A°. 1S3T. -^4 leydsohé MAANDAG, ymJk e"— -3» 3| 4>«èöyj ■."T+v ----- '•Wtgf.V tr« f titmyo* l'E 0 R A N 'tl 6 NOVEMBER, NEDERLANDEN. Leyden den 5den November. Gisteren avond om 6 ure is alhier doorgekomen, na van paarden vertvis. seld te hebben, vergezeld door den Generaal BagelaerZ. K. H. de Erf. prins van Oranjelaatstelijk van Frankfort komende en zich naar's Graven, hage begevende. Z. K. H. was in den volmaaksten welstand. Volgens een besluit van Zijne Maj. den Koning, van den 21 Octoberll., is de Hoogleeraar Uylenbroekaan de Hoogeschool alhier, ontheven van het onderwijs 111 de Theoretische Starreltunde, en dat vak van onderwijs opge. dragen geworden aan den Heer F. Kaiser, tót dusverre Lector voor de Prac- tische Starrekunde aan dezelve Hoogeschool, aan wien tevens, ingevolge besluit van Zijne Majesteit, voortaan de titel is opgedragen van Lector in de Starrekunde aan gemelde Akademie. Gisteren avond heeft de Leidsche Muzijkzool haar Jaarlijksch School. feest gevierd in de Stadsgehoorzaal, en hebben verscheidene Kweekelingen proeven gegeven van hunne vorderingen. De vergaderde schare van toe. hoorders was zeer aanzienlijk; en de Commissien uit de Edel-Achtb. Rege ring, uit de Plaatselijke School-Commissien en uit de beide alhier bestaande en bloeijende Muzijk-genootschappenMusis Sacrum en Sempre Crescendo, zetteden daaraan niet weinig luister bij. Nadat het gezelschap door Prof. Bake, in naam van Commissarissen der School, begroet was, bij welke ge. legenheid een en ander werd vermeld over den aard en den tegenwoordigen toestand der Muzijkschool, die nu sedert ruim drie jaren gevestigd is, en nadat vervolgens een door Heeren Kunstenaren en Liefhebbers wel bezet Orebest de Ouverture van Masaniello bad uitgevoerd, hoorde men vervol- gens verscheidene Mtizijkstukkenzoo wel in het Instrumentale, als in den Zang, door Kweekelingen der School uitgevoerd, en werder deze proeven besloten met de voortreffelijke Cantate van Romberg, die Macht des Gesdn- ges, uitgevoerd door de 3de Zang-klasse, en begeleid door het Orchest; welk laatste stuk, vooral niet minder door het lofwaardig talent der Kwee kelingen, als door de zeldzaam gelukkige compositie van den Autheur, eenen zigtbaren indruk van verheven genoegen op de toehoorders maakte. Daarna had de plegtige uitdeeling van belooningen plaats, zoo als die door Com missarissen besloten en toegedacht was na het groot Jaarlijsch Examen van den 8 Julij 1.1.als volgt: Fiool. 4de klasse: J. H. Robert, Prijs; W. A. Bake en H. J. Lezwyn, Getuigschriften; 3de klasse: F. X. M. W01.ef en M. J. de Planque, Getuigschriften; 2de klasse: W. J. P. Timmermans, Vrijs; P. C. Lezwyn, Getuigschrift. Violoncel. 4de klasse: P. H. D. de Planque, Prijs. Fluit. 4de klasse: P. Linkers, Getuigschrift; 3de klasse: H. M. van der Hoek, Priis. Fagot. 4de klasse: P. van der Steen, Ge- tuigschrift. Guitarre. 4de klasse: j. Ch. Keyzer, Prijs; 3de klasse: M. H. Logger, Priis. Klarinet. 4de klasse: A. van Pijpen, Prijs; en werd loffelijke melding gemaakt van L. Eickman, die sedert ltoft leerling der school is; 3de klasse: N.M.Perin, Prijs. Piano. 