wnortlen en liet voorbeeld der-'clco" geestdrift opge'ognne jongvrouw aooue-, vunrd voelen hunnen moed en hunne kochten duizendvoudig vermeerderen.' Drie dagen zijn verioopen en Jeanne d'Are heeft hare belofte vervuld; dej Engelschen trekken af, Orleans is bevrijd. Miar daarmede vergenoegt zij; zich niet; nu trekt zij te velde, de Engelschen vlugten voor haa*-; ver sterkte plaatsen worden bestormd of geven zich over. Sedert eenen eeuwi gen tijd waren de Engelschen in alle veldslagen overwinnaar gebleven thans,j bij Patay, jaagt de jongvrouw hen op de vlagt. De weg mar Reims :s' open; daarheen heeft zij betbofd den Koning te voeren, opdat de kroon zijner vaderen op nieuws pfegtig op zijn hoofe worde gevestigd; zij vol i brengc ook deze gelofte, en nu voelt zij dat hare zending volbragt is. Zij wil in haar dorp cerugkeeren, maar thans bezweert haar de Koning te blij ven. Hare redenen baten niet; de Koning houdt vol, en zij gehoorzaamt. Nog menige overwinning wordt onder hare leiding behaaldmaar dat vaste zelfvertrouwen is van haar geweken; zij is slechts eene gewone sterveling, en haar dreigt ongeluk. Reeds spoedig verwezentlijkt zich hare vrees. Bij eenen uitval der Engelschen, uit Compiègne, geraakt zij, onder de muren, der stad, in de vijandelijke magt. Verwoed over den hoon van door eene vrouw overwonnen te zijn, doemen de vijanden het weerlooze offer tot den vuurdood, en om haren roem te gelijk met haar leven te vernietigen, be schuldigen zij haar van tooverij en verkeer met den duivel. Sedert dien tijd zijn de daden en overwinningen van Jeanne d'Atc, bij de eene parelt voor Gods werk, bij de andere voor satans werk doorgegaan, maar de hoon is ein delijk geheel op het hoofd barer vervolgers nedergekomen. De daden der maagd van Orleans laten zich zeer goed uitleggen, zonder dat men tot bovennatuurlijke oorzaken zijn toevlugt behoeve te nemen. De tot dweepzucht toe gedrevend menschelijke wil is eene boven alle beschrij ving magtige drijfveereene kracht, welke zich aan alles mededeelt, zich van alle individualiteiten meester maakt, en dezelve in zoo vele werklui, gen, om tot deszelfs doel te geraken, verandert. De eene geestdrift ont vlamt de andere, en wordt, door de mededeeling, des te levendiger. Zoo wordt het klaar, hoe de verschijning der jongvrouw eene zoo ongeloofelijke verandering bij het moedelooze en zwaar geteisterde Fransche leger kon te weeg brengen. Ook de oorsprong dezer geestdrift, bij het eenvoudige landmeisje, is niet moeijelijk te vinden. Dikwijls had zij als kind, wanneer zij mee ouders, broeders en vrienden vereenigd was, en het gesprek over Frankrijks ongeluk liep, de voorzegging hooren herhalen, welke algemeen bij het volk bekend was: Eene vrouw zoude het Koningrijk Frankrijk te gronde rigten, en eene vrouw zoude het weder redden. De eerste helft der voorzegging was reeds vervuld geworden. De Koningin Isabella van Beijeren, de trouwlooze ge malin van Karei KI, de meedoogenlooze vijand van haren zoon Karei Kil, had de Engelschen in Frankrijk geroepen. De booze engel was verschenen, men verwachte den goeden. Voorts was in deze tijden van verwarring en druk, toen vrouwen en kinderen de gevaren en moeijelijkheden van het soldatenleven met de mannen deelden, het denkbeeld om zoo eene onder neming te beproeven minder vreemd voor eene vrouw. Wat haren maag. delijken staat betreft, welk punt zoo vele spotternijen heeft uitgelokt, hier. over zullen wij verder niet twisten, doch alleen aanmerken, dat de