waardenals de laatste gesloten en er staan der Regering 3,000,000 scndi ter beschikking, welke zij geheel of bij gedeelten ontvangen kan. Het berigt van liet inrukken van Oostenrijkers in de provinciën is door 'speculanten verspreid en is even snel wederlegd geworden. Van de haliaansche Grenzen 23 Augustus. In den Iaatsten tijd zijn eenige aanzienlijke Spanjaarden, bekend als aanhangers van Don Carlos deze grenzen overgetrokken, om zich naar Weenen te begeven. Het heet, dat 'dezelve met diplomatike zendingen naar Weenen, Berlijn en Petersburg belast zijn; hetgeen des te minder te betwijfelen is, omdat onder hen de heeren MonasterioVillafrancaen anderen genoemd worden, die reeds als Carlis- 'tische Agenten bekend waren. D U I T S C H L A N D. Bij de viering van den verjaardag van den Koning van Beijeren den 2jsten dezer, te Spiers, is er een groot ongeluk gebeurd, waarbij een man en een 'meisje het leven verloren hebben. Na het afsteken namenlijk van een vuur werk en het landen der verlichte schepen, drong zich op de brug, waar de 'Spiers-beek in den Rhijn valt, een groote menigte menschen te zamen. Plotseling stort een gedeelte van de brug in en een aantal menschen vielen met hetzelve in liet water. Buiten die twee, die omgekomen zijn, zijn ver. scheiden anderen zwaar gewond. In een Dnitsch blad leest men het volgende: Op het laatst van de vorige maand is in de streken van Budetin (Trenchi. ner Comitaat) een luchtsteen gevallen. De Leeraar van Lottner heeft den- zeiven naar gemelde plaats gebragt, alwaar hij zich nog bevindt. Deze steen heeft in de lengte 9" 8"' (Weener maat)zijn grootste breedte is 9" 2"', en zijne grootste dikte 5" De geheele steen is 8" vierkant, en weegt 19 Weener pond. Dezelve schijnt een afgebroken stuk van een groot rond ligchaam, welks middelijnnaar den omtrek te oordeelen, omtrent 20" 6"' zal geweest zijn. Zijne bestanddeelen schijnen, met het bloote »og, granit of donker aschgraanw veldspaat; doch door het vergrootglas echter schijnt het glimmer met goudkleurige sfipjes ter grootte van de punt eener naald, te zijn. Om den geheelen steen bevindt zich eene onregelmatige Zwarte korst; het bovenste gedeelte is zoo glad, dat dezelve uit eene oor spronkelijke vloeibare stof schijnt ontstaan te zijn; welk vermoeden door de verscheidene indrukken, die zich op de oppervlakte bevinden, nog meer bevestigd wordt; het onderste gedeelte der korst daarentegen heeft mindere zwarte kleur, is grijsachtig en ongelijkvormig. Door eene microscoop be schouwd, ziet men duidelijk ni't welke bestanddeelen de steen bestaat; men kan met staal op deze korst vunr slaan. Bij het onderzoek der plaatswaar de steen gevallen was, bleek het, dat dezelve in kleiachtige aard 2' 6" diep viel, evenwel niet perpendiculair, maar in de rigting van het zuidoosten naar het noordwesten. Door de persing der lucht waren de korenaren in eenen omtrek van 3' 6" geknakt. Men klaagt sedert eenige dagen te Munchen zeer over het vermissen van kinderen, zelfs van goede huizen; de droefheid der ouders daarover is onbeschrijfelijk, te meer, daar men met zekerheid kan aannemen, dat zij door gochelaarskoordedansers of ander gemeen volk, dat van de Jacobi- jaarmarkt terugkeert, gestolen zijn en dus tot het schandelijkste en lieder- lijkste leven worden opgebragt. De Policie heeft, doch tot dusverre zonder gevolg, strenge nasporing gedaan. GROOT-BRITANNIE. Lonben' den 30 Augustus. Z. M. de Koning van Wurtemberg heeft zich, na afscheid van de Koningin genomen te hebben, die hem in persoon het kasteel van Windsor heeft laten zien, naar het vaste land ingescheept. Leopold van Belgie met zijne Gemalin is, na te Ramsgate, alwaar zij met veel plegtigheid ontvangen zijn gewordenzelfs de Hertog van IVeling. ton heeft hen aldaar verwelkomd, aan wal te