4de klasse: F. S. Broers en A. W. A. Coeberg, Prijzen; S. Koppeschaar en N. J. W. Smallen- burg, Getuigschriften; 3de klasse: L. A. Reuvens en J. Robert, Prijzen; H. C. Bertrand en C. Bresser, Getuigschriften; 2de klasse: C. W. Susanna, Prijs. Zpng. 4de klasse: E. J. M. van Alphen en M. E. Reu vens, Prijzen; S. KopPesciiaaRE. H. van Alphen, P. C. Lezwyn en L. A. Reuvens, Getuigschriften;-3de klasse: P. van Dijk, A. J. Wetrens, J. H. C. van der Velde en C. Colpa, Prijzen; H. G. L. van Bommel, C. Ch. A. van Bommel, M. H. Logger, j. Rorert en L. F. J. Hoe- i.en Getuigschriftenterwijl van L. G. C. von Wattenwyl en G. A. Meylan, die om bijzondere redenen op het Examen niet naar den Prijs hadden kunnen dingen, zeer loffelijke melding gemaakt werd, en deze beide Kweekelingen bevorderd werden tot de 2de Zang-klasse. De geheele feestviering werd besloten door de keurige uitvoering van de Ouverture van den Vampyr. van Lindpaitner. De aanzienlijke schaar was met kenne. lijke tevredenheid vervuld, en ontving met welgevallen de aanbeveling van de belangen der Muzijkschoolhun in naam van Commissarissen gedaan, en waarbij herinnerd werd, hoe deze lofwaardige inrigtingdoor de Stede lijke Regering begunstigd, evenwel grootendeels steuide op de vrijwillige offers aan het Lidmaatschap verbonden; eene ondersteuning die men de hoop voedde van niet alleen te zullen behouden, maar ook te zien vermenigvul digen. En de belangstelling van het publiek kan niet anders d'an verleven, digd worden, door het verslag van Commissarissenwaarin bleek, dat zij, door eene overeenkomst met de Plaatselijke School-Commissie, in staat wa ren gesteld, om eene afzonderlijke Zang-klasse op te rigten voor de onder, wijzers aan de Stads-Scholen, ten einde daardoor op eene middelijke wijze, het doel dezen inrigting, de verbetering van den muzijkalen smaak, bij de lagere volksklasse te helpen bevorderen. Het is te verwagten dat een en ander genoegzaam zal zijn om de belangrijkheid der Muzijkschool te doen waardeeren, en dat het bij Leidens Ingezetenen niet ontbreken zal aan den lust en het vermogen, om eene inrigting, die zich in het kort bestek van drie jaren zoo uitnemend ontwikkeld heeft, en zoo veel voor de toekomst belooftkrachtdadig te helpen ondersteunen. Wij spraken in een onzer vorige nommers over de schoone Menagerie van den Heer Martin en Comp.. en gaven daarin onze bewondering te ken nen over de vermogens door den Heer Martin ten toon gespreid, in het beteugelen van den woesten aard der wildste dieren. Wij zijn thans meer. malen in de gelegenheid geweest, om de Exercitiën van den Heer Martin te beschouwen, en moeten volmondig bekennen, dat wij bij ieder derzelve opgetogen staan, zoowel over de bewijzen van zijne kracht, als van zij nen moed. Met die groote slang. Boa Constrictor, van meer dan :oo pon den zwaar, manoeuvreert hjj even als of de last hem ligt viel en hij den zeiven niet moest torschen. Den Hyena heeft hij als een hond gewend de Leeuwin ligt voor zijne voeten neder en met zijn hoofd rust hij op hare leden. Maar de Exercitiën met de Tijger zijn de schoonste van allen: de gemeenzaamheid, waarmede de meester met dat dier omgaat, het ontzag, dat het voor hem heeft, de gehoorzaamheid, waarmede het zijne bevelen opvolgt, is bewonderingswaardig. Wij noodigen op nieuw onze stadgenoo- ten uit, om die Exercitiën te gaan beschouwen; de prijzen der plaatsen zijn zeer matig gesteld; de tent is beveiligd ook voor den hevigsten regen; de grond is van planken, en er zijn stoelen gereed voor Dames en kinde ren, gedurende de Exercitiënterwijl ook alsdan een goed uitgevoerde Mu. zijk het oor streelt. De verlichting is zeer fraai en de tent zelve zoo ruim, dat men met genoegen dezelve kan doorwandelen en de verschillende dier soorten op zijn gemak beschouwen. Voorzeker de Menagerie