Aö. 1S3T, IEYDSOHE ft*." im. C O 'U E A N Ti MAANDAG, DECEMBER I®. PUBLICATIE. INKWARTIERING. V Burgemeester en Wethouders der Stad .Leyden, in aanmerking genomen Bebben'de de noodzakelijkheid, om teil aanzien der Inkwartiering van Troepen andere verordeningen daar te stellen; v Gelet rop art. 92 van het Reglement voor liét Bestuur dezer Stad, waarbij de zorg voor de behoorlijke evenredigheid, ingeval van Inkwartiering van Troepen,, aan Burge-, meester en Wethouders of derzelver Commissarissen is.toevertrouwd; Brengen bij deze tér k'cunïs van de Ingezetenen dezer Stad, dat het Reglement van -Inkwartiering, gearresteerd den 28 April 1812, wordt ingetrokken en buiten werking gesteld. En voorts: Dat tot Leden yan de, Commissie van'Inkwartiering zijn benoemde de Heeren: PAUL du RIEU, Wethouder Mr. |EAN CORNEILLE BUCAILLE, T. n„rtt WILLEM PIETER KLUIT, Leden van den Read. En tot Secretaris bij dezelve Commissie: PIETER van OYEN. Dat met den aanvang van den jare 1838 alle de tot heden bestaan hebbende vrij dommen van personele Inkwartieringvoor zoo verre dezelve niet zijn overeen- eenkomeude met de bepalingen van liét, door Zijne Majesteit bij besluit van den 26 funij 1814., gearresteerde Reglement zullen zijn afgeschaft, en eïlc Ingezeten verpligt is in de Inkwartiering te dcelen, na evenredigheid der belastbare huur waarde van elk bewoond perceel, volgens den Kadastfalen Legger, waarbij tot maatstaf de navolgende klassificatie zal worden opgevolgd, als: i°. Huizen van f 54. tot f200. Kadastrale Huurwaarde, -één man. 2Huizen van f 200. tot ƒ400. Kadastrale Huurwaarde, twee man. 3°. Huizen 'van 400. en daar boven Kadastrale Huurwaarde, drie man. Dat door bijwonende Huisgezinnen of personen eene "Contributie zal moeten wer den betaaldmet dien verstandedat door deze te betalen Contributie de Bewo ner zal worden verligt in het getal manschappen,, welk,zonder dat, bij hem zou de moeten worden ingekwartierd. Wordende echter Officieren van het Garnisoen en-'Sciftléftfeii aait de Hoogeschoöl niet als bijvvon'ers aangemerkt. De Ingezetenen, welke, naar aanleidieg'van Zijner Majesteits besluit, van den 26,Junij 1814, van het ontvangen van personele inkwartiering zijn uitgezonderd, zijii verpligt, voor die vrijstelling, eene Contributie te betalen, die geëvenredigd zal zijn haar'bet getal manschappen, welk hun, volgens het bij artikel 2 bepaalde anderzin^ zoude behooren te worden toegezonden. Ingezetenenwelke niet mog-tèn Verlangen Officieren en'Manschappen ten liunne huize te ontvangen zijn verpligt :aan de Commissiè 'schriftelijk op te geven 'de Wijk en het. Nunimey vgn het Huis, alwaar die Officiëren en Manschappen, voor hunne rekening,' kunnen worden opgenomen; en daar en boven gehouden, een schriftelijk bewijs van dien persoon over te leggen: dat hij aanneemt, om voor eene behoorlijke verzórging der ingekwartierdeiiingevolge de'YVeisbepalingqn in te staan. Hieraan niet voldoende, zullen de Ingezetenen Verpligt zijn de Offi cieren en Manschappen ten.hunDe huize te ontvafigeti. Ingeval er, bij de ingezetenen, die de Manschappen ten hunnent huisvesteh zich bij buitengewone of talrijke Inkwatiering, zieken of kraamvrouwen bevin den, of dat er bij hun andere beletselen eh dringende redenen bestaan waardoor die Manschappen niét behoorlijk zóudeh kunnen ontvangen en verzorgd wordéji zijn dezelve verpligt, met overlegging in 'het eerste gevalvan een schriftelijk bewijs van een Geneesheer of Vroed.meestër, daarvan in tijds aan de- Commissie te dóen blijken, bijaldien,.zij gedurende die ziekte of beletselen, van personele Ink wa tiering 'wenschen verschoond te blijven. Zullende de Ingezetenen-, ingeval van dusdanige buitengewone Inkwartiering, ifi (Je Wijken, gitaar die moeten plaats hebben, ten behoorlijken tijde daaï'van worden verwittigd op zoodanige wij?e,s fills de .Commissie meest voegzaam zal oordeelenopdat een iederdie 'in voorschreven geval, yerkeert, zich daarna zoude kunnen gedragen. 