0 U E A l°. lb«> L E P S C II E WOENSDAG, Ss A/, rsac s cS'kr -- ffl I5\ pi) is? ,0 20 SEPTEMBER. fit! 16N NEDERLANDEN. Levden den 19de!! September. Men meldt uit's Gravenhage van den ijrden dezer: Naar men verneemt, heeft de Hooge Regering dezer dagen goedgevon den de kerkelijke collegien bekend te maken of te houden mee de voorschrif ten der wet van den isten Maart 1815, N°. 18, {.Staatsblad N°. 21), be trekkelijk de viering der dagen, aan de openbare Christelijke Godsdienst toe gewijd. Zij heeft daartoe besloten, uit hoofde van wege de algemeene Sy. node der Nederlandsche Hervormde Kerk, in derzelver jongste, in Julij 11., gehouden, zitting, was voorgedragen, dat die wet niet overal bekend blijkt te zijn, en ook niet allerwege gehandhaafd schijnt te worden met dien ernst, dien de Christelijke bedoeling des Wetgevers eischt. Het is niet onbelang rijk deze wet thans in derzelver geheel hier te doen volgen: Wij WILLEM,, bij de gratie Gods, Prins-van Oranje-NassauSouve- rein forst der Vereenigde Nederlandenenz., enz., enz. Aan alle degenen, die deze zullen zien of hooren lezen, Salutl doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben de noodzakelijkheid, om, op het voetspoor Onzer godsdienstige voorvaderen,, die daarop steeds den hoog. sten prijs stelden, de pligtmacige viering van den dag des Heeren, en andere eiagen, der openbare Christelijke Godsdienst toegewijd, door eenparige en voor de geheele uitgestrektheid der Vereenigde Nederlanden algemeen werkende maatregelen te, verzekeren; Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Geueraal dezer landen, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: 10-. Dat op Zondagenen op zoodanige godsdienstige feestdagenals ■door do kerkgenootschappen, van den Omstel-ijken godsdienst dezer landen algemjeen erkend, en gevierd worden niet alleen geene beroepsbezigheden zullen mogen verrigt worden, welke de godsdienst zouden kunnen storen, maar dat in. het algemeen geen openbare arbeid zal mogen plaats hebben dan in gevalvan noodzakelijkheid, als wanneer de plaatselijke Regering daar- toe schriftelijke roestemming zal" geven. 2°. Dat op. deze dagenmet uitzondering van geringe eetwarengeene koopwaren hoegenaamd op markten, straten, of openbare plaatsen zullen mogen worden uitgestald of verkocht, en dat kooplieden en winkeliers hunne waren niet zullen mogen uitstallen, noch met opene deuren verkoopen. 30. Dat gedurende den tijd voor de openbare godsdienst-oefening bestemd, de deuren der heerbergen en andere plaatsen, waar drank verkocht wordt, voor zoo verre dezelve binnen den besloten kring der gebouwen liggende zijn, zullen gesloten zijn, en dat ook, gedurende dienzelfden tijd geener. bande-spelenhetzij kolvetijbal slaan, of dergelijke, mogen plaats hebben. 40. Dat geene openbare vermakelijkheden', zoo als de schouwburgen, publieke danspartijen, concerten en harddraverijen zullen gedoogd worden; zullende het aan de plaatselijke Besturen worden vrijgelaten hieromtrent eene uitzondering toe- te staan, mits niet dan na het volkomen eindigen van alle godsdienst-oefeningen. 5°l Dat de plaatselijke Policie zorg zal dragen, ten einde alle hinderlijke bewegingen en gerucht, in de nabijheid der gebouwen, tot de openbare eere- dienst bestemd, en in het algemeen alles, wat dezelve zoude kunnen hin. «Jerlijk zijnvoor te komenof te doen ophouden. 6I\ Dat do overtredingen tegen de bepalingen van dit besluit, naargelang van- personen en omstandigheden zullen gestraft worden met eene boete van niet hooger dan vijf en twintig guldens, of met. eene gevangenis van niet langer dan drie dagen voor de. overtredersdie buiten staat mogten zijn deze boete re betalen. 70. Dat bij eene tweede overtreding de boete of straf zal verdubbeld worden, en wijders alle te koop gelegde of uitgestalde goederen verbeurd verklaarden de herbergen of andere publieke plaatsen voor eene maand gesloten. En dat door deze algemeene verordeningen alle daarmede niet overeen komstige provinciale of plaatselijke Reglementen en inrigtingen zullen wor den gehouden voor vervallen. Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geinsereerd, en dat een genoegzaam getal exemplaren gedrukt en aan de Staten in de onder scheidene provinciën of landschappeningevolge art. 86 der grondwet, ter uitvoering zal worden gezonden, met last, om dezelve alomme te doen pu bliceren en afligeren en van de predikstoelen der onderscheidene Christelijke Kerkgenootschappen te doen aflezen. Lasten en bevelen voorts, dat onze Ministeriële Departementen en andere Autoriteiten, justicieren en officieren, wien zulks aangaat, aan de, naauw- keurige uitvoering de hand zullen houden, zonder eenige conniventie of dissimulatie. Gegeven in 's Gravenhage, den isten Maart des jaars 1815, het tweede van Onze Regering. (1GeteekendWILLEM. De een en twintigste algemeene vergadering van het Hoofdbestuur en de Afgevaardigden der Districts-Commissien van het fonds ter aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden, is gehouden te Amsterdam, den 2Östen Julij 1837. Uit d.e rekening door het Hoofdbestuur in deze vergadering ingeleverd, is gebleken, dat van de inschrijvingen 5 pCts. werkelijke schuld, ten be hoeve. van het primitive fonds, is moeten verkocht worden 10,000, tot dekking van het te kort op dat fonds, zoodat het kapitaal dezer 5 pCts. inschrijvingen thans bedraagt 1,150,700. Dat voor gratificatiën in 1836, aan de primitive deelgeregtigden is uit betaald eene som van 56,447.o6\, en daarenboven nog voor aanzuiverin gen van gratificatiën, welke over den jare 1835 niet waren uitbetaald, eene somma var» 293.005. Dat aan het Invalidenhuis te Leiden zijn goedgedaan, de pensioenen en gratificatiën, die. door de in dat gesticht geplaatste militairen, van den Staat •en van dit fonds worden getrokken, en ingebragt, ter somma vanƒ14,951.14, ■en dat boven en behalve deze som, tot onderhoud van het gebouw, admi nistratie, voeding en kleeding der invaliden, is uitbetaald eene somma van f21,293.81. Dat uit de interest van de eerste gift van het Waterloo-Committée te Londen, aan verminkten en nageblevenen van gesneuvelden van den veld- togt van 1815. en wel over de jaren 1835 en 1836, is uitbetaald eene som ma v»n 2443. Dat het Hoofdbestuur, ten gevolge van het genomen besluit in de alge. meene vergadering des vorigen jaars, en met in achtneming van de hepafm- gen daarbij gemaakt, is voortgegaan met de provisioneele bedeeling aan verminkten uit vroegere oorlogen, gevoerd vóór November 1813, waarvoor aan gratificatiën 111 het jaar 1836 zijn uitbetaald 6,713,48!, terwijl vati deze laatstgenoemden 17 verminkten in het Invalidenhuis zich bevinden, waardoor het getal der personen in dat gesticht aanwezig, op den laatsten December 1836 beliep, 125 man. En eindelijk, dat ten behoeve van de slagtofrers uit den strijd met Belgie, in den loop van het jaar 1836, is bijgedragen ƒ3,200,00 en door het Hoofd bestuur zijn ontvangen de renten der belegde geiden ter somma van 13,503.72.}, waaronder zijn begrepen de renten van ƒ3000, 2| pCts., en 2000 5 pCts. inschrijvingen werkelijke schuld, waarvan Bloot de vruchten aan dat fonds zijn afgestaan, en dat daarentegen aan gratificatiën in het jaar 1836 is uitbe taald geworden eene somma van 28,666.985. Het Hoofdbestuur dit kort verslag van den staat van het fonds aan het publiek mededeelendezal zoo spoedig hetzelve zich hiertoe in staat zal bevinden, het een en twintigste jaarlijks verslag van het Hoofdbestuur aan de Afgevaardigden der onderscheidene districts-Commissienbenevens de handelingen der algemeene vergadering, en de daarin genomene resolutien, aan de Commissien in het Rijk verzenden. Amsterdam, den 8 September 1837. Het Hoofdbestuur voornoemd, en in deszelfs Naam, J. Smits Verburg, Vice-President H. Croockewit, Secretaris. O O S T - I N D I E. Batavia den 27 Mei. In de courant van die dagteekening vinden wij aangekondigd, dat de Directeur van de Fransche opera te Batavia, door de onmatige vorderingen van Mr. Alexandre et sa dame, die met 13,408 gulden 's jaars niet te vreden waren, zich genoodzaakt heeft gezien het tooneel te sluiten. Onder de in die courant voorkomende Advertentien merkt men op: Uit de hand te koop: eene familie slaven, als: een kokkin, oud 46, een