loQgesccioolwelke op laatstleden Donderdag alhier heeft plaats gehad lebben ook de heeren Studenten dezer Hoogeschool des avonds een' pleg igen optogt door de stad gehouden, waarvan wij bij bet ter pers leggen /an her vorige nommer nog geene melding konden maken. Omtrent te zeven ure is die trein in de navolgende orde van de Area vertrokken: vooraf ging het corps muzijkanten; hierop volgde eene Com missie van twaalf Studenten in het gewone Studenten-costuum; en vervol gens de overige Studenten in het zwart gekleed. De trein werd door me nigvuldige fakkels fraai verlicht. Men bragt eene serenade aan de af- en aangaande Rectoren der Hoogeschool, de heeten van Hall en Hofstede de Groot-, aan den Hoogleeraar Lulofs; aan de Hoogleeraren in het Concerthuis in de Poelestraat verzameld; aan den heer fungerenden President-Curator der Akademie en Gouverneur der provincie; aan den Burgemeester der stad; aan den Commandant derzelve, en aan den Commissaris van Policie. Bij alle deze verschillende Autoriteiten legde de bovenvermelde Commissie, uic naam der Studenten, derzelver opregte dankbecuiging af voor de menigvul dige blijken van deelneming en belangstelling, welke zij wederom in den afgeloopen Akademischen jaarkring zoo ruimschoots van hunne zijde tnog- ten ondervinden, en beval hun verder, op het hartelijkst, de belangen der I Akademie en der Studenten aan. Alles liep geregeld af. Het uitmuntende weder begunstigde zeer dezen I plegtigen optogt. Op den 17October dezes jaars is te Goes, in den ouderdom van bijna 80 jaren, overleden Mejufvrouw Franeina Baane, die in de geschiedenis onzer vaderlandsche letterkundeals de door Bellamy innig geliefde en creffend bezongene Fillis, bekend is. Zij was eene vrome, zedige, ver standige vrouw, die de nagedachtenis van haren overleden minnaar haar leven lang vereerd heeft. Zij is nimmer gehuwd geweest. Uit Antwerpen wordt van den 18 October gemeld: Eene laatste conferentie heeft eindelijk, den I5den dezer, tusscben de Belgische en Hollandsche Commissarissen, betrekkelijk de bedijking der pol lers van Lillo, plaats gehad. De arbeid moet nog door Zijne Hollandsche Majesteit goedgekeurd worden. Vervolgens zullen de werken eenen aanvang tonnen nemen. De te leggene dijk is reeds aan eene Maastrichtsche com- oagnieschap aanbesteed, vertegenwoordigd door eenen Luikenaar, denzeif- .len die het kanaal van Gent naar Terneuzen heett aangenomen. De prijs van aanneming is 1,950,000 fr. en de dijk moet in één werkjaar voltooid zijn. Het genootschap tot verbreiding van nuttige kundigheden hield op den 10 Maart hare tweede jaarlijksche vergadering te Canton. Hetzelve had vroe- I ger een Chineesch dagblad willen vestigen, hetwelk in het binnenland moest verbreid worden. De ergdenkende Chinesclie regering vond spoedig reden, om de uitgave van dit: blad te weren, daar zij, en misschien niet geheel ten onregte, in de pogingen der „roodharige barbaren" meerde strekking I zag, om zich met de politiek van het groote Rijk te bemoeijen, dan om al. gemeene kundigheden, omtrent welke nog altijd de vraag zou overig blijven, of zij voor de Chinezen geschikt en bruikbaar waren, te verspreiden. Vroe ger konden de Europeërs met het grootste gemak te Canton werken in het Chineesch laten drukken en het Engelsche Bijbelgenootschap had geene uoeite, om vertolkers, overschrijvers, houtplaatsnijders en drukkers te vin. den., Maar de ongepaste of overdreven ijver van bet bovengemeld genoot schap heeft dit alles doen ophouden, zoo dat dêszelfs Secretaris thans niet anders te berigten had, dan dat men geeh middel had kunnen vinden, om de werken