Arc. 2. Met wijziging in zoo verre van art. i van Ons opgemeld besluit, zal in elke hoofdplaats van een gcregtelijk arrondissement een kantoor van bewaring van de hypo theken en het kadaster bestaan voor de gelieele uitgestrektheid van het regtsgebied der Arrondissements-Regtbank. Art. 3. Er zal in elk kantoor van bewaring een algemeen register der hypotheken worden aangelegd en aangehoudenop ougezegeld papur. Dit register, ingerigt overeenkomstig de door Ons vastgestelde modellen, zal al de aanwijzingen bevatten, dienstig om elk nefceel, waarvan de aanteekening ten kantore der hypotheken noodig wordt, deszclfs eigenaar en diens bewijzen van eigendom, eiken eigendoms-overgang van hetzelve, benevens de zakelijke regten en hypotheken daarop gevestigd, alsmede de ontheffing van de bezwaren, te doen kennen, en zal, voor zoo ver den woordelijken inhoud der actcn en stukken betreft, naar de bijboeken verwijzen. Art. 4. In elk kantoor van bewaring zal, bovendien, worden aangelegd en aangehou den een register van aanwijzing der kadastrale perceelen, ingedeeld bij gemeenten en sec tien waarop vooraf zullen worden ingevuld al de bestaande nommers der perceelen met derzelver iniiouds-grootte en belastbare huurwaarde, en later alle nieuwe nommers, door splitsing of ver nigiug derzclve ontstaan, waarnevens, naar mate de acten voorkomen, zal verwezen worden naar het deel en de bladzijde van het algemeen register in het voor gaande artikel bedoeld, waar elk perceel als overgedragen of bezwaard is aangèteekend. Art. 5. De regters, die overeenkomstig art. 30 van Ons aangehaald besluit van den ïsten Augustus 1828, Staatsblad N°. 52), door den Kanton-Reg ter moeten worden ge- kantteekend cn gewaarmerkt, zullen binnen vijf dagen na derzelver aanbieding, kosteloos van deze formaliteit moeten worden voorzien. Deze bepaling is insgelijks van toepassing op het afzonderlijk algemeen register voor de mijnen en steengroeven. Art. 6. Het Departement van Financien, als tevens belast met het hoofdbestuur der registratie, zal zorg dragen, dat de veranderingen in de kadastrale perceelen voorgeval len, altijd zoo spoedig mogelijk worden nagegaan, en dat het, bij artikel 4 bedoelde register van aanwijzing, ten allen tijde in volkomen overeenstemming blijve met de plans en aanwijzende tabellen van liet kadaster. Art. 7. Er zal op ieder hypotheek-kantoor een afzonderlijk algemeen register worden aangelegd, waarin zullen worden aangeteekend de bezittingen van tienden en grondrenten, volgens art. 1219 van het Burgerlijk Wetboek, zonder bepaalde aanwijzing, naar aanlei ding der kadastrale inde ding van de daarmede bezwaarde perceelen, in de overgeschre- vcne acten öf ter inschrijving aangebodene borderellen vermeld, alsmede de mijnen en steengroevenvoor zoo verre dezelve niet gelijktijdig onder de oppervlakte begrepen zijn, I11 hetzelve register zullen, tegen over de vermelding der bezitting, de daarop geves tigd wordende hypotheken of andere eigendoms-beperkingen worden aangeteekend,'waar voor inschrijving genomen is. liet Departement van Financiën 'Zal den vorm van het hier bedoelde algemeen register vaststellen en ter nakoming voorschrijven. Art. 3. Uiterlijk ééne maand vóór dc invoering van het nieuwe stelsel van eigendoms- overdragt en van onderzetting, zullen de kantoren van bewaring bekend gemaakt en voor het publiek opengesteld zijn. Dubbelen van de kaarten en aanwijzende tafcis van het kadaster, zullen alsdan worden nedergelcgdten einde aldaar te worden bijgehoudenen de bewaarders zullen verpligc wezen om van het tijdstip der gemelde openstelling