T U R K Y E.
Volgens een deswege bewerkstelligd onderzoek, kan de vermenigvul
diging van de verzekeringen tegen brandschade gerekend worden gèenen na-
deeligen invloed gêhad te hebben; zijnde, sedert de daarsselling der btahd-
Waarborgmaatschappijen, de branden in Zuid-Holland, gedurende de,laatste
E5 jaren, bij vergelijking met vroegere jaren, niet vermeerderd. In de
meeste steden en gemeenten ten platte lande beeft in* een aantal jaren, en,
in sommige van dezelve, in vijftig, zestig, zeventig en töt honderd jaren,
volstrekt geen brand plaats 'gehad, niettegenstaande, gedurende den laatsreti
tijd, Kijna al de gebouwde eigendommen, ook ten platten lande, en zelfs
nu en dan boven de waarde, tegen brandschade verzekerd zijn.
In het Journal de ld Haye leest men:
Wij vernemen, dat de Caron ren Rahde, die onze dienst voor eenigen tijd
verlaten heeft," om zijn degen aan Don Carlos te bieden, door dien Vorst
tot den rang van Colonel en Chef van de geheele genie van het Spaansche
leger verheven is. De Baron had van Don Carlos reeds verscheiden orden
ontvangen, ter belooning van schitterende daden, door welke hij zich on
derscheiden had. -'s
Uit Arasterdam meldt men van den 28 December:
Een brand, geweldiger en van verschrikkelijker uitwerkselen, dan in ten.
gen tijd te Amsterdam gezien was, heeft hier in den afgeloopen nacht ge-
woed. Hij ontstond tusschen één en half twee ure, in het huis N°. 62,
Warmoesstraac, tusschen de Enge en Wijde Kerkstegen, en wel in het be
nedendeel van hetzelve, dat door den Boek- en Kunsthandelaar M. L. Eige
man bewoond werd. De uitbarsting was zoo geweldig, dat in een oogen.
blik geheel het huis in vlam stond, en het vuur zich aan de belendende
woningen én* aan drie daarover liggefide mededeelde.
Men heeft, helaas! alle reden om te onderstellen, dat bij deze'ramp r.iet
minder dan zes menschenlevens verloren zijn geaan. Er worden namelijk
vermist de weduwe Jacolhuurster van het hitis, met hare drie dccliters
jonge meisjes van 10, 18 en 24 jaren, mevrouw de" weduwe .akersloot en
de bovengenoemde heer Eigeman. Van al de bewoners heeft, voor zoo
ver men weet, zich niemand geréd, dan zekere Duitscher, zoo men meent
Taks genaamd, en die met levensgevaarttic het vuur ontkomen is.
De zoon der weduwe Jacot, een jongeling van 16 jarendie zich aan de
overzijde der straat, ten huize van den winkelier va» Schmidt bevond, (bij
wien men zegt dat hij als winkel-bediende geplaatst is) heeft nog pogingen
aangewend om zijne moeder en zusters, welker angstgeschrei hij hoorde, te
redden, doch vruchteloos.
Het huis is geheel uitgebrand en de omringende woningen hebben mede
veel geleden.
Drie en twintig spuiten zijn werkzaam geweest, en ondanks het verschrik,
kelijke der omstandigheden hebben er bij de biussching zelve geene verdere
ongelukken plaats gehad.
Ten half drie ure ontvangen wij de tijding, dat er drie, door verschroei,
jing zeer misvormde lijken, van onder het puin zijn opgedolven en naar het
gasthuis gebragt.
Ten drie ure wordt ons hetzelfde berigt gebragt omtrent nog twee ande
ren; zoodat men nu van het ellendig omkomen van vijf der zes vermiste
personen de treurige zekerheid heeft.
Ruim half vier ure is ook het zesde en laatste lijk'gevonden.
[Bovengenoemde heer.7. M. LivelooEigemandie in dezen verschrikkelijke?!
brand is omgekomen, is uit deze stad (Leyden) geboortig, en zoon van
eene weduwe, weike nog alhier hare woonplaats heeft, en, zoo wij ver.
nemen, met Mei aanstaande, plan bad bij haren zoon te Amsterdam te gaan
inwonen. Voornoemde heer Eigeman heeft zich vóór een jaar of drie aan
de Hoogeschool alhier bevonden, maar van de studie afgestapt, zich op
den boekhandel toegelegd, weiken hij sedert korten tijd eerst zelf uitoefende.]
