'SPAN j E. Bert pen oi'er Parijs van den lt> Maart. 'Omtrent liet gevolg van de gebeurtenissen te Saragossa, wórdt het vól gende gemeld: Saragossa, 6 Maartten 5 ure na den middag. Het regesgeding van den Generaal Estellerden onder-bevelhebber van Arragon, wien her volk als zijnde hij verdacht van de Carlisten binnen de 'stad te hebben gebragt, in hechtenis had genomenwordt thans opgemaakt. Te gelijk wordt zijn vriend Gutieuresdie bij het plaats gehad hebbend ver, raad 's mans handlanger is geweest, in regten betrokken. De verbittering 'des volks is ten toppunt gerezen, en het zou niet te verwonderen zijn, dat hier de onafhankelijkheid van Arragon wierd uitgeroepen. Met aantal der gevangene Carlisten bedraagt 830. Met is hier rustig, maar wij (de voor standers van de zaak der Koningin) blijven gewapend. Ol^ron, 8 Maart. Den 6den ten 3 ure na den middag is te Saragossa de onder-bevelhebber Jder provincie, Esteller, met twee zijner vrienden en een Kanunnik der hoofd kerk, door hec volk vermoord. Men heeft hunne lijken door de straten gesleept* Bij het vertrek der brievenmaal eischte het volk nog de hoofden van den burgelijken bestuurder Mcrerio en -van verscheidenen zijner onder ambtenaren. De wanorde is te Saragossa ten top g'estegen. 'Het laagste ge peupel heeft eene Regerings-Coinmissie benoemd, die op het raadhuis hare zittingen houdt; eene andere door d-e nationale vgarde benoethde Regerings commissie 'heefc haren zetel op het paleis gevestigd. Beide die opgewor- pene besturen zijn het in één opzigc volkomen eens, namelijk in het vogel vrij- verklaren en hec aanvijzen der personen, die als slagcofrers der woedè van het graauw moeten vallen. Zij denken ér aan, om eene regelmatige Regerings-junta te benoemen en de stad onafhankelijk te verklaren. Logronö; 8 Maart. Espartero heeft, bij het Vernemen der gebeurtenissen van Saragossa, den Generaal P. Riberoaan het hoofd eener brigade daarheen gezonden, met lasc,\om alle personen, die van veistandhóiiding met de Carliscen verdacht zijn, in hechtenis ce nemen, en gevankelijk naar Logrono te voeren, alwaar zij voor eene militaire vierschaal te regt zullen worden gesteld. Men verwachtte te Bayoniievolgens berigten van 9 Maart, dat er wederom binnen kort eene Carlistische expeditie den Ebro zou overtrekken. Espartero echter zou die onderneming trachten te beletten. De tegenstrijdige geruchten die sreeds wegens de bewegingéb van den Carlistiscbén bevelhebber Don Basilio Garcia worden verspreid, worden in berigten uit Madrid van den 3 Maart, daaraan toegeschreven, dat hij zijne colonne en de met hem vereenigde partijgangers in verscheidene corpsen heeft verdeeld, die minder het regtsrreeksch bestrijden van de troepen déï Koningin, dan wél het verontrusten en smaldeelen daarvan ten doel hadden. Zoo was Basilio zelf laatstelijk in persoon te Fuentiduenas, aan den Taag, op slechts zeven uren afstands van Madrid, aangekomen; hetgeen den Ge neraal Qttiroga aanleiding gegeven had. om met eenige ruiterij uit de hoofd, stad tegen de.ze plotseling genaderde vijanden op ce trekken. Te geiijk ston den andere Carlisten onder Palil/os te Valdepena'sen hield zich nog weder een ander corps onder Tallada nabij .Cuein^a op terwijl eindelijk de aan Garcia gehoorzamende benden in Murcia waren achtergebleven. De snelle bewe gingen van cteze rondzwervende benden, die somtijds op eenen enkelen dag ■twaalf uren afleggen, maakte hec vervolgen daarvan uiterst moeijelijk. Uit San-Sebascian wordt geschreven, dat de pogingen om een nieuw ^Engelsch legioen zaam te stellenzoo goed als mislukt zijn. Telegraphische Depeches. Bayonne, 14 Maart Het Ministerie van Oorlog is voorloopig door den Generaal Caratalla aan vaard geworden. Üen 27Sten is Tallada door Parditias te Casrril volkomen [geslagen. De