rijstmolenaar en goede huisjongen, oud 24, een koetsier, oud 28, en eene fijne naaister en kapster, oud 18 jaren; adres ter Landsdrukkerij. Verder: Op den iSden dezer, vendutie van, wagen en paarden, goud- en zilver werken, piano, harp en de slavinnen Juno, goede kokkin, beschuit- en ge bakmaakster, Malattie, lijf- en huismeid, Bijeroen, huisjongen, enz.; zul lende alles voor de vendutie voor een ieder te zien zijn. T U R K Y E, Konstantinopel den 26 Augustus. Uit die stad meldt men, dat de Porte aan den Franschen Gezant, wegens het uitzeilen der vloot onder den Kapi- tan-Pacha naar de wateren van Tunis genoegzame opheldering had gegeven. Deze togt namenlijk zou alleen dienen om de manschappen te oefenen. Men hield te Konstantinopel nog altijd vol, dat de Keizer van Rusland zich na den afloop van de monstering te Wosnesensk naar die hoofdplaats zou begeven en een bezoek bij den Sultan afleggenanderen echter meen den, dat dat bezoek, wegens het vernieuwd woeden der pest geen plaats zou hebben. Onderscheiden Turksche grooten hadden zich naar het Rus sisch legerkamp begeven. RUSLAND. Men heeft te Petersburg de tijding ontvangen, dat de Keizer den apsren Augustus in welstand te Wosnesensk was aangekomen. Des anderen daags van zijne aankomst werd er een Te Deunt gezongen, en daarop heeft Z. M. de troepen in oogenschouw genomen, welke bestaan uit 550 escadrons rui terij en onderscheiden batterijen uitmakende 144 stukken. Den 23 Augustus waren de Groot-Vorstin Helena, Prins Frederik van Wur- temberg en de Hertog van Saksen JVeimar te Moskau aangekomen. PORTUGAL. Lissabon den 6 September. Zooals in de telegraphische depêche in ons vorig nommer is medegedeeld, was het tusschen de beide partijen toe een gevecht gekomen. Zie hier een meer omstandig verhaal van het voorgevallene: Den 28 Augustus namelijk is de Baron de Bomfimdie over het aan het Lissabonsche Bestuur getrouw geblevene gedeelte van het staande leger bevel voert, met die krijgsmagt uit Leiria, benoorden Lissabon opgerukt, en heeft nog dienzelfden dag de troepen onder de Maarschalken Saldartha en Terceira nabij Campo da Feria ontmoet. Tegen den middag begon het gevecht, het- welk twee uren lang van weerszijden met verbittering werd voortgezet. Welke der beide partijen daarbij de bovenhand behouden heeft, is uit de tot nu toe ontvangene berigten moeijelijk op te maken. Zeker is hetdat ver scheidene jeugdige Portugezen van aanzienlijken huize, die bij de Charcisten of voorstanders der grondwet van Don Pedro dienden, al spoedig gesneuveld zijn. Nadat het gevecht den genoemden tijd had voortgeduurd, gaf de Baron de Bomfim aan zijne ruiterij hevel, -om op den vijand in te rennen. Bij de aannadèring dezer ruiterbenden lieten zich uit de rijen der Chartisten verbroe- deringskreten hooren. Men stak van weerszijden de zwaarden op. Saldanha 1 en Terceira reden naar Bomfim toeen maanden hem aan om door de eene of andere schikking aan het bloedvergieten een einde te maken. Deze toonde zich daartoe geneigd; het vuur werd van weerszijden gestaakt; en er werd tusschen de Bevelhebbers een wapenstilstand gesloten. Volgens de daar omtrent geteekende overeenkomst moesten de troepen van Bomfim naar Leiria ternktrekken, terwijl daarentegen die van Saldanha en Terceira zich naar Al- cobaza, dat is digter bij Lissabon zouden begeven. Den 3osten zou er in bet tusschen de beide legerplaatsen gelegen dorp Aljnbarotto eene zamen- komst van wederzijdsche gemagtigden worden gehouden, om over de midde len tot bevrediging te raadplegen. De wapenstilstand zou ophouden 4S uren nadat hij door eene der partijen was opgezegd. Den 3osten had de bedoelde bijeenkomst in het dorp Aljuharotto plaats. Van de zijde des Maarschalks Saldanha werd daarbij als eene voorwaarde sine qua non, het wederinvoeren der grondwet van Don Pedro geëischt, waarin echter zoodanige veranderin gen zouden kunnen worden geliragt, als de m overeenkomst met die grond, wet biieen te roepen Cortes raadzaam of gepast zouden oordeelen. Overigens wilde de Maarschalk Saldanha toegevendat alle de sedert de wederinvoe-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1