dadelijk zonden eindigen, thans echter is weer bij meerderheid van stemmen
besloten, dat het bil de önde bepaling zou blijven.
Sir R. Piel heeft zijne motie omtrent de Iersche tienden gisteren uit-
gebragt; de bepalingen, welke hij heeft voorgeslagen, zijn geschikt, om
de Torys en Whigs op dat punt met elkander te doen zamenstemmen.
Uien zelfden avond hebben in dat Huis de derde lezing en het door
gaan van Mr. Rice's bill, betreffende de uitgifte van nieuwe exchequier-
biils, ten bedrage van 13,000,000 St., plaats gevonden.
In verscheiden zuidelijke Iersche Graafschappen zijn, op het voorbeeld
van Wexford, groote volksvergaderingen gehouden, om besluiten tegen de
betaling der tienden te nemen. In eene dier bijeenkomsten, welke te Bally.
hale heeft plaats gehad, heeft zekere Strange medegedeeld, dat thans 111
het Lager-Huis eene wet aanhangig was, volgens welxe de tienden met
dertig pCt. zouden verminderd worden, doch tevens zijn gevoelen geuit,
dat men zich met geene vermindering, al ware het tot op tien pCt, moest
tevreden stellen, maar niet rusten voor dat de Roomscn-Katholijken van
alle betaling tot onderhoud der Protestantsche Geestelijkheid ontslagen wa.
ren. Deze rede is uitbundig toegejuicht, gelijk ook het voorstel om zich
het gemis van alle aan belasting onderhevige voorwerpen te getroosten, zoo
lang men zijn oogmerk niet bereikt zal hebben.
De Courier, een Ministerieel avondblad, bevat het volgende:
De Duitsche dagbladen behelsden laatstelijk verschillende artikelen, in
een' stelligen toon vervat, waarbij zij liet besluit van ten minste vier der
leden van de Londensche Conferentie kenbaar maakten, om het geschil tus-
schen Belgie en Nederland tot eene spoedige eindschikking te brengen, door
het letterlijk aannemen van het tractaat der 24 artikelen, gelijk het gemeen
lijk wordt genoemd, ofschoon het eigenlijk uit 27 artikelen bestaat.
Wij gelooven, dat wij gerustelijk mogen zeggen, oat Frankrijk geneigd
is de zaak nagenoeg op dezelfde trijs te beschouwen als de overige groo e
Mogendheden. Leopold is ten vuile tot de gevoelens van zijne onderdanen
toegetreden, en doec thans al het mogelijke, om de ondersteuning van £j.
iewyk Philips >e verwerven. Deze behoedzame Monarch heeft, naar men
verzekert, de vorderingen van zijnen schoonzoon slechts zeer weinig aan
gemoedigd, til Belgie behoort daarom voorbereid te zijn, aan Nederland het
geheel van het betwiste grondgebied over te geventenzij die twee Staten nnd
del kunnen vinden, om hunne geschillen in der minne onderling te vereffenen.
Wat het vraagstuk der vereenigde schuld aangaat, is Lodcwyk Philips ge
neigd, de bedoelingen der Belgen te ondersteunen, daar hij het billijk acht,
dat het land, hetwelk onnoodig eene aanzienlijke mggt onder de wapenen
heeft moeten houden, voorde daarvoor gedane kosten schadeloos worce ge
steld. Tevens verlangt de Koning der FratTschen eeiiige hanaelsvoordecien
voor Belgie, doch welke de Koning der Nederlanden ongezind schijnt toe
te staan.
FRANKR IJ K.
Parijs den isten Jur.ij. Eergisteren zijn de ratificacien van het tractaat
tusschen Haïti en Frankrijk die Z. M. onderteekend heeft, op het Ministerie
van Buitenlandsche Zaken uitgewisseld géworden.
- De corvct la Recherche zal binnen weinige dagen van Havre uitloopen
met een expeditie naar de Noordpool, ondernomen met een wetenschappe
lijk doel.
De Prins de Joinville, is den 24 April te Jamaica aangekomen. Hij is
door den Koning tot coryets-Kapitein benoemd.
In de Kamer van Afgevaardigden is de wet betrekkelijk een buitenge
woon crediet voor de -Julij-feesten met 206 stemmen aangenomen.