van het genootschap te doen drukken. De Roomsch-Katholijke I missiën te Macao, die tot heden, naar de Chinesche wijze, in hout hadden laten drukken, hebben, ten gevolge der verdenking, die de Christenen zich I op den hals gehaald hebben, zich genoodzaakt gezien, uit Parijs lithogra* phische drukpersen te laten komen, om te voorzien in de behoeften harer kerken; zij hadden echter hierin door de vloeibaarheid van den inkt, veroor. zaakc door de hitte van het klimaat, met veel moeijelijkheden te worstelen, in het berigt, waaruit dit getrokken is, wordt tevens weinig goeds voorspeld van de pogingen des heeren Guzlaf, die te Malakka een Chinetchen Bijbel met Japansche karakters heeft doen drukken en dezen in Japan wil verspreiden. „Er zijn lieden, wordt daarin gezegd, die niet rustig op eene plaats kunnen blijven, om een begonnen werk voort te zetten. De wereld schijnt hun, als waren zij Alexander'svoor hunne toomelooze bedrijvigheid te klein: eerst had hij beproefd Siam te bekeeren, toen China, en nog denkt bij niet genoeg te doen. Een ander dezer stroohalmendien de wind over het aard- ijk heen blaast, de bekende duivelbanner Wolf, die van Caïro w&s gereisd, om naar Tombucto te gaan, is onverwacht te Bombai verschenen, waar hij hu voorlezingen over den toestand van het Christendom in Abyssinie houdt. Deze lieden zijn een ware pest, welke Europa en het Christendom ten spot I bij de volken doen strekken, en de gemoedelijke pogingen der Zendelingen I verijdelen." O O S T - I N D I E. Omtrent het ongeluk aan Zijner Majs. stoomboot Willem I overgekomen, I wordt nog het volgende berigt: Zr. Ms. 'stoomschip Willem I, gecommandeerd door Luitenant Lamleth, den 26 April van Soerabaye naar de Moluksche eilanden vertrokken, is, volgens een brief van Batavia, van den 26 Junij, na tot den 5 Mei op de hoogte van Goenong Apie eene voorspoedige reis gehad te hebben, dien nacht op het Koraalrif van de Lici Para-eiianden, 36 mijlen bezuiden Am boina, gestrand. De geheele equipagie en aide passagiers, onder welke Zijne Exc. de Gouverneur der Molukkische eilanden, Colonel de Stuers, met echtgenoot en vier kinderen, benevens 70 militairen enz., te zamen ten getale van 140 zielen, hadden zich, na te vergeefs alle moeire aange wend te hebben, om het schip weder af te brengen, op hetzelve geheel kale Koraalrif gered, terwijl men niets dan eenige weinige proviand en slechts zeer weinig water uit het wrak had kunnen bergen. Na eenige hut ten te hebben opgezet, had men den 7den eene sloep naar Amboina gezon den, welke niet tegen den wind kunnende opwerken, terug gekomen was, waarop men den 9 andermaal eene sloep daar Timor Delhi of naar Java had doen vertrekken, waarvan den 24sten nog niets vernomen geworden was, als wanneer reeds één dér schipbreukelingen, uit gebrek aan drinkwater, was overleden, doch al de overigen, zoowel militairen, ais zeelieden, zich hoogsc bedaard en lofwaardig gedroegen, en men alstoen besloot, eene laatste poging aan te wenden, om hulp te erlangen, door de laatst overge bleven sloep af te zenden, bemand met den tweeden stuurman Kast, den bootsman Heerman en vier Javanen, met een schriftelijk verzoek van ge noemden Gouverneur, om twee vaartuigen met proviand en een' Doctor; welke manschappen met de meeste stoutmoedigheid deze gewaagde onder neming volbragten, en na eene voorspoedige reis van zes dagen; den 3osten te Amboina aankwamen. Reeds den volgenden dag werd de Gouverneraents schooner Naulitus tot hulp uitgezonden, welke echter door storm genood zaakt was terug te keerén, doch den 4 Junij de togt hervatte, vergezeld van de Nederlandschc