mrm
A0. 1837.
LEYDSCHE
VRIJDAG,
<-M" "g®£_Sa A Mi
'31 GEVWi* IS
M Tt ,{g
;:p
COUR A N Té
i DECEMBER.
NEDERLANDEN.
Leyden den 3osien November.
\Vij gedenken, dat het heden 24 jaren geleden is, dat Zijne Majesteit onze
geëerbiedigde en beminde Koning, op onzen Vaderlandschen bódem,na eene
afwezigheid van 19 jaren, aangekomen is. Onder dagteekening van 1 Decern*
ber 1813, lezen wij in onze Leydsche Courant daarover hec volgende:
De gelukkige tijding, welke zich reeds gisteren avond hier verspreid had
en aller harten in vreugde had opgetogendat Zijne Doorluchtige Hoogheid
Willem Frederik, Prins van 'Oranje en Nassauin *s Gravenhage zoude zijn
aangekomen, is heden bevestigd geworden.
's Morgen* heeft de Achtb. Regering dezer Stad deze gelukkige gebeurtenis
bij publicatie doen bekend maken, ten einde er bij de goede burgerij geen
twijfel meer zonde zijn dat onze geliefde Vorst zich weder Op den Vader
landschen grond bevondt.
De bekendmaking werd door eene ontzaggelijke menigte daartoe zamen ge
vloeid, met geestdrift ontvangen, terwijl de lucht van een driewerf Hoezee
Oranje boven! weêrgalmde. 's Avonds ivaren de publieke gebouwen dezer
Stad prachtig geïllumineerd-, onder welke hec Raadhuis uitmuntte. Alle de
huizen van particulieren door de geheele Stad waren insgelijks fraai verlicht,
de straten waren met eene menigte wandelaars vervuld, die zich alle in deze
voor ons Vaderland zoó gewigtige gebeurtenis hartelijk verheugdenonder
het geroep Hoezee! Oranje boven!
Het corps muzijkanten van de schutterij dezer Stad, heeft ter viering van
deze gelukkige gebeurtenis voor de huizen van -H, H. Leden der Regering
dezer Stad een fraai muzijk gemaakt en de aria's Wilhelmus van Nassauwen en
God Save the King enz. bijzonderlijk doen hooren; hetwelk mee de grootste
goedkeuring is ontvangen.
Men meldt hit 's Gravenhage van den 29 November:
In de zitting van de Tweede KAmer der Staten-Generaal van heden heeft
'de Baron Rocll tot 'Hazerswoudelid der Kamer, zitting genomen. Vervól
gens is overgegaan tót: de indeelingen van de maand November, en zijn tot
hare Voorzitters en onder-Voorzitters benoemd; iste afdeeling, de heeren
van Hemert en Kijf huis; 2de, de heeren de Jonge en Luzac3de, de heeren
op den Hoof en van Dam; 4de, de heeren van Swinderen en Donker Curtius
en 5de, de heeren van Rappard en Dijckmeester. Daaraan zijn toegezonden:
i°. een ontwerp, houdende regeling der ligting van de Nationale Militie
voor den jare 1838; 20. een, tot verlenging der. wettelijke bepalingen, eer
beteugeling van onrust en kwaadwilligheid, en 30. een, houdende wijzigin
gen in de wet van 16 Mei 1830, betrekkelijk de transitöire bepalingen, bij
den overgang van de oude tot de nieuwe Wetgeving. Wijders zijn aan de
vergadering medegedeeld het onlangs met Engeland gesloten handelsverdrag
en het Koninglijk besluit, behelzende de toeneding van Baden tot het
tractaat met Pruissen. De héer'en van Tuyll van Heeze en Snouck Hurgronje
hebben kennis gegeven, dat zij door ongesteldheid worden verhinderd, de
vergadering bij te wonen. Vier ingekomen verzoekschriften zijn aan de daar
toe bestemde Commissie verzonden als: l°. een van schippers uit het arrron-
dissement Dordrecht, die zich over hunnen aanslag in de personele
belasting en .het patentregt beklagen; 20. drie van ingezetenen hit Groningen,
Gelderland en Noord-Braband (afgescheidenen)die zich beklagen over de
militaire inlegeringen, waaraan zij zijn blootgesteld. Aan de Kamer is hulde
gedaan: i°. door den heer IVaardenburg^ van ëen werkje over het bestuur
der Maatschappij van Weldadigheid; 20., van een te dezer stede in bet.licht
verschenen kleinen druk van de nieuwe samenstelling der Regterlijke Magt en
het beleid der Justitieen 30. van de twee reeds-nitgegeven afleveringen van
het door den Advocaat van H'outem vervnard'gd werk, over de nieuwe Ne-
derlandsche wetgeving. Daarna is de vergadering töc nadere bijeenroeping
gescheiden.
