A\ 1838. LEYDSCHE WOENSDAG, W BITOT®! rmtm 'r£5^ C O U R A N Si FEBRUARIJ. KENNISGEVING. Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij dezen, ingevolge j«ene circulaire missive van Mijnheer den Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Holland, van den ioden dezer maand, ProvinciaalbladN°. i<5J),ter kennis van degenen» die zulks zoude mogen aangaan, dat Zijne Maj.bij besluit van den 16 January bevorens, N°. 50, den last heeft gegeven tot net aanschaffen van een zeker getal *csaiikte Trekpa-raen voor den dienst der Artillerie, en zulks binnen den kortst mogelijke» tijd, bij vnjwil- ligen afstand der eigenaren, onder keuring van beëedigde deskundigen, dour de respective Heeren Gouverneurs benoemd, ten overstaan van daartoe door liet Departement van Oor log te bestemmen Officieren, en tegen dadelijke betaling in klinkende muntvan we ge dat Departement. Dat het getal der alzoo te leveren Paarden, is bepaald op één honderd (100J Trek paarden. Dat voorts desenen, welke tot het leveren van een gedeelte in het opgegeven aantal Paarden, ten dienste van liet Rijk, mogten genegen zijn, zien tut dat einde met lumne Paarden, tusscnén den 26sten en aSsteu dezer maand, bij het lip»«ld van het Stedelijk Bestuur van Gorinchem kunnen aanmelden, onder wiens leiding en toczi. t, de taxatie ui provisionele k >op der Paarden, behoudens de keuring der bovenbedoelde Officieren, zal geschieden, cn vervolgens,.door de zorg van den ileer Gouverneur van Zuid-Holland op de dadelijke betaling order worden gesteld En ten einde ieder belanghebbende zoude weten, welke de voorname.verciscbten van Paarden voor do -Artillerie- zijn, zoo wordt alhier ier kennis van dezelve gebragteen EXTRACT 'uit de gewone Conditiën van Aanbesteding van Trekpaarden voor het wapen der Artillerie. Voorname yereischten van de Paardenvoor den dienst der Artilleriegelrokken u{t de Voorwaardenwaaroplot dus verrede levering publiek is aanbesteed. De Paarden zuilen nier jonger dan vijf (5} jaren, nog ouder dan zes (6) jaren, moeten zijn. i De trekpaarden zullen niet kleiner dan dén el vijf palmen, vier duimen en niet groc- ter dan één cl, zes palmen mogen zijn, alles gemeten, onder een galg, van den kant van net ijzer der voorhoef, tot op het midden van dén schoft. De Paarden moeten, zijn ruinen of merriën, langstaarten, voorts bruinenvossen of 'zwarten; geene bont-tyitte» zullen aangenomen worden; eveneens geene klophengsten. De Paarden moeten zijn wel gevormd, geëvenreaigd in hunne dëelen en sterk, met eenen uitgebouwde» schoft, breede borst x vier goede beenenvrij van spatten en gallen, hooge en harde hoeven, kort gekoot, goed van gezigt en zonder eenig gebrek aan de oog en, I ebbende vooral eeilen goeden adem cn geschikt zijnde voor den dienst, waartoe zij bestemd zijn. Leydenden 19 February 1838. Burgemeester en Wethouders voornoemd J. G. oe Mey. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du Pui. aar E- rs, de. is 2. on- met 3* tot 1 m der, den len, elen 1 bij en* NEDERLANDEN. Leyden den sisten February. De 21ste verjaardag van Z K. H. den Erfprins van 'Oranje, is gfsteren ■alhier op de gebruikelijke wijze gevierd geworden. Het heeft Z. Maj. behaagd, bij besluiten van den ipden dezer N°. 1 en N°. 