A*. 1838. leydsciie COURANT. _y/KÏ.TlJtN ,1 Ci.WÖ«)N WfeH.. MAANDAG, ia FEDRUARIJ, PROGRAMMA 'Certaminis Literarii a Rectore et Senatu Academiae Lugduno-Batavae, d. viii Mensis Februarii A. mdcccxxxviii. Indicti, Rector et Senarus Academiae Lugduno-Batavae, ex Regio Edicto d. 2 Men- Sis Augusti A. mdcccxv. NL 14, omnes Academiaruin Belgicarum cives et Athenaeorum alumnos in annum sequentem ad certamen JLiterarium invitant et evocant, et'Quaesuones, e singulis Ordinibus Academicis, promulgant has: AB ORDINE PHIL. THEOÊ.. et LIT. HUM. 1. Quamnam operant veteres Pirilosophi Graeci posuerunt in loco Philo. sophiae nroraiisqui est de ConsolationeQuaenam in eorum -ijhris Consolatoriis produa sunt argumenta rationesqtte consolandiquantum- que his tribuendutn esc? 2. Codicts Hebraei bene interpretandi pericnlnm fiat in carmine, quod Debora et Barakus cecinisse Judic. V. 1 seqq. leguntur. AB ORDINE MEDtCORUM. Quales tlteorias, experiinenris tliustretttr, divulgarunt Anatomici et Physio- logt, inde ab initio hujns seculi, circa scructuram et fnnctionem Nervorum? AB ORDINE JUR.IS CONSULTORUM. Historia introriucti in provihcias, quas deinceps Respublica Belgii Unici comprehendit, Juris R.im ni. AB ORDINE THEOLOGORUM. Montanismi in Occideniem transiaci indoles et in Ecclesiam Latinam ef. fectus exponantur. AB ORDINE DISCIPLINARUM MATHEMATICARUM et PHYS1CARÜM. E Mathesi. In plano quodant indefinico tres dentur circuli, quorum magnitudo et po sitio tribus aequationtbns (*-■ƒ (y - lY =c* (x a'Y -j- (y—b'Y —c" (x-a"y- Yj-b"f c>>* determinantur. Qnamm aeqnatiomimquura binae vicissim una ab alia sub- strahumur, trium prodeunt reccarum aequauonesquae, uc solutio docebit, rectae chordarum auc aequalium potentiumappellan possunt. Tres illae reccae memorabiles sunc ob mucuam convenienciam positionis racione recca rum, quae binos circulorum daiorum vicissim cangunc. Ilinc quaericur ex- plicacio rerum peculiarium, ad quas dacae aequaciones ducenc ec theorema, tum quorundam, quae analycica inquisicio immediace monscrabic. Quo in- genere requiricur, uc diligencer exponacur, quid aequaciones indicabunc, quum radii unius auc plurium horum circulorum evanescunc, eamque ob causam aequacio auc aequaciones circulorum in illas puncci definici mutancur. E Chymia. Quandoquidem Chymici plurimum dissentinut de Salium ordine rice con- scicuendo ec definiendo, neque de communi quodam definicionis principio conveniunc; ica uc nunc laciori sensu majorem nunc scricciori minorem cor- porum diversorum numerum Salium ticulo comprehendunc: quaericur exposi- cio accurata ec examen criticum opinionum de Salium nacura et definiiione dein inquirarur et dijudicetur, e quo maxime probabili* generali principio ec characcere Salium nacura cognoscaiur ec definiatur. Commentationes, non nis! Latino oratione 'conficiendae, aliaque, quaöi auccoris," -manu describendae, ante diem i Noveinbris hujns anni mitcanciir ad Virum Clarissimum P. J. Uylenbrof.k, Senacus Academici Actuarium, fiatque hoe praecer Academiae expensas. Singulae Lemmace inscribuncor adjunguncorque schedulae obsignacae, auccorum nomina ec praenomina ince. gre continences, eodemque exscrinsecus Lemmate discinccae. Universa concertationis ineuda'e racio cognoscatur ex Regio Edicto supra memorato, arc 205—213. PROGRAMMA Etncr Prijsuitloving cn Tentoonstelling van voortbrengselen van Schilder- en Teekenkunst, door Noord-Nederlandsche levende Mees ters te 's Hertogenbosch i voor den jare 1838. bestuurders der Koninglijke School voor de Nüttig'e en Beeldende Kunsten te Ilertogen- 'boschzich steeds ten doel stellende de Schifder- en Teekenkust bevorderlijk tc zijn èn clerzelver Beoefenaren aan te moedigenhebben, met voorkennis én medewerking van dc Edele Achtbare Regering derzelfde stad, besloten -f in den lóóp van het jaar 1838, andermaal eene Tentoonstelling daar te stellen en de navolgende Eereprijzen uit te loven SCHILDERKUNST. Geschiedenis. Twee honderd en 'vijftig Guldensen eenen zilveren Eerpenning op den stempel der School, voor het best geoordeeld wordend Schilderij, in olieverw, ter grootte minstens van 80 bij 64 Nederl. duimen, voorstellende: het afscheid van Hectór èn Andromaciié. Huisselijk Tafereel. Een honderd en vijftig Guldenen eenen zilveren Eerpenning öp den stempel der