letdsche
k'. 1837.
WOENSDAG,
'êgiss7 A ei
r- r. 3mhk
tiTrrr
NEDERLANDEN.
Leyden den 29sten Augustus.
Men meldt uit 's Gravenhage van den 28sten dezer het volgende:
•Zijne Maj. de Koning heeft, in aanmerking nemende dat,'ofschoon het
Wibepaald verlof, aan de manschappen van de corpsen mobiele Schutterij
Verleend, nog steeds blijft voortduren, het niettemin van belang is, de voor
noemde corpsen zoo veel mogelijk voltallig te houden, bij besluit van den
20 Augustus 11. bepaald:
Art. 1. De manschappen, behootendê tót den isten ban der Schutterijen,
■welke, bij de ligting van 1837, in de verschillende gemeenten voor deschut-
terlljke dienst reeds zijn of nog zuilen worden aangewezenzullen (met
uitzondering alleen van de zoodanige, die tijdens hunne oproeping voor de
mobiele dienst behoorlijk aantoonen, dat zij wettige kind of kinderen in
leven hebben, of dat hunne vrouwen zich in bewijsbaar zwangeren staat
bevinden) worden ingelijfd bij de mobiele corpsen Schutterij, waarvoor zij
bestemd zijn.
Art. 2. De Gouverneurs der onderscheiden provinciën zullen tot de in.
lijving de noodige maatregelen nemen.
Tot dat einde zullen zd zich van het juiste getal der tot den isten ban
behoorende, op de bijzondere schuttersrollen van het loopende jaar in iedere
gemeente voorkomende en overeenkomstig het voorgaande artikel, voor de
mobiele Schutterijen bestemde manschappen, verzekeren; daarvan zoodanige
algemeene staten, gis nader ,dpor het Departement van Oorlog zullen worden
voorgeschreven, aan het evengemeld Departement, gelijk mede aan dat van
Binnenlandsche Zaken, doen toekomen, en met het eerstgenoemd Departe.
ment in overleg treden, omtrent de wijze, waarop en ten welken tijde de
inlijving dier manschappen bij de mobiele corpsen, en ten getale van hoe
veel bij elk corps, tot stand zal behooren te worden gebragt.
Art. 3. Aan de alzoo bij de mobiele corpsen ingelijfde schutters wordt
dezeltde aanspraak op onbepaald verlof als aan alle andere, reeds werkelijk
bij die corpsen dienende, toegekend.
Bij besluiten Van Zijne Majesteit zijn benoemd: Tot Burgemeester en
Secretaris van Egolond aan ZeeP. Nierop, en tot Burgemeester en Secre
taris van Egmond Binnen, S. C. S. Holland.
Bij de mobiele Schutterij van Zuid-Holland, iste afdeeling, 2de bataljon:
Tot 2den Luitenant-Adjudant, D. P. Humbert-, tot Kapiteins, P. Bujfart
H. Schweijs en F. C. Armstrong; tot iste Luitenants, J. li. Krudop en J.
Coudkade; tot 2de Luitenants, IV. C. R. SteupA. J. Goudriaan en J. IV.
H. Event.
Van wege Z, K. H. den Admiraal en Colonel-Generaal zijn, met voor.
kennis van Zijne Maj. den Koning, bevelen gegeven, ten gevolge waarvan
.voor de zeegaten van Texel en Hellevoetsluis beschikbaar zijn gesteld, en
voortdurend, voor zooverre Zijner Majs. dienst zulks zal toelaten, zullen
gestationeerd blijven, voor ieder dezer reeden, ééne genoegzaam krachtige
Rijks-stoomboot, om te kunnen tot het uit de havens en naar zee slepen
van zelfs de grootste koopvaardijschepen, wanneer daartoe van wege de
zeeders of den gezagvoerder de aanvraag pan den commanderenden officier
ter reede, of aan dien van het stoomschip zelf, zal geschieden; en, voor
zoo veel betreft de reede van Texel, wanneer de aldaar van wege het ge
westelijk Bestuur onderhouden wordende sleep-stoomboot Noord-Holland daar
toe giet voldoende te achten is. Verder is bekend gemaakt, dat voor deze
diengt aan de reederijen geene andere kosten zullen worden in rekening ge-
jjragt, dgn alleen die van de steenkolen en andere materialen, tot de stoom
werktuigen van het stoomschip voor elke dienstverrigting verbruikt; terwijl
•dè bpdoeling van Z. K. H. den Admiraal en Colonel-Generaal is, dat er
schikkingen zullen worden beraamd, strekkende, om den handel van het
betalen der loodsgelden voor het stoomschip zelf, zoo veel mogelijk, te
bevrijden; zoo als ook in alle andere onkosten van het stoomschip door het
Departement der Marine zal worden voorzien. Eindelijk is bepaald, dat tot
dat einde te Hellevoetsluis gestationeerd zal worden Zijner Majs. stoomschip
Cerberus, gecommandeerd door den Kapitein-Luitenant van Franck, en ter
reede van Texel, bij voorraad, Zijner MajA. stoomschip Curapao, onder be
vel vap den Luitenant ter zee der eerste klasse Coertzen.
