A0. 1837. LEYDSCHE WOENSDAG, I i Jr s% k v< '■■fTITEN r-i"ftrOOV tv ■-S. C O R A N T. 15 NOVEMBER. NEDERLANDEN. Leyden den i4den November. Gisteren morgen is alhier een droevig ongeluk gebeurd. Terwijl aan de kraan van hec Rocierdamsche Veer een zware lasc naar boven werd gehe- schen, is dezelve eensklaps gebroken, waardoor twee menschen zoodanig gewond geraakten, dar men aan het behoud van een derzelve wanhoopc. Men meldt uit 's Gravenhage van den 13 November: Bij Koning lijk besluie is goedgekeurd en bemachtigd de bij openbare acte op 20 September jl. en volgende dagen, ten overstaan van den Notaris J. toe Laarin tegenwoordigheid van getuigen te Amsterdam verle- ctcii.aangegane overeenkomst der gezamenlijke deelhebbers der te Amster dam gevestigde maatschappij, bekend onder de benaming van Amsterdam- >c!ie brand soo.eteir, om d^izelve rat# scha pp ijwaarvan de bepaalde tijd van duur met den laatsten December 1837 verstrijken zou, nog gedurende een tijdvak van tien jaren, aanvang zullende nemen met den iscen Januarij 1-838 te doen voortduren op denzelfden voet en voorwaarden, als waarop zij tot hiertoe, krachtens het Koninglijk besluit van 30 November 1827, N?. 139, heeft bestaan. dij besluie van Zijne Maj. is benoemd en aangesteld: Tot Burgemees ter en .Secretaris der gemeente Monster, Jan Drooglever Fortuijn. De Opper-Kamerheer van Zijne Maj. den Koning heefc bekend gemaakt, dat dij den aanwezigen rouw, tevens die, wegens het overlijden van Zijne Doorluchtige Hoogheid den Hertog Katel Frederik Augustus van Mecklenburg iLrelicz, zal worden gedragen. Vóór de schorsing van derzelver werkzaamheden, hebben de leden van de Tweede IOuilcf der Staten-Generaal onderzócht het ontwerp van wet tot vaststelling der middelen, on'i te voorzien in de uitgaven voor den jare 1838. Bij dat onderzoekhebben vele leden hec verlangen geuit, dat de Regering van de voorgestelde vermindering der opcenten te- rugkome. Hoe wenschelijk zij toch eene vermindering van lasten moge beschouwen, be hóórt men daartoe, naar hun oordeel, niet over te gaan, voor en aleer de verminderde uitgaven zulks gedoogen. Hoe verre het intösscheri daarvan af is, behoeft, huns bedun kens, wel geen betoog, daar men zelfs de voldoening aan de verpligtingvolgens de beiüaande wetten, opgelegd, 0111 aan het Amortisatie-Sijndicaat twee en een half millioen jaarlijks te verstrekken, moet adjourneren, en die ligchaam alzoo verpli'gt wordt in die bv.inerte op eene andere wijze te voorzien; terwijl zelfs, wanneer men die post laat stil - si'nanliet dan nog blijkt, hoe verre het er van af is, dat de middelen de uitgaven zou den bestrijden. Ónder zoodanige omstandigheden, acht men het onvoorzigtig lasten te verminderen, waarvan de opzegging later veel meer moeijelijkheid en ongenoegen verwek ken zou, dan de ontlasting thans aan de sehatpligtigen voordeel en genoegen aanbrengt. Andere leden, ofschoon wel .gewcuscht hebbende, dat de opcenten in de gegevene om standigheid niet waren verminderd, vonden geene vrijheid, 0111 thans, nu werkelijk de Uccring de vermindering hbeft voorgedragen, zich hiertegen te verzetten; doch uitten dvii wenschdat dc gemeente besturen deze-gelegenheid niet zullen te baat nemen, om de plaatselijke belastingen in gelijke verhouding te verlroogen. Benige ledendie eerstge- n iel tl gevoelen waren toegedaan, gaven ook te kennen, dat zij, zoo lang onze gewone i itco.nsten onze gewone behoeften niet dekten, bij eene klimmende schuld en een wezen lijk tc kórt, deze inschikkelijkheid voor de belastingschuldigen voor even ondoelmatig als ontijdig hielden, dat eerst dan eeiie vermindering van opcenten als eene wezenlijke verligtinvan lasten beschouwd zou kunnen worden, wanneer die vermindering een ge- v-M'/was van bezuiniging op de gewone behoeften van de verschillende departementen van' algemeen bestuur; dat thans echter deze. uitkeering