70. itpt 'déii,aanvang van Óen jare 1838'zulten worden afgeschaft de GroeneNummer$ \vakrmeÓe dé'riiuizen "tót heden zijn &éteekenden worden alzoo de Ingezetenen, uirge&oódi'gtT* dezelve- aan hunne woningen re laten vérnictigen. - %o. fen emde de Registers- van Inkwartiering in behoorlijke ordé op nieuw in te 'rigten, zal,rdoor of van wege de, Comn\issie. van Inkwartiering, aan de -Huizèii der Ingezetenen eene omschrijving wordetv gedaan-, ten einde bij eventuele In- g kwartiering alle verwarring voor te'komen, en om zich te overtuigen, dat aan de bepaling dér'vernietiging van de Groene Nümmers, in het voorgaande artikel -' vermeld, is voldaan. 9®. Onverniinderd deze te do ene omschrijving1,' zijn de Ingezetenen verpligt, om in geval er verhuizingen, sterfgevallen van Hoofden des-,Huisgezins en Bijwoners, en éij ver trék uit de Stad, of welké; andere oorzaken ook bij hun plaats hebben, waardoor het huis vesten van Manschappen ondoenlijk .is geworden, daarvan schrif telijk aan de Commissie kennis te geveny die daa'rtoé, en'tot al wat de zaak dér Inkwartiering betreft, in derzelver-Kam'er op het Raadhuis zal vaceren den eer sten Woensdag in iedere Maand-, des middags van 12 tot 2 uren, en zulks ter voorkoming van alle onaangenaamheden en verwarringdie uit eene niet behoor- jïjke aangifte van het een of ander zoude kunnen ontstaan, waarvan de Ingezete nen zich alsdan de gevolgen zouden te wijten hebben. Aldus gedaan en afgelezen, bij H, H. Burgemeester én Wethouders der Stad Leyden, op deu 7 December 1837. J. G. de Me y. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. du Pui. 6\ NEDERLANDEN. Leyden den 24sten December. De redevoering, welke de heer Luzac, in de zitting van de Tweede Ka. Wr der Scaten-Generaal, van den 2iscen dezer, bij de beraadslaging over Tiet ontwerp, tot verlenging der woelings-wet, gehouden heeft, komc hoofd- ^Zakelijk op het volgende neder? Hij verklaarde.namelijk, dat de gedurige verlenging dezer wet bij hem de vraag heeft 'doen ontstaanof wij ons werkelijk nog in zoodanige buitengewone omstandigheden be windenwelke het nemén van zulk een maatregel noodig maken; alsmede, of de stem ming der Natie en de verkregene ondervinding zulks vereischen; doch hij acht zich ge lukkig, dat daarvoor zelfs geen schijn bestaat. Intusschen kan hij niet ontkennen, dat door de vaststelling dezer wet eene in de tegenwoordige omstandigheden bestaande gaping m het strafwetboek wordt aangevuld; bovendien is dezelve tevens als onschadelijk, als bet wate met onverschilligheiddoor de Kamer sints verschillende jaren aangenomen en hernieuwd, en schijnt derzelver inwerking-blij ving, immers tot zoo lang de ongelukkige geschillen met Belgie niet geregeld zijn, eene noodzakelijkheid toe. Die jaarlijksche her nieuwing der wet is, zijns bedunkens, tegenover den buitenlander, van geen groot st- vaar,,diar deze zeer wel weet, dat er zich. geen oproermakers of muiters onder ons be vinden, doch de terugkeering derzelve levert aaii onze eigene ingezetenen over bet alge- nteelr, een min aang'enamen indruk op. Ten einde dit voor het vervolg voor te komen, Icomt het hem raadzaam Voor, dat men bij de aanstaande herziening onzer strafwetten, er Dp Dedacnt zij daarin, zoodanige bepalingen te lasschen, als welke op de omstandig heden, yaartoe deze ytet betrekking beeft, van toepassing konden worden gemaakt, de tjesèaaildfe gaping in 'het strafwetboek aan wanneer vullen en de hernieuwin-r der wet als van 'zelve zou komen te vervallen. Hij hoopt verder, dat men bij de opstelling van zoo danige artikelen, tevens in aanmerking zou nemen, dat de staatkunde der tegenwoordige Kabinetten medebrengt opstanden in bescherming te nemenwelke singuliere omstan digheid wezenlijkbij de redactie der strafwet, wel gade behoort te worden geslagen. Overigens hoopt hij, dat men bij de aanstaande wijzigingen der strafwet ook wel moce Bedenken, dat vroeg