Voqrts meldt men nog uit Amsterdam van den 29 December:
Nog geheel doordrongen van de ontzettende gebeurtenis van den vorigen
nacht, verschrikte men gisteren avond niet weinig op het vernemen dat er
weder brand was. Dit was dan ook werkelijk het geval en had plaats ten
huize van eenen bakker in de Muiderstraat; gelukkig evenwel was dezelve
van weinig belang en werd mendenzelven dan ook spoedig volkomen meester.
Te Amsterdam zijn gedurende 1837, 1933 schepen uit zee aangeko
men; in 1836 beliep dat getal slechts 1694.
Van den Helder wordt van 27 December gemeld:
Heden is alhier uitgezeld het Néderlandsch koopvaardijschip Schoonver-
bond, gevoerd door Kapitein Draaijeraan boord hebbende koloniale troe.
pen, onder bevel van den Luitenent Clemensbestemd naar de Oost-Indié'n,
ü- TJit Dordrecht meld men van den 29 December:
Gisteren namiddag omstreeks half vijf ure, is op Dubbeidainschen grond,
een kwartier tuirs van deze stad, brand ontstaan in den schoorsteen van een
der vertrekken in de bouwmanswoning, genaamd het Blaauwe Huis, toeb'e.
hoorende aan de weduwe Adrianus Molendijkwelke zich zoo snel verspreid
heeft, dat het rieten dak binnen den tijd van een kwartier uurs reeds was
ingestort, en het hooi, stroo en graan zoo zeer door de vlammen waren
aangetast, dat aan geen blusschen te detlken was, zoodat alles totaal ver
brand is, zijnde alleenlijk het vee en eenige weinige meubelen gered. De
gehouwen zijn geassureerd voor f 12,000, en de meubelen en granen voor
f 7000 a f 8000.
In de Utrechtsche Courant leest men het volgende artikel:
Men wildat de Nederlandsche 'stoomboot maatschappij pogingen zoude
aanwendenom het plan van aanleg van een spoorweg naar Arnhem te ver
ijdelen. Daartoe zoude door dezelve het ontwerp eener versnelde inrigting
van vervoer, zoo wel te water als te lande, tusschen Amsterdam en Vrees,
wijk zijn voorgesteld. Men wil, dat deze pogingen door eenige Amsterdam-
sche kooplieden ondersteund zouden worden. Hoe ongelooflijk het een
en ander ook moge schijnen, daar reeds de spoorweg tot Arnhem ter naau-
wernood met den Belgischen zal kunnen wedijveren zoo de eerste niet tot
Keulen wordt doorgelegd, zoo hebben wij toch dit geruchc niec geheel
onopgemerkt willen laten, daar het een ongeluk voor het Vaderland zónde
zijn, wanneer de stoombooL-maatschappij ook slechts mogt slagen, de Uit
voering der heilzame voornemen van het Gouvernement, door de overwe
ging van dergelijke middelen, te vertragen.
Het Algemeen Handelsblad dit artikel overnemende, laat er op volgen:
Wij nemen dit artikel der Utrechtsche Courant over, doch meenen daarbij
'te moeten voegen, dat, naar het ons voorkomt, die geruchten ongegrond
zijn. Maar al ware dit niet het geval, ai werd door sommigen beproefd om
door andere middelen eenen algemeen als nuttig en door zeer velen zelfs als
onmisbaar erkenden maatregel tegen te werken en te belemmeren, ook dan
nog hechten wij aan die bemoeijingen zeer weinig gewigt. Ook de Rege
ring heeft de doelmatigheid van den aanleg eener ijzerbaan naar Arnhem in.
gezien, Zijne Maj. heeft dezelve in Hoogstdeszelfs jongste troonrede toe.
gezegd, en het is dus wel niet te denken, dat de pogingen, door somini.
£en in het werk gesteld, tegen die alles zullen kunnen opwegen.
Men meldt uit de provincie Zeeland van den 27 December:
Zijner Majs. korvet Algiers, Commandant Machielsen, in het voorjaar naar
de West-Indïën gezeild, zal herwaarts terugkeeren, met den scheeps-bevel.
hebber Buysterwijl de Commandant Machielsen, in de Wesc-Indiën in zijne
betrekking zal verblijven, zullende genoemde korvet, bij het aanstaande uit
te rusten exercitie-eskader, als vlaggenschip dienen.
