A\ 1838. LETDSCHE j: COUR 1, WOENSDAG, 4 J U L IJ. sh rvr .:2?.::'j'.;;;ir'02io!l.. l> j cjo i i NEDERLANDEN. Leyden den 3den Julij. Z.. K. H, Prins Alexander der Nederlanden, tweede zoon van Z. K. H. den Prins van Oranje, had reeds èen tijd lang .met zijn Koninglijken Broe. der aan de Leydsche Hoogeschool de lessen der Hoogleeraren Peerliiamp, ih de algemeene Geschiedenis en die des Vaderlands, Tydeman, in de Staats, huishoudkunde, en Cock, 'in het Natuur-, Staats- en Voikenregt, met voor. beeldige applicatie bijgewoond; en heeft die, sedert Z. K. H. de Erfprins van Oranjein Mei des voorleden jaars, de Hoogeschool verliet, met den zelfden ijver voortgezet, en met denzelfden gewenschten uitslag. Immers, deze lessen thans, met het einde van den Akademischen cursus aan deze Hoogeschool, kijnde atgeloopen, is ook deze jonge Vorst, op den 30 Junij, en 2 en 3 Julij, door de gemelde drie Hoogleeraren in alle de gemelde vak. ken, ten overstaan van deszelfs Koninglijken Vader, telkens gedurende bijna twee uren, ondervraagd geworden; en heeft dezelfde blijken gegeven van gelukkige vatbaarheid, aanhoudende vlijt en verkregene kunde, waarin de jonge Vorst, en Zijne Koninglijke Ouders, en de Natie zelve,11 die het ge. heele Vorstelijk geslacht in hare liefde omvat, zich billijk mogen verheugen. Men meldt 11.it *s Gravenhage van heden den 3den Julij: Op het diner, dat er eergisteren middag op het zomer-paleis van Zijne Maj. den Koning gehouden is, zijn ook de buitenlandsche Ministers en Ge. zanten, alsmede 's Konings Ministers, genoödigd geweest. Door Zijne'Maj. is tot lid der Commissie van beheer tot droogmaking der Zuidpias in Schieland benoemd, Jönkhr. Mr. IV. F. Gevers. Voorts heeft Zijne Maj., op het daartoe door hem gedane verzoek, eervol Ontslagen den 2den Luitenant bij de 7de afd. infanterie K. H. Palar. Bij Koninglijk besluit is de heer J. C. Baud, Staatsraad in buitenge- wone dienst, van heden af, ai interim, belast met de directie van het de partement van de koloniën, en zylks gedurende de afwezigheid naar buiten 's lands van Z. Exc. den Minister yan de Kolónjén, die eerstdaags deze Re. sidentie verlaten zal. Bij Koninglijk besluit van 28 Junij 11. is bepaald: Art. 1. De Commissie van gratie, bij Ons besluit van 23 December 1813, N°. 20, ingesteld, en welke tot hiertoe is. belast geweest met het adviseren op verzoeken om gratie en kwijtschelding van straf, aan Ons ingediend, wordt bij deze ontbonden en opgeheven. 2. De leden uit het Hoog-Geregtshof te Gravenhage, welke laatstelijk de'Commissie van gratie hebben uitgemaakt, worden dien ten gevolge van alle verdere bemoeijingen en werkzaamhedenhun in die betrekking opge. dragen geweest, eervol ontslagen, onder betuiging van Onze bijzonderetevre- denheid en dank voor de menigvuldige en belangrijke diensten, welke zij in dezelve betrekking aan Ons bewezen hebben. Z. M. heeft zich laten welgevallen dat de vrijdommen, uitgedrukt bij l en M van art. 5 en bij art. 6 van het. tpltarief, yastgesteld bij Hoogst- deszelfs besluit van 29 October 1833 (Staatsblad N°. 59voorlonpig voor vijf jaren, niet toepasselijk zullen wezpn op de wegen in het Westland, waarvan de verbetering door Z. M. in het afgeloopen jaar is toegestaan. Tot ijkers voor het vaatwerk zijn door Z. M.. benoemd: te Tiel, .7. van Toor, gewezen adjunct-ijker der maten en gewigten, en in het arrondissement Brielle P. E. Knopt, arrondissements-ijker der maten en gewigten aldaar, en tot ontvangers der directie-belastingen en accijnsen, te Vinkeve-en IV. Vlug, thans te Lensden en Stoutenburgen in zijne plaats C. G. Eachicnethans re Vreeswijk. Naar men verneemt, heeft het ook H. K. K. B. de Prinses van Oranje behaagd voor ónderscheiden exeiqplaren op het zoo nuttig werk van den keet Mendel, de Album voer de Aardrijkskunde, in te schrijven. Heden zijn de Staten der provinciën in de hoofdplaatsen der onder, scheiden gewesten bijeengekomen. De Staten van Holland vergaderen in deke stad. Z. Exc. de Minister van Finantjien is Donderdag avond uit Amsterdam in deize "Residentie teruggekeerd. -0I r/'vcr.:'" Het Dagblad van "s Gravenhage beyat het volgende Eerste Badbczigt Het late intreden der lentewarnue, na eenen zoo gestrengep en ljiqgduri. gen winter, achijut op de veelvuldigheid van liet gebruik tinzer