koloniale brik Erich, Tot den 9 Junij had men te Amboina nog niets aangaande deze beide vaartuigen vernomen; men hoopte echter dezelven genoegzaam tijdig bij het wrak zouden zijn aangekomen, uit hoofde men op het rif niet met grond kon verwachten, dat de laatstge noemde sloep in zes dagen Amboina zou kunnen bereikt hebben, en men dien ten gevolge bet voornemen, om, volgens het rapport van genoemden weeden stuurman, bii den hoogsten nood en het uitblijven van alle hnlp, awfc Hl liet rif op een van de overblijfselen van het vviak zamengesteld vlot te vei laten en zich op goed geluk te doen wegdri'ven, bij de aankomst derzelve nog,niet zou zijn ten uitvoer gebrigt. Ook van Soerabaye waren dadelijl vaartuigen tot hulp vertrokken. T U R K Y Uit Konstantinopel Wordt van den 25 September berigt, dat met de Rus sische stoomboot Nicolaasuic Odessa aangekomen waren Prins August vai Pruissen en de Hertog van Leuchtcnbergbenevens een twintigtal Oosten rijksche officieren. Binnen weinige dagen werd ook aldaar de Aartsherto, Johann van Oostenrijk verwacht. RUSLAND. Volgens ukase van Z. M. zullen ten behoeve van minvermogende Rtlssi sche beambten in .Polen de gesequestreerde goederen van Poolsche uitgewc kenen, verdeeld worden. De Ridder-kruisseu door Z. M. na den afloop der wapenoefeningen t Wosnezensk uitgedeeldbedragen 1900. Ook zijn vele militairen tot hooge rangen bevorderd. Te Odessa bevond zich in het laatst van September de Nederlandse]» Staatsraad s Gravenwertiiij was op eene reis naar den Levant, met voor nemen om de overblijfselen van Troje te bezoeken. PORTUGAL. Lissabon den 10 October. De Ministers hadden op nieuw hun ontslag aim H. M. de Koningin ingediend, hoewel zij het tot nogtoe niet had aangc nomen. De reden van het'herhaald indienen van het ontslag was, omdat de Koningin bij voortduring bleef weigeren 0111 de Maarschalken Saldanha er Terceha van hunne posten en waardigheden te ontzetten en als oproermakers te verklaren. Anderen echter meenendat het ook daaraan moet coege schreven worden, dat Koning Ferdinand het besluie van H. M. had mede gedeeld, om bij gelegenheid van de geboorte van den jongen Prins, geene titels of eerekruissen uit te dèéien, zoo als vroeger altijd in Portugal ge bruikelijk geweest was. Behalve voor de Algarven en de districten van Beja en Evora, was de habeas-corpus acte geschorst en de wet tot beteugeling der drukpers ingetrokken. Het Gouvernement had zeer ernstige maatregelen genomen, om den Mi- guellisrischen opstand in de Algarven te beteugelen en geheel ce dempen. Er was wederom eene bijeenkomst van officieren van da nationale garde gehouden, waarin voorgesteld was, om de Koningin aan te raden afstand van de kroon ce doen ten behoeve van haren pas geboren zoon, en om een re gentschap in te stellen. Door eenigen echter was het voorstel bestreden. De Burggraven Sa da Bandeira en das Antas, gelijk ook Baron de Bomfimzijn in rang verhoogd, als belooning voor hunne dappere bedrijven, I De Fransche Regering heeft ten lange laatste bewilligd, de opDonih%«e/ genomene schepen, die thans te Brest liggen, terug te geven, en er wordt op den Taag een oorlogsbrik uitgerust, met een genoegzaam aantal zeelieden om gemelde schepen uit Frankrijk naar onze haven te brengen, Uitgediend papieren-geld, als betaling voor den aankoop van nationalegoe deren ontvangen, is eenige dagen geleden, ten bedrage *an 135 concos de reis verbrand geworden. Alle personen, zoo burgerlijke als militaire, die op vermoeden, dat zij de beweging der Chartisten begunstigden, gevangen genomen waren, zijn op vrije voeten gesteld. SPANJE. Berigten