TM E D E R L A N D E N. Leyden den ipden November. Uit eene opgave nopens den staat van het Invalidenhuis alhier, gedurende den jare 1836, blijkt, dat de sterkte der manschappen door elkander 142 man bedroeg, zijnde er, in dat tijdvak, opgenomen 10 man, overleden 6, vrij- willig ontslagen'9, terwijl, uithoofde van wangedrag, aan 2 het verder ver- blijf' in het gesticht is ontzegd. Óp 31 December van het genoemde jaar beliep de dadelijke sterkte 125 nian, onder welke 13 uit vroegere oorlogen en 18 air den laatsten strijd. Na aftrek der pensioenen, kostgelden en gra. tiflcatien, heeft deze inrigting, over 1836, aan de verschillende fondsen, te zamen gekost ƒ21,293. 81. De kosten hebben, dat jaar, meer beloopen dan gewoonlijk. De reden hiervan moet voornamelijk gezocht worden in de buitengewone herstellingen, welke het gebouw heeft ondergaan, ten deele als gevolgen der ontzettende stormen, die in het najaar en den winter van het afgeloopen jaar gewoed hebben. Ter vervulling van de zedelijke be hoeften der Israëliten, was ook thans weder dienstbaar de ia het gesticht aanwezige bibliotheek, en inzonderheid het godsdienstig onderwijs en de vlijtige bijwoning der openbare godsdienst-oeleningen. Men meldt uit 's Graverihage van den 18 November: Bij besluiten van Zijne Majesteit den Koning zijn benoemd: Tot lid van het Provinciaal Collegie van toezigt op de Kerkelijke admi- nistratie der Hervormden in Gelderland, de heer F. G. MeijbaumPresident der Regtbank van Eersten Aanleg te Arnhemen tot Secundus van den Questor-Generaal der Algemeene Hervormde Synode, de Ireerf. .7 Ames't«ff. Den isden deZer is het standbeeld van Erasmusvolgens Komnglijke beschikking, voor de bibliotheek alhier bestemd, met goed gevolg in de daartoe bestemde nis geplaatst. Het standbeeld zelve is, behalve het pië destal en verder bijwerk, 7 voet hoog, weegt ruim 1500 Ned. ponden, en laat, wat de uitvoering betreft, niets te wenschen overig. Het denkbeeld, om het beeld van dien beroemden man in zulk een der letteren en weten schappen gewijd gesticht te plaatsen, is ongetwijfeld hoogst gelukkig. Weldra (den 29sten dezer) zal de Tweede Kamer der Staten-Generaal derzelver werkzaamheden met ijver hervatten. In eene van derzelver eerste zittingen zal, naar men verneemt, van Regeringswege aan dezelve ter over weging worden toegezonden een ontwerp van wet, betrekkelijk de ligting van de Nationale Militie voor den jare 1838 een ontwerp, tot verlenging, gedurende dat jaar, van de bestaande wettelijke bepalingen tot beteugeling van woelingen van kwalijkgezindenen een ontwerp, tot wijziging der wet van 16 Mei 1829, waarbij eenige transitoire bepalingen, bij de invoering der nieuwe wetboeken, zijn vastgesteld. Bovendien ziet men het ontwerp van wet, houdende eene gedeeltelijke herziening van het tarief der regten op den in- uit- en doorvoer, te gemoet. Wat de begrootings-wetten voor 1838 betreft, men verwacht, dat de Regering eerlang de veelvuldige, door de leden der Tweede Kamer op dezelve gemaakte bedenkingen, beant woorden zal. Van Regeringswege zijn bekend gemaakt eenige additionele artikelen den 12 September jl., alhier gesloten en onderteekend tusschen den Baron Verstolk van SoelenMinister van Buitenlandsche Zaken van Z. M. den Ko ning, en den Baron Mortierbuitengewoon Gezant van Z. M. den Koning der Fransch'en, dienende tot aanvulling der vroegere gesloten postconventie, en betreffende de overbrenging der correspondentiendoor middel der stoora- pakketbooten, gevestigd tusschen Rotterdam Duinkerken en Havre. De zelve houden hoofdzakelijk in, dat de kosten van vervoer der brievenmalen door de stoombooten varende tnsschen Duinkerken, Havre en Rotterdam, zullen zijn ten laste der Nederlandsche posterijdat de gefrankeerde en