A0. 1837. IEYDSCHE C O U R A N WOENSDAG, 22 NOVEMBER. NEDERLANDEN, Leyden den 2isten November. Men meldt uit 's Gravenhage van den 2osten dezer: Z. K. H. Prins Albert van Pruissen is wan zijn uitstapje naar Amsterdam alhier weder teruggekeerd. Door Zijne Maj. zijn bepalingen vastgesteld betrekkelijk de scheiding in afzonderlijke gevangenissen, zoo van criminele als van correctionele ge- vonnisden, als van veroordeelde mannen en vrouwen. De antwoorden van de Regering op de aanmerkingen der begrootings. wetten, door de Staten-Generaal gemaakt, zijn, naar men verneemt, aan den President der Tweede Kamer ingezonden. Z. D. H. de Hercog van Saksen-Wcimar en zijn zoon zijn uit Konstan- stantinopel naar Syrië en Aegypte vertrokken en zullen van daar de reis naar Nederland aannemen. In het laatste uitgebragte, thans gedrukte algemeen verslag, wegens den staat van het Instituut voor Doofstommen te Groningen, komt eene opgave voor van de kweekelingen, Welke gedurende het zeven en veertig-jarig be. st&an van het Instituut ontslagen, of voor hun ontslag overleden zijn. Daaruit blijkt, dat 468 kweekelingen ontslagen zijn, als: 362 bekwaam om in de maatschappij te verkeeren; 26 die geene vorderingen meer konden maken en om bijzondere redenen; 29 wegens bekrompene verstandelijke vermogens; '<6 uit hoofde van zinneloosheid; 9 wegens aanhoudende ziekelijkheid en 36 overleden. Deze kweekelingen behoorden te huis: 17 in de provincie Noord-Braband, 1 in Limburg, 28 in Gelderland, 94 in Zuid-Holland, 112 in Noord-Holland, 7 in Zeeland, 20 in Utrecht, 57 in Vriesland, 30 in 'Overijssel, 78 in Groningen, 20 in Drenthe, en 4 buiten het Rijk. Gedurende het schooljaar van 18361837 zijn onderwezen 168 kweeke lingen, waarvan er in 1827 opgenomen waren 1 kweekeling; in 1829, 38; in 1830, 17; in 1831, 28; in 1832, 17, in 1833, 13; in 1834, l8i in 1835, 21; in 1836, 14, en in 1837, 1. Uit Amsterdam meldt men van den 20 November: De derde klasse van het Koninglijk-Nederlandsche Instituut van weten, schappen, letterkunde en schoo'ne kunsten, heeft op heden hare elfde open bare vergadering gehouden, onder voorzitting van den Hoogleeraar T. Roorda. Nadat de Voorzitter deze vergadering met eene toepasselijke aanspraak had geopend, las de Secretaris, de Hoogleeraar Mr. C. A. den Tex, het kort verslag der werkzaamheden van de klasse gedurende de twee verloopeti jaren, ten slotte met waardigheid gedenkende aan die leden, 'geassocieerden en korrespondentenwelke der klasse in dit tijdsbestek door den dood ont vallen waren. Vervolgens werd medegedeeld de uitslag der laatste prijsüitschrijving, blij. kende uit de deswege voorgelezen rapporten, dat twee antwoorden waren 'ingekomen, als een op de vraag, betrekkelijk het Instinct, en het tweede op die ten aanzien der Staatkunde en Welsprekendheid van Demosthenes, aan geen van welke antwoorden nogtans de klasse den uitgeloofden prijs had kunnen toewijzen, terwijl vervolgens de nieuw uitgeschreven vragen werden aangekondigd. De Voorzitter verzocht daarna den Hoogleeraar W. A. van\Hcngel, als die, öp uitnoodiging der klasse, de vervulling eener spreekbeurt te dezer gele. genheid wel op zich had willen nemen, thaUs aan dien wensch te voldoen; eb plaatste zich de Redenaar nu aan het spreekgestoelte, van daar eene verhandeling voordragende Over de Verdiensten van het Romeinsche Staats bestuur ten aanzien van letteren, Wetenschappen en Kunsten. Na het eindigen dezer voorlezing werd door den Voorzitter gepasten dank toegebragt aan den hèer van Hengel, en voorts aan de hooge Autoriteiten en verdere genoodigden en Commissiën uit onderscheiden geleerde maatschap, pijen, als ook aan ee'ne vrij aanzienlijke schare van toehoorders, voorde eer van hunne tegenwoordigheid, sluitende deze vergadering, welke nieuwe bewijzen opleverde, dat Nederland voor den geleerden roem, welke het in Vroegeren tijd, ook in het vak der oude letteren en geschiedenis, door zoo uitstekende mannen, in geheel de beschaafde wereld verworven heeft, niet Onverschillig is, maar ijverig tracht denzeiven meer en meer waardig te blijven. Uit Raalte meldt men van den 14 November: Heden had alhier de plegtige