Het nabij Scheveningen gestrand smakschip de Hoop is in den nacht
van Saturdag aan stukken geslagen.
Zondag ochtend omstreeks vier ure is aldaar bewesten het dorp gestrand
de plaizier-kotter Zoi, toebeboorepde aan den heer Baron Tuyl van Seroos-
kerken, te Hillegom, welke dien als Kapitein bestuurde. Het gezelschap,
dat met dit vaartuig een zeetogtje gedaan had en waarbij zich de Secre.
taris der Fransche legatiede heer Casimir Pirier, bevond, had den vori.
gen dag den kotter verlaten, die voor den wal ten anker lag, maar ten ge.
volge van den opkomenden west-noordwesten storm, gestrand is. Twee
man en een loods gijn, na in groot levensgevaar verkeerd te hebben, be
houden aan wnl gekomen en het vaartuig zit thans vrij hoog op het strand.
Te Amsterdam is laatstleden Zondag met de stoomboot Herkules aan
gekomen Hf K. H. Prinses Albert van Pruissen, welke van daar naar 's Gra
venhage zal vertrekken.
Te Kampen meende men, dat er concessie zon verleend worden tot
eene geregelde stoomvaart op den IJssel.
Te Dordrecht is op 's Konings verjaardag, op de werf van den scheep
maker Jan Schouten, nadat bevorens de kiel en voorsteven gerigt waren,
het achterwerk opgezet van een op die werf te bouwen koopvaardijschip,
genaamd de Admiraal Jan Evertsen, voor rekening van de heeren M.Udink
tn Cotnp., te Amsterdam.
Uit Utrecht meldt men van den 05 Augustus:
De verjaardag van onzen geëerbiedigden Koning is alhier ailerluisterrijk
gevierd; ook alhier zeggen wij, daar wij uit de berigten van Amsterdam,
-1 Gravenhage, Leiden, enz. zien, dat in alle steden des Vaderlands is ge
wedijverd, om dien dag godsdienstig en verheugd te herdenken. Het klok
kenspel kondigden in den vroegen morgen het feest den inwoners aan, die
als om strijd hunne huizen met vlaggen versierden, als uitwendige tolken
van het inwendig gevoel. In de tempels werd dat gevoel voor den Algoede
Uitgestort, Hem voor het behoud des levens van onzen dierbaren Vorst ge
dankt, en voor zijp verder leven gebeden opgezonden. De gelukwenschin -
gen werden, namens Z. M,, op de audiëntie bij Zijne Exc. den Staatsraad
Gouvernetir ontvangen. De parade op het Vreeburg was luisterrijk en werd
door velen bezocht. Des avonds begaven de inwoners zich in menigte naar
het Vreeburg, alwaar een corps muzijkanten van het garnizoen in eene daartoe
C O U KAN T.
30 AUGUSTUS.
opgeslagen tent muzijkstukken uitvoerden; aldaar werd om 10 ure een fraai
vuurwerk, op stads kosten afgestoken, terwijl verscheidene bijzondere hui
zen waren verlicht. De illuminatie op de Groenmarkt der aldaar opgeslagen
boogen en galerijen was zeer traai en lokte ook vele menschen derwaarts.
De gebouwen in den tuin van C. van Leeuwen waren allerprachtigst verlicht;
de verlichting en de muzijk der twee afzonderlijke nuizijk corpsen altlaar
waren uitmuntende; het spijt ons zulks van het vuurwerk ook niet te kun.
nen zeggen: wij hebben het van de gebr. van der Brugh fraaijer gezien.
Het feest aldaar was door heeren Commissarissen dier partij goed geregeld
Vrolijkheid paarde zich aldaar aan orde en eenstemmigheid. Tot laat in den
nacht was het feest in Utrecht; en niettegenstaande duizenden menschen op
de been waren en zich in 's Konings verjaardag verheugden, is de orde
overal naar wensch geweest.
Uit Groningen schrijft men van den 24 Augustus, behalve de vermei
ding van het vieren van 's Konings verjaardag, het volgende-
Ook had op dezen dag het oprigten der steven plaats voor een tweede
barkschip, genaamd Prins Hendrik, op de werf van den scheepsbouwmees
ter H. J. Limborgh, hetwelk eveneens bestemd is voor de vaart op deOost-
Indiën, en nog iets grooter zal worden, dan het eerste op dien werf ae-
bouwde en thans geheel getuigd en tot vertrek gereed liggend barkschip de
Provincie Groningen. Naar wij vernemen, wordt deze tweede bodem aroó-
tendeels voor rekening van dezelfde reeders gebouwd, en zal ook onder
dezelfde directie van de heeren Kranenborg en Zonen van Amsterdam gevoerd
worden. Aangenaam is het voor de ingezetenen dezer stad, te mogen zien
dat de scheepsbouw, welke zoo vele jaren hier ter stede meer dan elders
in deze provincie heeft gekwijnd, thans zoo krachtig begint te herleven
zoodat het allezins de dankbare erkentenis verdient van alle ingezetenen'
die belang stellen in dezen gewigtigen tak van nijverheid, dat het Ziine Mai'
onlangs, bij Hoogstdeszelfs heugelijk verblijf te dezer stede, behaagd heefr
deze beide ondernemingen goedgunstig te bevorderen, door zoo wel in he?
thans volbouwde, als ook in het nu te bouwen barkschip, een goed aandeel
voor Hoogstdeszelfs rekening te nemen.