2, aan Z. "K. H. den Erfprins van Oranjezitting te verleenen in den Raad van State, en denzelven te benoemen coc Generaal-Majoor, met opdragt tevens aan Z. K. H. van het commando over de iste brigade van de iste divisie infanterie. Bij laatstgemeld besluit zijn nog gedaan de volgende benoemingen: Tot Generaals Majoor, de Colonels: ,7. A. H. de la SarrazDirecteur van het Departement van den Grootmeester der artillerie; F. J. T. van der IP'yck Directeur in de 4de fortificatie-directie en IV. ValterDirecteur in de iste fortificatie directie, beiden onder voortdurend genot van hun tegenwoór dig tractement; C. H. L. M. H. S. Baron von Ouadt Huchtenbruckvan de Usfe 'afdeeling infanterie, en tevens tot Commandant van de 2de brigade van ae 2de divisie infanterie; Jonkheer R. /l. Klerckvan de afdeeling grenadiers, en tevens tot Commandant van de 2de .brigade der iste divisie infancerie 0. .7. H. Graaf van Limburg Stirum% Adjudant van Z. K. H. den Prins van Oranjeuit welke betrekking hem een eervol ontslag is verleerd; zijnde hij 'tevens benoemd tot Commandant van de 2de brigade van de 3de divisie infanterie P. T. Knollvan de 18de afdeeling infanterie, en tevens toe provincialen Commandant van Zeeland'; R. de Muraltvan het algemeen depoc der lard- magt, N°. 33, en tevens tot provincialen Commandant van Utrecht; onder verdere bepaling, dat hij voorloopig het plaatselijk commando der stad Utrecht zal blijven waarnemen J. van de PollDirecteur van 's Rijks stoeterijte rBorcnlo; C. .7. J Baron de Pos<onvan het regiment landers, N°. jo, en Commandant van de iste brigade cavalerie; 77. Baron de Roisin, zónder be zwaar der schatkist; .7. van Duinenvan de 14de afdeeling infanterie.en tevens tot Cofhmandanc van de iste brigade van de 2de divisie infanterie; H. A. de Hartvan de 17de afdeeling infanterieen tevens cot Commandant van de isre brigade van de 3de divisie infanterie; H. Èaron van Heerdt tot Eversbergvan de 10de afdeeling. infanterieen tevens tot Commandant van de 3de brigade der reserve-divisie .7. C. de fValdkirch, Adjudanr van Z. K. H. Prins F/ederik der Nederlanden, uit welke laatsre betrekking hij eervol is omslagen, zijnde hem tevens verleend, het tractement van non-activiteit aan den rang van Generaal-Majoor verbonden, onder verdere bepaling, dat hij desniettemin t,er beschikking van Z. K. H. Prins Frederiktex Nederlanden tal verblijven; D. A. de Fremeryplaatselnken Commandant van de 2de klasse te 's HerrogenboschA. A. van Diepenbruggeplaacselijken Comman dant van 2de klis se te Nymegen, en eindelijk, J. J. Simonsgewezen plaac selijken Commandant van Bergen op Zoomthans het tractement van non activiteit genietende, de drie Iaatstgemelden zonder bezwaar der schatkist. Voorts zijn benoemd: Tot Commandant van de afdeeling grenadiers, de Colonel Jonkheer .7. IV. fiverts, van het 2de bataljon jagers; tot Commandant van het 2de bataljon jagers, de Luitenant-Colonel D. G. Herr, van de 2de afdeeling infanterie; tot Commandant van het iste bataljon jagers, de Majoor KA.Goetzvan de 17de afdeeling infanterietot Adjudant van Z. IC. H. den Prins van Oranje de Majoor P. G. R. Baron Snouckaert van Schauhurg. van het regiment lan 'ciers N°.» 