van den Heer Martin en Comp. moet ook ditmaal door ouze stadgenooten beschouwd worden. Men meldt Uit 's Gravenhage van den tjden November: Gisteren middag is op het paleis door H. K. K. H. Mevrouwde Prinses van Oranjeen door HH. KK. HH. Mevrouwen de Prinsessen Frederik der Nederlanden en Albert van Pruissen 'de aangekondigde audiëntie van rouw beklag aan de heeren en dames verleend. Even als die van Maandag, is deze audiëntie zeer talrijk geweest. De Ópper-Kamerheer vanZijne Maj. den Koning heeft bekend gemaakt dat, bij den aanwezigen rouw, tevens die, wegens liet overlijden van Hafe Doorluchtige Hoogheid Mevrouw de Prinses Douairière Reuss Greitz, gebö. ren Prinses van Nassau, zal worden gedragen. Bij besluit van Zijne Maj. zijn eervol ontslagen, als Commies bij hét Amortisatie-Syndicaat, de heer C. G. fVithuys; als Chirurgijn der tweede klasse in Zijfler Majs. zeedienst, A. L. Zwitser, en als Administrateur van kleeding en wapening bij het iste bataljon jagers, de gepensioneerde Kapi. tein A. C. van Aelst. In het Journal de la Haye leest men het volgende uittreksel Uit eenén brief van Amsterdam: Wij vernemen uit eene zekere bron, dat de te Amsterdam gevestigde Hol. landsche ijzeren-spoorweg-maatschappij met een groot regtsgeding bedreigd wordt. In de eerste statuten, welke deze maatschappij uitgegeven had, hadden zich de primitive inschrijvers het regt voorbehouden tot het nemeri van al de aandeelen, welke de maatschappij mogt uitgeven in het geval dat de spoorweg verder dan Haarlem zou worden voortgezet. Sedert hebben die statuten eeriige veranderingen ondergaan, en onder anderen is de bepa ling, die dit regt aan de inschrijvers toekende, in dien zin gewijzigd, dat de bevoegdheid tot het nemen der aandeelen, ingeval van uitbreiding vah den ijzeren spoorweg, geheel aan de houders der reeds bestaande aandeelen wordt gelaten. De primitive inschrijvers, door eene zonderlinge onvoor- zigtigheid en zonder de gemaakte wijzigingen te lezen, hebben de zwak heid gehad de statuten te teekenen, welke hen van een te grooter voorregc beroofden, daar de Rotterdamsche spoorweg-aandeelen sedert ter beurze van Amsterdam i ruim 40 pCt. zijn verhandeld. Thans komen de primitive inschrijvers eene toestemming herroepen, welke zij beweren niet met kennis van zaak gegeven te hebben; en protesteren van hun verkregen regt, hetwelk, zeggen zij, door eene uit dwaling en zonder oorzaak gestelde handteekening, in geenen deele kan verkort worden. Zij hebben reeds in dien geest eene uitvoerig gemotiveerde verklaring aan deii raad van administratie van gemelde maatschappij doen beteekenen, Uit Amsterdam meldt men van den isten November: De jaarlijksche prijsuitdeeling bij de Koninglijke Akademie van beeldend!» Kunsten alhier, heeft gisteren plaats gehad in liet lokaal der Akademie, ip tegenwoordigheid van één der heeren Wethouderen, van andere hooge ge- noodigden, onderscheidene leden en van de leerlingen der Akademie. Bij deze gelegenheid deed de heer Staatsraad, hoofdbestuurder en voor zitter van den Raad, Mr-. F. van de Poll, verslag van het voorgevallene in het laatste Akademie-jaar en den tegenwoordigen staat der Akademie; ves tigde ill Ge eerste plaats de aandacht op het droevig afsterven van Hare Maj; de Koningin, honorair lid dezer Akademieals ijverige beminnaresse, bevor deraarster en zedige beoefenaarster van de schoone kunsten, ja, van al wat goed en schoon was, als voorbeeld van huisselijkè en burgerlijke deugden, als