PORTUGAL.
Lissabon den 12 Augustus. In het Ministerie had wederom eene veran
dering plaats gehad, daar voor den Voorzitter van den Raad, de Oliveira
welke zijn ontslag had ingediendde Burggraaf Sa da Bandeira gekozen
was- ook heeft er bij de andere Ministers verandering plaats gehad; aan
Joao de Oliveira is alleen het Departement van Financien gebleven. Men
'wist nog niet of Bandeira, die wegens den oorlog afwezig is, zijne benoe
ming zou aannemen.
jn ge Cortes was de wet van de habeas-corpus-acte en op de vrijheid
der drukpers weder voor eene maand geschorst.
£je Maarschalk Saldanha., was thans te Coimbra aan het hoofd van
zoo ruiters en 300 man voetvolk, welke magt dagelijks aangroeide, zoo als
ook de gezindheid bij het leger om de grondwet van 1820 te verwerpen en
tot de constitutie van Don Pedro terug te komen. Daar het Saldanha op
Oporto scheen gemunt te hebben, had het Bestuur 250 man der Lissabon-
sche burgerwacht daarheen gezonden. Het is zeker, dat verscheiden
hooge officieren met Saldanha, hoewel nog in het geheim, zatnenspannen,
daar hem anders zijn marsch naar Coimbra had hunnen afgesneden worden;
te Oporto hadden verscheiden gevangennemingen van hooge officieren plaats
gehaddie dadelijk naar Lissabon waren overgevoerd. Saldanha had weder
om ee'ne proclamatie uitgevaardigd, waarin hij herhaalt, dat de Koningin
alleen door dwang de constitutie van 1812 had aangenomen, en dat zij,
zoowel als haar Gemaal in gedurige onderdrukking van de Ministeriele partij
leeft en niet vrij handelen kan. Hij zegt, het zwaard niet eerder in de
schede te zullen steken, dan het Charter van Don Pedro in de hoofdstad
hersteld zal zijn.
SPANJE.
Berigten over Parijs van den 26 Augustus.
Het Journal des Débats geeft de reden op van het misnoegen, hetgeen
onder de militairen heerschte en ten gevolge van hetwelkde verandering van
het Ministerie geschied is, dezelve js de volgende:
Sedert de omwenteling van la Granja, heeft de vijand niet opgehouden
voordeelen te behalen, en is steeds het Spaansche leger verzwakt geworden.
Noch de oude regtschapenheid en de Stoïcijnsche zeden strengheid van den
heer Calatrava, noch de vermeende bekwaamheid van den heer Mendizabal
hebben iets hoegenaamd voor de constitutionnele zaak te weeg gebragt. De
veerkracht der 'Regering verspilde zich om de verschillende coteries der
Cortes in beweging te 'houden. De Koninglijke magt, het voorwerp van
godsdienstige vereering bii de Spaansche natie, was geheel uitgewischt, zon
der voordeel voor de publieke vrijheden en tot groote schade voor de ver.
dediging van het grondgebied tegen den Carlistischen opstand, van welke
alleen de toewijding aan de magt de zennw uitmaakt. De heer Calatrava
oefende eene soort van civiel dictatorschap uit, zonder werking op den oor
log en de oorlog is thans de eênige levenskwestie. Men zal ook moeten
erkennen dat hij de Koningin onder eene wezenlijke schoolmeesterachtige
voogdij hield, indien men zich zijne jongste redevoering herinnert, waarin hij
zich verwaardigde aan de Cortes de voorbeeldelooze volgzaamheid van Maria
Christina te bevestigen. Deze vernietiging van het hoog gezag in eenen wer
kelijk monarchalen Staat kon slechts de verkleefdheid aan de nationale zaak
verflaanwendie van toen af aan voor volk en soldaat eene louter denkbeel-
di®e zaak w'erd, terwijl, gelijk bekend isbeide eene levend persoonlijke
voorstelling hunner gevoelens noodig hebben, om dezelve met ijver en vol
harding te verdedigen.
Het leger werd noch gekleed noch betaald. Hoe vele grievende bijzon-
derheden "hebben wij deswege niet in de dagbladen en brieven der grenzen
gelezen 1 Zelfs de met F.spartero aangekomen troepen, zoo als heden de
Spaansche dagbladen van den isden ons zulks bevestigen, hebben met schier
tot flarden versleten uniformen te midden van de bevolking der hoofdstad
^De*Generaalsaan zich zeiven overgelaten, zonder onderling verband vati
bestuur (want in den Ministerraad wist men niets van militaire zaken,) zon
der geld', zonder mondvoorraad, schetsten vergeefs in menigvuldig herhaalde
rapporten het tafereel van des soldaats ellende.