der kantoren af, aan ieder, die zulks verlangen zal, inzage van de voormelde stukken te geven, en de hun daarvan gevraagde kopijen uit te reiken. Deze kopijen en uittreksels zullen door den bewaarder worden geteekend, en die der kaarten zullen bovendien worden gbcontrasigneerd door één ambtenaarbelast met de bij houding van het kunstmatig gedeelte van het kadaster, en verpligt om de ingezetenen, bij liet nazoeken cr herkennen der eigendommenbehulpzaam te zijn. Art. 9. Dc aanduiding van den aard en de ligging der goederennaar aanleiding der kadastrale ïndeeling, zal in alle actcn, vonnissen en stukken, bestemd tot overschrijving, inschrijving, vermelding of aanteekening in de registers der bewaring van de hypothe ken, plaats hebben door duidelijke opgave van de sectie, het nummer en de grootte, zoo als elk perceel bij het kadaster bekend is. - Indien de bedoelde aanduiding ten aanzien van alle of rcn gedeelte der aangeduide goe deren ontbrak, of blijkbaar onjuist had plaats gehad, in een der voormelde acten, von nissen of stukkenzal de bewaarder in het recief aan partijen af te geven van de over» legging derzelve, vermelden dat, uit hoofde der op te geven gebreken in de wettige aan- gedtfiding der goederen, in liet register, omschreven bij art. 4, geene aanteekening bij de bedoelde doch niet behoorlijk aangeduide perceelen, kan plaatshebbenzoo lang de opgaven niet zijn verbeterdmet uitnoocfiging om hieraan als nog ten spoedigste te voldoen. Art. 10. Dc aanvulling of verbetering dien ten gevolge plaats hebbende, zal de ver beterde acte of verklaring mede op het dagregister worden vermeld en vervolgens over geschreven, met venvijziging naar de vroegere vermelding en overschrijving, waartoe dezelve betrekkelijk is. In geval de verbeterde acte of verklaring wederom opgaven mogt bevatten, niet over- eenkomende met de ten kantore berustende aanwijzingen van het kadaster, zal daarmede worden gehandeld even als met de eersraangebodene acten, vonnissen en stukken, waar toe dezelve betrekkelijk is, plaats heeft geiiad. Art. 11. De bij het voorgaande artikel bedoelde verbeteringen der niet of niet juist gedane aanwijzing der goederen, onder derzelver kenteeken volgens het kadaster, zullen plaats hebben op zoodanige wijze en in zoodanigen vorm, als partijen in hun belang oorbaar zullen achten. Art. 12. Zoo lang er in de registers eener bewaring inschrijvingen, overschrijvingen, vermeldingen of aan teek etiingen bestaan, waarin de kadastrale indeeling niet naar behoo- ren vermeld is, zal de bewaarder gehouden zijn in de, door hem afgegeven wordende sta ten en certificaten melding te maken van zoodanige acten, vonnissen en stukken, waar omtrent bepaalde opgaven ontbreken, en welke met die staten en certificaten in eenig ver band zouden kunnen staan. Te dien einde zullen de bewaarders naauwkeurig aanteekening houden van zoodanige gebrekkige aanduidingenin een register hun daartoe door het Departement van Financien aan te wijzen. Art. 13, De kadastrale aanwijzingen slechts voorgeschreven zijnde als hoofd-onder- scheidingsteekeu der onroerende goederen in de registers van overdragt, van eigendom en van onderzetting, blijft bet aan partijen vrij en onverlee, om bovendien de goederen op zoodanige wijze aan te duiden, als zij zullen verkiezen, zelfs wat soort van bebouwing en de grootte betreft. Art. 14. De verandering van het gekozen domicilie geschiedt door eene verklaring deswege op het register, in art. 30, N°. 