gevonden werd door eene uitftee- rin< uic onze Ovcrzeesche Bezittingen, en deze baten bij voorkeur behoorden te worden aan .ewend. tot vermindering van de staatsschuld. Km tweede punt van verschil maakte de verdeeling uit der opcenten, die de Regering voorgesteld heeft te verminderen. Benige leden stelden namelijk vooi", om.die op de grondbelastingals drukkende eene bijzondere soort van eigendomte verminderen, en om de twee opcenten op die belasting, welke voor de gemeenten geheven konden wor den, af tc schaffen, of aan de gemeenten terug te geven. Intusschen zagen sommige1 lé den hiervan minder, de noodzakelijkheid inomdat cle gemeenten het niet meer ontvangen dt/.er m ee opcentenzich sedert lang door andere middelen hébben trachten te vergoeden. Ten derde vvenschte men eenige inlichting en mededeeling omtrent den staat der geld middelen van onze Over'zeesche Bezittingen te bekomen. Men meende dit met te meer gfotid tb mogen vragen, omdat onze Koloniën waren bezittingen van den -staaten der zelver geldmiddelen alzoo. .overeenkomstig de bepalingen der grondwet, niet aan de ken nis cii beoordeeling van 's Eandsveneg.enwoordiging konden worden onttrokken. Zoo lang die. kennis ontbrak, vond men zich buiten staat over de ^geprojecteerde uitkeering van f 1 .,200,000 uit de geldmiddelen der Överzcesche Bezittingen te verklaren. Men be vr cmdè zich te meer over de aarzeling der Regeringom het overschot van de geld middelen der Oost-lndiën, op de begrooting van ontvangsten te plaatsen, daar de Rege- Ti.it zelve 'toen hét zake was van de sluiting van geldmiddelen ten behoeve der Overzecschè Bezittingen, de meening heeft voorgestaan, dat alle de baten van dezelve eigendommen van den Staat waren. Men drohg er derhalve 1111 op aan, dat aan de Staten Generaal, overeenkomstig art 128 der grondwet, mededeeling zou worden gedaan van bet gebruik van het zuiver saldo der geldmiddelen van de Overzeesche Bezittingèn. .Sommige leden keurden echter de handelwijze der Regering te dien aanzien, uit vrees van vei keerde Werking naar buitengoed. Doch andere leden hebben daarop geantwoorddat die werking naar buiten, na de openlijke beraadslagingen over de Oost-Indische geldmidde len, in de Kamer gehouden, niet zeer te duchten zal wezen en dat de vreemden, bij zónder Engeland, overvloedige gelegenheid hadden, om al datgene nopens onze koloniën te ••■.erenwat hun daaromtrent wetenswaardig zou toeschijnen Intusschen heeft men zich verheugd over den goeden staat der Oost-Indische geldmiddelen, welke thans toe- sv<vd-, om, na zoo vele offers, vroeger door het Moederland gebragt, hetzelve thans lij" elr.d.idig te ondersteunen. Te.i vierde heeft men nopens de belastingen in bet algemeen aangemerkt, dat vereen- vb nd'ging van dezelve en eene minder omslagtige en kostbare invordering derzelve, bnn-st wenschelijk is, en gunstig zou werken voor de schatkist, en voor de tevreden- beul der ingezetenen dat dezelve ook ruim zou opwegen tegen het weinige voordeel lieiwelk.de voorgestelde vermindering van opcenten op sommige belastingen, zoo als die voorgesteld is. zou aanbrengen; en dat er op de wetten betrekkelijk de middelen, zoo vbl "u'ivsteriele uitleggingen en beslissingen zijn, dat het onderzoek en de herziening van de/c ren uiterste noodzakelijk is. .Ten vijfde hebben eenige leden, uit aanmerking, dat de provincie Noord-Braband rnvkond naar andere gewesten zoo onevenredig in de grondbelasting is aangeslagenop dc herziening en nadere vaststelling van dien aanslag aangedrongen doch hebben andere lech"i, liet ongeraden beschouwd, om tegenwoordig daarop terug te komen. Ten zesde beeft men wat de personele belasting aangaat ten einde met de uitkomst derzelve meer nnauwkeurig bekend te wordeneene opgave gevraagd van de drie laa.tste d:,j. jaren om zoo mogelijk tot de kennis te geraken van de opbrengst der verschil lend' rondslagen in de onderscheidene provinciën, waartoe de opgave, kohiersgewiize nic 'c'dc. Tevens heeft men gemeend te moeten aanmerken, dat het even belangrijk is vó'-'" tie Regering zelve als voor de sehatpligtigen, dat de subalterne ambtenaren alom mer naamvketirigheidmaar zonder al te grooten ijver, hunne ambtsbetrekkingen waar neuiv I*. en dat liet oordeel eener Natie over eene belastings-wetdikwerf minder afhangt van de wet zelve dan van de wijze waarop die ten uitvoer gelegd wordt. 