of laat het zich thans in Belgie feitelijk opgeworpen hebbend Be stuur een Gouvernement de droit worden zal. Te dezer gelegenheid acht hij het uood- 3*gkcjyk der Regering het verlangen kenbaar te maken,' dat de bepalingen van Zijner Majs. besluit van .9 November 1830welke ter versterking van-hét Fransche wetboek voorzoo' veel betreft het toezigt nopens vreemdelingen, genomen zijn, almede, ter ge legenheid van de herziening onzer strafwetten, nTogcn kómen te vervallen, of - oimr'ent dit punt daarbij zoodanige voorstellen mogen --wordea gedaan, als men bij nader ondc zoek noodzakelijk zou- mogen oordceleh. Afs ccn^cwïjs vau de,iiood,zaj>clijj;heid der intrekking van.dat besluit," brengt de Redenaar bij, dat vólgéus art. 1 van- hetzelvea onder anderen gevorderd wordt, dat ieder van buiten .komend persoon, die langer d; ii zes uren bij iemand inogt verblijven, verpligt is zich baj de pulicic aan te.melden, zich. van een veiligheidskaarc te voorzien"enz.dat, op grond van die bepaling .de,bgunbtc;i Avao policit zich beijveren, om-'processen-verbat-.i or té ïftpkèü tcgea stille - soms een kennis of blocdvenvanc een énkelen naciiC <5F bij dag gehuisvest mogten neh- ben dat ccne der regtbanke'n, waarvoordeze kWeste te" berde kwamheeft gemeend, dat die bepaling zoodanig verstaan moest worden, dat zij alleen op vreemdelingen van toepassing waren, en dat echter het Hooge Geregtshof dit vonnis heeft te niet gedaan, en alzoo beslist, dat bij voorbeeld zelfs geen ingezeten van Rijswijk langer dan zes ure bij eenigen kennis te 's I-lage mag doorbrengen. Hij eerbiedigde de sententie, maar ge loofde dat het onmogelijk was deze bepaling zoodanig uit te voerenen zonder hondèrde processen te dezer zake te doen ontstaan. Hij meende, dat het zich zoo strikt houden aan den letter van cle wet, en het daardoor aanleiding geven tot zoo talrijke regtsgedin- gen meer kwaad te weeg brengt, dan men dikwerf veronderstelt. Evenzeer is dit het geval ten aanzien van het beboeten, hetwelk plaats heeft nopens hét stuk der jagt en» ■yisschcrij cn ten aanzien van de dagelijksche ijking van maten en gewigten. YVanueer ook daaromtrent doeltreffende voorzieningen zouden worden vastgesteld, zou de taak des Regiers worden veraangenaamd, de schatkist zou daardoor winnen en bij de minderen standen, die het hier toch vooral geldt, zouden geenc zaden van wrevel cn on-genoegen gestrooid worden. Men meldt uit 's Gravenhage van den 22 December: Heden middag is er groot diner van ruim 90 couverts ten Hove gehou den waarop alle de leden rier Staten Generaal genoodigd waren. De centrale afdeeiing der Tweede Kamer is heden morgen vergaderd geweest over het ontwerp van wet, tot daarstelling van eenige veranderin gen in het tarief der regen op den in-, uit- en doorvoer. Naar het schijnt, hebben de in de afdeelingen gemaakte bedenkingen nopens dat ontwerp, bij het overwegen van de antwoorden der Regering op de vroeger deswege ge opperde zwarigheden, de Regering doen besluiten de behandeling van die onderwerp tot in de voorjaars-zitting van de Kamer uit te stellen. Immers men verwachtte heden het vérslag der centrale afdeeling, en morgen de be raadslagingen over dat ontwerp, doch, in plaats daarvan, werden de werk* zaamheden der Kamer tot op den 28 Februarij 1838 geschorst. Heden is de Eerste Kamer der Staten-Generaal vergaderd geweest en heeft zij aangenomen de vier ontwerpen van wet, 'tot de staatsbegrooting voor den jare 18$8 in betrekking staande; dat betrekkelijk de ligting der Nationale Militie in dat jaar; en dat tot verlenging der bestaande wet, toe beteugeling- van onrust en kwaadwilligheid. De Tweede Kamer der Stacen-Genbraal heeft in hare zitting van heden :ènders'cheidén verslage# aangehoord van de Commissie tot de verzoekschrif ten, alle betreffende de wijzigingen in het tarief van regten op den in-, uit- en doorvoer. Ten voordeele van de voordragt was een verzoekschrift ingekomen van .7. 