baden," gê. durende het begin van bet badsaizoen., eenen nadeeligen invloed te hebben uitgeoefend; .want ofschoon, in de -eerste dagen, van Junij, lucht en zee reeds zoodanigen graad van warmte teekenden, dat de opening van het sai. zoen op den uden kon worden bepaald, viel er juist om dien tijd buijig en koel weder in,'hetwelk de meeste menschen van het baden afschrikte. Zelfs toen, in het laatste gedeelte der maand, schoon en warm weder tót het al. gemeener gebruik van baden scheen re moeten uitlokken, bleef het dage. .tijksclr getal der baden verre beneden dat van andere jaren, om denzelfden tijd, zoodat.tot nog toe het hoogste gral)derzeive niet boven de 47 geklom. men is. Nogtans geven de rassche opklimming tot dit getal, in de laatste dagen, de aankomst van verscheidene vreemdelingen, de bestellingen voor een nog grooter aantalwaaronder personen, van den boogsten rang en de toenemende roétn van onze baden binnen-,en buiten 's land, de hoop op een drok bezocht badsaizoen. -De Commissie van Directie heeft, door veelvul dige verbeteringen, zoowel aan het badhyis ais aan de baden, tot de tevre- denheid én het nuc der bldbfezoekers trachten Wj ,te dragen. Onder de eerste mogen de plafonnering van de benedenvertrekken in het badhuis, waardoor bet opstijgen der warmte van de beukens naar de eetzaal, die voorheen de aldaar spij'zenden hinderde, voorgekomen wordt, en wijders de bestrating van een nieuw gedeelte van het térras, genoemd worden; onder de laatsten de daarstelling van een nieuw regenbad, dat zeer veel sterker dan het vorige en met eene vallende douche voorzien is. Ook de pachteresse heeft den wensch van vele, vooral Duitsche, badbezoekers trachten te bevredigen, door aanlegging van eene vroegere middagtafel ten half twee ure (behalve de gewone van vier ure), tegen edn prijs van f 1.50 per persoon. In den Avondbode van den 2 Julij leest men: Men schrijft ons, dat het Z. M. den Keizer van Rusland behaagd heeft, aan Kapitein IV. Norwood, voerende de stoomboot Colombinc, varende tus- schen Londen en Rotterdam, de groote gonden medaille te doen toekomen en aan het scheepsvolk eene geldelijke beloomng van 40 st.,voor hetred. den van de eqnipagie van de Noordsche brik Neptünus, Kapitein Stcdman op den 29 November 1836, tijdens gemelde Kapitein de stoomboot Sir Edward Banks in dezelfde vaart voerde, en voor welke daad hem toemaals door de Znid-Hoüandsche Maatschappen tot redding van schipbreukelingen een zilve. - i&' GEWOON t itdj m '^ÏSSiiZyi V r-'/f.'-J ren beker met toepasselijk opschrift is uitgereikt, alsmede eene geldelijke belooning voor de equipagie. In dien van heden leest men het volgende artikel: De heer IV. C. Brade, Ingenieur en Directeur van de Hollandsche ijzeren spoorweg-maatschappij, onze verdienstelijke landgenoot, die reeds zeer veel tot bevordering der spoorwegen hier te lande heeft toegebragt, heeft ook dezer dagen aan Zijne Maj. den Koning concessie gevraagd tot het aanleggen van eenen ijzeren spoorweg van Utrecht naar de Belgische grenzen, over Vianen, Gorkum en Breda. Men verzekert, dat, bijaldien het Zijne Maj. mogt behagen die concessie te verleenen, de daartoe vereischte gelden reeds genoegzaam door eenige kapitalisten der Hoofdstad zijn bijeengebragt. De verwezenlijking van dit ontwerp, hetwelk met vele takken van handel en nijverheid in een zoo naauw verband staat, zou ook nog dit voordeel ople. veren, dat de spoorweg van Amsterdam tot Arnhem een aanzienlijker ren dement zou opleveren, aangezien de communicatie op dien spoorweg, zoo van passagiers als goederen, aanmerkelijk daardoor zou worden bevorderd, De Plaats-Commandant van Venloo heeft een dagorder uitgevaardigd, in welke hij te kennen geeft, dat de Bevelhebber dier vesting alle noodigé maatregelen genomen heeft, om de overwinning aan de Belgische wapenen te verzekeren. ZWEDEN. Te Stokholm heeft den 20 Jnnij eenige opschudding plaats gehad bij gele* genheid, dat een Assessor Crusenstolpetegen wien door den Staat een proces was aangevangen, veroordeeld is geworden. De vorige week was daardoor reeds eenig óijgenoegen ontstaan en den oosten schoolde het volk voor het stadhuis te zamen, de vrijlating van den Assessor verzoekende. Bij onder scheiden Geregtspersonen zijn oproerige kreeten aangeheven en de