a°. 1838. leydsche courant, WOENSDAG, NEDERLANDEN. h) t* *7 J U N IJ. DUITSCHLAND. Leyden den 2Östen Junij. Bij Koninglijk besluit van den 4 Junij 1838, (Staatsblad N°17), is de Öblangs te Katwijk tot stand gebragte naamlooze Maatschappij, onder de benaming van: de Katwijksche Maatschappij totuitoefening van Kust- en Steur- baring-Visscherijte Katwijk, bekrachtigd, en de deswege tusschen de deel. genooten aangegane acte van overeenkomst goedgekeurd. Blijkens die acte, welke op den tweeden Mei 1838, ten overstaan van den Notaris ui. B. Barkeijte Leiden, in tegenwoordigheid van getuigen is verleden, is deze maatschappij aangegaan voor den tijd van twintig jaren, doch zal moeten ontbonden worden bij een verlies van zestig pCt. van het maatschappelijk kapitaal, ten ware deelhebberenonder goedkeuring des Ko- tings, het verloren gedeelte van het kapitaal wederom mogten willen aan vullen, of met het alzoo verminderde kapitaal voortwerken. Het maatschap, pelijk kapitaal is bepaald op f 120,000, vêrdeeld in twee honderd veertig tandeelen, ieder groot vijf honderd gulden, die allen bij het teekenen der scte zijn geplaatst. Het doel der maatschappij is hoofdzakelijk het aanbou wen en uitrusten van pinken of bomschuiten, ter uitoefening der kust- of steurharingvangst,-doch zal zij zich insgelijks mogen toeleggen op het aan maken van zoutevisch enz., wanneer het Destuur zal vermeenen, daardoor het belang der maatschappij te bevorderen. Aanvankelijk zal op ieder aan deel tien pCt. moeten worden gestort, terwijl de volgende stortingen, naar mate van de behoefte, opvorderbaar zijn. Het reserve-fonds is bepaald op de helft van het ingeschreven kapitaal, en zal, eenmaal aangesproken zijde, uit-3e later te maken winsten wederom moeten worden aangevuld. Het bestuur dezer Maatschappij is opgedragen aan de heeren Mr. N. van BeeftingF. E. Meerburg, J. CazauxMr. G. S. Huigens en A. Librechi Lezwijn, als Commissarissen, en aan den heer DirkTaat, te Katwijk, als Directeur; zijnde overigens aan de belanghebbenden opgelegd de naleving der bestaanae bepalingen en verordeningen, omtrent de naamlooze maatschap, pijen, vervat in het Koninglijk besluit van 1 Dec. 1838 (Staatsblad N°. 60). Bij besluit van Zijne Maj. is benoemd en aangesteld: Tot Secretaris der stad Brille, Mr. Abraham Mathieu de Rouville. Bij besluit van Zijne Maj. zijn tot. officieren bij de Mobiele Zuid- Hollandsche Schutterij benoemd en aangesteld, te weten: Bij de 4de afdeeling, 2de bataillon: tot Kapitein, Herman lVapperomtot isten .Luitenants, Mr. A. J. F. de Bordes en Andries Gerard IVillem Graaf van Hogcndorp; tot 2de Luitenants, Mr. A. A. Delcourt van Krimpen, N. IVcsterowxen van Meeleren, Jonkhr, A. A. Quarks van Ujford en Jonkhr. H. P, F. Hooft. Bij het 3de bataillon: tot 2de Luitenants, L. van den Ende en IV. D. de Lange. Bij een besluit van Z. M. zijn,"bij de algemeene kerkelijke vergade ring der Herstelde Evangelische Luthersche kerk, bij voortduring benoemd: Tot President J. A. Helper Sesbrugger, Predikant te Amsterdam; tot vice- President T. C. C. Everts, Predikant te Enkhuizen; en tot Secretaris D. R. Uckerman, Predikant te Amsterdam. Men meldt uit 's Gravenhage van den 25 Junij: Naar men verneemt heeft ook Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden ingeteekend op een zeker getal exemplaren van den Album der Aardrijks, kunde, die door den heer Mendel, alhier, wordt vervaardigd en uitgegeven. Reeds vroeger had het H. K. H. Prinses Albert van Pruissen behaagd op liet zelfde werk in te schrijven. Het heeft H. K. K. H. Mevrouw de Prinses van Oranje goedgunstig behaagd op nederig verzoek van de Bestuurderessen van het genootschap van Moederlijke weldadigheid te Leeuwarden, den titel van Beschermster der gemelde Maatschappij te aanvaarden, en dezelve met eene jaarlijksche gift van 200 te ondersteunen, waarvan de Bestuurderessen door een eigen, handigen brief van H. K. K. H. de toezegging mogten ontvangen. Zijne Exc. de Minister van Financien is dezer dagen naar Amsterdam vertrokken. Naar men verneemt houdt men zich tegenwoordig bij het Departement van Financien bezig met het bijeenzamelen en opmaken der stukken en be scheiden, welke bij het ten einde loopen van het tweede financiële