a
A*. 1838.
LEYDSCHE
MAANDAG,
n°. re.
C O U R A N
25 J u N IJ.
NEDERLANDEN.
I-
KENNISGEVING.
S C II U T T E R IJ.
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze ter kennis
van de belanghebbenden, dat de Alphabetische Naamlijst van alle de personen, die over
eenkomstig de wet van den 11 April 1827, aan de Loting voor den dienst der Schutterij
ïnoeten deel nemen,, ter visie van. een iegelijk zal liggen ter Secretarie dezer Stad, van
den aisten tot den 28 Junij aanstaande, (de Zondag uitgezonderd), des morgens van 10
tot des namiddags ten 1 ure; en dat de Loting zal plaats hebben op de Groote Pers Van
het Raadhuis, en wel:
Op Vrijdag den 29 Ji'.nij 1838des morgens ten 9 tere.
Wordende de zoodanigen, welke na de laatst voorgaande Inschrijving zich hier ter
Stede met de woon hebben gevestigd,, tot eene na-loting opgeroepen, mede
Op Vrijdag den 29 Junij aanstaandedes middags ten 12 ure.
Zullende ieder ingeschrevene bij een biljet worden opgeroepen, om tot de Loting ter
voorschrevene plaatse op te komenop den dag en het uur in deze Kennisgeving uitge
drukt; terwijl de zoodanigen, die verhinderd mogten worden zelve tot de Loting op te
komenzich door een getnagtigden kunnen doen vertegenwoordigenof geen gemagtigde
comparerende, zal de Loting geschieden door één der Leden van de Commissie uit liet
Plaatselijk Béstuur. Wordende de belanghebbenden tevens verwittigd, dat bij de ge*
noemde Loting aanteekening zal worden gehouden van de redenen tot vrijstellingdié
de Ingeschrevenen vermeenen, krachtens het 3de artikel der wet, te kunnen aanvoeren;
waarom het voor hen, die zoodanige redenen tot vrijstelling mcenen te hebben, van be-
lana is, door personele opkomst, of bij volstrekte beletselen, door het zenden van een'
met hunne omstandigheden wel bekenden gemagtigdende Loting niet te verzuimen.
En worden eindelijk de belanghebbenden kennelijk gemaakt, dat de vrijstellingen, bij
de wet toegekend, Zijn de navolgende:
1°. Die met ziekte of gebreken 2ijn behebt, welke hen tot dén Wapenhandel voor
het tegenwoordig oogenblik, of wel geheel ongeschikt maken.
20. Die kleiner zijn dan ecne Nederlandsche el en vijf honderd zeventig sfecpen.
3°. De Geestelijke van alle Gezindbede.11, zoo lang zij niet van stand veranderen.
4°. De Professoren en Lectoren aan de Hoogcscholenaan de Athenaea eu Seminarian.
5", De Studenten in de Godgeleerdheid.
6°. Die den rang van Officieren in dienst van den Staat, te lande of ter zee hebben
bekleed, en" door eervol ontslag de dienst verlaten hebben of gepensioneerd zijn,
zoo lang zij niet in eenen gelijken of hoogeren rang bij de Schutterijen kunnen,
worden aangesteld.
Die, wegens verandering van woonplaats, eervol uit de Schutterij zijn ontslagen
in den rang van Officier, voor zoo verre zij in hunnen vorigen of in eenen hoo
geren rang niet weder kunnen worden aangesteld.
8°. Die in Militairen dienst ter zee of te lande zijnwaardoor alleen worden bedoeld,
zij, die 11a de Inschrijving in Militairen dienst zijn getreden, als rustende op Mi
litairen, zoo lang zij in dienst zijn, en dus niet voor Ingezetenen eener bepaalde
Gemeente kunnen gehouden wordende verpligting nietom zich tc doen inschrijven.
9°. De broeder van hein, die in persoon voor zich zei ven bij de Schutterij dient;
met dien verstande, dat van een gelijk getal Uroeders altijd de helft en van een
ongelijk getal, slechts de kleinste'helft tot den dienst zal worden geroepen; strek
kende' deze bepaling zich echter niet uit tot zoodanige broeders, die, 0111 welke
reden ook, niet meer bij hunnen ouders inwonen.