moeder en bovenal als gade van den Vorst, met wien zij zoo veel liefs en leeds deelde en tot wiens troost en bemoediging vurige wenschen wer den uitgestort, werd de vereischte hulde met betuiging der deelneming van den Raad over dit verlies, door den voorzitter toegebragt. Hierop werden de verordeningen en moeijelijkheden, wegens de verbou wing en den aanbouw van het lokaal, vermeld, en te kennen gegeven, dat nog geene andere vertrekken in volkomen gereedheid gebragt zijndan die bestemd waren tot het geven van dagelijksch onderwijs, voor welker ver warming en verlichting men, naar het beste vermogen, tevens zorgde. De dank van den Raad werd hierdoor de heeren de Vos, Huijdecoper, Apostool en Tétar van Elvenals leden tot den bouw, alsmede aan den heer .7. Me fi des de Leon, en aan den heer C. Alewtjn, betuigd. De werkzaamheden hadden ondanks de moeijelijkheden der afgeloopen winter en zomer geregeld plaats gehad, de leerlingen, wier getal zich tot bijna vierhonderd uitstrekt en ten gevolge der meerdere ruimte wordt ver meerderde waren, zoo wel op de hoogere als lagere klassen met ijver werk. zaam geweestwaarvan de proeven voorhingen. De vereischte ondersteuning van Rijks en stadswege had niet ontbro ken, de beide Prinsen der Nederlanden-, oudste Zonen van den Prins van Oranje, hadden niet alleen het lidmaatschap aangenomen, maar door per soonlijk bezoek aan het locaal der Akademie belangstelling getoond. De Raad van bestuur had te betreuren het verlies van den lieer C. duBois, vroeger Directeur der stads teeken-Akademie en sints de oprigtingvan dezen Raad, lid van denzelven, een man minzaam van aard en in beoefening der teekenkunst grijs geworden. Zijne plaats was nog niet vervuld. Van belang en genoeglijk was daarop het berigt van de door Zijne Maj. toegekende buitengewone gratificatiën aan eenige jeugdige beoefenaars, wier werken alsmede voorhingen »n wier namen openlijk vermeld werden, docii bovenal was belangrijk de vermelding van het voorgevallene bij, enden uit slag van den grooten wedstrijd in het vak der bouwkunde, zijnde het ont werp een krankzinnigenhuis. De prijswerken waren door eene Staats-Com- missie beoordeeld, en dien ten gevolge de prijs of het pensioen van twaalf honderd gulden 'sjaars, tot het doen eener buitenlandsche reis ter verdere oefeningen en volmaking, toegekend aan Anthony IVillem van Dam, van 's Gravenhage, met het lidmaatschap der Akademie, terwijl aan de werken der overige mededingers: Pieter Johannes Hamer, van Alkmaar, fVtlhelmus Gijsbertus van Roosmaalen en Robertas van Zoeten van deze stad, welvef. diende lof werd toegebragt. Nog meldt men uit Amsterdam van den 2den November: Behalve het ontwortelen van enkele boomen, verneemt men tot dus ver re van geene schade van eenig belang, door den hevigen storm van giste ren aangerigt. Aan het gebouw van den stads schouwburg zijn evenwel in den avond, en wel gedurende de voorstelling, eenige pannen van het dak weggerukt (cn eenige vengsterramen ingeslagen. Het ontzettend gedruisch, hetwelk zulks veroorzaakte, deed irt het eerste oogbnblik eenige verwarring ontstaan onder de aanschouwers, die, niet wetende wat er voorviel en voor erger beducht de zaal in overijling begonnen te ontruimen. Het bijna oogenblikkelijk ver', schijnen van de leden van het bestuur des schouwburg! in derzelver loge, en de verzekaringen, welke intusschen door den tooneelmeester en een def

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1