10; tot Adjudant van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden; de Majoor .7. D. Barrevan de 12de afdeeling infanterie, thans gedetacheerd bij het Departement van Oorlog, uit welke laatstgemelde betrekking hij te vens eervol is ontslagen, en tot Commandant ad interim van de icde afdee ling infanterie, de Luitenant-Colonel .7. H. Voetvan het iste bataljon jagers, die tevens bij de gemelde afdeeling is overgeplaatst. Als Vice-Consul van Zweden en Noorwegen te Harlingen en voor de overige Vriesche havens is erkend de heer JJpeus Rodenhuis Pieteiszn Men meldt uit 's Gravenhage van den'19 Februarii: Bij gelegenheid van den verjaardag van Z. K. H. den Erfprins van Oranje9 was er dezen middag Familie-diner ten Hove. Dézer dagen is alhier aangekomen de Generaal-Majoor van Balveren die voorloopig belast is met de inspectie over de depóts der corpsen cava lerie, komende van Nijmegen, alwaar zijn hoofdkwartier gevestigd is. Voorts zijn alhier aangekomen Mr. TV. C. ReteweijerAgent van koophandel inde Berbtcewonende te Amsterdam, en, op zijne doorreize, de ICabinets-ren- bode ,GroenitJg\ belast met depêches voor het Pruissische Hof. Voor het Hof van Assises der provincie Holland, zuider kwartier, iste kwartaal, welke op heden, onder voorzitterschap van den héér van Nes van Meerkerkalhier geopend is, zullen 29 zaken worden behandeld, terwijl 35 personen voor dit Hof zullen teregt staan, .waarvan 12 beschuldigd zijn wegens diefstal in dienstbaarheid en compliciteit, 14 wegens onderscheidene andere crimiiieele diefstallen, 3 wegens diefstal in eene herberg, 1 wegens verwonding, 1 wegens mishandeling jegens zijne wettige moedei, 1 wegens diefstal van een paard uit de weide, 2 wegens valschheid en 1 wegens valsch- heid in geschriften van koophandel, welke laatste beschuldiging ten laste wordt gelegd aan .7. A. Holt uswoonachtig te Rotterdam, in welke zaak, die den 12 Maarteen aanvang neemt, 40 getuigen zullen worden gehoord en die dus onderscheidene dagen het Hof zal bezig houden. Naar men ver neemtzal de Wel-'Ed. Gestr. heer Advocaat Bèelaerts van Blokland den be schuldigde als raadsman adsisteren, terwijl de We!-Ed. Gestr. heer advocaat- Generaal van Maanen de fnnctien van het openbaar Ministerie in dit proces zal waarnemen. De Staats Courant van den ipden dezer, bevat onder dagteekening 's Gravenhage den 17 February, het volgende: Uit de heden ontvangene berigten van onze Nederlandsche rivieren blijkt, dac net ijs niet slechts daarop overal nog vast ziemaar ook door de op nieuw ingevallen, sterke vorst, hier en daar weder in dikte is toegenomen; terwijl te gelyk op de meeste punten een aanmerkelijke aanwas van water wordt waargenomen. Den i4<Jen hebben in bet'^',0^^,00 Pruissischen Rbijn bij Wezel en Xancen eenige bewegingen plaats gebad:;: doch zij waren van weinige beteekems, en hec ijs heeft zïcK spoedig weder gez.ee. Te Nijme gen werd de rivier den i5den nog door zware vrachten ge'passeerd. Te Am® hein was hec 111 den Neucrrhun den lóden 42 dtifrn dik. Uic Amsterdam melde men van den 19 February: Gisteren avond, omstreeks te n ure is er brand ontstaan in de woning van de wed. Schoorop het Amstelveld, N°. 64, ten gevolge waarvan hec bovenste gedeelte dier woning geheel en al is uitgebrand. Acht spuiten vva. ren in werking en reeds te middernacht' was men de vlam nagenoeg 'meester, cerwyl de brand eerst ie ruim drie ure geheel is gebluscht. Voor zoo verre men weet is de schade van geen groot belang, en is de op nieuw aan den dag gelegde ijver der brandspuitgasten en de goede besturing der spuiten allezins lofwaardig geweest; zijnde daardoor voórnamenlijk de verdere ver spreiding voorkomen. De oorzaak van den brand is onbekend en alles is geregeld afgeloopen. Iets vroeger had zich ook in de Latiwrierdwarsstraat een begin van brand geopenbaard, maar deze is men nog zonder hulp van brandspuiten meester geworden. AMERIKA. Het