Nog meldt men uit 's Gravenhage van den 30 November:
Heden hebben de afdeelingen van de Tweede Kamer der. Staten-Generaal
zich bezig gehouden, met het onderzoek van de oncwerpcn van wet, welke
gisteren aan dezelve zijn aangeboden.
Door Zijne Exc. den Minister van Financien is ter kennisse van het
algemeen gebragt, dat er voor een ieder gelegenheid bestaat om, des ver
kiezende, met de cusschen Rotterdam en Duinkerken, alsmede tussóhen
Rotterdam en Havre varende stoombooten, brieven, door - tusschenkomsc
van 's Rijks Postkantoren, naar Frankrijk te verzenden; dat echter, om van
deze gelegenheid gebruik te maken, de verlangde wijze v«n verzending,
met de stoomboot over Duinkerkenof met de stoomboot over Havreduidelijk
op het adres der brieven zal moeten zijn uitgedrukt; terwijl dezelve, in het
tegenovergestelde geval, met de gewone landpost zullen worden verzonden.
Zijne Exc. de Minister van Financien ontvangen hebbende dn hierna
vermelde giften ten behoeve van het Vaderlandmaakt van dezelve bij deze
eervolle melding; als: van zekere dame, teekenende L. v. St.op nieuw
eene som van Zestig Guldens; van een onbekende voor de dienst van hec
Rijk, eene som van Één Honderd Guldens
Uit Amsterdam wordt van den 29Sten gemeld:
Dezer dagen heefc voor het Hof van Assises alhier teregc gestaan zekere
.7. C. Leurskostschool-houderesse te Utrecht, beschuldigd van het ver
vaardigen en des bewust uitgeven van valsche Bank-Biljetten. Na eene lang
durige instructie der zaakten gevolge waarvan de Procureur-Crimineel de
doodstraf tegen de beschuldigde eischteheefc hec Hof heden haar vrijge
sproken.
SPANJE.
Berigten over Parijs van den 27 November.
De Koningin-Regentes van Spanje heefc den 19 November de zicting der
nieuwe wetgevende Kamers met eene aanspraak geopend, waarvan hec eer
ste gedeelte aldus luidde:
„Mijne Hferfn de Senatoren en Afgevaardigden!
„Ik ondervind alriid het levendigste genoegen, wanneer ik mij in deze vergaderzaal
door de Vertegenwoord mers der Natie omringd zie, die ik als den hechtsten steun van
den troon en van de vrijheid van het Spaansche Volk beschouw^
„Voor de tweede maal heb ik het gepast geoordeeld, dat mijne geliefde Dochter, de
Koningin Isabella II bij deze plegtige handeling tegenwoordig was, opdat in haar hart
liefde gegrift worde voor de instellingen, die hare Regering en de Natie, over welke zij
geroepen is den senepter te voeren, gelukkig moeten maken.
Ik ontvang voortdurend van de vreemde Mogendheden, die de Koningin hebben er-
Iréndbewijzen van welwillendheid en vriendschap.
Ofschoon den dood van Willem IV, Kow'ng van Engeland betreurende, is het mij
ccne aangename voldoening te zien, dat de Koningin Victoriazijn doorluciu.j.t o^vo'je
ster ."die dm? dezelfde gevoelensais haar waardige 00111 is bezield met MfyVdu 1
Koning der Franse li en en met de Koningin van Portugal, onderteekeiiarei) van net ver
drag van iiet viervoudig verhond, iiaauvv vereenigd is. Die Souvercinen tonnen tfczel.de
belangstelling in ónze zaak. als waarvan zij tot op dit oogenblik bewijzen hebi-eu 'ele
ven. Het is aan hunnen grootuioedigcn bijstand, dat wij groofendeels de ,\eiiigiieid on
zer grenzen te danken hebben, zoo als wrj die onzer uitgebreide zeekusten aan de ijve
rige waakzaamheid van de smaldeelen der bondgenooten verpligt zijn. Eindelijk zijn wij
bun nog anderen krachtdadigën én gepasien onderstand verschuldigd, die mijne erkente
lijkheid jegens hen van dag tot dag vermeerdert. Daaronder reken ik én besc'nöuw .zelfs
van hoog gewigt, de door Zijne Maj. den Koning der Franscben genomene maatregelen,
0111 den uitvoer ten behoeve der'opstandelingen van Wapenen, krijgsbehoeften en levens
middelen langs de zoo uitgestrekte linie der Pyrctieen te beletten en de in eenige geval
len aan onze troepen verleende magtigiug, 0111 over het Fransche grondgebied te trekken.