'Urnken cn 'andere verveeners in Groningen en Drenthe jjie meeneu dat door de voorgestelde bepaling nopens de steenkolen eene géwigcige ondersteuning aan de binnenla'ndsche nijverheid, ter zake van de veenderij-, verleend wordt; daarentegen hebben de. heeren Maritz en Co. te 'sbHge,de eigenaren van glasblazerijen in Kralingen, Zvvijndrecht en Delft J. Backer te Oosterbeek bij Arnhem, fabrikant in inlandsche siropen, onder scheiden kooplieden in steenkolen te Arnhem eigenaren der scoom-koper- pletterij te Voorstprovincie Gelderland, én NederbitrgNeringBogel en Co;t eigenaren der ijzergieterij te Deventer, het onraadzame betoogd, dat er in de aanneming der voorgestelde wijzigingen in het 'tarief zou gelegen zijn voor den bloei hunner fabrijken de instandhouding van de werkloonen op den tegenwoordigen voet enz. Op deze onderscheiden stukken hebben de heeren Rennets, Vijfhuis en Frets versiag uitgebragt. Werd besloten de requesten voor en tegen het ontwerp ter griffie neder te leggen en de ver slagen -te doen drukken. Een verzoekschrift van een militair, die ontslag uit de dienst vraagt en waarover de heer Sfar-Busman verslag deed, werd ter zijde gelegd. Hierna is de Vergadering gescheiden, en de vólgende bepaald op 28 Fe bruarij aanstaande. Bij Koningrijk besluit van den 6den dezer wordt bepaald, dar de over- eenkoinsc, iusschen de Nederlanden eh de Regering van net Koningrijk Saxen gesloten, tot wederzijdsche opheffing van het aftogtsreg't Qiis detrac- tusj) in het Staatsblad zal worden geplaatst. Z. M. heefc bepaald, dat de eerste of oiïdste officieren aan boord van de thans in dienst zijnde Rijks stoomschepen? Phoenix en Curagaovan den isten Januarij aanstaanden, de toelage zullen genieten van eersten offi cier tegen 100 gulden 'sjaars, bij Hoogstdeszelfs besluit van den 29 Augus tus 1816 ingewilligd, en hetwelk méde toepasselijk zal 'wezen op nader in diensc te stellen stoomschepen, ofschoon eene mindere betëanning hehbendè dan 90 koppen. Door Zijne Exc. den Minister van Financien is aangekondigd, dat ge- durendede maanden JanuarijFebruarij, Maart en April, des volgenden jaars, op de kantoreu van de Administrateurs der Schatkist in de hoofdplaatsen der provinciën zal plaats hebben de voldoening der pensioenen, ten laste van de Schatkist, loopende ovér de tweede zes maanden van den jare 1837, afgifce van assignatien, betaalbaar op z'igt, ten kancore van den Agent van den Algemeer.en Rijkskassier, gevestigd in de hoofdplaats van het arrondis sement, alwaar de betaling laatstelijk heeft plaats gehad, of ten gevolge van gedane opgave is overgeboekt geworden. Z. D. H. de Hertog van Saksen-lVeimar is met zijnen zoon den 29sten November te Malta aangekomen. De echtgenoot van den Colonel de Stuers is den ipden Augustus te Amboina gelukkig' van eene dochter bevallen. Uit Amsterdam meldt men van den 22 December: Heden hield de eerste klasse van het Koningrijk Nederlandsche Instituut van wetenschappen, letterkunde en schoone kunsten, hare elfde openbare vergadering, -onder het voorzitterschap van den heer C. /Hèwijri, wordende dezelve geopend met eene gepaste aanspraak, waarbij met waardigheid gedacht werd aan de verdiensten van eenige aFgestorvene leden en correspondenren. Hierna las-de heer G. VrolikSecretaris der klasse, het verslag van hare werkzaamheden én verrigtingengedurende de twee laatst verloopen jaren, en deelde voorts den uitslag mede van de laatste prijs-uitschrijving, gevolgd door eene opgave dér nieuw aangekondigde vragen. Vervólgens betrad de heer .7. G. S. van BrédaHoogleeraar te Leyden, het spreekgestoelte, en las eene verhandeling, bevattende eene Schets der meest opmerkenswaardige bijzonderheden van de plaats, waar thans Oud-Ne der'and- is, in die oude voor-historische tijdperkenwier overblijfselen men bij tie Artesische Pytboringén hier te lande heeft bereikt; waarmede deze pleg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1