V A°. 1837. LEYDSCHE VRIJDAG," *3J| fssss? A^.. ■ÉÉOP^Q w j2(3SUb ÏM£? 0*^<fc.-'' ,- x COURANT 24 NOVEMBER, Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, maken bij deze bekend, dat pp beden bij Hun Ed. Achtb. is ingekomen en aan den Ontvanger verzonden, bet fPweede Aanv idlings Primitief Kohier der Pcrsoneele Belastingdienstjaar 1837 en 38, op den 6 November 11. door den Zijne Èxc. den Heer StaatsraadGouverneur dezer Provincie, invorderbaar verklaard; eii dat van heden af de termijn van drie maanden ingaat, binnen welken de reclames tegen hetzelve behooren te zijn ingediend. Leydenden 23 Nóvember 1837. j. G. de me y. Ter ordonnantie van dezelve, P. A. Êu Pui. De persoon van JOHANNES MEIJER, gewezen Militairwordt bfj deze opgeroepen om zich ten spoedigste bij den Kolonel Plaatsdijken Kommandant te vervoegen. NEDERLANDEN. Leyden den 2jsien November, Men meldt nit 's Gravenhage van den 22scen dezer: Naar men verneemt, is Z. D. H. de IlertQg, van Saksen-tVeimarLuite. nant-Generaal in Nederlandache dienst, benevens deszelFs oudste zoon, Prins IVillem te Smyrna aangekomen. Dezen avond heeft de heer Basslê, de zoon, leerling van den heer Montry, in eene openbare, talrijk bezochte vergadering, weder buitenge wone proeven zjjiier groote ervarenheid in de Mnemotechnie gegeven. Deze jongeling, nhauwëlijks cwaglf jaren oud, had reeds, tijdens hec ver blijf van dpn heer Montry hier te lande, te Amsterdam blijken gegeven van zijne spoedige bevatfting dezer wezeptijk nuttige oefening; Den iöden dezer maand had hij in eene voorbereidende bijeenkomst, aan ver schillende personen, die in staar waren; zijne oefeningen te beoordeeleij, en waaronder zich bevond de Inspecteur der Latijnsche en van de mid delbare en lagere scholen, zijne groote vorderingen in deze kunst bloot gelegd. Thans heeft hij zijne oefeningen in deze edele kunst, tot een loffelijk doel, voorziening, in. Bet lot der ariïjendienstig gemaakt. G.edu rende dezen geheelen avond heeft hij aile. de vragen beantwoord, welke in ten algemeen verspreid programma vervat waren, en, hetwelk tot 20,000 vragen kon leiden, die genomen waren uit hetgeen het geheugen het moei- jelijksce bevat en Op den duur behoudt. Zij hadden voornamelijk betrek king tot de tijdreke)ik|iiijde, de geschiedenis, de fabelleer, de wis- en na tuurkunde, enz. Spoedig en duidelijk heeft hij aile de vraagstukken, die hem voorgesteld werden, voldoende opgelost; vervolgens is hij overgegaan tot liet afleggen van onderscheidene proeven zijner oefeningen in de Mnemo technie. Men houdt zich overtuigd, dat de heer Baalt,'die reeds zoo jong zulke groote binken van voortreffelijk verstandelijke vermogen, van helder qprdeel, van spoedige bevatting en van een sterk geheugen, geeft, aldus v.001 tgaandeeen meester in deze kunst worden en al meer en meer de be wondering des publieks tot zich trekken zal. In het Algen: ten Handelsblad van heden leest men het volgende; Naar men nader nopens het trace a at (ijssphen Engeland en Holland ver neemt, moet er, ofschoon Holland in dat verdrag veel loegeefelijkheid je gens Groot-Britannie zal bezigen, evenwel in dit stuk voorkomen een arci. kei allezins voordeelig voor onzen handel,. fflen ,zou namelijk, „de ex orbitante inkomende regten, welke Engeland op den invoer van itofllj uit vreemde koloniën heeft gesteld, merkbaar verminderen." Daardoor zon handel de gelegenheid bekpmen om, wanneer hier de markt overstelpt is, de kpffij zonder groote opoffering ngar Londen in te voefn. De onderscheiden sphepen, tot de haringvlooc behoorende, r.jjtj thans allen behouden binnengekomen en hebben 3550 last haring gevangen. In 1836 bedroeg de vangst slgchts 2927 last. Den aosren November is van Harderwijk- te water naar Helvoetslu.is vertrokken, een detachement, sterk 20 onder-officierpn en manschappen, ouder bevel van den van verlof c^rug keerenden iscen Luitenant van /lijn, begeleid wordende door den isten Luitenant-Kwartiermeester IVcijlcr, mede van verlof terug keerende, den 2den Luitenant Engelbert van Bevervoorde en den officier van gezondheid der 3de klasse Bensbachom van daar met het schip India naar de Kust van.Guinea en verder naar Java te worden overgevoerd. In Neder-Asselt, bij Nijmegen, is er brand ontstaan in de woning van W. Ariens, waardoor die man en nog