zijn gestapt, te Londen aan gekomen. De Kapitein Napier, die, zoo als men weet in der tijd bevelhebber van de Portugesche vloot is geweest, is naar Lissabon gegaan, om, zoo men zegt, het achterstallige van zijn pensioen in te vorderen. Een bekend voorstander der Whigs, Crawford, die bij de laatste benoe mingen niet weder als Parlements-lid ingekozen is, heeft nu eenige brieven aan O'Connell geschreven, aan welken hij verwijt, dat hij de Ieren van het juk der Torys willende bevrijden, hen zelf een ander juk oplegt, dat hen «iet lrgter drnkken zal. Laatstleden Zaturdag heeft een hevig onweder in onderscheiden streken van Engeland gewoed, en vooral inde dorpen nabij Uxbridge, in Middlesex, beduidende schade aangerigt. Te Eastcote zijn twee kinderen van den pachter Bignell door den bliksem gedood, terwijl de moeder insgelijks gevaarlijk is getroffen. Men beklaagt zich te Blackburn en elders over de uit Spanje terug ge. keerde soldaten van het Britsch hnlp-legioen, die de openbare wegen hoogst onveilig maken. Te Hamilton is in de voorleden week een grijsaard van vier en negentig jaren met een negentienjarig meisjen in het huwelijk getreden. Meer dan twee duizend personen bevonden zich in de kerk, om de inzegening van dit zonderling huwelijk bij te wonen. In de eerste zes maanden dezes jaars zijn 1,605,000 exemplaren van 'den Times, 1,105,000 van den Chronicle, 1,050,000 van den Herald, 537,000 van den Standard450,000 van den Globe en 426,000 van den Sun gezégeld het aantal aankondigingen heeft, in hetzelfde tijdsbestek, bedragen: In den Times 69,579, in een Chronicle 28,974, in den Herald 34,358, in den Stan dard 8,589, in den Courier 6,830, enz. F R A N K R IJ K. Parijs den 1 September. Volgens ordonnancie des Konings aan den Mi. nister van Financien moet aan de Vereenigde Staten van Amerika, volgens tractaat en goedkeurig der Kamers van voorleden jaar, 1,022,580 fr. betaald worden voor interessen van de vier eerste termijnen van de schuld van 25,000,000 fr. Onlangs heeft Z. M. aan 74 galeislavendie in het bagnio te Brest waren, genade verleend. Volgens een berigt van daar, bevinden zich in het bagnio 2856 galeislaven. Ferrand, een Italiaansch uitgewekene, die, zooals berigt is, onlangs te Havre gevangen genomen, en naar Parijs gevoerd is, is, na aldaar ver- jseheiden verhooren te hebben ondergaan naar Brest gebragtom aldaar in ballingschap naar Noord-Amerika te worden ingescheept. MENGELINGEN. BARTHOLOMEUS-NACHT. (Vervolg. Zie N°. 100 dezes blads, van den 21 Augustus.") Van welke liefde voor de Godsdienst zonde een Hof kunnen doordrongen zijn, dat zoo ongebonden was, dat de Koning zelf zich op eene onbeta melijke wijze met jonge lieden van beide geslachten vermaakte, (s'esbattoit d foyt/er les jeuttes gentils hommes et jeunes demoiselles au lit), zoo als de Ge zant Carrero zulks verhaalt. Bals, mascarades, feestmalen, bezoeken bij de sterrewigchelaars, tweegevechten en nachtbraken, zoo was het leven van het Hof. Karei IX en de jonge lieden, die hem omringden, verteerden de kracht hunner ziel in ligchamelijke oefeningen. Wij kennen .gee 11 e haauw- kenrige beschrijving van dit zeldzame Hof, alwaar de Koning'met den heer de Chaulsnes wedde, „dat hij het volgende jaar in staat zoude zijn, zijnen voet aan den mond te brengen;" eene ernstige weddingschap, waarvan het brevet nog te Parys in de bibliotheek des Konings, onder dehandschriften van Bethune, bestaat. Catharina van Medicis bespaarde niets om dezen lust tot vermaken te vermeerderen, en deze ongebondenheid van zeden, welke zij als gunstig voor hare plannen beschouwde, aan te wakkeren. Alleen de kleine Protestantsche Edelen uit de provinciën waren opregt godsdienstig. Ook haatten zij innig de misdaden, welke van beide zijden gepleegd wer den. Deze afschuw voor de