on- gefralteerde brieven en monsters van koopwaren, die de kantoren van Havre tn Duinkerken ter eeneen van Rotterdam ter andere zijdemet de stoom- pakketbooten zullen verzendenwederkeerig tegen dezelfde prijzen en op dezelfde voorwaarden zullen worden afgeleverd, als de verzendingen, die volgens de overeenkomst van den 10 October 1836, plaats hebben tusschen de kantoren van Breda en Valenciennes -, dat nogtans de van Duinkerken en Havre afkomstige brieven enz., aan de Nederlandsche posterij zullen wor- den afgeleverd cegen den prijs die door de overeenkomst van den 12 Sep- tember 1817, voor den eersten Franschen postkring vastgesteld is. De dag. bladen enz. zullen bij voortduring over en weder worden gefrankeerd. Uit Amsterdam meldt men van den 17 November: Z. K. H. Prins Albert van Pruissen is heden alhier aangekomen. De tweede klasse van het Koninglijk-Nederlande Instituut heeft gisteren hare elfde openbare vergadering gehouden, onder voorzitting van den Hoog. leeraar A. des Amorie van der Hoeven, die dezelve opende met eene tref. fende toespraak, waarbij inzonderheid werd hulde gedaan aan de nagedach tenis van leden, geassocieerden en correspondenten, welke de klasse gedu. rende het laatste tijdvak door den dood verloren had. Hierna las de vaste Secretaris, de heer Mr. S. Iz. FViselius, een beknopt verslag van de werkzaamheden der klasse, sedert hare laatste openbare ver gadering, en deelde vervolgens het programma mede van de nieuw uitge schreven prijsvragen, waarna de heer IV, Broes zich, op uitnoodiging van den heer Voorzitter, aan het spreekgestoelte plaatste en voorlezing deed van eene verhandeling, over de aanstelling van Matthias tot Landvoogd, ter handhaving en aanprijzing van een kritisch onderzoek der Vaderlandsche Ge schiedenis, Naliet eindigen dezer verhandeling verzocht de Voorzitter den Hoogleeraar Mr. B. H. Lulofs, tot de mededeeling van hetgeen zijn Hooggeleerde voor deze plegtigheid had bestemd, waaraan geredelijk werd voldaan door de voor- dragt van een Lofdicht op Vondel. Na al hetwelk de vergadering door den Voorzitter werd gesloten, met dankzegging aan de heeren Broes en Lulofs, die zoo veel tot den luister de zer zitting hadden bijgedragen, aan de booge stadspersonen en Commissiën uit verschillende geletterde maatschappijen, als ook aan eene talrijke schare van toehoorders, voor de eer hunner tegenwoordigheid, welke bij aanhou- heid getuigt van hunne voortdurende belangstelling in al wat met de Neder landsche Geschiedenis en letteren in betrekking staat. Wij herinneren te dezer gelegenheid aan de openbare vergadering der derde klasse van hetzelve Instituut, welke op eerstkomende Maandag den 20 No vember, is bepaald, en waarin de Hoogleeraar PV. A. van Hengel eene ver handeling in de Nederduitsche taal zal voordragen. De heeren ,T. J. Rochussen en von Scheif, die, van wege het Neder, landsche Gouvernement, bij het Kabinet van Berlijn zijn werkzaam geweest, tot sluiting van het tusschen Pruissen en de Nederlanden thans bestaande tractaat op de Rijnvaart, hebben onlangs, bij eenen brief van den Koninkl. Prnissische Minister van Buitenlandsche Zaken, van wege Zijne Maj. den Koning van Pruissen, elk ten geschenke ontvangen, eene gouden snuifdoos, prijkende met 's Konings naamcijfer, en rijk met brillanten omzet, terwijl hnn, in den brief zeiven, 's Konings vereerend gevoelen, omtrent hunnen ijver tot daarstelling van het gemeld tractaat, in de vleijendste bewoordin gen is te kennen gegeven. De graveur aan 's Rijks munt, te Utrecht, de heer J. P. Schouberg, heeft thans voltooid eenen gedenkpenning, ter gedachtenis van de opening van het Groot Noord-Hollandsch Kanaal in 1824, waartoe hem van 's Rijks wege ondersteuning toegezegd was. Op de voorzijde van dezen penning