A*. 1838. LEYDSCHÈ OUR] N Ts VRIJDAG, NEDERLANDEN. Leyden den 29scen Maart, 'Bij besluit van-Zijne Maj. den Koning is benoemd tot aden Luitenant bij Sje 3de ïftiLTting, iste bataljon van-de Mobiele Zuid-Hollandsche Schutterij, David Louis van Marlt. Men meldt'uit 's Gravenbgge v^n den 28 Maart: De Eerste "Rattier dér Stateh-'Generaal beeft, in hare zitting van gisteren, aangenomen het ontwerp tot voorziening in de voile rentebetaling ovér 1838 dat betrekkelijk de buitengewone kosten van oorlog en marine voor dat jaar, als mede dat wegens de 'gérieeskundé, De Afdeeiingen van de Tweede Kamer hebben gisteren onderzocht de antwoorden der "Regering op de bedenkingen, in de Afdeeiingen van de Tweede Kamer gemaakt, ten aanzijrn van het aanhangig wees-ontwerp no pens deo ijizeren spoorweg, het HaSrtemmerm er, enz. Naar men verneemt, zijn de-leden meeféndeels in hunne bedenkingen tegen het ontwerp blijven volharden. Ook moeten zij hebben doen opmerken, dat de bedenkingen wegens de kostbaarheid van den'aan 'te leggen zijtak, waarvan men de nood- zakelijkheid geenszins kon erkennen, onbeantwoord waren gebleven Uit de van Regerings wege aan de Kamer geleverde bescheiden, tot betere beoor deeling van de ontwerpen der werken, welke men op het oog heeft, moeten sommigen hebben opgemaakt, dat de prijzen voor den vervoer van passagiers en vrachtgoederen, naar het ontworpen plan, geenszins zoo veel minder zouden beioopenals men in vergelijking met in andere landen aangelegde spoorwegen had moeten verwachten. Hieruit trök men het bewijs, dat hier 'te lande reeds genoegzame en geschiktè middelen van vervoer bestaanwaarbij tie jm-ijzen reeds zoo laag mogelijk gesteld zijn, zoodat, naar het inzien van eenige leden, bij ons minder'behoefte tot de aanlegging van ijzeren spoor, wegen bestaar. Ook hebben andere leden de aanmerking gemaakt dat, zoo lang men niet met 'volkomen zekerheid wist dac de weg op het Pruissische grondgebied cot Keulen Zou worden, verlengd, het altijd gevaarlijk is een zoo reusachtig ontwerp ten uitvoer te leggen. De bedenkingen, welke op nieuw tegen het ontwerp zijn gemaakt, zijn, zoo men verzekert, aan de Regering medegedeeld. Het schijnt daardoor onzeker, of het ontwerp wei in openbare beraadslaging komen zal. Den 27 Maart heeft te Amsterdam bet openbaar examen van de leer. lingen der stadsarmscholen plaats 'gehad, bij welke gelegenheid de Hooglee raar W. VrolikVoorzitter van het bestuur dier scholen, éene redevoering gehouden heeft. In den namiddag van 'den 27 Maart is te Amsterdam van de scheeps. timmerwerf de Nachtegaal, in de groote Bikkerstraat aldaar, in het bijzijn van eene menigte aanschoüwers, in goede orde te water gebragt het geheel op die werf atgetimmerd, en, voor het eerst ook op stapel gekoperd, koop. vaardij-fregatschip Prins Frëderik der Nederlanden, groot 500lasten, zullende gevoerd worden door Kapitein P. Huidekoper; gebouwd voor rekening van den heer J. Hartsen, door den scheepsbouwmeester J. Nuvten. Eene bij. zonderheid, waarvan sedert 60 jaren geen Voorbeeld bestaat, is deze, dat dadelijk na den afloop van het schip ook de masten daarin gezet zullen worden, welke reeds gereed liggen op 's Rijks, bokligter. In de Avondbode van den 28 Maart leest men het volgende artikel: Men schrijft bit 's Gravenhage, dat Zijne Maj; bij de aanneming der 24 artikelen, er uitdrukkelijk op heeft aangedrongen, dat Belgie zal voldoen, deszttfs jaarlijks achterstallig aandeel in de schuld, ad ƒ8,400,000 pet jaar, 'met de interessen y&n dien. Dit berigc vereischt nadere bevestiging. Den 26 Maart is van den Helder naar zee gezeild Zijner Majs. fregat de Maas, Commandant-Kapitein ter zee van Maren, aan boord hebbende 'den heere Schonc-bij-Nacht Lucas en, bestemd naar de Oost-Indien; Uit Utrecht wórdt van den 26 Maart gemeld: Heden morgen is het Rectoraat der Hoogeschool döör den Hoogleeraar L. G. Eitsicher aan zijnen ambtgenoot R. van Rees overgedragen. De spreker handelde bij die gelegenheid over de verdiensten van den onlangs overlede. nen Hoogleeraar G. Moll, en wel: 1°. over zijn leven, 20. over zijne ge. 