A0. 1838. LEYDSOHE COURANT. VRIJDAG, NEDERLANDEN. Leyden den 9den Augustus. Wij vernemen, dat de Edele Achtb. Raad dezer Stad besloten heeft de tegenwoordige Latijnsche Scholen te ontbinden en in deszelfs plaats een Stedelijk Gymnasium op te rigten; op hetzelve zal bij het onderwijs in de Grieksche en Latijnsche Talen ook gevoegd worden dat in de levende Ta len en in de beginselen van het Hebreeuwsch. Tot onderwijzers bij het zelve zijn benoemd: tot Rector, de Heer A. A. J. Bake, thans Rector te Leeuwarden; tot Prorector, de Heer W. H. D. Suringar, thans Praeceptor alhier; tot Praeceptor, de Heer W. G. Pluygers, thans Conrector te Delft; tot Praeceptor in de levende Talen, de Heer W. G.Brill, Lector in de Hoog- duitsche Taal aan onze Hoogeschool; het onderwijs in de TViskunde is provi. sioneel opgedragen aan den Heer A. van Leeuwen. Hunne Excellentien de Graaf von Lottum en de Baron von Maltitz, Ge. voltnagtigde Ministers van Pruissen en Rusland te 's Gravenhage, met hunne echtgenooten en gevolg, benevens den Prins Paskewitz, zoon van den Gou verneur-Generaal van Polen, en den Prins Galitzin, zoon van den Gouver. peur van Moscau, hebben op gisteren deze stad bezocht, en zich eenigen tijd alhier opgehouden, om het Museum van Natuurlijke Historie en dat van Oudheden te bezigtigen. Heden wordt in deze stad de bepaalde bijeenkomst gehouden der Oud- Studenten, die van 1790 tot en met 1820 in de rol der Akademie waren in. geschreven. Te half elf ure kwamen de feestgenooren bijeen in de Pieters kerk, alwaar de Wel-Eerw. Zeer Geleerde HeerITuët, Predikant bij de Wal. sche Gemeente te Rotterdam, eene redevoering hield en de Wei-Edele Ge strenge Heer Mr. Robidé van der Aa, Advocaat te Arnhem, een toepasselijk gedicht reciteerde. Na den middag is er een brillant diner in den Burgt, alwaar op de plaats een voegzaam lokaal is opgerigt, om het groot aantal van hen, die het feest bezoeken, geschikt te kunnen plaatsen. Wij hopen in ons volgend nommer een nader verslag van deze feestviering te kunnen mededeelen. Men meldt uit 's Gravenhage van den 8 Augustus: In den afgeloopen nacht en heden morgen zijn HH. KK. HH. de Prins yan Oranje en de Erfprins uit deze Residentie naar Tilburg vertrokken, ten einde het kamp bij Reijen bij te wonen. Het heeft Zijne Maj. behaagd, te benoemen tot Ridder-Grootkruis der orde van den Nederiandschen Leeuw, Z. D. H. Prins Mauritz Willem Au gust Karei Hendrik van Nassau die in 's Hage aanwezig geweest is. Bij Koninglijk besluit van den 27 Julij II., zijn, bij het Indisch leger, uit hoofde van hunne dappere gedragingen, gedurende den oorlog op Suma. tra's westkust, van den 3den Mei 1836 tot den 6 Augustus 1837, benoemd: Tot Ridders van de Militaire Willems-orde4de klasse, A. A. Frissart, Kapitein, gewezen Adjudant van den thans gepensioneerden Generaal-Majoor CleerensA. J. von Bihl, Majoor, en G.J. Donleben, iste Luitenant, beide van het iste bataljon infanterie; J. J. Linkhand, iste Luitenant bij het 6de bataljon infanterie; A. F. Dresse, Kapitein (thans met verlof in Nederland), C. Steudel, iste Luitenant, en SpechtKanonnier, allen van het wapen der artillerie; Pangerang Soerio Bronto, Inlandsche Majoor en Prawiro di Mooso Inlandsche 2de Luitenant, en tot Ridders der orde van den Nederiandschen Leeuw, P. Hahn, Chirurgijn