misdaad zette den Calvinisten veel kracht bij', en zoude hun zeker hebben doen zegevieren, zoo zij niet in te gering ge tal waren geweest. De bewegingen der Protestantsche en Katholijke magten mengden zich iii dezen chaos. Beide trachtten de weegschaal in hun voordeel te doen over hellenbeide gaven tegenstrijdigen raad, welken men aanhoorde, met voor nemen, om dezelve te volgen, zoo de gelegenheid gunstig werd. Maar wenschen, kuiperijen, alles was noodwendig onderworpen aan den loop oer omstandigheden, welke niemand kon voorzien. De vermeerdering en de magt der Calvinisten moede, zocht het Hof eerst de middelen, om er zich van te ontdoen; vervolgens tijd te winnen, en be vocht of vleide hen beurtelings. Hét trachtte hen voor zich te winnen, bood hun de vrijheid van geloof aan, verschrikte door hunne bedreigingen, en eindigde met in eene wanhoop te vallen, welke het tot deszelfs eerste denkbeelden van vernietiging terugbragt en de slagting veroorzaakte. Was deze moord gedurende zeven jaren in bedenking gehouden? Neen voorzeker. Had men er réeds tijdens de bijeenkomst te Bayonne aan gedacht? Ja, het was een onzeker voornemen, niet een bepaald plan. De woorden der ge schiedschrijvers laten hieromtrent geen twijfel over. Tavannes, Castelnau le Laboureur, Mathieu, Calignon, Lanoue, Adriani, Davila, Famien Strada, erkennen den invloed, welke de bijeenkomst van Bayonne op het Hof van Frankrijk uitoefende. De beide Hoven," zeg tStrada, „verstonden elkander, „wat de subsidien betrof, welke men wederzijds zoude moeten voorschie. „ten tot uitroeijing der ketterij en wat de remedien aanging, welke men „aan de ongelukken van Frankrijk zoude kunnen toebrengen." Adriani drukt zich veel duidelijker uit. „Men eindigde, zegt hijmet zich aan den raad van den Hertog van Albavolgens het advies van den Katholijken Koning, te Bayonne gegeven, te houdenmen erkende, dat „men tot niets konde geraken, dan door den dood van alle opperhoofden „der Huguetiooten, en door te Parijs de Siciliaansche vesper te vernieuwen: „een raad, welke in 1572 gevolgd werd, toen de gelegenheid zich aanbood." Adriani gaat door, de materialen tot zijne geschiedenis, uit het bijzon, der dagboek van Cosmos, Groot-Hertog van Toscane te hebben getrokken. Volgens Davila, die zeer bekend was met de Koningin-moeder, handelde men te Bayonne over de middelen, welke gebezigd moesten worden om de ketterij uit te roeijen. De Hertog van Alba beval vooral aandat men geen der opperhoofden moest laten ontglippener bij voegendedat een zalm- hoof d meer waard was dan honderd kikvorschen. De Koningin antwoordde: „Dat zij niet dan in het uiterste deze partij zonde kiezen, en eerst zoude „trachten het bloedstorten te voorkomen, en de Huguenooten door zacht- „heid in den schoot der Kerk te doen wederkeeren." Men ging uit een, vervolgt dezelfde schrijver, elkander alle hulp beloovende. In de vergade. ring van Bayonnewerd er besloten (zegt de schrijver der gedenkschriften „van Tavannes), dac de beide kroonen elkander zonden beschermen, de „Calvinistische godsdienst zouden tot zwijgen brengen, en dat de oproerige opperhoofden gevat en geregt zouden worden." Le Laboureur, uitlegger van Castelnau, zegt: „Dat de Huguenooten wel onderrigt waren van de za. menspanning, welke, bijna openlijk, sedert de bijeenkomst van Bayonne tegen hen werd daargesteld." Het is zeker (en Pasquier bevestigt zulks) dat sedert deze bijeenkomst, de verdenkingen der Calvinisten steeds zwaar der werden, en zij van tóen af aan hunne militaire organisatie op eenen sterkeren en meer geduchten voet bragten. Wij weten niet wat men tegen al deze vereenigde getuigenissen der Katho lijken en Protestanten zoude kunnen overstellen. Zoude men willen voor wenden, dac de vereeniging der Katholijke Vorsten, slechts een voornemen