Een bijzondere brief uit Algiers maakt melding van het volgend voorval
Een uit Constantino gekomen Franschman, heeft het berigt aangebragt
van eene zamenzweringdie ten doel gehad zou hebben, het paleis te doen
springen. Het zou een jood zijn, die dit goddeloos ontwerp gesmeed zou
hebben. De Caïd van de stad was het hoofd van het comploc.hij is van
zijnen post ontzet en met verscheiden andere Araüieren in de gevangenis ge
worpen. Twaalf hoofden van stammen, dié-tot het-complot behoorden en
zich in de stad bevonden, namen de vlugtzoodra de zaak ontdekt was. De
ruiterij joeg ben na, achterhaalde hen en bragr hen gevankelijk terug. De
persoon aan wien men dit berigt en deze omstandigheden te danken heeft,
had-zelf, even voor zijn -vertrek, die hoofden van stammen zien terug brenz
gen, en op de gewone strafplaats zeven koppen zien afslaan.
-'Onlahgs hééft men te Cohstancine een vrij geweldige aardbeving gevoeld.
Aardbevingen zijn in de provincie niets zeldzaamsde vorige was niecflanger
geleden dan 1836. Een Kanyle uit het naburige gebergte gaf aan onze mffi.
eieren de volgende uitlegging van dit natuurverschijnsel
De aarde, zeid,e hijwordr door eenemgroocen os gedragendie haar echter
slechts met venen zijner horens ondersteunt; wordt hi) mi moede den last op
den eenen -horen te dragen, dan zet hij dien over op den anderen, en dat
niaakt de aardbevingen.
MENGELINGEN.
EEN HANDSCHRIFT van NAPOLEON.
Nog voor zes of acht jaren, leefde te Parijs, een waardige grijsaard, de
heer Delesguille, voormaals Professor in de geschiedenis aan de militaire school
te Brienne. Deze man schreef in den jare 1785, toen hij over de bekwaam
heden en den aanleg zijner leerlingen een berigt uitbragt, naast den naam van
den jongen Napoleon Buonaparte, de volgende woorden, welke sedert al zijne
geschiedschrijvers niet verzuimd hebben aan te voeren: Corse de nation et
ie caractire; il ira loin si les circonstances ie favor isent." Ja waarlijk Korsi
kaan van natie en karakter! beide was de jónge Napoleon toen in hoogeren
graad dan de scherpziende Professor zulks konde droomen.
Het leven en de daden van groote mannen laten zich uit twee gezigtspun
ten betrachten en begrijpen. Neemt men zijn standpunt uit de hoogte van
waar men de geheeie geschiedenis en de wegen der alles leidende Voorzie-
inigheid terug ziet, dan stellen zich het karakter en de daden van historische
personen in eene grootsche en strenge eenheid daar; zij hebben eene zending
op aarde, zij stellen eene nieuwe gedachte voor. Om tot dit einde gebruikc
te kunnen warden, zijn zij met bijzondere eigenschappen toegerust; kracht
en wil, innerlijke neiging en uitwendige aanleg. Alles neemt bij hen de ge
meenschappeliike rigting, welke tot de vervulling van bun historisch beroep
voert. Geheel anders doet zich de waarneming voorwanneer men zich in
de onmiddellijke nabijheid der optredende personen houdt, wanneer men de-
I zelve van den aanvang af tot op de hoogte van hun leven vergezelt, en
hunne ontwikkeling te midden der omstandigheden, met opmerkzaamheid
nagaat. Misschien gaat bij deze wijze van beschouwen het historisch-phi*
Idsdphische belang gedeeltelijk verloren, de eenheid van het denkbeeld
schijnt in eene menigte toevallige omstandigheden te verdwijnen, en de ge1
séstlte van hare verhevenheid tot het gewone terug te vallen. Maar het
zielkundig belang wint daar ontegenzeggelijk bij; het beeld van den held
ï-treedt op. den achtergrond terug, daarvoor stelt zich het beeld des men.
schen, in scherpere en meer naauwkeurige omtrekken daar.
-1 Het genie treedt niet op eens met het volle bewustzijn van deszelfs kracht
en bestemming in de wereld. Her is in de banden der opvoeding, der ge
woonte, der vreemde en eigene vooroordeeiengekluisterd, waarvan tiet
zich moeijelijk ontdoet. Is hetzelve daarvan bevrijd, dan nog is zijn stap
nog niet vast, zijne rigting hog niet gevonden, en het wordt een even be.
langwvkkend als leerrijk, schouwspelden roekomstigen held in de wtssej-
aaiiigheden en beproevingen zijner :?iigd re betrachten. Dan slaat'ner'uur
waa.up dé geest zijne loopbaan ontdekc, en i-i deszelfs iuagcig vooruit Ugiti-
gende beweging, de eeuw met zich voortsleept. Op zulke wijze moet de
geschiedenis ons hare groote mannen voorstellen, opdat wij den held uit den
tnensch te voorschijn zien komen; doet zij dit niet, zoo ontneemt zij hun
^de menschelijke natuur, en schept een afgezonderd phaniastiscii wezen; zij
brengt nem in het Rijk der dichting terug.