over Parijs van den 19 October, De Generaal Ëspartero'heeh thans een (egerberigejvan hec gevecht bij Retuerta van den 5den uitgevaardigdwaaruit blijkt dat die eerst zoo opgevijselde overwinning op Don Carlos niets te beduiden heefc gehad. Men leest onder anderen daarin: Na den vijand tot op drie vierendeelnurs afstands van Sanro Domingo dt- Silos te hebben vervolgd, werd ik, zoo door de invallende duiscernis, al door de noodzakelijkheid, om 300 gekwetsten naar Burgos te zenden, ge dwongen, om van eene verdere vervolging af te zien. De moeijelijkhedei van het terrein hebben mij niec veroorloofd, om meer dan 60 gevangenen te bekomen. Het leger is in de kanconnementen van Retuerta en Covarrubia teruggekeerd. Morgen zal ik den vijand in de door hem ingeslagene rigtïn; volgen. Het blijkt ondercusschen nietdat hij hem later vervolgd heeft. Berigten over Parijs van den 20 October, Telegraphische Depeches. Bayonne, 17 October. Leon Iriarte heeft den iqden het vreemden-legioen geescorteerd, dat vai Pampeluna naar Jaca ging. Hij is den léden ce Huarte teruggekomen. Gony en Guergué, met 7 bataljons en eenig geschut te Enguy vereenigd. zullen al de forten der linie aantasten. Zij zullen met Lubiry beginnen. Bordeaux, 18 October Volgens berigten uit Madrid van den I4den was Espartcro, toen de Pre tendenc op den weg van Aranda vooregeruke was, den roden uit Salas ver trokken om dezelfde rigting te vervolgen. Er was ce Madrid niets van eenit belangbehalve dat de verkiezingen algemeen in eenen gematigden zin uitvielen Volgens sommige berigten zou Don Carlos sedert eenigén tijd ernsti; ongesteld zijn, volgens andere zou hij zich spoedig in het huwelijk begev met zijner overledene vrouws zuster, de Prinses van Beira; hetgeen dan aan gehaald wordt als een tegenbewijs tegen Don Carlos ernstige ongesteldheid Het Ministerie schijnt thans te Madrid gevestigd te wezen, hoe wt het weinig geestkracht zou bezitten. De verjaardag van de Koningin is te Madrid zeer stii afgeloopen. ITALIË. Napels den 7 October. Z. M. de Koning is gisteren vroeg op de Ko ninglijke stoomboot Wenefredenaar Messina gevaren. Het heet, dat er eer» algemeene amnestie aldaar zal afgekondigd worden, omdat zeer vele iedet van de aanzienlijkste en rijkste familien bij de laatste gebeurtenissen gecom promicteerd zijn, doch zich voor het grootste gedeelte vrijwillig hebben ge vangen gegeven. Het gevolg zal leeren, of dat gerucht gegrond zij. D begenadiging zal zich in allen gevalle niet tot die gemeene misdadigers uit strekkendie met het leven van hunnen evenmensch den spot hebben gedre ven, en mensdlienvleesCh op de openbare markten verkochten, ja het voo de honden lieten braden. Een seer groot aantal (hec gerucht spreekt we zeer overdreven, van eenige bonderden) van die ellendelingen hebben ove rigens hunne verdiende straf erlangd, daar zij op eene schandvlekkende wijz> op hec schavot gestorven zijn. Door een geaccrediteerd Dnitsch dagblad worden uit Turin eenige bewij zen medegedeeld van de onvernraagzaamheid der Sardinische Regering tegei de Protestanten, welke aldaar 111 minder achting zijn en nog erger behandelt worden, dan de Joden. Door een besluit namelijk der Regering is het aan alle Notarissen in het Koningrijk verboden acten ten voordeele van Protestante! op te rhaken zelfs neten van koop en verkoop, waaraan Protestanten dee hebben. Tevens wordt in dac besluit bepaald, dat Protestanten voortaan nit meer als getuigen zullen mogen optreden. In het burgerlijk wetboek straa1 dezelfde hatelijke geest tegen de Procestanten door.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 3