aanvallen tegen hare kuischheid van allen historischen grond ontbloot zijn, terwijl de verdedigers van hare eer véle voorbeelden tot staving van hun gevoelen kun nen aanhalen. Laten wij ons ten slotte in gedachte in den reeds geschilderden toestand van het jaar 1429, en in de belegerde stad Orleans verplaatsen. De moed van hare verdedigers is door herhaalde nederlagen en door hunnen hulpeloo. zen toestand diep geschokt. Daar verschijnt de jongvrouw; als door een wonder is zij midden door het heir der belegeraars heengedrongen; zij spreekt in den naam Gods, die haar gezonden heeft; zij belooft spoedige redding en glorierijk^ overwinning. Welken indruk moest dit op de gemoederen der belegerden maken? Zij waren plotseling veranderd; de wanhoop was in vast vertrouwen overgegegaan. Onder haar geleide hielden de strijder» zich voor onoverwinnelijk, en zij waren hec. In één woord, de jongvrouw was het zigtbare werktuig der overwinning, doch de magt die, onzigtbaar, de over- winning bewerkte, was het geloof. z f. e - t ij d i n g. In Tessel binnengekomen J. A. Witzen van Batavia en Banjoewangie, A.Mithiel, van Havana, H. N. Gage, van Boston, J. Kuhlke, van New-York, P. J. de long, R. Cubitt en G. S. de Roos, van Londen J. vVatson, van Stokton; G. H. Craan- stuiver; van HullR. Davidson en W. Jackson, van Sunderland, W. T. Hitman, van KoningsbergenM. M. Ore, N. S. Bioness, van DrammenH. W. Kiersvan Drobak. In het Vlie binnengekomen W. Coustus, van Londen, P. Jagtman, van Huil, I. I, Legger en H. K. Plukker, van Sunderland, B. J. Goossens, J. A. Schuring en H. D. de Groot, van Dantzig, W. G. Hillinga, van Christiaansand. Kapt. J. A. VVitscnvan Batavia en Banjoewangiein Tessel binnen, rapporteert, dat het schip de DortcnaarKapt. J. P. A. F. Ahbema, van Souranaya naar Batavia en Dordrecht, den xo Febr. tusschen lava en Madura aan de grond geraakt is, en den 24 dito nog vast zittende, doch overigens aan boord alles wel was; voorts, dat den 2Maart met hein van Banjoewangie venrokken is, het schip ie 2 Cornelissen, Kapt. S. Veenscra, en dat den volgende dag vandaar zoude vertrekken het schip Betzey en SaraKapt. T. P. Reiuholdt, beide naar Amsterdam, als ook, dat hij den April op de hoogte van St. Helena gepraaid heeft het scnip ie Provincie GroningenKapt. f. H. Brandt van Batavia naar Amsterdam, en dat den 2 dito met hem van St. Helena zijn vertrokken de schepen de Stad AmsterdamKapt. L, Spengler, van Sourabaya naar Amsterdam, en ie 3 Maria's, Kapt. f. Glazencr, van Sourabaya naar Rotterdam. Het schip Helena JacobaKapt. B. J. Davids, van Kopenhagén naar Amsterdam, is, volgens een brief van Hamburg van den 13 Junijden vorigen dag te Cuxhaven lek bin- nengeloopen. Volgens een nadere brief van den 15 ditowas de lading gciost en ge deeltelijk meer en minder beschadigd bevonden. Het schip the Emblem, Kapt. j. Buckley, van Rotterdam naar Londenwas den 15 Junij op de hoogte van Southwold. Het schip de Frouw Haartje, Kapt. P. Poldervaart, van Amsterdam naar L ssabon is den 16 Junij Deal gepasseerd. PRIJS-COURANT der EFFECTEN. Amsterdam den 23. Junij 1838. Nederlanden. Werkel. Schuld njpCt. 54!a 54J Dito 5 ioi{aio2 Uitg. Kans-Biljetten.25 a 25^ Aniort.Syndic. 4»95s» 95* 3Ia - Hand.-Maats. 45 l78|ai8oJ- Nieuwedito..4ja Aandl.H.Spoorw. a Frankrijk. Inschr. Grb. 3 pCt. a Rusland. Gb.A/.&C°.i798 5pCt.io5 3105} i8|| 5io4?aio5ij Ins. en Certif. 