Uit Groningen meldt men, dat de landbouwer./. Bosma, wiens huizing
,e Veendam gelegen, geheel is afgebrand, gevangen is genomen, als onder
verdenking liggende, van zelf den brand te hebben aangestoken. Men meent
echter, dat hij in zijne verstandelijke vermogen gekrenkt i».
Uit Nijmegen wordt geschreven, dat in de vorige week de rivieren,
vooral de Berke! zeer gewassen en buiten zijne oevers getreden was, zoo
dat men zich niet kon herinneren denzclven ooit zoö hoog te hebben gezien.
Na-een paar dagen was het water weder aanmerkelijk gevallen.
De Minister du Theux heeft in de Belgische Kamer van Afgevaardig
den verklaard, dat de Grünewalder quaestie tofzoo lang in status quo
zal blijven, als wanneer het Duitsch Verbond over dezelve eene uitspraak
zal doen.
In de voorsteden van Brussel zijn in de jaren 1835 en'1830 en in de
zeven eerste maanden van het loopend jaar niet minder dan 528 nieuwe
huizen geboiiwd.
AMERIKA.
Over België heeft men den aanspraak ontvangen, met welke de Voorzit
ter van Buren het Congres van de Vereenigde Staten geopend heeft. Hij
stelt in dat stuk den sta^t der financien als meer gunstig voor en zich lang
zamerhand herstellende van den schok, Welken hij ontvangen had. Omtrent
Amerika's betrekking met andere Staten worde slechts in hec algemeen ge
zegddat dezelve vredelievend is.
De voorlaatste berigten uit Canada melden, dat hèc geheele land in gis
ting,, en de gemeenschap mee Montreal was afgesneden. De Engelsche
en Amerikaansche ingezetenen hadden zich onderling tegen de inwoners van
Fransche afkomst, die zich 'tegen het Engelsche Gouvernement verzetten,
vereenigd. Er had voor rekesing van het Gouvernement eene werving plaats,
die zeer goed scheen te 'Zullen uitvallen.
Een dagblad uit New-York van den aden December wil weten, dac de
hoofden van den opstand in Canada de hee'ren Papineau en CfQallagham in
hechtenis zouden genomen zijn.
Nog nadere berigten uit Canada tot 29 November melden, dat voor de
wapenen van het Gouvernement de opstandelingen gezwicht waren en men
de rust als wedergekeerd kon aanmerken. Montreal was in het bezie der
troepen en de Colonel IVetherall had in hec gevecht, dat met de opstande
lingen geleverd was, slechts 3 dooden en 18 gekwesten gehad; een tweede
gevecht was niet geleverd geworden.
AFRIKA.
Een Fransch blad behelst over de zeden en gewoonte te Constantine de
volgende bijzonderheden:
De vrouwen te Conscantirie dragen lange kleederen met wijde mouwen,
en daarover een hemelsblaauwen mantel, welken zij met eenen zilveren gesp
op de schouders vasthechten. Zij dragen ook zilveren ringen in de ooren,
aan de vingers, ja zelfs aan.de beenen en de enkels der voeten. Zij bedek
ken zich bet aangezigt met'een masker, waarin twee gaten zijn op de hoogte
der oogen. Wanneer zij eenen vreemdeling ontmoeten wikkelen zij zich
zorgvuldig in hare mantels. Bij het op reis gaan, hetgeen zij dikwerf
doen, plaatsen de Arabieren hunne vrouwen in teer.en manden, hangende
aan den zadel van een kameel.
De jonge meisjes blanketcen zich gemeenlijk het aangezigt, de handen
en vingers met door hen zeiven bereide kleuren. Maar de vrouwen volgen
deze gewoonte niet algemeen op; wel is waar vervaardigen zij zich een
mengsel van duivenmest en saffraan, waarmede zij zich een kleinen kring op
de wangen of eenen driehoek tusschen de oogleden, of ook wel een olijf
blad op de knieën teeltenen sommigen verwen zich zelfs de oogleden geel
of biaauw. De Arabische dichters hechten veel aan deze bijzonderheden en
verheffen dezelve hoog in hunne geestdriftige verzenmakerij.