Carlisten hebben daarbij looó man verloren. Van den anderen kant heeft Basilio het fort Puercollano bemagtigd.. Te Saragossa is de rust hersteld, terwijl er'tot den ioden niets belangrijks uit de provinciën is te melden. Bayonne, 14 Maart Den 26sten Treeft de Brigadier, Tardinos te Castril de factie van Talladd overvall'éti welke hij geheel verstrooid en waarvan hij al het materieel ge nomen heeft. Tallada zelf is den Maart, door de nationale garden van Barran gevangei? genomem Basilioalleen over de magt, vdie hij nog bij zich heefc, kunnende be schikken, zoekt in Estramadura te komen. Blijkens beri.gten uit Madrid van 7 dezer heeft de Senaat eindelijk beslist den Infant Don Francisco de Paula niet als lid zitting te verleenen. De Kamer der Afgevaardigden heefc eene Commissie benoemd om het Gouver- nements ontwerp, wegens de voortduring der tienden-belasting, te onder zoeken. Men denkt wel dat zij voor een jaar zal toegestemd worden. Het Gouvernement heefc het bevel uitgevaardigd om de versterkte punten van Neder-Arragon voorloopig ce ontruimen. Basilio heefc zich met 1500 man van Valdepenas meester gemaakt; terwijl een ander Carlistisch opperhoofd Calzada de Calatrava bezet houdt. Men verzekert, dac H. M. de Koningin, op het voorstel van den heer Monheden avond een besluit zal teekenen, om 40 paarden uit H. M. stallen af te staan, in vermindering Van hec getal, hetwelk in de hoofdstad is gerequireerd. DUITSCHLAND. Op bevel van de Oostennjksche Regering hebben de Poolsche vlugtelin. gen, die ten gevolge van den Poolschen opstand naar de Öostenrijksche Staten gevlugt waren, aanzegging ontvangen, om dat grondgebied te ver, laten. Zij zullen op kosten van het Rijk over Triest naar Amerika gevoerd worden. Hnn aantal schijnt niet groot te wezen; dë reden van hunne ver wildering kent men niet. Munchen den 9 Maart. De onderhandelingen met het Fransche Hof heb ben eenen gelukkige uitslag opgeleverd. De verbinding tusschen onzen kroon prins met de dochter van Lodetvyks Philips is alS gesloten te beschouwen. De keuze van den Prins alsmede de oorzaak, waarop de toestemming zijns Ko- ninglljken vaders berust, zullen deelneming vinden bij allen, die de bevesti ging der bestaande Europesche aangelegenheden en de vreedzame ontwikke. iing van alle daarin werkzame zaken verlangen. Z. K. H. de Hertog Alexander van Wurtemberg en Gemalin zijn heden namiddag alhier aangekomen, Het adres van antwoord door de Hanoversche Stenden aan 2. M. den Koning Overhandigd, wordt thans, benevens bet antwoord des Konings op hetzelve, door de Hanoversche Zeitung bekend gemaakt. Het adres van ant woord luidt aldus: AUerdoorluphtigstegrootmagtigste Koning! Aliergenadigste Koning en Heer! „Aan de volgens hec patent van 7 December 1819 rondom U. K. M. ver. ëenigde Stenden is het ontschatbare voorregc ten deel gevallenhet eerst als orgaan van .het geheele land, de liefde en het vertrouwen té betuigen, waarmede de harten van alle onderdanen U. K. M. huldigen. „De vele jaren, gedurende welke het Koninglijke Huis gescheiden was van het Duitsche vaderland, hadden, wel verre van de band tusschen Vorst en onderdanen te verzwakken, den terugkeer des Landsheers in het midden zij ner getrouwe onderdanen op het levendigst en vurigst doen verlangen, en aan U. K. M. wiel het schoone lot te beurc, dezen vurigsten tvensch des geheelen lands te kunnen vervullen. Indien U. ,K. M. de ondubbelzinnigste blijken van de genegenheid én liefde, ja van de grootste geestdrifc, in geljjke mate ondervond; als in dier. noodlottiger tijdtoer de bevrijding des vaderlands van Ree '•.