inwijding van het nieuwe kerkgebouw der Roomsch Katholijke gemeente plaats, tot welk einde de Hoogwaardige heer Baron van WijckerslootHeer van Schalkwijk, Bisschop in Curium, opzette lijk was overgekomen. Reeds te zeven ure in den morgen nam de plegtig heid der wijding haren aanvang, eh te elf ure hield de wei-eerwaarde heer 1Vijentap, R. K. Pastoor bij de gemeente te Kampen, eene doeltreffende en keurige leerrede, waarna Monseigneur de Bisschop met twee aanzienlijke Geestelijken, de Heilige dienst verrig'te. Bijna was deze geëindigd, en alles met eerbied, en eene indrukwekkende plegtigheid, in bijzijn van eene groote menigte, welke ook door de tegenwoordigheid van Zijne Exc. den heer. Gouverneur dezer provincie en andere aanzienlijken, opgeluisterd werd, volbragt, toen eensklaps, door het gekraak en breken van eene te zwaar beladene bank en het daaruit onrstane gestommel, zich een gerucht onder de aanwezigen verspreidde, dat de kerk begon in te storten, welk gerucht, zoodanigen panischen schrik verspreidde, dat in een oogenblikde geheele za- mengevloeide menigte naar de uitgangen der kerk drong, waardoor velen onder den voet geraakten en enkelen gewond werden; onbeschrijflijk was de uitwerking van deze ongegronde vrees, men hoorde niets dan jammeren, en de angst zweepte een ieder voorwaarts tot eigen behoud, terwijl zij, die meer bedaard wilden blijven, hunnes ondanks medegesleept en op eene onzachte wijze in een wezenlijk gevaar gebragt werden. Eenige personen zijn bij deze gelegenheid gewond, doch geene, zoo ver men weet, gevaarlijk, veel minder overleden, zoo als men goedgevonden had te verspreiden. Zonderling moet het voorkomen, dat een zoo nietig geval, zoodanige be langrijke gevolgen konde voortbrengen. Zoo men meent, moet zulks daarin gezocht worden, dat de bedoelde kerk, welke in November 1836 bijna vol tooid was, door den storm van den 29sten dier maand instorte, en men al gemeen van gevoelen was, dat een ongeluk op dat gebouw ruste, en zelfs op den dag van de inwijding nog eene ramp met hetzelve zoude gebeuren, zondra men alzoo iets hoorde breken, en daarop een steeds toenemend ge- Stommel vernam, dachten de personen, welke met dat ongeluksdenkbeeld bezield waren, dat de gevreesde stond diir was en hun laatste uur gesla. gen had. Men deed geen onderzoek, men drong, men jammerde, men zocht zich met al de kracht, die de zucht tot levensbehoud den mensch verschaffen kan, een veilig heenkomen te banen, hetgeen door de zwakke ren, of hen die niet met dezelfde vaart voorwaarts konden, gevoelig móesc geboet worden. De verwarring in aanmerking genomen, moet men betuigen, dat deze zaak gelukkig is afgeloopen. O O S T - I N D I E. Batavia den 13 Augustus. Men heeft alhier de verblijdende tijding ont vangen, dat al de schipbreukelingen van het stoomschip Willem I,door Zr. Ms. koloniale schooner Nantilus, ten getale van 140 gered waren geworden.'Del zelve hadden 35 dagen op de koraalplaat Lucipara doorgebragtmét het grootste ongemak geworsteld, en in de laatste dagen slechts een kelkje water daags kunnen bekomen. Te Batavia was de vreugde over die redding al- gemeen. Omtrent den oorlog tegen Bonjol worden de volgende berigten mede gedeeld Den 25 Junij werden de dadelijkheden geopend door het nemen bij over. rompeling door den Kapitein v. d. Hart met zijne Amboinezen en eenigè hulptroepen van drie vijandelijke sterkten de vijand in massa komende op zetten, raakten de hulptroepen aan het deinzen en het was niet dan na een hardnekkig gevecht, dat het genoemden Kapitein gelukte de genomene positie te behouden. Terzelfder tijd werd op de Campong Padang Boebie bres geschoten en het gelukte den 28sten die sterkte bij storm te nemen, hetgeen denzelfden dag door het nemen van de Campong Tanjong Bangoesteeds bij ons bekend onder den naam van Talang, gevolg werd. Den 2 Julü begon den aanval tegen eene geduchte vijandelijke sterkte La'. A, bij de soldaten het sterke varken genaamd; twee dagen gevechts met klein geweer konden die hoogte niet in handen der onzen brengendoch van den tweeden werd gebruik gemaakt om eene mijn aan te leggen, die in den morgen van den 4den met het