'schriften, 30. Over Zijn karakter. Eene fraaije serenade floor H. II. Stn. denten, aan den afgetredenen en aan den aangekoirienen Rector gegeven, besloot de plegrrgheid van den dag. Uit Nijmegen meldt men van 27 Maart: Wrf voldoen volgaarne aan het verzoek van den hèer Burgemeester van Appeltern, 0% eené édele laad, door eenen inwoner van Appeltern, met name Godron, bedreven, Openbaar te vermeldan: Het was in den voormiddag van den 24 Maart» Hat C. Mooren, bierbrou wer te Hernen (in het district Maas en Waal), vergezeld van zijne huis. vrouw, Johanna Kistemakerin eene huifkar, naar Maasbommel reden. Te Appeltern gekomen, storrtede de kar, door een onvoorzien toeval, van den dijk in de rivier de Maas, en zonder twijfel zonde dit ongeval, in weerwil van alle, dóór velen aangewende pogingen tot redding, het leven van laatst genoemde gekost hebben, zoo niet bovengemelde Godron, deszell's betrek king van echtgenoot en vader van vier nog zeer jonge kinderen vergetende, zich op het eerste gezigt, in den snel vlietenden stroom geworpen had, Hij wendde zich het eerst naar de reeds ver afgedrevene vrouw, en had het geluk; ni de meeste inspanning, de reeds zinkende drenkelinge te vatten, met haar naar den oever te zwemmen, en haar behouden aan wal te brengen. Met behulp, van eenige omstanders, werd zij haar zijne woning gebragt, al waar zij, door de liefderijkste bezorging en ten gevolge van de meest gé- baete middelen, spoeclig teekenen van leven gaf en weldra herstelde. Haar echtgenoot minder ver in den stroom gevoerd, Heeft zich spoedig, met benige hulp, gered. Indien, zoo als men ons meldt, genoemden Godron reeds in de algemeene achting van zijne dorpgenooten deelt, zoo is hij, bij hen en alle braven, idoor deie menschlievende daad, nog in waarde gestegen, en is het te ver. wachten, dat zijne edele handelwijze niet onbeloond zal blijven. Laatstleden Zaturdag morgen heeft H. D. H. de Hertogin Saksen-fPei. par en gevolg, Hoogstderzelver reis van hier naar Rome vervolgd. De herstelling van een van Hoogstderzelver kinderen was buiten vêrwachting toegenomen. De Courtier de la Meuse deelt het volgende berigt medé: P Eene depêche van den Minister van Oorlog te s'Gravenhage, door den Hollandschen Commandant van het fort Lillo ontvangen, heeft tot doel, dien militairen Chef te verwittigen, dat de forten Lillo en Liefkenshoekvóór den 10 April aan de Belgen moetende overgegeven wordenhij zich gereed te houden hebbes om de ontruiming, te bewerkstelligen. N°. ijl m a t'i 30 MAART. SPANJE. Berigten over Parijs van den 27 Maart. Uit Perpigr.an wordt van den jijden geschreven, dat de Christinos op den ióden de stad Ripoii in Catalonie, welke de Carlisten tot hiertoe tot wapen plaats gebruikt hadden, na een hardnekkig gevecht haddén ingenortfen ..waarbij veel oorlogstuig en eer.ige honcterde gevangenen in hunne handen waren ge vallen. I. BAvoNNE'den 23 Maart. Eene nieuwe expeditionnaire colonne der Car- li."en is uit de vallei van Menar.aar het binnenland vertrokken. Zij is 8 ba taljons voetvolk en 300 ruiters sterk. Die colonne, welke door den Graaf de Negri wordt aangevoerd, werd aan den regter vleugel door Castor Ar Je. chaga en aan den linker vleugel door den Brigadier Goisi ondersteund. De corpsen der Christinos onder Latre en Castancdahebben te vergeefs ge tracht, om dezen inval te keer te gaan; de Carlisten zijn tot Sonciilo, in de streek van Villarcayo en Reynosa voortgerukt. Men weet niet of zij den Ebro bij den oorsprong dier rivier overtrekken, dan wel die rivier omtrekken zal, om hetzij in Casiilie, hetzij in Asturie te vallen. Het hoofd van den aigemeenen staf van Don Carlos, Generaal Guerguiis bij het vertrek dezer troepen tegenwoordig geweest. Van de zijde der Carlisten wordt gemeld, dat de colonne van Negri den I7den de troepen van den Generaal Latre, die hem den doortogt wilden be twisten, te Puence Ribero verslagen en daarvan een Kapitein en 20 soldaten gevangen gemaakt heeft. Na dit voordeelig gevecht, was de colonne Car listen van Negri den 18 Maart te Arenosalwaar eene brug ligt, en welke plaats elf ure van Burgos verwijderd is, over den Ebro getrokken zoodac zi' zich reeds ten zuiden dier rivier bevond. Espartero had den iSden uit Logronó eene versterking van troepen naar Burgos afgezonden. - De Carlisten hebben zich van de stad Caparosso, in Navarre, meester gemaakt; zij hebben het garnizoen overvallen, dat zich, zonder slaags te zijn geweest, heeft overgegeven; hetzelve bestond uit 200 man. Uit Madrid wordt van den 17 Maart gemeld: Men zegt, dat het Gouvernement, om het einde van den oorlog te be. spoedigen, aan het Engelsch Gouvernement, door