1, van Ons opgemeld besluit van den isten Augustus 1828 bedoeld, gesteld, welke de schuleischer gehouden is te onderteekenen. Deze vertoont te dien einde het borderel van inschrijving en de bewaarder stelt daarop het bewijs, dat de verandering bewerkstelligd is, met vermelding der dagteekening, waarop dezelve is geschied. Bijaldien het borderel niet wordt vertoondof wanneer de schuldeischer niet kan schrij ven of belet is te onderteekenen, zal de verklaring voor eenen Notaris worden opgemaakt, en, liet zij het origineel daarvan, in brevet afgegeven, het zij een authentiek afschrift daarvan, ten kantore overgelegd worden. Art. 15. De doorhaling waarin is toegestemd, of welke gelast is overeenkomstig an. 1239, 1240 en 1241 van bet Burgerlijk Wetboek, wordt verrigt op den kant van de over schrijving van het bordereldoor middel van eene door den bewaarder gedagteekende en onderteekende verklaring, in welke de ten kantore overgelegde bewijsstukken worden vermeld. Art. 16. Wanneer het de doorhaling betreft van slechts een gedeelte der verbondene goederen, en het consent daarcoe, of het vonnis, hetwelk dezelve gelast, niet bepaalde lijk dc van het verband te ontheffen goederen aanwijst, zoo als dezelve in de inschrijving zijn aangeduid, zal de hypotheek-bewaarder tot de doorhaling slechts dan overgaan, wan neer hem een behoorlijk verbeterd consent of vonnis zal zijn overhandigd. Art. 17. De inschrijvingen ten behoeve van 's Rijks Schatkist genomen mogen niet worden doorgehaald, dan ten gevolge eener raagtiging van het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur, ten zij de doorhaling geregtelijk bevolen zij. Art. i3. Zoodra een stuk ter overschrijving wordt ingediend, is de bewaarder gehou den daarvan aan hem die hetzelve inlevert, een recief af te geven, houdende vermelding van het nutnmer en van de dagteekening, onder welke die inlevering in het dagregister is geboekt geworden, alles behoudens de bepalingen in art. 505 van het Wetboek van Burgerlijke Regtsvordering voor het daarbij voorziene geval gemaakt. Dit recief moet daarna aan den bewaarder worden t'eruggebragt, in ruiling tegen het stuk, aan den voet waarvan hij het bewijs en de dagteekening der gedane overschrijving zal stellen. - - Indien het recief niet wordt teruggebragt, zal de bewaarder het overgeschrevene stuk niet anders dan tegen bewijs van ontvang uitreiken. Onze Ministers van Financiën en van Justitie zyn belast met de uitvoering van Ons tegenwoordig besluit, hetwelk aan den Raad van State medegedeeld en in htx."Staatsblad zal geplaatst worden, Gegeven te rs Gravenhageden 8 Augustuses jaars 1838, vin Onze regering het vijf en twintigste. WILLEM. Van wege den Koning, Van Doorn. Uitgegeven den een et» twhtigsten Augustus 1838. De Secretaris van Staats Van Doorn. BES LU TT van den 22 Augustus 1838, houdende voorloopige maatregelen ten aan- zien van dc ic zamenstelling der bewaringen 'van de hypotheken en het kadaster. Wij WILLEM, bij de gratie GodsKoning^ der NederlandenPrins van Oranje- Nassau Groot-Hertog van Luxemburgenz.enz.enz. Op liet rapport van Onzen Minister van Financiënten aanzien der bezwaren, welke zich hebben opgedaan in betrekking tot de dadelijke ten uitvoerlegging van Onze beslui ten van den isten Augustus 1828, Staatsblad N°. 52), en van den 8 Augustus 1S38, {Staatsblad N°. 