een arbeider, die bij hem inwoonde, bijna van alles zijn beroofd geworden. De prijs der steenkolen is thans in België 2oo hoog geklommen, dat jnen, zelfs in Luik, het noodwendig acht, om; voor behoud van orde en juistop maatregelen bedacht te zijn, ten einde dien te verminderen, en dgs nood», tpt eene zekere hoogte, den invoer van vreemde kolen te ver porloven. Aan den anderen kant schijnen de prijzen van hec Viaamsche lin. nen hand over hand te verminderen, en beklaagt men zich in beide de Vlaan. deren zeer ernstig, dat het linnen dier gewesten, niet alleen in Frankrijk, njagr ook in België, door het Engeische wordt verdrongen, en dat derhalve bet voqruitzigp dpr talrijke linnenwevers vrij duister wordt; O O S T i N D 1 E. Batavia den 9 Augustus. Met betrekking tot de verrlgtingen van den Generaal-Majoor Verveerbjj deszeifs zending tot het werven van Ashan- tijnsche soldaten voor ons leger alhier, leest men in de Javasche Courant van heden, het volgende aan de redactie medegedeelde artikel: De verkregen ondervinding van het nut dat voor het Nederlandsch-Indisch leger kan getrokken worden van de Neger-recrnten, heefc het Nederlandsch Gouvernement bewogen, aan de werving dier manschappen meerdere uit breiding te geven, en tot dat einde is den Generaal-Majoor Verveer eene pending opgedragen naar de westkust en het binnenland van Afrika, en spe. ciaal naar den Saai of Vorst van Ashantij, die, even als de Ashantijnen in bet algemeen, den Nederlanders bijzonder genegen is. Ashantij is gelegen noordelijk van onze bezitting op de westkust van Afrika, St. George d'Elmina. De inboorlingen zjjn het meest beschaafd van al de' verschillende volkstammenwelke het land tusschen den Niger en de westkust bewonen; hunne onversaagdheid in den oorlog is beroemd, zoo als ook de ltriig en de jagt nagenoeg de uitsluitende bezigheid der mannen is. Zij zijn ijl het algemgen schoone, welgebouwde, sterke en vlugge menschen, éigen schappen, die de Negerstammen in het bijzonder kenmerken, voornamelijk de zoodanigendie de meer noordelijke streken bewonen en gevolgelijk meer ver wijderd zijn van -de.Eugopesche etablissementen, doch in meerdere aanraking komen met Mooren en Arabieren. Hunne Godsdienst is fetisch. Het isnd dat zij bewonen, is goed bebouwd en rijk in voortbrengselen voor levensoehoeftcn. De Generaal Verveer zond dadelijk, bij zijne aankomst te Elinina eep ver trouwd persoon, van een klein geleide vergezeld, naai den Saai, uui Oen- zelren van zijne komst en het doel zijner zending te verwittigen en zijne onivangst op het Ashantijnsch gebied voor te bereiden. De voornaamste zwa righeid van dien zendeling was óm den AFrjkaanschen Vorst bekend te ma ken, dat Z. M., de Koning uitdrukkelijk bevolen hsd niet toe ce laien, dac ter eere van Hoogstdeszelfs Gezant menschen geofferd werden, zoo als anders gebruikelijk is, en plaats had gehad ter gelegenheid van het Britsche Gezant schap onder den heer Jamei. In het begin van Januarij dezes jaars, ondernam vervolgens de Generaal Verveer, gevolgd van eenige officieren en ambtenarende reis naar de binnen, landen. De afstand van Ëlmina naar Coomassie, de hoofdplaacs van het As- hantijnsche Rijk en residentie van den Saai, is nagenoeg 25 graad hemels, breedte, doch de weg derwaarts kan wel op het dubbele gerekend worden. Dezelve loopt door bijna ondoordringbare bosschen en wildernissenen moest j voor meer dan de helft, onder eene temperatuur van doorgaans boven de 90J Fharenheitte voet worden afgelegd, zoo dac men zich een denkbeeld kan maken van de vermoeijenissen aan welke het hoofd geboden moest worden. De ontvangst liet niets te wenschen over, en overtrof die, welke de vroe'- gere Gezantschappen der Engelschen is te beurt gevallen. Bij de intrede in de hoofdplaacs waren aldaar al de grooten én militaire bevelhebbers van het Rijk vèreenigd ruim 30,000 man, van vuurwapenen voorzien, en gekleed in eene, naar de Ai'rikaansche wijze uitstekende tenue, defileerde in -oede en indrnkverwekkeiide orde. Aan den Generaal werd eene gemakkelijke en .aangename woning aangewezen, welke opzettelijk voor hem en zijne reis»e- nocten was gebouwd geworden. De Saai heeft vele blijken van góed vertrouwen gegeven, Waaronder kan gerekend worden, dat hij op het daartoe door den Generaal Verveer, over