tienjarige tijdvak gevorderd worden, zoo wel om de belangen van het Amortisatie- Syndicaat in aanmerking te nemen, als om den geheelen staat van's Lands geldmiddelen na te gaan en aan de Staten-Generaal, in hunne eerstvolgende zitting, daarvan een uitgebreid verslag te kunnen onderwerpen. Bij eene aankondiging van den Raad van bestuur van het Algemeen Burgerlijk Pensioen-fonds, is ter kennisse van de belanghebbenden gebragt, dat, ten kantore van de 'ontvangers van het fonds in de onderscheidene provinciën, gedurende de maanden Julij en Augustus aanstaande^ zijn be. taalbaar gesteld de op den laatsten Junij 1838 verschenen en op het fonds aangewezen pensioenen, welke voortdurend om de zes maanden worden vol daan, en zulks op attestatie de vita, door het bestuur der woonplaats van 'de belanghebbenden af te geven en de quitantie daaronder te stellente vens tegen vertoon aan den ontvanger van het fonds van het bewijs van in. 'schrijving. Ter gelegenheid van de behandeling van het vraagstuk over de doel matigheid en de mogelijkheid van den aanleg eener haven, en van eene kom te Scheveningen, behoort men niet onvermeld te laten, dat men het opma. ken en het ontwerpen van alle de plannen en teekeningen dezer haven, welke te gelijk bestemd zal zijn tot de ontlasting van het water van Schie- en Delfland, aan den Hoofd-Ingenieur van den Waterstaat de Thomèze ver schuldigd is. Reeds bijna zeven jaren is men in de gelegenheid geweest alle de ontwerpen, tot dit stout ontwerp in verband staande, te zien, en hebben deskundigen de vernuftige en eenvoudige ontwerpen komen bewon. deren, waardoor niet alleen alle schaduw van gevaar geweken is, maar waarbij tevens een zeker middel wordt aangeboden om het zwakste deel -onzer duinen aan dien kant te versterken. De volkomen goede uitslag van ■alle de door dezen Ingenieur, gedurende zijne lange loopbaan (hij heeft onder ahderen aan de werken van Katwyk deelgenomen), voltooide of ont- worpen werken, waaronder wij slechts behoeven te rangschikken het uic. muntende kanaal vanVoorne, hetwelk tot een zoo groot nut voorden handel van Rotterdam strekt, alsmede de voltooijing van den Zuidpias, doet geen oogenblik er aan twijfelendat de ontwerpen van den heer de Thomèze met Cen goeden uitslag zullen worden bekroond. Uit Alkmaar meldt men van den 23 Junij: Den eisten dezer heeft alhier de feestelijke vereeniging plaats gehad der JB.IM beide in de provincie Holland bestaande Boogschutterijen, namelijk der Voet boog van St. Joris te Noordwijk-Binnen, en der Handboogschutters van St. Sebastiaan in genoemde stad. Nadat de leden der beide Broederschappen zich in de groote zaal der St. Sebastiaans-Doelen vereenigd hadden, bega. ven zij4 zich, door muzijk begeleid, en voorzien van al de kenteekeneh hunner Genootschappen, naar het terrein, tot het schieten naar den prijs bestemd, hetwelk, door vrolijke vaderlandsche muzijk afgewisseld, beurte lings met de voet- en handboog geschiedde, tot dat de vogel ten laatste door den heer C. de Bruin, lid der St. Joris-Societeit te Noordwijk-Binnen, werd, afgeschoten, aan wien de zilveren eereprijs door den President werd 'uitgereikt, waarna hij, bij een tweeden plegtstatigen optogt, als overwin naar werd rondgeleid. Met een smaakvol ingerigt collation werd dit feest eener stichting besloten, die, reeds door hare oude herkomst eerwaardig, in de dagen onzer roemruchte vaderen den grond legde tot die Schutterijen, welke ook nog in de laatste jaren zoo véle bewijzen der handhaving van vroegeren moed en trouw gegeven hebben. Uit Franeker schrijft men van den 20 Junij: Heden droeg de Hoogleeraar in de regtsgeleerdheid Mr. F. de Greve, zijne waardigheid van Rector Magnificus van 's Rijks Athenaeum alhier, aan zij nen ambtgenoot, den Wel-Edelen Hooggeleerden heer S. Ens, over, met eene plegtige redevoering: de Jona Davide Meyero leto, de Patria deque Jurisprudentia et Nomothetica praeclare meritodat isover Jonas David Meijer als Regtsgeleerde, en zijne uitstekende verdiensten ten aanzien van het Vaderlandde Regtsgeleerdheid en de JVetenschap der PVetgeving, J. van Raan, van beroep knoopenmaker, te Breda, heeft in den mor. gen van den 20Sten dezer, een moedwilligen doodslag toegebragt aan zijné huisvrouw .7. Maas; hij is dadelijk gevangen genomen, Uit Luik schrijft men van den 23 Junij: De kolenmijn de Hoopte Seraing, is gisteren de plaats van eene schrikba rende gebeurtenis geweest; in een der werken van deze ontginning heeft eené aanzienlijke ontploffing van het gaz plaats gehad, waardoor een vijftigtal werklieden hunnen dood gevonden hebben. Het schijnt, dat dit noodlottig voorval aan eene onvoorzigtigheid toe te schrijven is, waarvan de aanlegger allerwaarschijnlijkst het eerste slagtoffer is geworden. De ontsteltenis is al. gemeen, en ieder beijvert zich aan de nagelaten betrekkingen dier ongeluk, kigen de meest mogelijke hulp en bijstand te verleenen. AMERIKA. Uit New-York wordt in de laatste berigten gemeld, dat in de St. Laurens rivier op het grondgebied der Vereenigde Staten, de Engelsche stoombooc Sir Robert Peel des nacht door Kanadesche uitgewekenen was verbrand ge. worden. Dertig vermomde personen waren onverwachts aan boord gekomen, hadden de passagiers en het volk geboden de stoomboot te verlaten en had den haar toe zoodanig in brand gestoken, dat aan geen behoud van het schip te denken was. Men was niet vreemd van de gedachte, dat ook inwoners der Vereenigde Staten hierin de hand hadden gehad. In de beide Kamers dier Staten is het besluit van den Generaal Jackson van Julij 1836, waarbij bepaald werd de Staats-landerijen in goud of zilver te doen plaats hebben, met groote meerderheid van stemmen ingetrokken. Deze acte zal denkelijk door den Voorzitter van Buren bekrachtigd en alzoo tot wet gemaakt worden. De Franschen hebben reeds onderscheiden koopvaarders voor Mexico en Buenos-Ayres genomen, waaronder 2 onder Mixicaansche vlag. In het Congres van Mexico zou spraak geweest zijn om al de Franschen uit de Re publiek te verdrijven. Deze laatste schijnen zeer groote vrees te koesteren en hebben het bedrag van hunne bezittingen aan de Franschen Vlootvoogd te kennen gegeven, ten bedrage van 11,000,000 dollars. Omtrent het vieren van den verjaardag van den Koning der Franschen in de Vereenigde Staten meldt men van den 8sten: De heer David, Consul van Frankrijk, heeft de Franschen, die te New- Orleans eene fatsoenlijke bediening bekleeden, en de voorname Amerikanen, onder welke zich de heer B. de Martigny onderscheiddedie zich altijd met vreugde herinnert, Aai Louis Philippe aan den vaderlijken disch gezeten heeft, toen hij nog Hertog van Orleans was, aan eenen maaltijd genoodigd. Toasten, die de levendigste liefde voor den Koning ademden, zijn met de grootste geestdrift gedronken. SPANJE. Berigten over Parijs van den 24 Junij. Het Spaansche Gouvernement kan thans over geene andere sommen be. schikken, als over 30,000,000 realen, welke het huis Rothschild, bij wijzé van voorschot, met eene korting van 30 ten honderd en onder waarborg van wissels van de Hanava, heeft aangeboden. In de Sentinelle des Pyrenécn leest men het volgende: Het is alsnu buiten allen twijfel, dat Manugorri den I5den dezer een ge sprek heeft gehad, aan boord van de stoomboot de Phoenix, met Lord John Hay, Bevelhebber der Engelsche troepen, op de kusten van Spanje. Deze bijeenkomst is voor een ieder een raadsel, en men verliest zich in gissingen. Hoe het zij, men ziet daaruit eene proef van de belangstelling van Engeland in het plan van dezen nieuwen voorstander van de onafhankelijkheid der provinciën, wiens aanhangers dagelijks toenemen. Volgens brieven van de grenzen van Navarreonder dagteekening van den 17 Junijzou Don Carlos steeds te worstelen hebben met den slechten geest, welke een deel zijner troepen schijnt te bezielen. Onder anden melde men, dat te Echauri het 3de bataljon van Navarre zich zoodanig tegen de militaire discipline vergrepen heeft, door met veel gedruisch deszelfs achter, scallige soldij te eischen, dat de Bevelhebber van dit corps er niet dan mee moeite in geslaagd is, om de orde te herstellen. Berigten uit Weenen van den I7den meldendat de ziekte van Z. M. den Keizer zeer aan het afnemen was; er was dien dag geen bulletin be. kend gemaakt. Van de boorden van den Necker wordt geschreven, dat de jongeling, schap er zich op den 10 Junij vervrolijkt heeft met een vermaak, hoogst zelli.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1