Terwijl voorts in tijd van vrede van den activen dienst tevens worden vrijge
steld, met de bepaling nogthans, dat zij tot den werkelijker) dienst dadelijk kun
nen worden opgeroepen, indien de redenen van vrijstelling opbonden, waarom zij
op de algemeene en bijzondere rol tevelis geplaatst, doch bij de reserve zoo lang
in dienst gesteld worden.
io°. Zij, die tot den dienst der nacht- of brandwachtenen tot die der brandspuiten
zijn aangesteldzoo lang zij met die werkzaamheden zijn belast,
li'". Lijf cn huisbediendenvoo.- welke ,,als dienstboden de personele belasting wordt
betaald; waaronder echter niet zullen worden verstaanwerkboden of zoodanige
bedienden, die ter uitoefening van iemands beroep of bedrijf zijn benoodigd; en
12°. Zij, die voortdurend uit armen-kassen bedeeld, of in de armen gestichten opge
voed of onderhouden worden.
En zullen dien ten gevolge, degenen, welke op vrijstelling, uit hoofde eener der bo
vengemelde redenen, aanspraak mogten vermeenen te kunnen maken, zoo wel als zij,
die zich in den dienst willen doen vervangen, de bewijzen daartoe vereischt, moeten
overleggenen in het laatste gevalde personen met welke zij van Nummer willen ver
wisselenkenbaar nioeten maken aan de Commissie, op Dingsdag den 3 Julij aanstaande,
des morgens tusscheii 10 en 1 ure, op bet Raadhuis, ten einde daarvan de noodige aan
teekening te doen, voor zoo veel zulks bij de loting niet mogt zijn geschied; Zul
lende op de reclames,zoo wel als over de goed- of afkeuring der personen, door welke
men zich verlangt fe doen vervangennader door de Commissie van Onderzoek uitspraak
worden gedaan.
Aldus gedaan en gepubliceerd, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad
Leyden, op den 18 Junij 1838.
J. G. de MEy.
Ter ordonnantie van dezelve,
P. A. du Pui,
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze ter kennis
van de genendie zulks zoude mogen aangaan, dat, ingevolge eene nadere aanschrijving
van Zijne Exc. den Heer Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Holland, in dato den 4junij
jl. {Prov. Blad N°..49) de aankoop der nog ontbrekende twee en dertig paarden aan
het getal, 't'welk, ingevolge Z. M. besluit van den 16 January dezes jaavs N°- 50,voor
de dienst der artillerie moet worden aangeschaft, zal plaats hebben te Gorinchemop Don
derdag den 28 Junij aanstaande en zoo noodig op de twee volgende dagen. Zullende de
leverancie gesci ieden op de voorwaarden en de paarden moeten bezitten de vercischten
bij de Kennisgevingen van den 12 February en 20 April jl. vermeld.
Leydenden i'i Junij 1838.
Burgemeester én Wethouders voornoemd
J. G. de Mey.
Ter ordonnantie van dezelve,
P. A. du P ui.
Leyden den 24sten Junij.
Men meldt uit 's Gravenhage van den 22Sten dezer:
Gisteren is de zevende verjaardag van H. K. H. Prinses Charlotte, Doch.
ter van HH. KK.HH. Prins en Prinses Albert van Pruissen, op het Huis ten
Bosch, alwaar zich de jeugdige Vorstin bevond, gevierd geworden. Des
middags was er te dier gelegenheid familie-diner op het Zomerpaleis, waar.
op alle de leden van het Koninglijke Gezin, die zich in deze Residentie
bevinden, tegenwoordig geweest zijn.
In deze Residentie zijn aangekomen: Graaf Casimir von Cravenreuth,
Overste-Conmandant der ligte ruiterij van de regimenten Taxis, in dienst
van Zijne Maj. den Koning van Beiieren; en Gravin von Gravenreuth, Staat-
dame van Hare Maj. de Koningin van Beijeren, en derzelver gevolg. Deze
aanzienlijke personen hebben derzelver intrek genomen op het Badhuis, te
Scheveningen.