prijkt 's Konings borstbeeld, met het omschrift: Wilhelmus I. Belgii Rex. Luxemb. Magn. Dux. Dat is: IVillem lKoning der Nederlanden, Groothertog van Luxemburg. Op de keerzijde ziet men de groote sluizen van het Noord-Hollandsche Kanaal, door welke Neptunus (het zinnebeeld van de Zee, of den.Oceaan,) gewapend met zijnen drietand", en staande op zijne door twee paarden ge trokken kar of wagenbinnen komt. Op den voorgrond aanschouwt nieti aan de linkerzijde het IJ, voorgesteld onder de gedaante van eenen half lig genden Riviergod, en aan de regterzijde, de zittende Stedemaagd van Amster dam, in blijde houding, en de hand uitstrekkende naar Neptunus, welken zij schijnt te verwelkomen. Boven aan leest men: Nova Amstelodamum aperta Neptuno via. Dat is: Een nieuwe weg naar Amsterdam voor Neptunus (dat is: de Zeê, den Oceaan) geopend. Onder aan staan de woorden: Canali IIoll. Sept. regiis auspiciis perfecto, laetatur civitas. a°. mdcccxxiv. Dat is: Door de voltooijing van het Noord-liollandscho Kanaal, wordt de stad (Amsterdam) verblijd, in het jaar 1824. Deze gedenkpenning is een der rijkste en fraaist bewerkte, welke tot dus verre onder 's Konings regering vervaardigd zijn. Dezelve draagt de onmis kenbare blijken van de groote vorderingen, welke de heer Schouberg 111 de graveerkunst gemaakt heeft, en mag wedijveren met vele gedenkpenningen welke buiten 's lands gemaakt zijn. Het is te wenschen, dat hetpuDliek, door zich deze en andere medailles aan te schaffen, deNoord-Nederlandsche kunstenaren aanmoedige, om zich meer en meer te bekwamen in een vak., dat eenmaal zoo sterk hier te lande bloeide, doch later in diep verval ge raakte, en zich nu weder op uitstekende wijs begint te verheffen. De vasie loodsdienst op het groot Noordhollandsch Kanaal, waarvan het reglement is goedgekeurd bij Zr. Ms. besluit van 25 July 1837, zal met den 2osten dezer in werking worden gebragt, en zullen, dien ten gevolge, van dien dag af, geen andere loodsen meer mogen worden gebruikt dan de voor het gemelde Kanaal aangestelde vaste loodsen. Ook zullen de regten voor het loodsen van schepen worden geheven overeenkomstig het tarief, aan het voorschreven reglement geannexeerd. De misdadiger Okke Geerts Kluindie den 27 April I. 1. de vrouw des huizes, bij welke hij diende, M. A. Fleisman, echtgenoot van D. Sikkens Bisschop, onder Uithuizen, met eene bijl van het leven beroofd, eenig geld gestolen en daarna zijne misdaad bekend heeft, is voor het Hof van Assises voor de provincie Groningen en Drenthe, den i4den dezer ter dood veroor deeld. De veroordeelde heeft gratie verzocht. Tusschen 's Hertogenbosch en Engelen is de Bokhuizersche markt schuit omgeslagen, waardoor, zoover men nu reeds weet, 14 menschen hunnen dood in het water gevonden hebben. Uit de provincie Zeeland meldt men van den 25 November: Zr. Ms. corvet Hjpomeneswelke sedert eenige dagen de reede van Vlis- singen had verlatenen uit hoofde van den sterken wind in het pas van ter Neuzen, de wijk had genomen, is heden morgen met gunstigen wind van daar gezeild, en na de vesting Vlissingen met zijn kanon begroet te hebben, zeewaarts gestevendom zijne reis naar Batavia te vervolgen. Te Yzendijke, 4den district der provincie Zeeland, is de nieuwe kazerne, welke, uit hoofde dezelve noch niet geheel was afgewerkt, gelukkig niet werd bewoond, bij den jongsten storm, geheel omver gewaaid, en in een puinhoop veranderd. Volgens een brief van St. Helena, in dato 15 September, door de boekhouders ontvangen, was aldaar per de Engelsche brik Velocity, komende van Madagascar, gearriveerd de Majoor Brunals passagier zich bevonden hebbende aan boord van het Nederlandsche schip de Nijverheid van Rotter dam, Kapitein T. J. J. Bouman, den 22 Februarij van 'Batavia naar