Wanneer de Arabieren van de eene douar bij de andere een bezoek gaan
afleggeu, kussen zijwanneer het personen van gelijken stand zijn, elkander
op den mond of baard; is het echter een sheik of marabout, die bij hein
komt alsdan buigen zij zich voor hem neder. Na de eerste gebruikelijke
pligtplegingen vragen zij elkander naar de gesteldheid hunner koeijen en hoen
ders, zonder daarbij hunne honden of katten te vergeten, want deze beesten
staan bij hen in groot aanzien. De honden zijn hun dierbaar, want zij geven
door hun geblaf kennis van het naderen der leeuwen die in dat gedeelte van
Afrika met 'réden worden gevreesd, en aan de katten Zijn zij gehecht dewijl
deze den oorlog Voeren tegen de rotten en muizen niet alleen, maar óok
tegen de slangen, die vermetel genoeg zijn om tot in de tenten door te dringen.
De planteland-bewoners houden zich uitsluitend tfiet akkerbouw bezig. Zij
leven met en onder het vee. Al hun keukengereedschap béstaatjh twee of
drie aarden potten, in welke, zij hunne spijzen koken, die gewoonlijk zijn
zamengesteld uit rijs: en maïskoekenzij kennen geen' anderen drank dan
melk en eene soort van bier. Wanneer zij zullen gaan eten wasschen zij
alleenlijk de regterhand overigens bedienen zij zich noch van vork uocli
van drinkbekers, noch van servettenen vleijen zich op matten van palm
bladen op den grond neder.
Ieder huisgezin voert, op deszelfs reistogten, eenen wriif-molen mede,
ten einde het voor den leefcogt benoodigde koren te malen. Deze rooien be;
staat uit twee op elkander liggende steenen, die door middel van daarop
vastgehechte houten, veel gelijkende naar de spaken van een wiel, in be
weging worden gebragt. De grootste versnapering, welke men eenen Ara
bier der vlakte kan aanbieden, is een schotel met olie en azijn en een warm
brood, hetwelk bij alsdan in die saus doopt, en met welbehagen consumeert.
Men schrijft uit Konstantinopel, dac de Divan in de laatste dagen van de
vorige maand verscheiden zittingen- had gehouden, om te beraadslagen of de
Porte op nieuw een eskader naar Tunis zenden zou, om hare regten op dac
Regentschap te handhaven', of dat hec beter ware langs den weg van onder
handelingen de deswege ontstane geschillen uit den weg te ruimen. Tot hec
laatste zou besloten wezen, maar tevens om de Turksche zeeniagt op eenen
zoodanigen voet te houden als geschikt is om aan de onderhandelingen mee
frankrijk de vereischte kracht bij te zetten.
Gedurepde den storm van den *20 November II., zijn bij het doorva
ren van .den Bosporus 20 a 30 Schepen verongelukt, van welke sléchts van
dén de manschap behalve den Kapitein gered is. Nog 60 andere schepen
waren in verschillende havens binnengeloopen om eene schuilplaats te zoeken.
Uit Griekenland berigte mendat het Gouvernement bij de Fransche Rege
ring had aangezocht, om den laatsten termijn der leening te verkrijgen, doch
dat deze slechts ónder zeer bezwarende voorwaarden zou overgegeven worden.
RUSLAND.
Uit Petersburg meldt men van 16 December:
Volgens officiële, door het Ministerie van Financien ingewonnene opga
ven, bestond in het jaar 1836 de bevolking van het eigenlijke Russische
Keizerrijk en van de onderscheidene, daarin ingelijfde landstreken uit veel
meer dan 60 millioenen zielen. Onder de tot de Grieksche kerk behoorende
ingezetenen, telde de geestelijke stand er 503.895; de geesreüjke stand van
de overige in het Rijk toegelatene godsdiensten bedroeg 34,502 personen.
Tot de« erfelijken adel behoorden 538,160, tot den persoonlijken adel 153,159,
tot den lageren burgerstand, waarbij de hun afscheid bekomen hebbende sol
daten gerekend worden, 424,490 personen. Het aantal der tijdelijk in hec
Rijk hun verblijf houdende buitenlanders beliep 37,329; dat der in koloniën
gevestigde, geregelde krijgslieden, der onderscheidene kozakken-corpsen aan
den Don. in Tschernomorieaan den Ural en in Kaukasie der linie-troepea
in Siberie en der onregelmatige benden Baschkiren en Ka lm ukkenmet hunne