspiroz toevertrouwd. De bataljons van Cordua, van Castilie en van de Navarresche vrijwilligers moesten, door de jagers van Oporto geruggesteundde drie aangewezene punten aantasten. Op het gegeven sein rukten deze troepen, niet-eene dap. perheid, een beter lot waardig, op. De grenadiers bereikten de bres, doch de dood van een ieder, die daarin doordrong, scheen zeker. De vijand onder hield op dat punt het moorddadigste vuur. De belegeraars werden met een onophoudelijk schrootvuur en een regen van handgrenaten begroet. In weerwil van het verlies der rroepen en van het sneuvelen hunner beate officieren, met name van den jongen Alonzohoofd van den algemeenen staf, hielden zij hunne stellingen in. De Colonel Don Bruno Porcilloy Helasco en de MajoSr las Heras vonden op hetzelfde punt eenen roemrijken dood. Ilt hoopte, dat de drie aanvallen op andere punten eene nuttige afwending zou den maken; maar het bataljon van Cordua was door het schrootvuur gedwon. gen geworden, om terug te trekken. De Burggraaf van Castilie en de Na varresche vrijwilligers hadden intusschen hunne vaandels boven op deh muur geplant, maar ook zij waren, door het werpgeschut verpletterd, teruggewe ken. Alle hoop aan die zijde vervlogen zijnde, bleef niets anders over, dan het bloedvergieten te stuiten. Ik gaf bevel tot den terugtogt aan de troepen, die slechts wraak ademden tegen eenen ongelukkig door de natöur'en eene geduchte artillerie beschermden vijand; De dapperheid der troepen is bewonderenswaardig geweest, en zoo zij bij deze gelegenheid niet door het gelujt bekroond is geworden, verdient zij desniettemin de erkentelijkheid van li. M. en van het vaderland. In een tweede rapport, gedagteekend Vaide-Argorfa den 21 Augustus, gtéft hij te kennen, dat hij 800 gekwetsten naar Alcaniz zendt; dat het belegeringsgeschut behoudeu is en de vijand de achterhoede in den terug, togt geen verlies heeft kunnen toebrengen. De Koningin heeft een besluit genomen, waarbij bepaald wordt, dat het Gouvernement gemagtigd is, om voorloopig het lager onderwijs tê orga. niserennaar aanleiding van het ontwerpdoor de Commissie van wege de Kanier dér Afgevaardigden aanbevolen, welke belast was, om het plan door den Minister van Binnenlandsche Zaken dienaangaande ingediend, te onder, zoeken. Uit "ünate meldt men, dat er in het hoofdkwartier van Don Carlos groote vreugde heerschte over het opbreken van het beleg voor Morella en het gedrag door de Carlistische troepen in die vesting betoond. In de kerk te Onate was een Te Deuni gezongen. Van den 30 -Augustus worde van Madrid geschreven, 'dat den vorigen dag, als wanneer er eene voorstelling in den schouwburg ten voordeele der krijgsgevangenen zou gegeven worden, welke H. M. zon bijwonen, het Ministerie reeds 's morgens vroeg verwittigd was, dat kwalijkgezindén het voornemen koesterden, om in den Schouwburg ongeregeldheden te doen gebeuren en eenigen beraamd hadden het op het leven der Ministers, van sommige voorname personen en van den Prefect van Policie toe te leggen, In den loop van den avond was er zelfs eene opruijende proclamatie aan de hoeken der straten aangeplakt. De Regering heeft toen de meest doelmatige maatregelen genomen, 0111 de rust en 01de te bewaren; sterke patrouille» hebben de straten doorkruist en eenige detachementen zich zelts in dezelve gelégerd; waarvan dan ook het gevolg geweest is, Oac de rust volstrekt niet is verscoord geworden en de tooneelvoorstelling in oroe is afgelbüpeh, De legermagt van Cabrera heeft Z'Ch, naar men uit Valencia meldde, nader naar de hoofdstad begeven en zijne voorhoede zou reeds te Pajol drie uren van Madrid aangekomen zijn. Cabrera zelf heeft zich met eêil groot gedeelte van zijn leger, uit 3000 man bestaande, naar Godella ge wend, alwaar hij geld onder zijne troepen heeft uitgedeeld, vervolgens i» hij den 23 Aug. Paterna gepasseerd en des avond te Cuarte binnengetrokken. ITALIË. Men schrijft.dat op Sicilië nog bij voortduring groote vijandigheid heerschte tegen de Napeiscbe Regering, vooral in dé omstreken van Catania en Sy. raensa, alwaar gewapende benden, het beroep van bandieten uitoefenende, rondzwierven. Vooral waren het de adelijken en de geestelijken, die het vuur van tweedragt aanstookten. Een eskader, bestaande uit 7 fregatten en verscheiden gewapende stooinbooten bewaakte gedurig de kust. Het volgende is eene statistieke opgaaf nopens Toscane: De bevolking van dien Staat bedroeg in 1737 slechts 890,600 zielen, In 1836 was dat cijfer tot 1,436,784 toegenomen, als 731,056 van het manne lijke en 705,728 van het vrouwelijke geslacht. Er waren 8757 Priesters, 2540 monniken en 3907 geestelijke zusters. De niet Katholijke ingezetenen bedroegen 10,396 zielen, waaronder 6486 Joden. De bevolking der stad Florence werd, in 1335, op 97,548 inwoners