In de daarsteiling der geschiedenis van Napoleon, is men zeer dikwijls in
de hier aangewezene dwaling vervallen, en leefden wij niet zoo korten tijd
na hem, dat zijne assche naauwlijks tijd gehad heeft te verkoelenwie weet
of men niet reeds tot het denkbeeld zoude gekomen zijn, dat Keizer Napo
leon een mythologische persoon, de uitdrukking van een denkbeeld was, en
werkelijk nimmer geleeld had. Wti weten echter, dat hij ue tweede zoon
eens Korsikaanschen edelmans, Carlo Buonapattete Ajaecio, en van Lett,
tia Ramolinigeweest is.
Napoleon's leven scheidt zich in twee zeer duidelijk afgeteekende tijdper
ken af. Gedurende het eerste beheerschten hem de vooroordeeien zijner fa
milie, zijns lands, en toen greep hem de revolutie aan, terwijl zij in hare
volle kracht en door geene meuschenhand te bedwingen was. In het tweede
tijdperk, wijkt Buonapat te van de sympatiiien zijner jongelings-jaren af,
verloochent wat hem vroeger bekoorde, stelt zich tegen over de revolutie,
verdwiugt haar uit de heerschappij, en stelt zich in hare plaats, om haar
werk te volvoeren. Hoe stellen echter de historie-schrijvers dit daar? Bij
hen is Napoleon reeds in ruce gereed. Reeds vóór het begin der revolutie,
voeren zij u naar een afgelegen oord van Frankrijk, en wijzen u op eenea
knaap, aan eene schooltafel zittende, die met ontembare heerschznehc be
zield is, en met ontwerpen eener algetneene monarchie zwanger gaat. Eea
paar jaten tater worde hij ons weder aangewezen; hij verheugt zich mee
bedaarde berekening, dat de revolutie zich door gewelddadigheden zelve te
gronde rigt. Zoo staat Buonaparte op ziine luimen; hij sluipt achter de re.
volutie om, en tvacht slechts den oogenblik af, ora op dezelve aan te val
len. Hij haalt het roofdier in, maakt het zich gehoorzaam, en voert hec
dan ten strijd tegen de Vorsten van Europa. Een zoo geschilderde Napoleon
is de ware niet; het is eene romantische beschrijving, geene historische.
In het begin zijner loopbaan, eer htj ver boven andere verheven was, was
Napoleon niet meer of minder dan een jong officier, vol talent en ambitie,
die het echter nog niet met zich zelve eens was, en nog geene groote plan.
tien voor -zijn leven had gevormd.
Vóór dat Napoleon's gedachten zich aan Frankrijk wijdden, waren zij mee
jeugdige warmte en, levendigheid aan het eiland Korsika gehecht. Een ons
bekend hoold-officier was een jaar lang de militaire school ce Brienne Na
poleon's makker geweest. Zij zaten niet ver van elkander aan dezelfde ta
fel- Het gelieele jaar verliep, zonder dat de beide leerlingen een enkel
woord met elkander gewisseld hadden. Eens bemerkte de Franschman in de
handen zijns er zonderling uitziende mede-scholiers, een klein looden hart.
waarop met de punc eener naald eenige letters waren gegrift. Nieuwsgierig
zijnde, nam hij de gelegenheid waar, het voorwerp nader te beschouwen!
de woorden luidden: „Genua en Frankrijk zullen nimmer daarin" Die had
Napoleon geschrevendezelfde Napoleon die iater in zijnen roem mee hec
JFransche volk één geworden is.
Op zijne eenzame wandelingen in de omstreken van Brienne, heeft de
jonge Buonaparte zeker aan Korsika en Paoli gedacht, zoo als later aan
Alexander en Caesar. Paoli was de held, het ideaal zijner kindschheid en
jongelingsjaren. Zijne vader Carlo Buonapartewas als vriend en wapen
broeder niet van Paoli's zijde gewekentot dat de dag van Pontenuovo aan
de zaak der Korsikaaiische onaf hankelijkheid een einde maakte. Zijne moeder.
Letitia, scheidde zich niet van haren gemaal, deelde in de moeijelijkheden
van den roemvoller, vrijheids-oorlog, rrok met de strijdenden over berg en
dal, terwijl zij den tweeden zoon onder het hart droeg. Zoo was dus Napo
leon Buonaparte in zekere mate een geboren strijder voor de zaak van Paoli.