De Kabinetten, tot welke wij niet in dezelfde betrekkingen staan, zijn daarom jegens
Snanje nier vijandig. Er is reden om te hopen, dat, als deze Kabinetten van de jongste
gebeurtenissen, die gunstig voor onze wapenen zijn geweest, en van het eenstemmig be
sluit der Spanjaarden, om tot eiken prijs den troon hunner Koningin te Schragenoeier
onderrigt zullen zijn, er ook eenige wijziging in hunr.e staatkunde zal plaats hebben,
vooral als het afschuwelijk gedrag des Pretendents, bij zijnen inval naar het hart der
Monarchie, te hunner kennis zal zijn gekomen.
„Daar de kroon door eene bijzondere Wet der Cortes behoorlijk is gernagtigdóin
met de nieuwe Staten van Spaansch-Amerikaop. den grondslag der erkenning-hunner
onafhankelijkheid, verdragen van vrede en vriendschap te sluiten, maak ik er mij een
«enóegcn van, 0111 u ie verwittigendat ik, in naam der Koningin, het op het einde
der maand December van bet vorige jaar tusschén Spanje en de Republiek van Mexico
gesloten verdrag bekrachtigd heb, in de hoop, dat deze verzoening tüsschetl twee vol
ken die zich als broeders moeten beschouwenonberekenbare voord celen voor de beide
"landen zal aanbrengen. Ik ben door dezelfde gevoelens voor de overige Staten van Ame
rika bezielden heb dien ten gevolge de havens van Spanje voor de koopvaarders van
Venezuela en Montevideo geopend.
„Ik heb insgelijks de capitulatien en verdragen van vrede, bescherming en koophan
del, die tusschén den Kapitein-Generaal der Philippijnschë eilanden en den Sultan cn
Datos van Joio zijn gesloten, bekrachtigd.
„De moeijelijkhedendie tusschén den militairen Bevelhebber van Ceuta cn de Moo-
rcu van het"omliggend grondgebied waren gerezen, zijn tot genoegen der beide partijen
vereffend.
„Ik betreur, dat de weigering van het Kabinet van Turynom het Koninglijk exe
quatur aan verscheidene consulaire Agenten van Spanje ie verléenen eene schorsing ti
onze handels-betrekkingen met Sardinië heeft veroorzaaktmaar steeds bereid0111 die
op den ouden voet te herstellen, zal ik de eerste gelegenheid, die mij wordt aangeboden,
te baat nemen, om zulks te doen, mits daarbij slechts de eer der kroon en dc waardig
heid der uaiie ongeschonden bewaard blijven.
Mijn bestuur heeft getracht en tracht nog steeds, om de séhade af te wenden die
door de invallen der verwoestende benden van den oproerigen Vorst, bij welke de be
volking van liet Koningrijk zulk een grootsch voorbeeld van dapperheid en trouw geeft,
veroorzaakt, wordt.
„Indien de nijverheid zich staande houdt en de handel niet geheel verlamd wordt,dan
iieet'n'men dit aan de krachtdadige zorgen te danken, welke de Regering aan dat onder
werp toewijdt. De lahdboiWv, de kunsten, de wegen en vaarten zijn het voorwerp eener
'oplettendheid, geëvenredigd aan de hinderpalenwelke men in die onderscheidene takken
van beheer ontmoet. De stichtingen van weldadigheid en openbaar onderwijs ontvangen
zoodanige onderstandgeldcnals het der Regering gelukt, aan dezelve te verschaffen en
'in alle dc takken van beheer heersch.t mindere verlamming, clan men'den teaenwoordigeu
toestand van Spanje in aanmerking nemende, geneigd zou zijn te gelooven.''