668ja 68 M 5 975» 971 54r* 101 25T 95 s '79j Gebl.j Pruissen. iGebi. Geldl. te Loni. 4pCt. a Aandeelen van dito.. a Spanje. Nieuwe 183585 spCt.21 ami Ditoonbep.st...a-1 Dito passivea— Dito uitgesta Coupons 1 Nov.a Oostenrijk. OblGoll C°. 5 pCt. a - Certificaten.2 ja Neg. Metaliek2fa Idem5 a Dito in Lond. 5 a „i| Bank-Aktien.3 a I05ïi 105 Napels. 68 j Certificaten.5 pCt. a 97I Dito in Napels. a De Prijs van de BOTER aan de Waag binnen Leyden. Zat ur,lag den 23. Junij 1838. Van 31 tot 35 gulden. Ot-ve-NCN' dl— 21 'u' IJlt I er vrde cr TrarKiA van Predikanten, ter vervulling der vacature, ontslaande door het em- t:,.;ar van den Wel-Eerw. Zeer Gel. llee. Jolt. Martinet Kuypersheeft de Breed'' herkeraad der Nederduiische Hervormde Gemeente alhier, gisteren het naxiigende Zestal geformeerd, alphabetiseh gesteld: DD. P. Boeteste NoorddykA. Reigers vin der Loef. ie Noordhfock J MeijerTheol. Doe:, te Beetgum; D. Pyzeite DordrechtJ. J. Swierste Havelte, en A. Tonktns te Oostwold. Miine geliefde Echtgenoot, MARIA GERARDINA SCHYVLIET, beviel heden, door Gods goedheid, gelukkig van eene DOCHTER. Leiden, 21 Junij 1838. W. V E R K O U W. F. enige Kennisgeving. Op den 2isten Junij 1838 is te Leiden, in den ouderdom van 38 Jaren overleden GEERTRUIDA van PESCH, Echtgenoot van J. C. BROERS, Prof. Heden overleed, aan eene uitteerende ziekte, mijn hartelijk beminde Echtgenoot, A. P. J. OOSTHOUT, in den jeugdigen leeftijd van 28 Jaren, waarvan ik er slechts drie door eenen allergelukkigsten Echt met hem moge verbonden zijn. Alle, die den overledene in zijne waarde gekend hebben, zullen met mij gevoelen, hoeveel ik in hem verlies. Leyden H. H. van VLIET, den 22 Junij 1838. Wed. Oosthout. Familie en Vrienden gelieven deze algemeene Kennisgeving tevens als bijzondere te willen aanmerken. Op Heden Maandag den csjunij 1838, des middags ten 12 ure, zal, ten overstaan van II. H. burgemeester en iKethouders, pp het Raadhuis der S'ad Leyden, in het openbaar, UITLOOTING geschieden van OBLIGA- TIEN, ten laste derzelve Stad, spruitende uit de Negotiatie k 4} pCt., gearresteerd bij Zuner Majs. Besluit van den 21 April 1830, N°. 17^ waar. van, ingevolge het Plan dier Negotiatie, bij deze, aan de Houders dier Obligatien, wordt kennis gegeven. Alle degenen, welke iets te vorderen hebben van, of verschuldigd zijn aan den Boedel en Nalatenschap van Wijlen WILLEM van DIlLEN, in leven Timmerman, gewoond hebbende en overleden binnen Leyden, wor den verzocht daarvan opgave of betaling te doen, vóór of op den 15 Julij aanstaande, ten Kantore van denNotarisA.ZUURDEEG, te Leyden voornd. SCHELE HOOFDPIJN en DOOFHEID. In onderscheidene Parijssche dagbladen leest men: „De Heeren Apostoly rue Thevenot, N°. 12; Drouilly, rue de Ch--onne, N°. 32; Meinzer, Mu ziekmeester, rue du Caulvaire, N°. 7; Kiullevoye, Directeur der Sciilder- Academie te Luik; de Postmeester te Hamburg; Kievvtlle, te Treux; „Poussin, Notaris te Senoches; de jonge Gamier, Kweekeling op de School „des Chartes te Dijon; Martin, Regeer ir de Regtbank van St. Quentin; „allen aangetast door zware schele Hoofdpijn of Doofheid zijn geheel gene- „zen onder de behandeling van den Doctor MÈNE MAURICEte Parys." Zijne in het Fransch geschreven Brochure2de en 3de uitgaaf, bevat zijne uitvindingenom zich zeiven te genezen. De Prijs is 1 fr. 50 c. (75 cents) behalve 15 c. voor het porto. Adres Franc0, bij den Heer MASSIGNAC, Kalverstraat, N°. 