A0. 1838. LEYDSCHE N\ 109. OURi N O O S T I N B 1 MAANDAG, NEDERLANDEN. Leyden den 9den September. "Heden avond te 6 ure zal alhier doorkomen H. K. H. 'Prinses Albert vah :Pruissen, vergezeld wordende tot Alphen van Hoógstderzelver Broeder, Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden, die, zoo als wij vernemen, van Alphen weder naar 's Gravenhage zal terugkeeren, óm van daar zijne Ge. 'malin af te halen en met Hoogstdezelve de reis haar Berlijn te doen. Zijne Maj. heeft tot Consul-Gengraal te Triest benoemd, den thans 'aldaar residerenden Consul, de heer Dvtilh. De Staats-Courant van den 8sten dezer bevat een Koninglijk besluit van des 5 September, waarbij bepaald wordt, dat het Hoog-Geregtshof te 's Gravenhage en alle de in het ressort van hetzelve bestaande regtbanken en vredegeregten met den isten October eerstkomende 'zijn ontbonden; dat de installatie der provinciale gerégtshoven en Van de criminele regtbank te Amsterdam den hasten en die der arrondlssements regtbanken den a8sten dezer maand zal plaats hebben. Op last der Hooge Regering zijn de hceren Gouverneurs der maritime gewesten van wege het Ho'ofdbesttinr der itt- en uitgaande regten uitgenoo. digd, de daarbij betrokken beambten dier middelen, zoo aan de uiterste wachten als aan de lossingsplaatsen, nadrukkelijk aan te bevelen, om ten aanzien der bepaalde korting van 1/10 der regten, toegestaan bij het geslo. ten handelstractaat met Groot-Britanniegeene certificaten te vorderen dat werkelijk de ihlading en lossing uit eene der havens van Groot-Êritannie heeft plaats gehad, doch om, in plaats daarvan, zoo naauwkenrig mogelijk door inzage der ladingspapieren van de werkelijke herkomst en bestemming der ladingen zich te overtuigen, en om, in geval van vermoeden van mis. bruik, de beslissing deswege aan hooger gezag te onderwerpen. Uit Amsterdam meldt men van den 8 September: Uit het algemeen verslag wegens den staat der maatschappij van weldg- digheid, en die harer koloniën, over 1837, zijnde het aoste orenstjaar, door 'de permanente Commissie 'aan de hoofd-Commissie dier maatschappij gedaan, blijkt, onder anderen, dat de heeren H. Baron Merkus de Koek, J. M. Schrant, Mr. J. F. Lantsheer en Jhr. K. IF. de Jonge, in het vorige jaar door de Commissie met het honorair lidmaatschap bekleed, zich die keuze hebben laten welgevallen, enkiaï 'de maatschappij wederom gedurende dit jaar van verschillende zijden welwillendheid en belangstelling had mogen ondervinden, en oiider anderen heeft ontvangen van den heer Egbert van Oostrom, een legaat, groot f 600, en een ander grootf 3,000, door wijlen jongvrouw IF. Beeldsnijder aan de maatschappij geschonken. Het personeel der kolonisten bedroeg op t januarij 1838, 8,505 zielen, zijnde 100 meer dan bij den aanvang van het vorig jaar. j Aan 204 jongelingen is, gedurende 1837, ontslag uit de koloniën verleend, waarvan gehuwd zijn 11: tot opzieners of beambten in de koloniën aange steld 3; overgegaan in dienst van landlieden, zóo.iJbAnien„gls buken de kolo. mien, 30; overgegaan in de landdienst 68; in d» zeedienst.gesie;;in dienst bij den burgerstand 21; een handwerk af ambacht hebben aangeleerd 5; op verzoek van bloedverwanten of uitbesteders de kolonie verlaten 27; terwijl er 39 zijn, wier bestemming onbekend is gebleven. Insgelijks is gedurende