In den verderen loop barer rede, zegt de Koningin-Regentes, dat de
overzeesche bezittingen de diepste rost genoten en dat de grootste meer
derheid harer bevolking het besluit, uit kracht waarvan die koloniën volgens
speciale wetten geregeerd worden, als eene weldaad beschouwt. Zij roemt
de houding der Spaansche zeemagt in de golf van Mexico en op de kusten
van Spanje; Zij kondigt aan, dat de nog ontbrekende nieuwe wetboeken en
de wet tot regeling der regterlijke magt aan de Cortes zullen worden voor
gelegd. Met ophef weidt zij uit over de overwinningendie op de Carlis-
ten bij hunnen togt naar Madrid zijn behaald, en over den daarbij door hec
leger betoonden geestdrift. De gemeenschap in het binnenland, die, zoo zij
zege, door eenige benden roovers, welke de opstandelingen bij hunne over
haaste vlugt hebben achtergelaten, onveilig wordt gemaakt, zal door kracht
dadige maatregelen worden hersteld. Aan het leger zwaait zij grooten lof
toe. zonder echter te verzwijgen, dat de krijgstucht bij hetzelve „voor
eenige oogenblikkenverslapt ié geweest; doch de belliaihe's dna.hij zijn
gestrengeliik gestraft en die wanorden zullen zich riet herhalen. Na nog
gelegenheid te hebben gevohden om de medewerking der Bnrscbe zeemagt
tot bestriiding der opstandelingen te roemen, laat de Koningin-Regentes zich
omtrent de geldmiddelen aldus nic:
De Ministers zullen médevverken tot hét onderzoek der beghnntmgén die gedurende
de vorice zitting hangende zijn gebleven en na overwogen en bekrachtigd re zijn, iu
het vol'/ende jaar in werking zullen moeren komen.
„Ten gevolge der groote moeijelijkheden, ontstaan uit een hardnekkicen strijd, waar
van dc voortduring mijn hare smartelijk aandoet, kunnen de openbare reldnfd'delcn nog
geen verb ijdend tafereel opleveren. De vorice Cortes hebben aan mijn bestuur cdelmne-
dial ijk de hulorriiddclen toegestaan; welke de staat des lands gedoogde a.nn re Meden 0111
in dc behoeften der dienst jc voorzien en vooral om het te kort te dokken, waarvan het
cijfer tot aan het einde des loonenden jaars is vastgesteldmaar ofschoon dc Reeerijv*
zich beijvert en gaarne wil blijven beijveren om die hulmniddelen e realiseren, is het
echter van bel arm zich te herinneren, dat de aard dier hulpmiddelen niwehikkig belet
dezelve zoo spoedig en volledig te realiseren, als de dringende behoeften der schatkist
zulks vercisehen.
Mijne regering zal zich voortdurend iiverii hezïrr houden met de verbetering van
het beheer aller bestaande belastingen, met de vermeerdering der inkomsten, dc vermin
dering der uitgaven, de regeling van de vehdeeling dér openbare ontvangsten, en de ui
voering van bezuinigingen in alle takken der openbare dienst, welke daarvoor zonder
nadeel vatbaar zijn. Eindelijk zal dezelve, naar mate de omstandigheden gunstiger wor
den niet uit het oog verliezen de gewigpge d'enst der nationale en buïrenlandscbc schuld,
waarvan de belangen, uit hoofde van de dringende en groote behoeften der schatkist,
sedert het vorige iaar ongelukkig niet hebben kunnen ?n acht genomen worden.
„Ziedaar, "Mijne Heeren! een beknopt overzigt over den toestand van her land. Ts
dezelve niet zoo gelukkig als mijn hart zvdks vurig wenschte, >00 moet dit noodwen-
diglijk aan de onheilen geweten worden welke de wreede ^eesel van den burgeroorlog
na zich slefcnt. Maar ik geef 11 de verzekering dat het snel ven einde brengen van dien
oorlog s'-eds hef voorwerp miiner levendigste zorg zal wezen, en het deel, waarnaar
de ijver en de werkzaamheid mijner rcering zullen streven.
Tk twijfel niet, of ik zal hij ulieden steeds al die medewerking vinden, welke m?i
noodig zal ziin, om dit zoo gewigtig doeleinde te hereiken, nelïiR ook om de nnhlieke
orde te handhaven en de door ons bezworene Constitutie te doen uitvoeren en ecrh'edi-
gcn. Tiet beste en zekerste middel om dit doel re hereiken is ecndra.gt en volkomene
overeenstemming tusschén de magten van den Staat."
Berigten over Parijs van den 28 November
Ororrejit de opening der Cortes meldt men, dat dezelve met de gewone
plegMp.heid plaats heeft gehad. De Koningin-Regentes en de jonge .Koningin
Isabella II zijn op den weg van hec paleis naar de vergaderzaal met de leven
digste toejuiching door het volk ontvangen. De Overheid had de no.0di.4e
zorg genomen, dat de rust niet zou gestoord worden, hetgeen dan ook niec
'het geval geweest is,