Bij eene aankondiging van den Minister van Koloniën, heeft Zijne Exc.
als door Zijne Maj. gemagtigd tot het doen bevrachten van drie vier sche-
pen (hij voorkeur kofschepen), tot afhaling van hout uit de kolonie Suri-
namen, en bestemd naar Rotterdamom van hier bij tusschenroimte van drie
of vier weken naar die kolonie te vertrekken, en welke schepen de rivier
Conpename zullen moeten opvaren, alwaar zich het voorhanden zijnde hout
bevindt, de belanghebbenden uiigenoodigd, om, tot afhaling van dat hout,
hunne schepen aan het Ministerie voornoemd aan te bieden, met opgave
van derzelver grootte en van de verlangde vracht, per kubiek-voet berekend,
de uit- en te huis reize daaronder begrepen, ééns zonder meer. De biljet,
ten van inschrijving, waarin tevens vermeld moet worden het tijdstip waarop
de schepen tot vertrek gereed kunnen zijn, zullen aan het lokaal van het
Ministerie voormeld te 's Gravenhage moeten worden ingezonden vóór of op
den loden Julij 1838; terwijl de zoodanige, welke in aanmerking zuilen kun
nen komen, aan eene inspectie van de zijde van het Ministerie zullen kun
nen worden onderworpen.
Naar men verneemt, heeft het Zijne Exc. den Minister van Binnenland-
sche Zaken welwillend behaagd de uitgave van het Noderiandsch Lancet,
door den hter A. G'. van Onsenoort, zijnde een tijdschrift aan practisehe
chirurgie en oogheelkunde gewijd, te bevorderen en te ondersteunen, door
hetzelve aan de provinciale geneeskundige Commissien bijzonder aan te be
velen. Ook Zijne Exc. de Ministe; van Koloniën heeft de belangen van dac
tijdschrift goedgunstig behartigd, door den heeren Gouverneurs-Generaal der
Overzeesche Bezittingen aan te bevelen, hetzelve bevorderlijk te willen zijn.
Op Maandag den 25Sten dezer zal, in de zaai van het St. Anthonies-
gasthuis, bezijden de Hal te 's Hage, geopend worden eene tentoonstelling
der schilderij van den heer C. Kruseman, voorstellende Z. K. H. den Prins
van Oranje te Bantersem, op het oogenblik der verwonding van Hoogstdes-
zelfs paard, op den 12 Augustus 1831.
Volgens alhier ontvangen berigt, zal de 18de afdeeling infanterie,
welke thans te Boxtel ligt, in de eerste dagen der maand Julij aanstaande,
raar het kamp bij Reijen vertrekken. Daarna zal de afdeeling, naar men
zegt, eene maand te Bergen-op-Zoom doorbrengen, ter aflossing der aldaar
liggende troepen, die alsdan het tweede kamp zullen betrekken.
Het Hof van Assises vSn de provincie Holland, zuider-kwartier, heefc
P. van Lien, oud 65 jaren, die zijne huisvrouw te Eoekange den 31 Maart
11. met zijne vuisten had doodgeslagen, niet schuldig verklaard, uit hoofde
van krankzinnigheid. Het openbaar Ministerie heeft verlangd, dac hij nog
niet op vrije voeten zou gesteld worden»
Heden is de in zoo vele opzigten gewigtige zitting van het Hof van
Assises der provincie Holland, zuider-kwartier, voor het tweede kwartaal
van dit jaar, gesloten.
Bij bevelschrift van Zijne Exc. den Minister van Justitie, als bij voort,
during met de functiën van Eersten President van het Hooggeregtshof belast,
zullen de Assises in de provincie Holland, zuidelijk gedeelte, 3de kwartaal,
alhier worden geopend op Maandag den 6 Augustus aanstaande, onder pre
sidium van den wel-ed. gestr. heer van der Burgh. Tot verdere Raden zijn
benoemd, de heeren: Jordensde Jonge, Baumhauer en de Fremerj. Dit
zijn de laatste Assises alhier, welke, volgens de nog in werking zijnde
Fransche wet, zullen worden gehouden.
Uit Utrecht meldt men van den 22 Junij
Heden is alhier, onder voorzitterschap van den hoog-edelgeb. heer Baron
.7. K. Holstein, de 63ste algemeene vergadering van het Provinciaal Utreclit-
.che genootschap van kunsten en wetenschappen gehouden. Bij de opening
der vergadering werden de verdiensten herdacht van de overleden laden des
genootschaps, waaronder eene eerste plaats bekleeden de heeren Professor
Moll, Vice-Admiraal A, A. Busshes, Generaal-Majoor de Man, Marinus van
MarumJ. van IValrè, .7. Kok, li. van den Bosch, Gratama enz. Vervol
gens zijn een zestal vragen ter beantwoording voorgesteld.