berigc in onze vorige medegedeeld omtrent de ontruiming van Navy- [slandhet eenig punt, dat de Karadasche opstandelingen onder den Colo nel van Rensselaer bezet hielden, heeft zich thans bevestigd. De be rigten over Engeland uit Kanaoa ontvangen, loopen tot de helft van Janu ari] en declen mede, dat de Briische artillerie steeds begonnen was Navy- Island met hevigheid te beschieten, heigeen echter door ran Rensselaer nut de zijnen, die omtrent 1000 man sterk, en goed van geschut voorzien waren, krachtdadig werd beantwoord. Door tusschenkomsc echter van de Vereenigde Staten meende men, hadden zij besloten om het eiland te verlaten en op het grondgebied van die Staten een veilig coevlugtsoord te zoeken. In Amerikaansche dagbladen van den 21 en 23 jamiarij jl. wordt gezegd, dat de .opstandelingen geweken zijn naar een eiland dezerzijds liet lort Malden hetwelk aan het uiteinde van het meer Erie ligt, maar dat zij als van hulp. middelen verstoken, spoedig zich zullen moeten verstrcoijen. liet gedrag der Amerikaansche Regering, gedurende dezen opstand, is volkomen onzijdig geweest, en er is weinig twilfeldat de non-interventie der Vereenigde Sta ten in den strijdde oorzaak van der opstandelingen vlugt is geweestdaar zij grootelijks op bijstand van die zijde hadden gerekend. De zaak der stoomboot Caroline heetc aanleiding gegeven tot eene eenigzins bittere briefwisseling tusschen den Colonel M'Nat, dén Commandant der Ijricsche vrijwilligers, en den, van wege de Vereenigde Staten, het commando voerende officier. Hec schip schijnt echter de eigendom der opstandelingen te zijn geweest, en de eenige schennis, waarover thans nog geklaagd wordt, schijnt teziin, dat hec Vaartuig van deszelfs ankers werd afgesneden, binnen de grenzen o'er Ver eenigde Staten. Verscheiden der kogels en grenaten, van de Kanadasche zijde van Navy-Island geschoten, ziin op Amerikaanschen grond neérgeko- men en ook dit. heeft tusschen de onderscheidene Gezagvoerders 00 de plaats eene gramstorige briefwisseling te weeg gehragc, daar zij buitendien weêr- zijds zeer genegen toe tivist ziin; doch in deze gezindheid schijnt niet door het Gouvernement of door het gros der bevolking gedeeld te worden. Tusschen den heer Fjx den Britsche Gezant te Washington, en den heer Forsyth, van wege de Vereenigde Staten, was insgelijks eene hriefw:sse!ing gevoerd geworden, ter zake van liet marcheren van een corps Britsche troe pen over her, tegenwoordig tusschen de Vereenigde Scaten en Engeland in geschil liggend, grondgebied. Deze brietwiseliiig was echter bevredigend geëindigd. Mackenzie en de heer van Renssellaer waren, hij hec aanlanden in de Ver. eenigde Staten, gevangen genomen, doch onder borgtogc weder op vreijé voeten gesteld. Men zegt, dat zij andermaal troepen verzamelen, doch dit baarc slechts g,eringe bezorgdheid. Een der dagbladen van New-York ge- waagt van te Toronto uitgebroken onlusten, doch aan dit berigc wordt lut tel geloof gehecht. SPANJE. Berigten over Parijs van tien 17 Februari/, Uit Madrid, wordt van den ^den geschreven, dat men aldaar de tijding had ontvangen, dat het leger van den Carlistischen bevelhebber Garcia in de vlakte tusschen Baeza en Ubeda door Sanz en Pardinas verslagen was ges worden. Daar dit berigc van eenen kant komt, dfc de partij der Koningiti begunstigt; verdient hetzelve nadere bevestiging. .,juK ui(auL(, VeJ 3qS qiM.Z'S )1R

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1