27), voor zoo veel aangaat de te samenstelling met den ïsten Seprenibcr aanstaande, van de bewaringen van de hypotheken en het kadaster; Willende Onzen Minister voormeld in staat stellen om de vereenigïng dier beide bewa ringen zonder overijling voor tc bereidenen alzoo in de geopperde bezwaren te gemoet te komen Den Raad van State gehoord, (advies van den 2osten dezer, N°, 10); Hebben besloten en besluiten: Art. 1. Voorloopig en uiterlijk gedurende de zes eerste maanden na.de invoering van het nieuw hypothecair stelsel, zullen de thans bestaande afzonderlijke kantoren van be waring van het kadaster in stand blijven. Art. 2. Gedurende dat tijdvak zullen al de werkzaamheden bij Onze besluiten vait den ïsten Augustus 1828, Staatsblad N°. 52), cn van den 8 Augustus 1838, Staats blad N°. 27)aan de bewaarders van de hypotheken en het kadaster opgedragenvoor zoo veel bet kadaster betreft, op de in het voorgaande artikel bedoelde afzonderlijke kan toren worden verrigt, tevens met zoodanige andere werkzaamheden, als voortvloeijen uit de wetten en verordeningen op de regeling en de heffing der grondbelasting. Art. 3. Onze Minister van Financien zal zorg dragen, dat gedurende het voormeld tijdvak zoodanig verband blijve bestaan tusschen de werkzaamheden op de afzonderlijke kantoren van bewaring van het kadaster en op die van de hypotheken verrigt, dat daar door voldaan worde aai- alle vereischten van het kadaster voor de uitvoering en hand having van het nieiiw hypothecair stelsel en voor de regelmatige omslag cn heffing der grondbelasting. Art. 4. Onze Minister van Financien zal Ons binnen drie maanden na dagteekening; van dit besluit, een ontwerp aanbieden tot bepaalde regeling der dienst van de hypothe ken en het kadaster onder een eenigen bewaarder in iedere hoófóplaats van het arrondis sement. Ouze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van het tegenwooidig besluit* waarvan, tot informatie, afschriften zullen worden gezonden aan Onzen "Minister'"van Ju stitie cn aan den Raad van State, cn hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst. Gegeven te *s Gravenhageden 22 Augustus des jaars 1838, van Onze regering het vijf en twintigste WILLEM. Van wege den Koning,. Van Doorn, Uitgegeven den drie en twintigsten Augustus 1838. De Secretaris van Staat Van Doorn. j Twee werkjes, bij gelegenheid van 's Konings verjaardag, van de hee- ren IV Tollens en A. van der Hoopzijn bij den boekhandelaar H. Nijgh te Rotterdam, in gouden letten gedruktuitgegeven. Dezelve zijn gedrukt bij de boekhandelaars M. IVijt en Zonen aldaar, en laten, wat de uitvoering be treft, niets te wenschen overig, ja munten boven het Engelsen dagblad The Suny dat bij gelegenheid van de krooning der Koningin van Engeland mee gouden letters is uitgekomen, verre uit. Men meldt uit Amsterdam van den 23 Augustus, dat Zijne Maj. de Koning het octrooi van de Nederlandsche Bank, hetwelk ultimo Maart 1839 eindigde, voor den tijd van 25 jaren en dus tot 31 Maart 1864 verlengd nad. Uit Hoorn verneemt men, dat dezer dagen in het gevaDgenhuis aldaar verregaande ongeregeldheden hebben plaats gehad. Eenige gevangenen zou den namelijk zich verzet hebben tegen den onder-Commandant en aan dezen slagen hebben toegebragt. De Commandant zelf begaf zich daarop ter plaat se, waar dit voorgevallen was en trachtte de gemoederen te bevredigen. Die intusschen gelnkte niet. Althans een der gevangenen heefc aan denzelven met een scherp werktuig eene wonde in den buik toegebragt, met dat ge volg, dat hij in den nacht van den 23 op 24 Augustus, aan de gevolgen derzelve is overleden. De rogge was in de omstreken van Kampen, tegen verwachting goed uitgevallen. Uit Texel schrijft men van den 21 Augustus, dat schipper Jan Smooj met zijn vaartuig en manschappen, acht in getal, de equipage van het op de Eijerlandsche buitengronden gestrande Engelsche schip PenelopeKapitein IV. M. Mullanmet groot gevaar gered heeft. Door een beroemd