De aan lotgevallen rijke jeugd van dezen beroemden landgenoot, de liefde
voor hec vaderland, de dappere strijd tegen Genua en deszelfs magtige bond.
génoocen, deze daden en eigenschappen waardoor Paoli een groot man, op
de wijze der oude Grieken en Romeinenis maakten op het jeugdige gemoed
van Napoleon eenen diepen indruk, en gaven zijne .naauwlijks ontluikende
eerzucht de eerste rigting.
Toen de jonge Buonaparte Korsika verliet en naar Frankrijk gingwas dac
eiland nog door de jongste bewegingen geschokt, en de naauwlijks geëin.
digde strijd had de zucht naar vrijheid niec in de gemoederen kunnen uic.
dooveo. Paoli, verbannen zijnde, had in Engeland zijne toevlugc gevonden.
Alle brieven, die Napoleon van bloedverwanten en vrienden uic Korsika onc-
ving, waren vol van Paoli's naam; hij zelf schreef aan den banneling naar
Engeland. Zoo stond bij tusschen Frankrijk en het oude vaderland, en zoo
htj in dien tijd van de vo rzegging zijns professors kennis had gedragen, zoo
had hij zich innerlijk toegezworen, dezelve voor zijn geliefd Korsika ce
vervullen.
Drie jaren waren sedert dien tijd verloopen, en de Professor had waar
schijnlijk leerling en voorzegging vergeten toen in 1788 op eenen vroegen
morgen, een jong artillerie-officier in zijne studeer-kamer trad. Herwas
zijn voormalige leerling buonaparte. Reeds op de militaire school had de
jongman voor niets anders neiging getoond dan voor wiskundige wetenschap
pen en geschiedenis. Plutarchas was zijn lievelings-schrijver; mogelijk zweef
de hem bij deze beschrijving der groote mannen en daden, op elke bladzijde
het woord voor de gedachte, dat Rousseau over Korsika uitte: Mij dunkt
dat dit kleine eiland eenmaal de wereld zal verbazenZooals wij gezegd
hebben, stond Napoleon voor den Professor Delesguilleen nadat men eene
poos van de school en van den levensloop des jongen Luitenants gespro-
keil had, die de laatste drie jaren bij zijn regiment in la Fère en in Valen
ciennes had doorgebragt, ging Napoleon, die toen reeds van geene pligtple-
gingen hield, kort af tot de oorzaak van zijn bezoek over. Ik kom,"zeide
hij, „om, evenals voor drie jaren, bij u les in de geschiedenis te nemen," en
mee deze woorden haalde hij een grooc handschrift uit de zak. Had de goede
Professor tot biertoe een vertrouwelijk gesprek gevoerd, daar de epauletten
den voormaligen afstand tusschen meester en leerling merkelijk verkortten,
zoo nam hij nu weder eenen zoo veel mogelijk ernstigen toon aan, en liet
zich het verzoek door zijnen leerling voordragen. Napoleon had het welbe
kend streng oordeel zijns Professors eenigermate gevreesden alzoo zijne
historische proeve eerst aan den Abt Raynal voorgelezen. Dezen beviel het
zeer, en hij raadde de voortzetting aan, hetgeen den jongen Buonaparte moed
genoeg gaf. om zijn werk aan den Professor te vertoonen. De heer Deles
guille nam het in handen, sloeg het langzaam en statig open en las den titel.
Hij schrikte hevig en zag den vermetelen jongman bedenkelijk aan. Het op
schrift luidde: Geschiedenis der Korsikaansche vrijheid.
Het handschrift maakte eene tamelijk zwaar quarco-deel van honderd
vijftig bladen wijd uiteen loopend veronachtzaamd schrift uit. Niet alleen
aan de keuze van hec onderwerp, ook aan de zeldzaam getrökkene hanen-
pootenaan de vele doorgehaalde of uitgekrabde plaatsen, erkende de
Professor zijnen voormaligen leerling, zoo ook aan den stijl, die dan sle
pend en traag, dan bijzonder kort en levendig was. en van het gemeene
tot het verhevenste overging, en dat meestal in tamelijk hoogdravende woor
den. Menig revolutionnair denkbeeld deed den Professor beven, zoodac hij
het boek toesloeg en hec hoofd schuddende den jongen krijgsman aanzag,
die echter onbeweeglijk stond en zijn gelaat niet vertrok. In het begin
der geschiedenis werd een kort oveizigt gegeven der lotgevallen en van detj
toestand van Korsika onder deszelfs verschillende bekeerschers, sedert den