eenkomstig zijne inscructie gedaan voorstel, een zijner zonen en een van deszeifs neven, zijnde een zoon van den Opperbevelhebber van het Ashan tijnsch leger, en directe afstammeling van den laatst voorgaanden Vorst, aan dêiizelven heefc coeveicroiuvd om hem in Nederland te doen opvoeden en langs dien weg voor groote en belangrijke bestemmingen in hun geboorte land op te leiden, Zij zijn beiden ongeveer 8 jaren oud, dragen kenmerken van goede geestvermogens en zijn begiftigd met een gelukkig ligchaamsgestel. De werving van recruten belooft aldaar de gunstigste resultaten. Dezelve Eepaalc zich tot de volkstammen, Welke de noordelijke binnenlanden tot aan den oever van den Niger bewonen. Deze menschen zijn in liet Ashantijnsch gebied bekend onder den algemeenen naam van Donko's. De geboren As. hantijn beeft even als de Kusc-Neger een aangenamer en be val liger voorko. men!, maar in wezenlijke scerkce en Iigcbaams-botiw, en gevolgelijke ge schiktheid voor de militaire diensc, wordt hij door den Donko overtroffen. In de oorlogendie de Ashancijnen gevoerd hebben zijn deze noordelijke volkeren altoos gebezigd om, zoo als men hec noemt, liet spits af re bijten. De grooten en Caboceërs in Ashantij gebruiken en wapenen ben als hunne Tanitsaren en kunnen volkomen op hen vertrouwen, want de Donko is ge. hoorzaam, is geboren dapper, getrouw en bij eene goede behandeling, hartstogtelijk aan zijnen meester verkleefd. Hec zwaarste werk is zijn deel. Zoo ziet n]etl 116,11 lanKs wegen en paden, met eene vracht van 60, 80 tot xoo ponden op het noofd, verscheiden uren afsrands afleggen, zich deS avonds met eenige bananen of een handvol maïs voeden, op den blooten grond, meestal in den open lucht, bijna zonder kleeding netjeriiggen, en, bij de eerste schemering van den aanbrekenden dag, weder zijne vracht op. hemen en verder trekken. Altoos in de binnenlanden zijnde, is dierlijk voedsel hem bijna onbekend. In het Ashaijtijnsche wordt de diepe ellende van hun lot nog vermeerderd, door dat zij, mannen, vrouwen en kinderen, altoos het eerst aan de beurt liggen, om ais offers, op de graven hunner barbaarsche meesters of derzei- ver bloedverwanten het leven te verliezen. Velen der Afrikaansche Negers dragen lidteekenen van tamelijk diepe in snijdingen pp' het aangezigt, sommigen ook op de armen en anuere gedeelten van het ligchaam. Dit is een algemeen geb nik bij nagenoeg al de volk stammen .in de binnenlanden ten noorden van Ashantij, en het is in hec bij zonder daaraan d.at men de Donko's kent. De bovenlanders, die twee perpendiculaire insnijdingen op beide wangen, en eene horizontale van den neus naar de oorensomwijlen onder de oogeli dragen, ziin' de Monie's, een volkstam, bij uitstekendheid bekend door trouw en dapperheid. De Generaal Verveer zon van zijne hoogstbelangrijke zending, in April jl. naar hec vaderland terugkeeren. T U R K Y Konstantinopf.i, den iscen November. Er is alhier een nieuw dagblad uitgekomenonder den titelde Pest. In hetzelve zal vooral over die zieke re worden gehandeld. De heer Bularddie deze ziekte te Smyrna met hec beste gevolg heeft behandeld en thans op den Leander-toren nabij onze hoofdstad, van de 30 onder zijne behandeling zijnde pesr-zieken, reeds 20 heeft genezen, en alle hoop op het herstel der overigen heeft, is de voor naamste Redacteur van dat blad. Hij meent een stellig middel tegen de pest te hebben uitgevonden, en noemt de qnarantaine-inrigtingen in Europa ondoelmatig, daar voor personen slechts 6 of 7 dagen afzondering en voor goederen 1 dag noodig is. RUSLAND. Van den eden November wordt ilit Odessa gemeld, dat in een der voor steden p'otseiing twee sterfgevallen hadden plaats gehad, welke, na onder zoek, door de geneesheeren verklaard waren, de pesr te zijn. De vereischte maatregelen ziin dadelijk in het werk gesteld en 17 huizen, wier bewoners gemeenschap met die voorstad hadden gehad, ziin gesloten en onder mili tair onzigc geplaatst geworden. De stad zal van nu af geen gemeenschap met andere plaatsen mogen uitoefenen. Over de oorzaak van die ziekte denkt men, dat dezelve door een van den Donau afkomend schip is aange- bragtomdat aan boord van hetzelve gedurende de quarantaine verscheiden personen aan de pest overleden waren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1