glasruiten ingeslagen. Een klein getal troepen heeft echter spoedig de rust hersteld- de Kroonprins heeft hiertoe persoonlijk veel medegewerkt. SPANJE. Berigten over Parijs van den \sten Julij. Omtrent de inneming ven Penacerrada, waarvan de telegraphische depêche, in onze vorige medegedeeld, melding maakte, heeft men het volgend berigc uit Logrono van 22 Junij: De aanval op Penacerrada is den ipden begonnenden 2osten kon de bres besprongen worden, en maakte men zich gereed, om de stad stormenderhand in te nementoen Espartero vernam, dat Guergué en Garcia de Trasino wa. ren overgetrokkenbegaf hij zich naar deze rigting. Den volgenden morgen had hij het corps van Buerens en de cavalerie van Brohowski met zijne troe. pen vereenigd en viel hij de Carlisten aan; door den ingevallen nacht werd het gevecht tot den 22Sten uitgesteld, en met het begin van den dag op de geheele linie hervat; tegen den middag waren de Carlisten geslagen, en de Christinos hebben 800 krijgsgevangenen, 4 stukken geschut en bagaadje be. magtigdde cavalerie achtervolgt de Carlisten. Na deze overwinning trok. ken de Christinos door de geopende bres de stad binnen, waarna 2000 man hunne wapens hebben nedergelegd; in het fort heeft men veel geschut en oorlogsbehoeften gevonden. De Christinos hebben 800 man verloren. De Carlisten hebben dezer dagen in la Mancha een aanzienlijk con. vooi, dat naar Andaluzie bestemd was, vermeesterd. Uit Bayonne wordt gemeld, dat tusschen Sanz en Castor een bloedig gevecht had plaats gehad; de beide partijen betwistten echter elkander de overwinning. ZWITSERLAND. Het kanton Schwyz heeft aan de uitnoodiging van de Commissarissen van het voorzittend kanton niet beantwoord. Deze namenlijk hadden uit naam van dat .kanton de ontwapening der militie geboden en verzocht dat er geene volksvergaderingen meer z.ouden gehouden worden. Hieromtrent was' door het voorzittend kanton een ultimatum aan Schwyz voorgeschrevenhetgeen dat kanton verworpen heeft. Dien ten gevolge zijn eenige bataljons van hec gemeenebest opgeroepenom in Schwyz te trekken. Door het kanton Uri is evenwel reeds voor Schwyz partij getrokken. Uit Luzern echter schrijft men van 24 Junij, dat het aan dat banton zou gelukt zijn, Schwyz over te halen de militie te ontwapenen en alzoo den intogt der eedgenootschappelijke troepen af te keeren. Zurich zou na. menlijk twee Regerings-leden naar Schwyz gezonden hebben, om te be- proeven, of de zaak niet tot eene minnelijke schikking kon gebragt wor. den. Toen zij de belofte van Schwyz gekregen hadden, waren zij naar Luzern vertrokken en hadden bij het eedgenootschappelijk bewind bewerkt, dat men eerst de districts-iand-dagendie den 24 Junij moeten plaats heb ben, zou afwachten, alvorens Schwyz door bondtroepen te doen bezetten. Berigten in Fransche bladen bevestigen ook deze tijdingen; doch voegen er bij, dat de beide partijen in Schwyz hoe langer hoe meer tegen elkander verbitterd worden. DUITSCHLAND. Weenen den 20 Junij. De Erfprins der Nederlanden is het voorwerp der meeste oplettendheid. Gisteren ontving Z. K. H. het Corps Diplomatique in het gezantschaps-hótel en werd in zijne woning door de bezoeken der Aartshertogen Frans, Karei en Lodewyk en andere hooge personaadjen verrast. Overigens houdt de Prins zich voornamelijk bezig met het merkwaardigste der stad in oogenschouw te nemen; gisteren bezocht hij den heerlijken Dom. bacher park, nam later het middagmaal in het Aupark. Heden bezocht de doorluchtige reiziger de kazernen; morgen is hij ter tafel bij de Keizerin moeder genoodigd, waarna in het prachtige park van Schönbrunn te zijner eere een wandelrid zal worden gehouden, waaraan het geheele hof deel neemt. Uit Berlijn meldt men van 28 Junij: Toen voor eenige dagen Prins Albrecht zich van Potsdam naar onze Re. sidentie begaf, ontmoette hij drie weesjongens achter de stad, die snel voortgingen. De Prins vroeg waarheen de wandelende knapen zoo vroeg des ochtends en zonder eenig geleide gingen en vernam dat zij vacantie had. den en naar Berlijn gaitn wilden, om hunne bloedverwanten te bezoeken. Hij nam hen in zijn rijtuig en bragt de arme knapen behouden tot hunne bloedverwanten. Onder weg onthaalde de Prins de weezen ook nog op een goed ontbijt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1