der 2de klasse, pn A. van der Hartiste Luitenant bij het 6de bataljon infanterie. Op het fort de Koek, ter Sumatra's westkust, is overleden de Wei- Edel Gestr. heer Hendrik Huigen, in leven iste Luitenant bij het algemeen dépót. Te Kompoelang, op Sumatra, is, ten gevolge van uitgestane ver. moeijenissenoverleden, de 2de Luitenant bij het 6de bataljon infanterie, Petrus Josephus. Eindelijk is, aan boord van het schip Betsy en Sara, over leden de Wel-Edel Gestr. heer L. J. R. Leicher, in leven 2de Luitenant, bestemd voor het Oost-Indische leger. Gedurende de maand Januarij II., zijn te Batavia voor f 1,145,044, te Samarang voor f 173,290 en te Soerabaija voor 908 aan katoenen lijnwa. den, vervaardigd in landen, gelegen bewesten de Kaap, ingevoerd. Het heeft Zijne Maj, behaagd, tot 2den Luitenant-Kwartiermeester bij de 8ste afdeeling infanterie te benoemen, J, H. G. Karis, thans sergeant bij de 10de afdeeling infanterie. Bij besluit van Zijne Maj. zijn benoemd: Tot Heemraad van den Royalen Polder onder Klundert (Noord-Braband) Johannes Keller} tot Heemraad van het polder—distrikt van Over-Betuwe (Gelderland), Bernafdus Adrianus van der Monde. In het dijks-collegie van de Vier Noorder Coggen (Noord-Holland): tot Heemraad, Albert Hartenberg; tot dijks-hoofdman, Klaas van Ammerstot Heemraad van den Kleinen Zuider-Polder onder Goedereede (Zuid-Holland), Gerrit Hollaartot Heemraden in het dijks-collegie van den Lande van Voorne (Zuid-Holland), Anth. Hendk. van Kruijne, Benjamin Vlielander, Johannes van der Minne, Arnoud van der Meer, Jacob Trouwen Mr. Henr. Theods. Hoyer; tot Heemraden van den ring van Putten (Zuid-Holland), Jacob Jan VilleriusHendrik de Vos, Dirk Ver maat, Philt'p de Raat en Ary Saar- loos'; tot Heemraad van de Zomerlanden van Heinenoord (Zuid-Holland), Hendrik Maaskanttot Dijksvolmagt van het Nieuw Bildt (Vriesland), Evert Alderts Bekuis; tot Dijksregters van de Vier Buren (Groningen): te Spijk, Dirk Arents Ungersma en Simon Eeltjes Doornboste Oldenklooster, Anne Pieters Roelofs Elemate Bierum, Jan IVierts Wiertsema en Kornelis Harms Veenkamp. Uit Rotterdam wordt van den 6 Augustus gemeld: In de vorige week zijn uit de Haringvloot weder aangekomen 19schepen, te weten: 13 te Vlaardingen, (waaronder 1 van Zwartewaal, 1 van de Rijp, I van Bakhuizen en 1 van Delfshaven), 4 te Maassluis en 2 te Amsterdam, te zamen met ruim 140 lasten haring. De marktprijzen werden gesteld: den 29 Julij op ƒ34 de volle en f 50 de maatjes haring; den 30 Julij op 30 en 42, en den isten tot den 6 Augustus op 30 en 40. a- Met betrekking tot de afgebrande Kerk te Hoorn, leest men in eene beschrijving dier stad van het jaar 1744, door haak Tirion, het volgende: De groote Kerk siaat tusschen de Kerkstraat en de Nieuwstraat. Het Is een ruim en deftig kruisgebouw, dat 300 voeten lang, 120 voeten breed en 67 voeten hoog is. De middelkerk rust op 12, het koor op 14 pilaren. De toren dezer Kerk is kunstig gemaakt en 179 voeten hoog. Behalve deze to ren steekt er nog een net spitsje, ter hoogte van 40 voeten, uit het kruis werk. De groote Kerk werd in den jare 1369 aangevangen, en aan den H. Joannes den Dooper en Cyriacus, immers aan den eersten, toegewijd. Vóór dign tüd was er eene houten Kerk te Hoorn geweest, die in den jare 1328 