geschat, terwijl dezelve, in 1815, slechts 79,772 beliep. Het gemiddeld getal geboortenvan 1825 tot 1834, was van 1 op 24: de sterfte der tien laatste jaren 1 op 35: de hu. welijken (omstreeks 9954 per jaar), als 1 tot 35. In 1830 bedroegen de inkomsten des lands 25,104,898 lires, de uitgaveh 231078,029. (De waarde van eene lire is omtrent 45 centen.) Toscane heeft in het geheel 202 kloosters, waarvan 133 voor monniken eri 69 vodr geestelijke zusters. Er bestaan twee hoogescholen, te Pisa én te Sienne'; beide zijn in verval. Terwijl het getal studenten in 1814 nog 1023 bedroeg, telde men er in 1836 niet meer dan 790. Au als Ko t en de. van te ten mei sen gen vol| naai te 1 1 'aan hen Mu WOl opg en de zon de het; gez E tem zaal A land fere wori ais voet eeni treffi terri ringt Leop, len, ZWITSERLAND. Door de Commissie van den Landdag om een rapporc uit te brengen, ten aanzien van het aan den,Fran»chèii Gezant te geilen antwoord, zijn drie ont. werpen aangeboden. Het eerste is dat dér meerderheid en beitat het volgende: i°. Het Gouvernement van den hoogen Staat van Thurgau wordt uitge. noodigd, van Lodewyk Napoleon Bonaparte eene eenvoudige en onbewimpelde verklaring te vergendat hij zonder voorbehouding afstand doet van de hoe. danigheid van Fransch burger en van aïle verdere aanspraak op die hoedanigheid. Bij die paragraaf is door een der leden nog het volgende amendement gevoegd: En dat hij zich verbindt niets te ondernemen of immer door zijnen naam of zijne deelneming bevordelijk te zijn aan eenige handelingen, die ten doel zouden hebben, of wel hem tot den troon van Frankrijk te roepen, of wel, de rust van dat Rijk te storen. 20. Die verklaring zal binnen den kortst mogelijken tijd moeten worden ingeleverd aan het Bondgenootschappelijk Bewind, aan hetwelk dien ten ge. volge alle noodige voimagt wordt verleèndtot het inzenden aan den GezaK; van Frankrijk, van een antwoord op de nota van den isten Augustus. Di: antwoord zal, na het uit een zetten der hierboven vermeldé redenen en grot. den, (die inde considerantia zijn vermeld) de verklaring bevatten dat men au het verlangen van uitbanning niet kan voldoendat ZwitSerladd overigens, even als tot dus verre, in goede verstandhouding wenscht te leven, zoo me: Frankrijk als met deszelfs andere naburen, en dat het, wel verre van dei, zelfs goedkeuring te geven aan de aanslagen tegen de rust-en veiligheid de: voormelde Staten gedaan, die aatislagen in tegendeel met weerzin heeft ghziet 3°. Ingevalle er niet mogt worden Voldaan aan het in bovenstaand art. uitgedrukt verlangen, behoudt de Bondsdag alle verdere beslissing aan ziet Het tweede houdt is: Eene minderheid der Commissie, bestaande nit twee leden; in overwegir; nemende, dat uit de authentieke, onder het oog van den Bondsdag gebragt stukken; blijkt, dat Lodewijk Napoleon Bonaparte de regten van burger va: Thurgau geniet en datzoo wel krachtens de bewoordingen van de staatsie geling van den Staat van Thurgau, als ook ingevolge het Bondsregt, gee: maatregel van uitzondering te Zijnen opzigte genomen kan worden; stelt voof. in dien geest een antwoord op de hóta' van het Fransche Gezantschap, vit den ïsten Ahgustti» il., in te zenden. De Bondsdag zon bij die gelegenheid tevens herinnerendat dezelve verpligtingen eerbiedigende, denzelven door het regt der volken opgelegd met riaapwgëzetheid 1 waakt voor liet nakomen van alwat dit regt ten op zigte der naburige Staten gfibiedr. De Bondsdag zou zich onmiddeiijk bezig houden met de maatregelen, zouden behooren genomen te worden, overeenkomstig de nieuwe omstandif heden, in welke Zwitserland zich zon kuYtneh bevinden. Eindelijk is bet dqrde ontwerp in deze bewoordingen bevat: i°.; De Bondsdag,, gezien art. 25 van de staatsregeling van den hóogei Staat van Thurgaukan niet erkennen dat Lodewijk Napoleon Bonaparte hoedanigheid van burger van het kanton van Thurgau bezit. 2°. Overeenkomstig voormeld art., zal het Gouvernement vari Z. M. ds Koning der Franschen deszelfs eisch tot uitbanning van Prins Lodewijk N leon Bonapartevoor de regtbanken van het kanton van Thurgau hebbent! brengen. 3°. Van de vordering van Frankrijk en van het tegenwoordig besluit vatj den Bondsdag, zal kennis worden gegeven aan de hooge Mogendheden, di! de onafhankelijkheid van Zwitserland gewaarborgd hebben dezelve zulle: tevens worden uitgenoodigdom Zwitserland alle benoodigde hulptot kt verdedigen van deszelfs onzijdigheid, te doen geworden. Pj teleg de g pen, bewt zü door bissc gehe< worp gebra bloei ten 1 ondei ligen nert, racen pogii; zónd. thans Korai in ee ondei en lu Bij welki vatte acht of de men veroc On van I lighei van v hoeft voor» ters, hitnnt wel t dra f Men mer dezei met I: zijne meer ropa ziet, kei ij k hout De dat v;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 2