Ten slotte zijn tot leden van het genootschap voorgesteld, de heeren:
A. Francken, Predikant te Utrecht; D. Lenting, Tlieol. Doctor, Predikant
te Batavia, Oud-President van het Batavia's genootschap van kunsten en
wetenschappen, enz.; Mr. ,7. P. Lipman, Advokaat te Amsterdam; F. A.
IV. Miquel, Medic. Doccor, Lector in de Plantenkunde, te Rotterdam; IV.
Muuriing, Hoogieeraar der Godgeleerdheid teFraneker; F. Domeia Nieuwen,
huis, Theol. Doctor, Predikant te Utrecht; H. G. Beathem ReddingiusTh.
Doctor, Predikant te Assen; G. C. Rooijens, Hoogieeraar der Godgeleerdheid
te Amsterdam; A. C. G. SuermanMedic, et Pliilos. Dat. Doet. te Utrecht.
De Utiechtsche Courant deelt het volgende mede;
Ieder, die in den bloei der stad Utrecht belang stelt, zal met welgevallen op.
merken, hoe veel daartoe hebben bijgedragen de,verbeteringenwelke in de
laatste jaren aan de stad zelve zijn aangebragt. Hoe zeer deze tot veraan
genaming der bewoners dier stad hebben gestrekt, getuigen de door zoo vele
ingezetenen en vreemdelingen geroemde en zoo zeer bezochte wandelingen.
Dan een gedeelte der stad heeft bijzonder gewonnen en is geheel hervormd.
In plaats van den zoogenaamden Plompentoren, welke de gracht, die haar
naam droeg, stil en eenzaam maakte, daar er, ais het ware, geen andere
toegang naar het verder gedeelce derzelve leidde dan langs deD somberen to
ren van Beereuburg over de oude vallende walmureu, door het smalle Ba.
gijnen Waterpoortje, of door morsige achterbuurten tot aan den Waardpoort,
zien wij een vroiijk uitzigt aan de gracht gegeven, zij is levendig gewor.
den en verbindt zich met de Waardpoordt door de hreerie straat der Noor-
der Kade. Eene tweede breede straat van de Voorstraat af, vervangt hec
Bagijnensieegje, en opent het uitzigt op het fraaije gebouw van den heer la
Haije, terwijl de ruime en welgebouwde parochieschool, aan de vanWijck-
straat, deze geheel nieuwe straat versiert, welke het Prgdikheeren Kerkhof
met de Noorder-Kalte verbindt. Door twee ondernemingen van bijzondere
personen is de Noorder-Kade daargesteld: eene fraaije rij gebouwen, regel
matig door den afwisselenden bouwtrant van huizen en magazijnen, vervangt
den vervallen en afzigtelijken walmuur. De Waadpoort wordt in twee rond.
deelen van gothischen bouwtrant vervangen, en eerlang zal het afbreken
van het bolwerk de Morgenstar, het uitzigt nog verder verruimen, en de
beide zijden der Oude Gracht zich aansluiten aan kaden, zoo tot gerief van
den handel, als tot gezonde en aangename bewoning geschikt. De Buitenstad
der waard zal met de stad een geheel uitmaken. Zoo zien wij langzaam,
doch met gescadigen voortgang, zich ontwikkelen een welberaamd plan toe
uitbreiding en verfraaijing der stad, hetwelk reeds sedert verscheiden jaren
het voorwerp was der zorg van de stedelijke Regering.
Dan aan het uiteinde der Plompentoren Gragt bleef nog iets ie wenschen
over, de aansluiting namelijk van dezelve aan de Noordkade; ook dit is
echter thans het voorweip van belangstelling. Reeds ziet men den aanleg
van fraaije huizen, die het ledige vak tusschen die gracht en de isagijne.
straat grootendeels zullen aanvullen, voor bijzondere rekening van eenen
onzer zeer geachte stadgenooten aanvangen en de poging wordt gelijktij
dig aangewend, om door eene derde vereeniging van deelnemers het ais dan
overige gedeelte in eenen bevalligen bouwtrant met de reeds bestaande hui
zen te verbinden. Wij vernemen, dat reeds van buiten deze stad daarin