Regtsgeleerde is de statistieke opmerking gemaakt, dat van de tien echtscheidingen in ons Vaderland geschied, tot acht der zelve, dronkenschap de naaste oorzaak geweest is. Uit'de jongst ontvangen Javasche Couranten, loopende tot het einde van April jl., blijkt, dat het Z. M. den Koning behaagd heeft den heer O. C. Holtnberg de Beckfeltvroeger resident der Preanger regentschappen, tot Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw te benoemen. Z. Exc. de Gouverneur-Generaal had onderscheidene benoemingen gedaan. Naar luid eener aankondiging van den President en Directeuren der Java sche bank, zal er, dit jaar, op elk van derzelver aandeelen, zuiver worden uitgedeeld 165.00, en zal de verdere overwinst, ten bedrage van ƒ9030.31, voor het reserve-fonds worden afgezonderd. De Commerce Beige deelt eenen brief uit Parijs mede, waarin onder anderen het volgende voorkomt: „Ik verneem van goederhand, dat de Plenipotentiarissen, die de Conferentie te Londen uitmaken, op het einde der vorige week, na het houden van zes bijeenkomsten op het Foreign-Officehet eens zijn geworden omtrent de grondslagen van een definitief protocol, ten gevolge waarvan de kabinetten van Parijs en Londen zich verbonden hebben, ora de nieuwe voorwaarden, zoo wel door Belgie als door Holland, te doen aannemen. Volgens dit pro tocol, zou de kwestie van de schuld geene wijziging erlangen, maar, uit aanmerking van de raoeijelijkheden en de omstandigheden, waaronder de eerste besluiten der Conferentie genomen zijn, en naar aanleiding ook van de vertraging, welke Z. M. de Koning der Nederlanden in de aanneming van het tractaac van 15 November heeft te weeg gebragt, zou Belgie al het grondgebied van Limburg, hetgeen aan hetzelve oorspronkelijk was toe gekend, behouden; met uitzondering echter van de vestingen en versterkte plaatsen. „Wat Luxemburg betreft, is de kwestie zeer vereenvoudigd, daar de Con. ferentie eenstemmig is geweest om hetzelve aan de Duitsche Bondsverga dering af te staan, met dewelke dit punt direct, en onder het toezigc der hooge Mogendheden is behandeld." Eene particuliere correspondentie uit Londen van den 22 Augustus, meldt ondertusschendat Nederland in de Conferentie te Londen altijd verdediging heefc, en dat zelfs was aangewezen geworden, dat de schuld, aan Belgie bij de 24 artikelen toegerekend, groocer had behooren te zijn. convc AMERIKA. Te Buenos-Ayres was den 2den Junij ten gevolge van de blokkade der Fransche schepen eene buitengewone zitting van het Congres bijeengekomen. De Gouverneur had voorgesteld den oorlog aan Frankrijk te verklaren. De Admiraal Brown was in werkelijke dienst gesteld. In Kanada was de Colonel der opstandelingen, Moreaudie uitgeweken was, in handen der Overheid gevallen en den 3oscen July te Niagara dood. geschoten. Ook andere opstandelingen waren gevangen genomen. De laatste berigcen der Vereenigde Staten melden, dat aldaar de oogst gunstig is uitgevallen. AFRIKA. Van de kust van Gninea wordt gemeld, dat de expeditie tegen de Hanta's, onder bevel van den Generaal Verveeruit Nederland in het midden van Juli) aldaar was aangekomen. De berigten geven te kennen, dat de veldtogt 14 dagen na de aankomst zou plaats kunnen hebben, en er'waren omstandig» heden, waaruit men opmaakte, dat dezelve gelukkig zon slagen. Vele Ne. gers namenlijk, die rondom de Nederlandsche forten wonen, hadden hunne diensten aan den Generaal aangeboden; zelf zouden eenige uit den Hanta- De dig v ontva moest Ha< gau t. burge plaats Worde De der zi rugke aan w Mazzi landvvi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 2