'f'm zevende klaagde men bijzonder over de sluikerijen welke er ten aanzien van de suil: r plaats hadden, zoodat bij voorbeeld, groote hoeveelheden suiker, na uitgevoerd té z-'in en waarop i»s afschrijving is genoten, weder ter sluik het Rijk werden inge voerd zoodat soms geheele schuitenmet suiker beladenin enkele steden zijn annge- knj'.c 1 en de suiker uit dezelve ten nadeele van den eerlijken winkelier voor veel ver minderde prijzen werd verkocht. Men meende derhalve, dat, indien die sluikerijen met de' *emnWoordige wer niet gekeerd konden worden, in dezelve noodzakelijk verandering moe r worden gehragt en voorgekomendat nietzoo als thans het geval wasde be- lastbiminder ten voordeele van de schatkist, dan van de raffinadeurs verstrekte, of, bijaldien -zoodanige veranderingen aan moeijelijkheden onderhevig warendeze belasting alsdan mda'r veeleer moest worden afgeschaft. Eenige leden oordeelden, dat het beden kelijk was thans op dit stuk terug te komen, vooral omdat men, ook in andere landen groote premien gegeven. wordendedaarin getne verandering koude nmkenzonder vrees van de suiker-ralfinaderijen te vernietigen. Wijders merkte men aan, dat dc bloei der suiker-reffiiiadcrijcn geenszins met den handel in verband stond; d:: de handel in ruwe suiker toenamen zich in di: Rijk- als bet ware had gevestigd zonder dat die handel cenigerniaic zal lijden of kwijnen, wanneer eene mindere hoeveelheid sulkir in ons land zou worden geraffineerd; dat mitsdien de belasting op ue suiker en dc m.de reditu tie of afschrijving gelegen premie uitsluitend in liet belang dc; raffinaderijen was, en dat men bet voor bet minst hoogst bedenkelijk oordeelde, oyi aile'^n in het belang van bijzondere perScmen en tot eene kunstmatige ondersteuning van c ruige fa prijk eneene belasting te behouden die aan den anderen kant belemmeringen voor den handel opleverde. Terwijl men eindelijk het voorregt, hetwelk aan de stoom-raffinadeurs boven anderen verleend wordt, om de koppen der ondoorgedekte broodeu te mogen afdraaijenals een privilegie in het stuk der belastingen der grondwet beschouwde, {Vervolg slot in ons volgend Ncmmer. Op den 13 November'is' van Harderwijft ce water naar de Helder ver trokken een detachement, sterk 100 onder-officieren en manschappen, on der bevel van den Kapitein Stokroh, van verlof naar de Oost-Indien terug- keeretide, begeleid door den aden Luitenant Jansenmede van verlof terug* keerende, den 2den Luitenant Flankenen den officier van gezondheid der 3de klasse Muller, om met het schip Alblas naar Java te worden overgevoerd,. Uit de provincie Zeeland schrijfc men van den 10 November: Het 4de perceel'der vestingwerken te Neuzen, bestaande in het metsel- werk voor de daarstelling van eenen kapitalen zeebeer, is heden, in tegen woordigheid van den Colonel der genie Ninaberpubliek aanbesteed en door den heer van Haaften, te Sliedrechc, aangenomen voor eene som van/226,5oo. Leopold en zijne gemalin zijn van Parijs te Brussel teruggekeerd. O O S T - I N D I E. Er zijn nog couranten van Batavia ontvangen, vroegere berigten, dan de reeds opgegevene behelzende; zij zijn cle volgende: Batavia den 26 Junij 1837. Uit Bezoeki wordt ons medegedeeld, dat Z. K. H. Prins 'Hendrik, den ióden dezer, van Sumanap, aldaar aangekomen is en zich dadelijk ontscheept heeft. Na het bijwonen van een stieren-ge vecht, heeft de - Prins den volgenden morgen de reis