zonder resultaat was; dac het Edit de Pacification van 1570, door eenen op- regten wensch van algemeene bevrediging was daargesteld; dat de Hugue. nooten van de toegevendheid, welke men jegens hen toonde, misbruik maaktendat het huwelijk van Hendrik van Biarn en Margaretha van Frankrijk, hen verwaand maakte? Dit kan zijn; maar niecs van dit alles, zelfs bewezen zijnde, vernietigt de getuigenissen niet, welke wij hierboven hebben aangehaald. Het was nacuurlijk en noodzakelijk, staatkundig ge sproken, dat de Katholijke Vorsten elkander verstonden om eene zoogenaamde ketterij te vernietigen, welke hen in hunne dierbaarste belangen bedreigde. Deze vereeniging werd daargesteldmaar dezelve bleef vooreerst zonder gevolg. Natuurlijk ook was het, dat de voorzigtigheidde menschelijkheid mogelijk ook eenige persoonlijke vreesbet plan ce Bayonne gevormd te. genwerktenen dat men zich eindelijk na vele onzekerheden, wijfelingen en tegenkantingen, met wanhoop aan het uiterste geweld overgaf, hetwelk reeds lang was aangeraden geworden, doch sedert weder verlatenen ein delijk als een laatste hulpmiddel beschouwd werd. Meester zijnde der buitenlandsche betrekkingenFrankrijk in het systema van hervorming wikkelende, de onafhankelijkheid der provinciën aanwakke rende, den Koning noodzakende de burgers van Parijs te ontwapenen, had het Calvinismus hec voorzeker niet op het leven van den Koning, noch op het monarchale stelsel gemunt, maar deszelfs vreesselijke magt groeide aan. Hetzelve boezemde den Katholijken en het Hof gedurige vrees in. De Pro testanten van Duitschland ondersteunden het. Er was deugd, grootheid, glorierijke herinneringen en een scerke republikeinsche geest in deze partij. Deszelfs zedelijke adel, een gedurig verwijc gispte de ligtgeloovigheid van het domme gemeen en de wnlpsche gekheden der hovelingen. Tegen het zelve togen te gelijker tijd, de burger-besturen, het volkje van de halles te Parijs, de heeren van het Hof, de Priesters en bijna alle vrouwen, te velde. In eenen brief aan den Koning ontwikkelt Coligni vele grieven, en beklaagt zich, volgens alle waarschijnlijkheid met;grond: „dat het beloofde geldhem niet gegeven is; dat de Katholijke broederschappen de Protestanten beleedi. gen; dat men hem niet de eer bewijst, welke hem toekomt; dat men hem levensmiddelen weigert, en dat twee zijner bedienden, kort ce voren, ver. moord zijn geworden." Al had het Hof zelfs ter,goeder trouw gehandeld, zoude het de onregtvaardige woede des volks niet hebben kunnen tegengaan. De voordeelen, welke het hof aan hec Calvinismus toestond, waren beleedi. gend voor de massa. Beklagenswaardige toestand voor beide. Niets is ge vaarlijker dan gevreesd te zijn door hen, die de magt in handen hebben. Van 1548 tot 1559 hadden de Huguenooten hnnne militaire magt gevestigd en hunne predikatiën daargesteldmen had getracht hen door vervolging te vernietigen, vooreerst door Anne Dubourg ter door te doen brengen, vervol, gens door aan alle de Calvinistische opperhoofden de Koninglijke bescher. ming te onttrekken. De tiers-parti had getracht tusschen beide te komen, door aan de eene zijde de Calvinistische beweging en aan de andere de ver volging der orthodoxie tegen te gaan. Vergeefsche pogingenwelke vatj 1560 tot 1561 voortduurden, zonder het minste goed te weeg te brengen. De oorlog was onvermijdelijk. De oude Katholijke maatschappij was verbitterd over de toegevendheid van het Hof jegens het nieuwe geloof, en deze toe gevendheid voldeed de Calvinisten niet. De moord van Vassy, de ontheili ging van St. Médard. de aanvallen tegen de tempels en de predikatiën, het in brand steken der kloosters en abdijengaven het sein tot dezen afschuwë- lijkèn burger-oorlog, welke tot in 1562 duurde..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 3