165, te Amsterdam. RECLAME. De Heeren Bronclais, Notaris te Etreux, Blain te Fars (Oise), Larchê te Chateauneuf (Eure en Loire), Belaferti, in het Hótel Monthalonop de boulevard Montmartre, door de VËROUDERSTE DOOFHEID aange. tast; Matras, Eigenaar te Bucis, bij Lisonne (Aisne), die aan eene AL LERHEVIGSTE HOOFDPIJN sedert 30 Jaren sukkelde; zijn volkomen genezen, door de behandeling van Doctor MÉNE MAURICE. Ziet zijne Brochure, welke zijne ontdekkingen bevat om zich zeiven te behandelen. Prijs 1 fr. 50 c. Dépóc voor Holland, bij den Heer MASSIGNAC, in de Kalverstraat, N°. 165, te Amsterdam. Op een fatsoenlijken Stand binnen deze Stad, presenteert men te HUUR: TWEE h DRIE GEMEUBILEERDE BOVF.N KAMF.RS. Nadere Informatie aan de Boekhandelaars J.J. THIJSSENS en ZOON, in de Maarsmansceeg, ce Leyden. AFDEELING KURASSIERS N°. 3. De Hoofd-Administratie van opgemelde Afdeeling, als daartoe geautori seerd, is van meening, op Donderdag den 28 Junij 1838, des voormiddags ten 10 ure, in de Stads Doelen te Leyden, publiek aan de meestbiedende, om Contant Geld, te Verkoopen: Eenige voor den dienst afgekeurde ZADELS, SCHABRAKKEN, PAAR. DEN-DEKENS, en hetgeen verder alsdan te voorschijn zal worden gebragt. De Luitenant-Kolonel, commanderende het Dépot van bovengen. Afdeeling, VAN SCHAECK. VERKOOPING op REGTERL1JK GEZAG. Men is van meening op Zaturdag den 30 Junij 1838, des voormiddags ten elf ure, aan het IKekelijksch Boedelhuis, op de Hooglandsche Kerkgrachc binnen Leyden, tegen dodelijke betaling, te Verkoopen: Een Bruin MERRIE-PAARD, een BLEEKERSWAGEN, VELD A. GENS, BERRIES, WASCHTOBBENSKUIPEN en TAFELS; alsmede een EIKENKAST, een KLOK, TAFELS, STOELEN; en hetgeen verder te voorschijn zal worden gebragt. Iemand gading hebbende, kome ter plaatse, dage en ore voorschreven, aanhooren de Voorwaarden en doen hun voordeel. ZEGT HET KOORT. Op Dingsdag den 10 Julij 1838, des voormiddags ten 11 ure, zal ten huize van Pleun Pijnacker, Kastelein in de Herberg genaamd „Ik leer nog," aan den, Hoogen Rijndijk, buiten de Hoogewijerdspoort der Stad Leyden, onder Soeterwonde, publiek worden geveild, eri op Woensdag den 18 Julij daaraanvolgende, mede des voormiddags ten Tl ure, worden afge slagen en verkocht: N°. i. Een hechte, sterke en weldoortimmerde BOUW MANSWONING, met een Stalling voor 24 Koebeesten en een voor 8 Paar den, Dorsvloer, Wagenloots, Turfschurr, 3 Hooi- en Craan-Rergen, Karn. molen en verdere Getimmerte; mitsgaders diverse goede, degelijke en wei- toegemaakte Partijen WF.I- en TEELLAND, van de Kavels N°. 6 en 7; staande en gelegen in Gelderswonde, in de drooggemaakte Gelderswoudsche Polder, aan de Noordwestzijde van den Gelderswoudschen Weg, onder Soe. terwoude; bij her Kadaster bekend Sectie D, N°.578 tot en met 600, 6ooWr en 601, te zamen ter grootte van 27 Bunders. 63 Roeden en 69 Ellen. N°. 2. Een goéde, degelijke en weltoegemaakte Pariii WEI- en TEEL LAND, van Kavel N°. 4, met de Dijltgronden en Aanbarmingen, mede gelegen in de drooggemaakte Gelderswoudsche Polder, aan de Noordwest, zijde van den Gelderswoudschen Weg, onder Soeterwondebij het Kadaster bekend Sectie D, N°. 544 tot en met 555, te zamen ter grootte van 13 Bunden, 49 Roeden en 80 Ellen. Te aanvaarden: namelijk de Landen, met het ontbloten van den Schoof, dezes Jaars 1838, en de Woning, dear isten Mei 1839. Kunnende gemelde Woning en Landen door een ieder worden bezigtigd des Maandags en Dingsdags van elke week, des morgen» van 9 tot 12 ure. Zijnde inmiddels nadere Informatie te bekomen, tea Kantore van den Notaris C. KLAVERW1JDEN, te Soeterwonde. Bij de Wed. ANTHONY de KLOPPER en ZOON, ce Leyden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 4