tusschenkomst van den heer de Villicrs, 50,000 geweren lieefc aangevraagd, alsmede versterkingen voor de kruisers, langs de kusten van de Middellandsche zee. Espartero heeft een corps soldaten aan de grenzen geplaatst, alleen met het doel, 0111 krijgs- en mondbehoeften, die in menigte aan Don Cartas uit Frankrijk worden toegezonden, op te ligten. TelegraïhischE' Deïeches. Bayonne, 26 Maart. Volgens besluit van den ipden, is de Generaal Latre benoemd tot Minister van Oorlog, ter vervanging van den Generaal Caratala, die zijne dimissie gevraagd had. De afdeeling van Pardinas, is den ipden te Madrid aangekomen. Dem zelfden dag was Basilio, te Aljofrin. De Carlistische expeditie werd van den kant van Palencia vervolgd door de Generaals Latre en Buercns. DüITSCHLAND. Uit Weenen wordt melding gemaakt van het overlijden van twee bejaarde personen: de eerste, Peschinger geheeten, stierf in Oen ouderdom van 109 jaren te Graetz. Hij was een oud zeeman; had van zijn elfde tot zijn ze ven en tachtigste jaar als matroos, eerst voor Napels en daarna voor de Engelsche Compagnie naar de Oost-Indien gevaren. Hij had 27 reizen naar China en 8 naar Amerika gedaan. Nooit ziek geweest zijnde, stierf hij plotseling. De ander, Teleki geheeten, overleed te Buda, in Hongarije, in den ouderdom van lol jaar. Deze was oud-Luitenant bij een husaren- reginient en had onder de Keizerin Maria Theresia gediend. Nadat de overstrooming van den Donau in de steden Ófen, Pestb en om. liggende plaatsen, gedurende den.15 en ió Maart nog veel schade aangerigc had, is eindelijk het water den tyden, door het losgaan des benewaarts zit. tenden ijsdam, aan het vallen gegaèn, Treurig zijn de berigten omtrent de kampen, welke die overstrooming heeft.te weeg gebragt. Bijna alle geringe huizen, in de steden en op het platte land zijn door de weekheid van den grond ingestort; dat lot is ook aan onderscheiden stevig gebouwde huizen te beurt gevallen. Reeds wist ttien van 200 menschen, die hun graf in het water gevonden hadden; ontelbaar veel vee was verdronken. De Keizer 'van Oostenrijk heefc dadelijk 20,000 fl. C. M. bijgebragt om den rampspoed te lenigen, de Keizerlijke famielje heeft ook aanzienlijke sonnnfen toege. staan. Door hec geheel'e Keizerrijk zal eene colleête gehouden worden. Om eenigzins aan de verliezendoor dien watervloed veroorzaaktte gemoec te komen. Hec war er had de hoogte van 30 voeten bereikt, hetgeen onder scheiden voeten hooger was, dan de vreesselijke watersnood van 1775. Uit Berlijn sthmfc men over een handelsverdrag, dat met Dnitschiand en hec NederléndscHe Gouvernement, zon aangegaan worden en tot hecwelke reeds in het verloöpen jaar pogingen waren aangewend, hec volgende: Met gespannen verwachting ziet men op de verrigtingen der Holiandsche Gevolmagtigden, die andermaal te Berlijn verschijnen om door een handels verdrag met het groote Duiische tolverhond zich te vereenigen. Men zal zich herinneren, dat de heer Róchüssën en diens reisgenoot reeds vroeger, met een dergelijk doel, hier zijn geweest, doch toen slechts eene Rhijn- scheepvaarc-overeenkomst tot stand bragten, en het gewig igste gedeelte van hunne zending onvervuld lieten. Na "nun vertrek vatte de man, die de eerste drijfveer was geweest, de heer IVythojf, associé der groote suikerfa- brijk van Rupe en Cörhp. te AiriScerJam. de onderhandelingen weder op, en aan zijnen onvermoeiden ijver is het inderdaad gelukt, aan de uitzigten een zoodanig voorkomen te geven dac hoogst waarschijnlijk een voor beide nee len gelijkelijk gunstig verdrag hec gevolg daarvan zal wezen. Te gelijker tijd is de heer Lehon als Belgisch onderhandelaar hier verschenen, en nade msai hec Belgies vurige wensch is en moec zijn om voor deszelfs nijvere provinciën tot zelfs de diepste deeien van het groote Duitscbland.te zien openstellen, hetwelk spoedig door ijzeren wegen naauw daarmede zal ver bonden Zijn, en terwijl hec tevens naijverig op Holland moet wezen, zoo is het te hopen, dat ooit hiér weldra ten dezen opzigte heilrijke onderhinde. lingen zullen worden geopend, Men schrijft uit Aken van den 2osren dezer: De Pansel'jke Nuntius te Brussel, Monsignore Spinelii, heefc voor ge oorloofd gehouden, geestelijke zendelingen in de Ketilsche dioecese af te vaardigen; en aan iederên Priester eene, op bijzonderen last van den Paus,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1