naar Probolmge voort gezet, onder weg de Braminsche oudheid te Djabong en de schoone suiker- Bh rijk van den heer'Fa tij te Wono Langen, bezigtigende. I11 den ochtend van den iBden is Hoogscdezelve naar Passeroean vertrokken. SPANJE. Berigten over Parijs van den 11 November. Don Carlos heeft te Amurrio, waar thans zijn hoofdkwartier gevestigd is, dé volgende proclamatie afgevaardigd: Vrijwilligers! De overwonnene en vernederde omwentelingsgezinde!] heb ben, zich op het punt ziende van voor uwen moed te bezwijken, iii wape nen, hun trouweloos karakter waardig, hunne hoop gesteld, en zich gevleid van 'daardoor hun bestaan nog eenigen tijd te kunnen rekken. Hunne verfoei lijke treken zijn ontdekt, ik zal ze weten te verijdelen.- Niets meer wenschende, dan spoedig een einde aan dezen verdelgings oorlog re kunnen maken, ben ik voor het oogenblik naar de getrouwe pro vinciën teruggekeerd. Maar weldra zult gij mij weder volijverig naar den post zien tertigkeeren Waar mijne pligten mij roepen. Uw heldenmoed moedigt mij aan, en ik zal, zoo het wezen moetin uw midden weten te sterven. Gedurende uwen doortogt in de verschillende provinciën is het genoég ge bleken da; de bevolking overal naar het uur der bevrijding uitzie:en Eu ropa kan thans dank zij daardoor aan uwe pogingen r.oegebragcweten, dat 'mijne vijanden die van de geheele bevolking des Koningrijks zijn. Dappere vrijwilligers! getuige van uwe heldhaftige dapperheid, deelge» noot van uwe vermbeijeni.ssenbewonderaar uwer deugden, wil ik u thans een schitterend bewijs mijner hoogachting geven. Van dezen dag af, zul: gij mij steeds aan uw hoofd zien oprukken, en zal ik zelf u den weg'rer over» winning wijzen. Blijft altijd die gij zijt, en stelt het volkomenste ver trouwen m tuvbn generalissimus. Vergeet niet, dat uw Opperbevelhebber tévens uw Koning Karei is. Uit Saragossa werd van den eden geschréven, dat öraa de éerste lijn der fortificatiën voor Cantavieja reeds bemagcig'd had. jE spartere zou verscheidene punten langs den Ebro doen versterken, oni de Carlisien het weder overtrekken van denzelven te moeijelijkef te maken. Berigten over Parijs van den 12 November. Telegraphische Depeches. Bayonne- 7 November. Espartero heeft Alaite benoemd tot onder-Koning van Navarra en op zijti bevel is Uliharri met ziine divisiè op Laraga aangerukt. De Brigade-Generaal Leon is benoemd tot gezagvoerder over her garnïsoen in de Ribera, hetwelk zal zijn zamengesteld uit 800 man cavaüene met de noodige artillerie en infanterie. Men heeft alle maatregelen getroffen om in. Navarra alles terug te brengen op den voet, waarop het zich bevond voor dat de kriigsmagt van daar afmarcheerde. Don Carlos heeft zijne lerugkomst in Navarra officieel aangekondigdwaar bij hij echter zorgvuldiglijk de reden verbergt. Narbonne, 8 November. Oraaden 55 October te Valencia komende, heeft in de bergpassen van Chers een verlies ondervonden; den 29sten bevond hij zich te Xerica. Na zijn behaald voordeel rukte Cabrera nader tot Valencia op; den 3osten was hij te ftuda; te Valencia heerschre groot gebrek. De Baron de Meer bevond zich den 4den te Barcelona, welke stad rustig was. Bayonne, 9 November. De tegenwoordige Cortes zijn den 4den gesloten geworden. De nieuwe vèrgadering komt den ipden te zamen. Espartero heeft zijne troepen den 3osren October te Miranda vereenigd en het regimem van Segovia* hetwelk in der Lijd aanleiding tot de onlusten te Ernani en Miranda had gegeven, in derzelver midden doen plaatsen; to der moordenaars van den Generaal Escatera werden vervolgens gefusilleerd en 36 anderen tot de galéijen gedoemd. Al de officieren zijn heengezonden en de overige manschap van het regiment is onder het leger verdeeld. Die voorbeeld heefc eene g^ede uitwerking gehad. Oraa is den 4de!! te Teruel en Cabrera den 5den ce Caspe aangekomen.'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1