School, voor het best geoordeeld wordend Schilderij, in olieverw, ter grootte minstens van 15o bij 48 Nederl. duimen, voorstellende: het voorlezen van een Testament. Landschap. Een honderd Guldensen eenen zilverch 'Eerpenning op den stempel der School, voor het best geoordeeld wordende stuk in olieverwten minste groot 60 bij 48 Nederl. dui men, voorstellende een Wintergezigteigenaardig gestoffeerd. Bloemstuk. Vijftig Guldensen eenen zilveren Eerpenning op den stempel der School, voor het best geóórdeeld wordend Bloemstukin olieverw, ten minste gróót 43op35 Nederl. duimen. Men begeert dat dc volgende bepalingen in acht genomen worden: i°. De Tentoonstelling zal plaats hebben in het gebouw der Koninglijke School voor de Nuttige en Beeldende Kunsten. i°. Dezelve "zal geonend worden op den 15 Augustus, en uiterlijk gesloten den 15 September 1838. 3°. Alle de Schilderijen en Teekeningen zullen, behoorlijk ingepakt en van lijsten voorzien, vrachtvrij, vóór of uiterlijk op den laatsten 1111 ij aanstaanden, moeten worden ingezonden aan het adres van den Meer Directeur der voornoemde Scbobl J Dubois. 4°. leder Kunstenaar of Liefhebber, buiten de stad woonachtig, zal van de afzen ding zijns werks, bij eenen vrachtvrijen brief, aan den Secretaris van her Be stuur, Mr. G. M. van der Ven. kennis geven, met vermelding van zijnen naam en juiste woonplaats, en-, des verkiezende, van den prijs waarvoor hetzel ve te koop is. 6". 8". Stukken mi genoemd tijdstip inkomende, zullen in geene aanmerking genoihert worden; waarom diegenen, welke van buiten inzending"doen, vroegtijdige inzen ding ■aanbevolen wordt. Alle du toegezondenc cn toegelatene stukken zijn cn blijven geheel, tot de-slui ting der Tui toonstelling onder het opzigt van Bestuurders, welke, zoo veel doenlijk voor het niet beschadigen dcrzclve zullen zorg 'dragen. Men zal geene stukken toelaten, dan die door Kunstenaars of Liefhebbersin Noord Nederland en Maastricht woonachtigvervaardigd, niet met do goede zeden of welvoeglijkheid strijdig, noch bevorens op„ Tentoonstellingen alhier geweest zijn, houdende Bestuurders het oordeel deswegens gencel aan zich. Binnen de maand, nd. dé sluiting der Tentoonstelling, moeten dé stukken door dc "eigenaren in persoon, of bij behoorlijk daartoe van hunnentwege gehiagtig'den afgehaald worden, ofte wel anders de wijze Opgevenop welke .Zij verkiezen hunne kunstwerken terug te ontvangen. De ingezondene stukken voor den wedstrijdzullen moeten geteekend zijn met twee onderscheidene zinspreukenen vergezeld zijn van twee verzegelde biljetten, op één van welke de ccnc zinspreuk moet staan, en van "binnen'den naam, voor- li as:;iwoon- en geboorteplaats van den vervaardiger van 11 et 'stuken op hef glider biljet de tweede zinspreuk, en van binnen het een of ander kennelijk teeken. Niemand zal tot her dingen naar de uitgeloofde prijzen worden toegelaten, dan de Kunstenaars of Liefhebbers in Noord-Nederland of tc Maastricht woonachtig. Alle de stukken, het zij bekroond of niet bekroond, zullen op dc Tentoonstel ling geplaatst worden, de laatstgemelde echter zonder vermelding vim den naatft' des 'makersen daarnaop vertoon der zinspreuk staande op hét twééde biljet cn opgave van het kennelijk teeken in hetzelve vervat, aan den vertooner wor den terug gegeven. Deze teruggave zal plaats hebben aan liet gebouw der Koninglijke School voor meld', binnen den tijd van zes weken, te rekenen 'van het tijdstip dat de uitwij zing, door het Provinciaal Dagbladde Bredasche Courant en het Algemeen Handelsbladbekend gemaakt wordt. Bestuurders bchouoen aan zich het regt, om wanneer de ingekomene stukken mogten geoordeeld worden niet genoegzaam aan de vereischten te voldoen, om op de voorgestelde uitloving aanspraak te kunnen maken, alsdan geene prijzen, 'ofte wel alléén den eerpenning toe re wijzen. De bekroonde stukken bij ven het eigendom der Koninglijke School, Wanneer de uitgeloofde som en eerpenning daarvoor worden toegekend, zullende dezelve, in, het geval bij het voorgaande Artikel voorzien, te weten, wanneer slechts de eerpenning wordt uitgereikt, aan derzclvcr makers worden terug gegeven, met dien Verstande, dat alsdan de bekroonde eene schets van voorschreve werk, ter gedachtenis, aan de School zullen moeten in de plaats geven, en dczcive binnen het jaar, na dc uitspraak der Kunst reftersdoen toekomen; wanneer hieraan niet mogt .vorden voldaanzullen zij beschouwd worden van hun werk afstand gedaan te hebben, ten behoeve der School. Op last van Bestuurders der Koninglijke School voorn. 