ij) i! lo AUGUSTUS. door de vlam verteerd werd.' Naderhand is de groote Kerk van tijd tot tijd verbeterd, en na verloop van vele jaren eerst tot volkomenheid gebragt. in het jaar 1523 werd er het groote orgel in geplaatst en in het jaar 1528 is de toren gesticht. In het jaar 1602 werd het nieuwe speelwerk in de toren voltooid, 's Jaars te voren was de groote brandklok, die omtrent 5,200 pon den zwaar is, uit den toren, in het klokhuis, dat toen ook 24 voeten hooger gemaakt werd. overgebragt. In het jaar 1521 sloeg de bliksem in de Kerk; doch de brand werd nog gelukkig gebluscht. Het springen van den kruid- muien iu den jare 1703 heeft ook eenige schade aan de groote Kerk gedaan. Uit Utrecht meldt men het volgend nieuw bewijs van de rampspoedige gevolgen der dronkenschap: Ter gelegenheid van de afgeloopene Ucrechtsc'ne kermis, bevonden zich twee artilleristen uit Amersfoort, op evengemelde jaarmarkt. Voorbij hec wassenbeeldenspel van den heer Martin gaande, werden zij opmerkzaam op een wassenbeeld, voorstellende een kurassier in volle wapenrusting. Een van hen stelde zijnen kameraad voor, dien kavallerist eens van paard te werpen. Dit voorstel werd door zijnen makker oogenblikkelijk goedgekeurd. Een der bedienden uit gemelde tent zulks bemerkende, trachtte deze schen dige daad ce verhinderendoch werd door hen zoodanig geslagen en grnwe. lijk mishandeld, dat de ongelukkige, na het bekomen van assistentie, voor dood weggedragen werd en zes uren daarna den geest gaf. De bedrijvers dezer schandelijke daad trachtten zoo mogelijk te ontvlngcen, doch, nog voor dat zij hunne garnizoensplaats hadden bereikt, werden zij in hechtenis genomen, zullende zij thans de onvermijdelijke en noodlottige gevolgen hun. ner ongelukkige dronkenschap moeten ondervinden. Uit de provinciën Gelderland en Overijssel zijn zeer treurige be. rigten, ten aanzien der te veld staande gewassen ontvangen. Door de onop. houdelijke zivare regens kan de rogge, die reeds sedert meer dan acht dagen voor het grootste, gedeelte aan schoven staat, niec binnengehaald worden, waardoor de aren beginnen te kiemen en uit te loopen en tot volkomen be derf dreigen over te gaan. Wanneer het weder geene spoedige gunstige verandering ondergaat, is het verlies onberekenbaar groot. Ook moet meer dan de heift van den hooibouw verloren zijn gegaan; sedert het jaar 1816 weet men zich geene zoo onophoudelijke zware regens te herinneren. De haver, die zulk eenen ruimen oogst beloofde en alzoo het verlies van hooi eenigzins had kunnen vergoeden, dreigt mede op het veld neder te slaande aardappelen in de polders en andere lage gronden hebben insgelijks zwaar te lijden door het overmatige vocht. Uit Deventer meldt men van den iscen Augustus: Het Hof van Assises der provincie Overijssel heeft den persoon van Gilde, meesterwoonachtig te Deventer, beschuldigd van zijne huisvrouw aldaar om het leven te hebben gebragt, veroordeeld tot een confinement van 12 ja renna vooraf de straffe van het zwaaijen van het zwaad over het hoofd te hebben ondergaan. Ook is aldaar een brandstichter ter dood veroordeeld. Te Wierden (Twente) heeft, zoo men zegt, eene dienstmaagd, door middel van rattenkrnid, het leven verloren; het gerucht wil, dat zij zoude vergeven en daarna opgehangen zijn, om het vermoeden