Rotter, dam vertrokken, welke rapporteert, dat op 29 Maart daaraanvolgende, zich toen bevindende op 29 gr. 56 min. zuiderbreedte en 43 gr. 38 min. ooster. lengte, gedurende een verschrikkelijken storm, de bliksem des avonds teil 7 ure het schip had getroffen, waardoor de kaneel, in het tusschendek ge plaatst, was in brand geraakt, en alle pogingen om de vlam te blusschen vruchteloos bevonden zijnde, was men ten 11 ure des nachts genoodzaakt toevlugt tot de boot en sloep te nemen en het schip te verlaten, hebbende geene andere provisien kunnen medenemen dan 1 zak beschuit, 12 hammen en I vat Wacer; dat men, na eene allergevaarlijkste reis, den 14 Apfil Op de oostkust van Afrika aangeland en van daar te voet naar Inhambanie ge reisd was, alwaar men den 26 April aankwam, en, na zich aldaar op den 4 Mei te hebben ingescheept, den 28sten dier maand te Mosambiqe was gearriveerd, van waar men trachten zou gelegenheid te vinden om zich naar Europa in te schepen. In Belgie zal eerdaags eene compagnieschap worden tjpgerigtonder den naam van Algemeene Stoomboot-Maatschappij. Deze maatschappij, die ten doel heeft Belgie's handelsbetrekkingen uit te breiden, zal 14 stoomboo ten in de vaart hebben, van welke 12 zullen dienstdoen tusschen 'Antwer pen, Brazilië, Havana, New-York, Konstantinopel, Barcelona en Ham burg. De beide overigen zullen in reserve blijven en tot het binnenslepen -der schepen kunnen gebezigd worden. AFRIKA. Van de Kaap de Goede Hoop schrijft men van 23 September: Een zware orkaan heeft hier op den isten September gewoed, waardoor al de schepen in de baai, tegen de kust aangedreven, en verscheidene ge heel verbrijzeld waren. De Kaffers plegen bij voortduring rooverijen. Men maakt in die berigten gewag van den treurigen toestand in welken zich de eqnipagie en passagiers van een aldaar aangekomen schip met landverhuizers bevonden. Hetzelve was van het eiland Skye naar Nieuw-Zuid-Wallis be- stemJ. Het schijnt, dat de passagiers, van wege het Gouvernement, vrije passage hadden verkregen. Zij waren den 6 Julij gezeilden liepen de Ta felbaai den 10 September binnen. Uit het verslag eener Commissieom den staat der ongelukkigen te onderzoeken, blijkt, dat zij niet allen te za. mente gelijkop het dek konden staan. Zij waren uitgehongerd en had. den niet alleen aan levensmiddelen, maar ook aan kleederen gebrek. Al de kinderen, die zich aan boord bevonden, waren ziek en de sterfte onder de zelve was aanmerkelijk. Door het Bestuur van de Kaap zijn besluiten voor gedragen, ten einde de landverhuizers eene betere behandeling en eene meer gezonde en behoorlijker verblijfplaats op de schepen te verzekeren. GRIEKENLA' ND. Athene den 27 October. Den ipden zijn alhier uit Konstantinopel aange komen Z. K. H. Prins August van Pruissen en Z. D. H. Prins Maximiliaan van Leuchtenberg, vergezeld van onderscheiden Pruissische staf-officieren. Z. K. H. de Aartshertog van Oostenrijk, Jan, en Z. K. H. Prins Aielbert van Pruissen, waren den 24sten aldaar aangekomen. Door eene Fransche stoomboot was een millioen fr, aangebragt, het Fransche aandeel in de derde serie der leening bevattende. RUSLAND. Petersburg den November. Laatstleden Donderdag zijn de hier nog ach tergebleven jonge telgen des Keizers, die na het vertrek hunner Doorlach, tige ouders te Zarskaje-Selo hun verblijf hadden gehoudennaar Moskou vertrokkenwaar dezer dagen de Keizerin met de Grootvorstin Maria Niko- lajewnawelke den 15 October Simferopol en het schiereiland de Krim heb ben verlaten, zullen aankomen. Eenige dagen later wordt ook de Keizer verwacht; Z. M. wil echter eerst Tiflis, de hoofdstad van George en Meut. scheibask, de hoofdplaats der Donsche kozakken, bezoeken. Voor het einde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 2