dit jaar aan 192 meisjes ontslag vèrlêènd, waarvan gehuwd zijn 12; in diénst van koloniale kmbtenarén 9; in dienst van land lieden, zoo binnen als buiten de koloniën 5; in 'dienst bij den burgerstand 104. Een en dertig hebben de koloniën op verzoek van bloedverwanten of uitbesteders verlaten, terwijl de bestemming van 31 onbekend is gebleven. In de kolonie Veenhuizen zijn gedurende 1837, '1057 weezen, vondelin. gen en verlaten kinderen van het mannelijk geslacht gevestigd geweest, waarvan 62 den arbeid hebben verrigt van bouwknecht; 360 van veidarbei. ders, 4 als opzieners van den veld-arbeid, 7 schaapherders, 1 koehoeders, 71 fabrijk-arbeiders, 7 kleedermakers, 2 schoenmakers, 10 timmerlieden, 2 metselaars, 7 schrijvers, 1 kantoorlooper, 11 ondermeesters, lo koks én bijkoks, 27 oppassers in de zalen, en 10 wevers; overigens 25 gebrekkigen, tot den arbeid ongeschikt, 479 scholieren, 17 zieken en 1 zolderkriécfit. In dit kindergesticht zijn mede, gedurende 1837, 907 weezen, vondelin. gen en verlaten kinderen van het vrouwelijke geslacht gevestigd gewè'esi, waarvan 174 den arbeid van landwerksters hebben verrigt; 199 fabr'ijkarbeid. sters, 31 waschmeiden, 17 keukenmeiden, 40 oppasters in de zalen; 10 kleine kinderoppasters, 20 naaisters en stopters, 10 oppasters in de zieken, zaal, 1 oppaster in de scabieuse zalen, i magazijn-meid, 1 als dienstbode bij ambtenaren, 16 gebrekkigen, tót den arbeid ongeschikt, 373 scholieren, en 14 zieken. Uit Rotterdam meldt men van den 7 September: 1 Eergisteren heeft alhier een zonderling geval plaats gehad. Opden22sten Augustus jl. is alhier voor den civielen stand getrouwd een paar echtelingen van de Joodsche gemeente, en zijn op den 5den dezer maand kerkelijk inge zegend. Na eene, zoo men verneemt, vrolijke bruiloftsviering, welke tot des nachts ten drie nre geduurd heeft, naar huls terugkeerende, verwijderde zich de jonggehuwde echtgenoot al dadelijk en werpt zich.uit een raam, Van het achtergedeelte van het huis, in de gracht en schijnt de hem oogen. blikkelijk toegebragte hulp geweigerd te hebben. Welke de oorzaak vaij deze zoo noodlottige gebeurtenis moge geweest zijn, zal waarschijnlijk we! een raadsel blijven. Uit Dordrecht wordt gebreid, 'dit !n den namiddag van den 4 Septem. ber, kwartier voor 5 nre, aldaar van de werf Merwede, van de scheeps bouwmeesters C. Gips en Zonen, met het beste gevolg te water gelaten Is bet fregatschip 'Orion, en onmiddelijk daarna, voor dezelfde reederij, de kiel opgehaald voor het fregatschip Isis. Men meldt uit Nijmegen, dat er bij die stad, in het huis van L. La- mers te Groesbeek, brand ontstaan is, waardoor het geheele huis eene prooi der vlammen is gewórden. Men schrijft uit Middelburg, dat het Zijne Maj. behaagd heeft, de straffe des doods, waartoe de negentienjarige Josina Tazelaar, bij arrest van bet Hof van Assises der provincie Zeeland, in de maand Maart 1!., wegens brandstichting veroordeeld was, te veranderen in een confinement van twintig jaren, zonder schavotstraf, met verder bevel, dat door het Ministerie van Justitie in de eerste twaalf jaren geene voordragt tot vermindering van dat Confinement zal mogen worden gedaan. to SEPTEMBER, Batavia den isten Mei. De voortdurende rust in het Gouvernement ter Westkust van Sumatra heeft toegelaten,, dat men zich. daar slsnu