-•fizz.tuli.Vfc geweid gepaard ging mee 'de zegenrijke verschijning van U. K. M-, dar. levert dit het verblijdende bewijs op-, dat Ur. K. Ms. getrouwe onderdanen eene zoo groote weldaad, els hun door de terugkomst van hun Vorsten-huis te beurt vielniet onwaardig waren. Allerdoorluchtigste Koning en Heer! Gfschoon het allerhoogste patent van 1 November des vorigen jaars, waardoor de "Staafs-grondwet van den 26 September 1833 buiten werking gesteld werd, vele Ur. M. getrouwe onderdanen met bezorgdheid vervulde, zoo heeft toch deze gebeurtenis nooit het algemeen vertrouwen kunnen doen wankelen, dat eer, Koning", welke eens uit vrije beweging het vaderland ter hulp snelde, ren einde het onregte te bestrijden slechts volgens het regt zou willen regeren. „Indien eclner op de Stenden de zware pligt berust, om door hunne me. dewerking niet slechts de bezorgdheid re doen verdwijnen, welke vele Hr. Ms. getrouwe onderdanen koesteren, maar ook otn tot de vestiging van een duurzamen toestand naar vermogen mede te werken, dan kunnen de Stónden niet anders dan met de levendigste dankbaarheid de aliergenadigste woorden Ur. Ms. vernemenwaarmede ook zij zich naar het eenige ware standpunt voor hunne pogingen, van hetwelk iets duurzaamste verwachten isnaar het standpunt van regt en wettigheidverwezen gevoelen. „Op dezen weg hopen de Stenden alleronderdnnigst zich over den aller, hoogsten bijval van U. K. M. te zullen mogen verheugen, maar ook tevens te zullen bijdragen tot de vestiging van eenen toestand, die aan de ware wenschen des iands beantwoordten daardoor den zekersten waarborg voor deszelfs duurzaamheid bevat. „In de met het warmste gevoel uitgedrukte betuigingen van liefde, onder- daanstrouw en onwankelbaar vertrouwen gelieve U. K. M. hec bewijs te willen vinden, dat Ur. Ms. getrouwe Stenden de vertegenwoordigers der ware gevoelens van het vaderland zijn." De Koning heefc op het adres het volgende geantwoord Mijne Heeren „Met de levendigste vreugde heb ik de verzekeringen van de genegen heid, liefde en trouw vernomen, welke de algeraeene Stenden-vergadering mij in het door U, mijne heeren, overhandigde adres gegeven heefc. Aüe échte Hanoveranen koesterden ten allen tijde zulke gezindheden jegens hunne stam-Vorscen. Vastelijk op deze gezindheden bouwende, verscheen ik, ge lijk gij zeiven vermeld hebt, voor 25 jaren, slechts van een klein aantal krijgslieden vergezeld, in ons dierbaar vaderland, om de door vijandelijk ge weld onvergevvorpene stastsregeling te herstellen, en alleen het door de ge liefde Hanoveranen mij bewezene, onbegrende vertrouwen kon mij de uit voering van dat plan mogelijk maken. „Openlijk en zonder eenig heimelijk bijoogmerk verklaarde ik aan de alge- meene Stenden-vergadering, bij derzelver opening, mijn stelligen afkeer van een op louter willekeur gegrond regeringsstelsel. Juisc daarom ben ik echter ook een opregc vriend eene constitutionele staatsregeling. Mijne vurigste wenschen, mijne ijverigste pogingen strekken ter bevordering der welvaart van de, door de Goddelijke Voorzienigheid mij toevertrouwde onderdanen, en vast is mijn vertrouwen op de waardige Stenden mijns Koningrijks, dat ook zij ter bereiking van dat groote doel het hunne bijdragen en aan mijn vertrouwen beantwoorden zullen. Alle waar geluk is verre van den Vorst, wanneer hij niet de overtuiging kan koesterendat ook zijn volk gelukkig is 1" Men meldt uit het Hertogdom Nassau van den 6 Maart: Z. M. de Koning der Nederlanden heeft tot Ridder van de orde van den Nederlandschen Leeuw benoemd, den Opperraad van publiek onderwijs, DrFriedemanr.Directeur j van hec gymnasium te Weilbourg, ter betuiging van de hooge tevredenheid van Z. M., voor hetgeen in hec belang der in. rigtingen van hooger onderwijs te Luxemburg gedaan is, waarheen voor. noemde Friedemann zichmet eene bijzondere zending belast, had heen begeven. GROOT-BRITANN1E, Londen den 14 Maart. De voorgestelde veranderingen in de wet tot af schaffing der slavernij in de Engelsche