van moord te voor. komen. Uit Nijmegen meldt men van den 7 Augustus: Als eene bijzonderheid kan vermeld ,worden, dat op gisteren, op het bu. reau van den burgerlijken stand alhier aangegeven is, de geboorte van vier tweeling-paren, waarvan een paar geboren is den 4 Augustus en de drie overige tweeling-paren geboren zijnop hetzelfde uur van den 5 Augustus. Uit Groningen meldt men van den 6 Augustus: Heden morgen zijn, onder eenen verbazenden toevloed van menschen en met eenen langen trein van koetsen, de lijken der vijf jongelingen, welke te Paterswolde te zamen in het water den dood vonden, gelijktijdig begraven; dezelve werdenbehalve door hunne diep bedroefde maagschapdoor een vijftigtal jongelieden, meest alle kennissen van de overledenenvoor de rouw. koetsen uitgaande, grafwaarts begeleid. De lijken in het graf neêrgelaten zijnde, wierpen deze jongelingen de eerste schoppen met aarde op de over- blijfselen hunner vrienden, en hieven daarna vierstemmig aan, het 4de vers van Gezang 21: Diepe wijsheid zijn Uw paden, enz., en het iste vers van Gezang 182 Stille rustplaats van Gods doodenenz. Niettegenstaande duizende menschen de begraafplaats vulden, heerschte eene doodelijke stilce bij deze treffende plegtigheid, het treurige einde eener gebeurtenis, welke aller har ten binnen deze stad met ontroering had vervuld en gisteren meestal het onderwerp was der leerredenen in de kerken van onderscheidene gezindheden. GRIEKENLAND. Uit Athene verneemt men van den 8sten Julijde nieuwe verdeeling, welke op den 4den Julij heeft plaats gehad. De bestaande 30 gouvernementen zijn op 24 en de 28 onder-gouvernementen op 7 verminderd. Dezelve zijn als volgt: i°. Argolis, met de hoofdstad Nauplia, Spezzia en Hermione maken een onder-gouvernement uit; 2°. Hydria met Troezen en Kalauriahoofdplaats Hydra; 30. Korinche met Sikyon 4°. Achaia, hoofdplaats Patras; 50. Kyna. the, hoofdplaats Kalavrita; 6°.Elis, hoofdplaatsPyrgos70.Triphiliahoofd plaats Kyparissia; 8°. Messenië, hoofdplaats Kalamata, waarbij het onder- gouvernement Pylia, hoofdplaats Pylos (Navarino); 9°. Mantinea, hoofd, plaats Tripolitza; io°. Gortyniahoofdplaats Karycene; 110. Lakedaemon, hoofdplaats Sparta; 120. Lakonie (Maina) hoofdplaats Ariopolis130. Ae- tolië, hoofdplaats Missolonghi, met het onder-gouvernement Trichoma, hoofdstad Agrinion; 140.Akarnanie hoofdplaats Amphilochikoni5°.Enry. tania, hoofdplaats Oichalia; 160. Phokishoofdplaats Amphiessa170. Phchio- tis, hoofdplaats Lamia, tnet het onder-gonvernement Lokris, hoofdplaats Atalante; 180. Attika, hoofdplaats Athene, met het onder-gouvernement Me» garis en Aegina, hoofdplaats Magara; 19°. Boeotie, hoofdplaats Libidia; 20°. Euboe, hoofdplaats Chalkoesmet het onder-gouvernemenc der naburigs eilanden, hoofdplaats Skiathos2I0.Tinos, hoofdplaats Tinos22°.Syra, hoofdplaats Hermopolis, met de onder-gouvernementen der eilanden Mylos, Syphnos, Kinulos, Polegandros, Sikinos, hoofdplaats Mylos; 23°.Naxos en Paros, hoofdplaats Naxos; 240. Thera met de omliggende eilanden, hoofd plaats Thera. SPANJE. Berigten over Parijs van den 7 Augustus Bij het Ministerie van Oorlog te Madrid waren depêches van het leger, den 28 Julij ontvangen, dezelve waren gunstig. Den 24sten heeft de Gene-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1