met de re geling van het inlandsch Bestuur beeft kunnen bezig houden. Door verschillende volksstammen, ten zuiden en. zuidoosten van het ge melde Gouvernement, waren onderhandelingen aangeknoopt ota in onderwer ping te konten. Na het innemen van hét fort Pertibie heeft zich geheel Padang Law.es ot en met Kotta Pinang onderworpen. Bij het opmarcheren naar Pertibie uit Kotta Nop;an zijn onze troepen, in eeneu halven cirkel, het. land van bet itilandsch opperhoofd Tamhoesy omgetrokken, gn is ..het doel bereikt gewor den, om Ankola Sipirok en de verdere noordelijke Battalanden te.bevrijden Van het zware jukwaaronder züjtpo langen tijd haddgn moeten zuchten. De hoofdplaats van gemelden TamboesyKampong Doeloedoetoe, is nog vijf raarschdagen ten- Zuidoosten van Pertibie gelegen, en moet met sterke Wallen omgeven en goed gewapend zijn. Evenwel moet Tamboesj zelf, door den afval van Padang Lawes en andere landschappen, zoodanig zijn ontmoe digd dat hij zich reeds eene schuilplaats zoude hebben doen in gereedheid brengen, aan de oostkust van Sumatra, op het eiland Sandnaponge. Het laac zich dus niet aanzien, dat van dien kant geen hardnekkige tegenstand te vreezen is. Zr. Ms. fregat de Zaan, zou den 25sten Maart de reede van Padang ver laten, en vergezeld van de kniisschooner de Haagen eene kruisbóot, onz den noortj stevenen ten einde door vertooning en zoo noodig door aanwen ding van krachtige middelen de bevolking van Baros te beveiligen tegen aan randingen van de, Chinezen, die aldaar dageijks invallen doep. Den 22Sten April is de koloniale schooner Daphne, bestemd yóor de dienst ter westkust van Sumatra, van Batavia derwaarts vertrokken, aan boord heb bende den Luitenant-Colopei vanSpshep, mede voorde diénst aldaar'gedesigneerd. In het Palembangsche waren geene bijzondere veranderingen voorgevallen. De espeditie onder den Majoor Sehwarz, was aldaar behouden en wel van Batavia aangekomen. In het boven Moesie district Moeara Blitie duurde^ de onlusten nog voorthet aldaar gestationeerd detachement troepen onder den Luitenant Driessen, had eepe Versterking bekomen; zoodat het nu uic 35 Europeanen en 40 Inlanders bestond. Aldaar was ook een fort opgerigt, dat het voordeel aanbiedt van !h het centrum te liggen van Labat, Tebing-. Tingie en Hurpat-Lawang. Voorts ligt Moeara Blitie in een Zeer vrucht baar oord, en kan men de rivier derwaarts opvaren metprarflen', ladende'Sopikois. Zp Ms. corvet Hippomcnes, die den 3den April uit "Nederland terréede van Batavia was aangekomen, bevindt zich, zoo Wrat schip als equipaadje betreft in .zulk eenen goeden staat, dat zij reeffs in hét 'midden derzelfde maand weder is uitgezeild, op eenen krulstogt tégen dé zeeroovers, In de wateren van Bali en Lombok. Diè corvet zóu vervolgens te Timorkeepang trachten te ontmoeten de corvet Boreas, oth gezamentlijk 'eene espeditie té doen tegen de zeeroovers, van Fiores, Ombay', Timor enz.; daarna zou de Hippomenet de Moluksche eilanden én Celebes bezoeken. Op Jav» stond het rjjitgewtl bö voortduring "gunstig. In het regentschap Probolingó XVgiideetU "Bezoeki)', hebben In nee Vorige jaar belangrijke ver- rigtingeii ten voordeele Yin den landbouw, plaats gevonden, door de zorg van den heer Overhand, destijds Resident, doch sedert Inspecteur der Kul- turés, en van den regent Kiay