'sHertogenbosc.iiG. M. van der VEN, 'den 20 Augustus i837"o Medelid en Secretaris. 10°. 12°. 13° 14°. NEDERLANDEN. Leyden den nden Februari). Zijne Maj. de Koning heeft het navolgend besluit genomen! Wij WILLEM, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-NassaaGroot-Hertog van Luxemburgenz,, enz,, enz. Op het rapport van Onzen Minister van Binnenlandsehe Zaken van iö De. tember II., N°. 133, betrekkelijk den door het stedelijk Bestuur van Am. sterdam, te kennen gegeven vvènschdat er maatregelen mogen Worden ge nomen, om het verblijf der bedelaars in de koloniale bédelaarsgëstichten der Maatschappij van Weldadigheid minder lang dan op den thans bestaanden voet plaats heeft, te doen voortduren, bij welk rapport ons tevens is aangeboden de, door Onzen voornoemden Minister, te dezer zake met de Permanente Commissie .cüer Maatschappij gevoerde briefwisseling; Gezien Onze besluiten van den 12 October iSis, NL I75, den 17 Augus. tas 1827, T25 en den 7 December 1836, NL 67; Den Raad van State gehoord.([advies van den 22 Jaiiuarij 1838, NL 11;) Hebben besloten en besluiten: Art. 1. De artikelen 23 en 24 van Ons besluit van den 17 Augustus 1827, NL 145, warden bij deze ingetrokken en buiten effect gesteld. Art. 2. De voordragt, welke de Permanente Commissie der Maatschappij van Weldadigheidvolgens de tusschen die instelling en het Departement van Binnenlandsehe Zaken, onder Onze goedkeuring aangegane overeenkom, sten, jaarlijks aan dat departement inzendt, tot het ontslaan van de naar aan. leiding die: overeenkomsten, in de bedelaarsgestichten aanwezige personen, welke daartoe in aanmerking komen, zal Voortaan bevatten, alle fn de ge stichten opgenomen voorwerpen, om het even óf zij zich ten gevolge van bedelarij of van hunne eigen daartoe gedane vrijwillige aangifte in de bedoelde gestichten bevinden en zonder.onderscheidingof zij valide of invalide zijn. wanneer zij in de volgende omstandighédeti verkeêren, als: JL Die zich voor de eerste müaï in de gestichten bevindeti, 11a een jaar in dezelve verbleven te zijn, wanneer zij alsdan eene som varl vijf ei: twintig gulden 25 of na twee jaren verblijf, wanneer zij dan eene som van twaalf gulden vijftig cents 12.50,) wegens oVer-verdienscen ter hunner beschikking hebben, en na drie jaren verblijf, om het even of zij alsdan al dan niet over-verdiensten hebben; 20. Die zich voor de tweede maal in de gestichten bevinden, na twee jaren in dezelve verbleven te zijn, wanneer zij alsdan Vijf en twin tig gulden 25,) of na drie jaren verblijf, wanneer zij dan eene som van twaalf gulden vijftig cents Qf 12.50,) wegens over-verdiensten ter hunner beschikking hebben, en na vier jaren verblijf om het even of zij alsdan al dan niet over-verdiensten hebben; 30. Die zich voor de derde of meerdere malen in de gestichten bevindèn, na drie jaren in dezelve verbleven te zijn, wanneer zij alsdan eene som van vijf en twintig gulden 25,) of na vier jaren wanheer zij dan eene som van twaalf gulden vijftig cents 12.50,) wegens over-verdiensten ter hunner beschikking hebbenen 11a vijf jaren verblijf, om het even of zij alsdan al dan niet over-verdiensten hebben. Art. 3. Ten aanzien der alzoo in de voordragt vervatte personen, die zelve niet verlangen ontslagen te worden, die zich in de gestichren slecht hebben gedragen, die met schulden bij de Maatschappij van Weldadigheid bezwaard zijn, of bij het erlangen van ontslag, behoefte aan reisgeld heb. ben, om de plaats hunner bestemming te kunnen bereiken, en die onge- schikt zijn om in de gewone maatschappij terug gekeerd, hun levens-onder, houd te verdienen, zullen deze verschillende omstandigheden op de voor. dragt worden vermeid, met bijvoeging ten opzigte dergenen Wier schulderi zijn veroorzaak door omsrandignedenweike hun, in verband tot derze'.ver Kijzonderen toesrand billijkerwijze niet tot verwijt ktihijen verstrekken, vari alle zoodanige bijzonderheden als tot de overtuiging daarvan kunnen dienen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1838 | | pagina 1