beste gevolg sprong, waardoor verscheiden vijanden onder de puinen begraven werden, en anderen levend in handen der traepen vielen. De versterking werd onmiddelijk bestormd en genomen. Het eigenlijk Bonjol is nu zoo van nabij beschietbaar dat alle hoop bestaat: 'dat die Campong spoedig zal moeten vallenen het schijnt het voornemen te ziin van den Generaal-Majoor Commissaris, om met alle activiteit te blij ven voortwerken om oe ziekten voor te komenwelke door de doorge stane t'atigUes weder onder de troepen zouden kunnen vermeerderen. Hét getal dooden en gekwetsten van onz'è zijde moet in aanmerking Van hèt veroverde, niet belangrijk zijn, ofschoon nog niet juist bekend. Geen der officieren is gesneuveld; geblesseerd zijn de Kapitein Pieters en de Lui tenants Sehsius en Olivierterwijl de Kapitein Batard, door een val in zijn eigen sabel, buiten gevecht is gesteld, zijnde hij aan den voet geblesseerd. De Padries moeten vele dooden hebben,. De Padries verdedigen zich hardnekkig en verlaten het terrein vöet Voor vóeidoch de moed en goede geest onzer troepen moet tevens voorbeeldig zijn'. De Generaals Cöchins en Cleerensbeide aan de operatien een onmiddellijk deel nemende, zijn welvarende. AMERIKA. De Koningsmoorder Meunier, die, zoo als bekend is, door Z. M. deri Koning der Franschen uit Frankrijk naar Amerika gebannen is, zwerft in Amerika nog gedurig kan de eene haven naar de andere daar men hem nergens aan land wil laten komen. Uit Baltimore wordt berigt, dat men aldaar de rijding had ontvangen, dat de stoomboot Home, van New-York naar Charleston, den 9den Octo ber ter hoogte van Kaap Hatteras verongelukt was, waarbij 95 menschen het leven verloren en nóg 40 behouden werden, PORTUGAL. Het Portugeesch Gouvernement heeft doen bekend maken, dat de in De cember en Januarii eerstkomende te vervallen coupons niet betaald kunnen worden. Voor dezelve zouden echter debentures worden uitgereikt, eene dageliiksche rente van 3J p. per 100 st. gevende, welke interest te Lon den op nader te bepalen tijdstippen zal worden betaald uit de jaarlijkschè inkomst van 400,000.000 reis, door de wet van 15 Jnlii I. 1. aan de Junta van het openbare crediet toegekend. Soortgelijke debentures zullen worden gegeven in betaling der coupons van het den 23sten'Junii II., voor zooverre het Portngesche gedeelte hetrefr, bij I. L. Coldsmid gehevene provisioned fonds. Van de coupons der Pórtogesche leening van 1823. iiisgetiiks op j December vervallende, is daarentegèn de volle betaling aangekondigd. SPANJE. Berigten over Parijs van den 18 November. Telegraphische Depfchf, Perpignan, 15 November. Nap.bonne, i5 November7 nre des morgens, Cabrera was den Sisten te Vorrente, op eene mijl afsrands van Valencia; met 10.000 man, 500 paarden en 5 stukken Veldgeschut. Ziine troepen plun. derden de dorpen der Huerta. Het 1200 man sterke garnizoen en de bewo ners van Valencia hadden geenen nitval gedaan. Den nden waren te Barcelona vijf bataljons nationale garden, ieder van iooo man opgerigt. Er waren nieuwe inkomende regten in die hoofdstad ingesteld 4000 insurgenten nabij Igualada gekomen hebben op de aan. nadering van de troepen der Koningin, de wtik in de gebergten genomen. De Koningin-Regentes benoemt nog bij voortduring Senatoren; er moe- ten in die Eerste Kamer, de Wetgevende genoemd, 145 leden zitting heb. ben welke bijna allen benoemd zijn. De kens van H. M. werd uitsluitend bil ambtenaren van bet Riik bepaald, hetgeen natuurlijk tegen ve'er zin was. De leden van de heide Kamers komen gedurig te Madrid aan, doch hadden veel moeite om binnen de hoofdstad te geraken wegens de talrijke benden Carlisten die nog steeds Castilie doorkruissen en de wegen onveilig maken. Zij werden door sterke ruiterbenden begeleid. Mendizahal bevindt zich nog altijd in de hoofdstad en plaarsr artikelen in dé dagbladen, om zi'n, als Minister gebonden gedrag te verdedigen. Meri zegt. dat hiibij zijne speculatien in openbare fondsen, groote verliezen geleden beeft. Uit Bayonue wordt van 13 November gemeld Vier Carlistische bataljonsna het mislukken van eenen aanval op Gué-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1