Tomttiongong IFirio 'Fidjoyo. Reeds in 1836 was men begonnen aldaar waterleidingen 'te graven, welke poging met een gunstig gevolg is bekroond, en de kuftuur in die afdééling is, dien ten ge volge, vermeerderd met eene uitgestrektheid bouwveldeh; als in 1836 vaA 2140, en in 1837 van 5970 bouwen, welke in du jaar met nog2,600 bouwen zouden vermeerderd worden; een en ander te zam'en bedragende io,nó bou wen, ieder van 500 vierkante roeden Rijnlandsch. De Vuurberg Brómó;'In de gemelde residentie gelegen, had opgehouden te branden en te róoken, en de krater was, tot tip zekere hoogte, met water gevilddat zeer groenachtig van kleur is. Volgens verklaring van bejaarde inlanders in de nabijheidhad men nog nimmer van dusdanig verschijnsel géhoord. Zr. Ms. corvet Triton, onder bevel van den Kapitein Luitenant ter zee Edeling, was den 15 April door de striae Siinda gezeild, en den 25 te Ba. tavia aangekomen; schip en equipaadje waren in goeden staat. Het fregat Diana was, ter zake va.n eenige herstellingfcnfiaar het eta blissement Onrust gezonden, om te kalfateren» De ijzeren stoomboot Hek/a heeft; onder tijdelijk bevel van den Luitenant tér Zee, der tweede klasse, Engtlbert van Bevervoordenhajen eersten kruis, togt volbragt, en daarbij zoo wel de Poelo-Mandeligne als de Krimon JavA Uilanden bezocht, zónder e'enig spoor van zeeroovers te ontdekken. De inkomer.de en uitgaande regten voor Java eq Madura, die in 1835 4,156,740.32, è'n in 1.836 f 4,i33-753-<Sl hadden bedragen, hebben over f837 eene som van 5,288,935.12 opgebragt. Gedurende de maand December van 1837 alleen, is er gepercipieerd eene som van ƒ673,256.93!; wijders hebben die regten bedragen, over de maan den Januarij en February van dit jaar eene som van f 1,143,585; 82hetgeen eene vermeerdering oplevert, in vergelijking met die beide maanden in het jaar 1836, van f 645,304.79, en in vergelijking met die maanden in het jaar 1837, van 332,944.07. De heer J. van den Bosch, President van Buitenzorg, heeft zich naar Samarang en Banjoe-Wangie begeven, om met zijne verkregen kennis vaii de conchenille-te^lt, het Gouvernement te kunnen voorlichten, ten aanzien Vhn eene uitbreiding dler .téelt, in twee der laatstgemeide residentien. In. de residentie Cheribon en de Preanger-regentschappén zijn valsclje if4nki>j'efjes van 10. kóper ontdekt. De schuldigen zijn reeds gevat géworden. "Van Amboina heeft men zeer ongunstige berigten ontvangen; ten aanzien van de heete koortsen, welke daar en op de,Amboinsche eilanden,.sedert de maand October van het vorige jaar; heerschen, en voortdurend eene groote sterfte aanrigten, zoowgl onder de Inlandsche bevolking als onder de Europeanen en derzelver afstammelingen. Men vreesde, dat die ziekte niec vóór het invallen van de regen-mouson zoo hebben uitgewoed. Volgens de laatste tijdingen, loopende tot 13 Maart jl., kon het getal der dooden op de hoofdplaats Amboina dagelijks op acht gerekend worden. Onder de ge storven ambtenaren bevond zich de Adsistent-ResidentKohier, benoemd Resident van Banda, en de onderwijzer bij de (Souverhethent's lagere school te Amboina, Stoelman. CHINA. Over Batavia heeft men van Canton berigten ontvangen, dat de spanning tusschen het Bestuur en de Engelschen nog voortduurde. De Britsche Super- li

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1