koloniën, zijn in het Hooger-Huis voor de tweede maal gelezen. Op den 22Sten is eene behandeling van de zelve in comitté bepaald, als wanneer men in dit ontwerp gewigtige amen. dementen verwacht. In hec Lager-Huis heeft de gewezen bevelhebber van her Engelsch legioen in Spanje, Colonel Evans, gisteren eene lange redevoering gehou den waarin hij zijn gedrag als bevelhebber van dat legioen verdedigd en het gedrag van het legioen zelve in het algemeen geprezen heeft. Wel heeft hij toegestaan, dat erdoor hetzelve gruwelen bedreven zijn, doch te vens ook aangetoond, dat het uit vele te voren niet gedisciplineerde solda ten bestond, als ook, dac de Carlisten en Chriscinos op nog veel wreder wijze, dan het legioen waren re werk gegaan. Ten slotte heeft hij trachten te betoogen, dat hetzelve vele gewigtige diensten aan de Constitutionnele Regering in Spanje bewezen had, en op een 150 manschappen na, die toen ter tijd afwezig waren, geheel was afbetaald; voor de volle afdoening der officieren zou hij bij het Madridsche Gouvernement aandringen. Sir H. Hardinge heefc, in naam van de behoudende partijhet woord tegen hem gevoerd, hoewel zijne rede niet zoo zeer tegen den Colonel als wel tegen de Spaansche Regering en vooral de Erirsche gerigt was, die hec le gioen had uitgezonden. Hij haalde uit openlijke geschriften van officieren de bewijzen aan van het gebrek, dat het legioen geleden en de slechte ver zorging, die de zieken gehad hadden. In de zitting van den 27sten Maart zal Lord Elliot een opzettelijk voorstel doen, om de staatkunde van liet Ministerie ten aanzien van Spanje te gispen. FRANKRIJK. Parijs den i6 Maart. Tn de Kamer der Afgevaardigden is aan de orde van den dag de beraadslaging over het door den Minister aangevraagde crediec voor geheime uitgaven. Onderscheiden sprekers hebben in de zitting van den jjden het woord gevoerd. Op het einde van die zitting wilde de Minister de Mqntaliyet het spreekgestoelte beklimmen, om op de gemaakte bedenkin gen te antwoorden, toen hij door eene plorselinge ongesteldheid werd over vallen, die hem noodzaakte de zaal te verlaten en weggèbragt te worden. Den volgenden dag heeft de Minister Molê het woord opgenomen, en hec Bestuur verdedigd tegen de daartegen ingebragte klagten en bezwaren, waar* bij hij de partij der Doctrinaires verweet, dat zij niet zoozeer naar het be wind zeiven streelde, als wel onophoudelijk trachtte de Ministers te over. heèrschen en hun dagelüks de les op te lezen. Hij meende, dat hij en zijne ambtgenooten voldaan hebben aan hec doel, dat zij zich voorgesteld hadden, toen zij het roer van den Staat aanvaardden, namelijk, dat zij den tegen- woordigen staat van zaken hadden hevestigd en de toetomst verzekerd, en dat juist die goede uitslag den nijd en de afgunst hnnner vijanden had opge wekt. Hij eindigde met de verklaring, dat de aangevraagde som den Minis* ters onmisbaar was, en dat zij de geringste vermindering daarop zonden be schouwen als een blijk, dat de Kamer "hun haar vertrouwen weigerde. Tegen hem heefc nog, benevens anderenOdillon Barrot het woord gevoerd, In dezelfde zicting heeft nog de heer Guizot gesproken, en vrij scherp het Ministerie van zwakheid en onberadenheid beschuldigdhoewel hij zelf voor de voorgedragen wet zou stemmen. Daarop heefc de Minister Molè wederom het woord gevoerd er. zich zeer verwonderd getooni* dat van onderscheiden kanten het Ministerie werd aangevallen, daar het zelve alle mogelijke moeite gedaan had om orde en rust te bewaren en daarin ook volkomen was geslaagd. De algemeene., verslappingdie thans bestond, schreef hij aan de overmaat van algemeene rust toe. Hec Minis terie zou echter door deszelfs tegenstanders niet gedwongen worden, des» zelfs betrekking te verlaten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 3