stelling linnen de. stad in, n zond mobile colonnes tegen de aanrukkende j
plunderaars uit. De Overste Statclla, broeder van den Prins Cassaro, ver
sloeg verscheiden benden en nam 7e opstandelingen gevangen, die naar de
gevangenis te Palermo gebragt weiden.
Op het door den telegraaph alhier (te Napels) ontvangen eerste berigt van
her oproer, deed de Koning terstond 600 jagers inschepen. Zij werden bij
galonto (achter Bagaria) ondanks den tegenstand der aldaar vereenigde op
standelingen aan wal gezet. Daar men niet kon voorzien, hoe ver de op
stand zich zonde uitstrekken, deed de Koning in den nacht van den I5den
op den jóden nog 3,000 man onder bevel van den Generaal Desauger inschepen.
Men twijfelt niet dat de plotselinge aankomst dezer troepen voldoende zal
•wezenom de oproerlingen te breidelenom intusschen niets op het spel te
zetten, en voor alles voorbereid te zijn, gaf de Koning bevel om nog eene
reserve van 3,400 man te formerendie bereid is om op den eersten wenk
met zes stoomboten te vertrekken. Napels blijft intusschen van eene toerei
kende bezetting voorzien.
Te Messina heeft den ieden ten gevolge van de aankomst aldaar van een
Koninglijk transportschip uit Napels, insgelijks een opstand plaats gehad.
Het gepeupel, aan hetwelk men diets gemaakt had, dat met dit schip de
cholera iiaar Messifta gebragt werdbegeerde, dat hetzelve terstond zoude
•weggezonden worden. Oproerige hoopen berenden het quarantaine gebouw
vernielden er het huisraad, wierpen de boeken in zee, ontwapenden drie
posten der tolwacht en mishandelden den" Inspecteur der Policie. Eerst na
de verwijdering van het schip werd de rust hersteld.
De Regering schijnt uit Sicilië weder veel geruststellender berigten
bekomen te hebben, ten minsten werd de afvaart van het iste regimept
Zwitsers tot naderen tijd verschoven. Voor het overige zijn alle andere
troepen afgezonden, met uitzondering van diegenen, welke ter omniddelijke
hegeleiding van Z. M. den Koning bestemd waren, die tot groote gerustheid
van de stad zijn opgevat voornemenom zelf naar Sicilië te gaanweder
schijnt te hebben laten varen.
De oorzaak van deze beweging van troepen is tot nogtoe een raadsel,
van hetwelk zelfs de dagelijks van Sicilië komende brieven gcene verklaring
geven. De berigten uit Palermo gaan tot den 24sten. Volgens het verhaal
van eenen daarheen gezonden officier, kwam het bij de landing der troepen
in den omtrek der hoofdstad en ook later tot ernstige gevechten. Bij het
weggaan des briefs was echter alles in Palermo rustig.
'Uit deze laatste stad wordt nog van den 16 Julij gemeld, dat het feest
van Rosaliegemeende Schutspatronen van de stad bijzonder stil was afge-
loopen; er hadden geene openbare vermakelijkheden plaats gehad,
Uit Rome schrijft men van den 2psten, dat er eenige verdachte zielt-
ten-gevallen in een der hospitalen hadden plaats gehad. Sommigen meenden
dat het de cholera was.
DUITSCHLAND.
Munchen den 4 Augustus. Uit deze plaats meldt men:
De door het Muntcongres genomen besluiten zijn, zoo men verneemt,
reeds door de belanghebbende Regeringen, als BeijerenWürtembergBa.
den, Hessen-Darmstadt en Frankfort, aangenomen, en de gevolmagtigde
Commissarissen zijn reeds van hier derwaarts vertrokken, of op het punt van
af te reizen. Ten gevolge dezer besluitenzegt men, zullen in de Zuid—
Duitsche Staten muntstukken van een gulden en dertig kreutzervan gelijk
gehalte en in gelijken vorm geslagen, en daarbij het mark fin zilver ii 24 fl.
30 kreutzer berekend worden, die met T'T gedeelte koper zullen worden ver
mengd. Met opzigt tot de wisselmunt of het klein geldzijnzoo men we
ten wil, insgelijks bijzondere bepalingen vastgesteld, volgens welke, name
lijk, ieder Staat verpiigc is, de door dcnzelven gemunte stukken tegen groote
muntspeciën van buitenslands, op verlangen, onmiddelijk uit te wisselen.
Naar men uit Leipzig van den 4den dezer meldt, is daar uit Laibach
het berigt ontvangen, dat de Koning zich in het naburige gebergte eene
verkoudheid heeft op den hals gehaald, waaruit eene ligte afwisselende
koorts is ontstaan, die echter van korten duur belooft te zullen wezen, nog-
ctns is de Koningin den 3 Augustus naar Laibach op reis gegaan.
Uit Silesie meldt men van 27 Julij het volgende:
Sedert onze laatste berigten heeft de cholera in ons gewest niet alleen
geene verdere vorderingen gemaakt, maar is bereids daar, waar zij minder
hevig was uitgebroken, aan het afnemen. Overal maakt men daarbij de
troosterijke opmerking, dat hare felheid veel geringer is dan bij haar eerste
verschijnen in 1831. Vooreerst breidt zij zich zoo snel en zoo ver niet uit,
voorts is zij niet in zoo vele gevallen doodelijk; en eindelijk zijn de door
haar aangetaste lijders minder aan pijn onderhevig. Allerwegen heeft men
echter ook opgemerkt, dat dieren insgelijks sporen dezer ziekte verroonen,
hetgeen dan ook ten bewijze strekt, dat eene bedorvene dampkrings-lucht
de oorzaak derzelve is. iVoor het planten-leven schijnt echter die jdamp-
kting bijzonder gunstig te zijn, want de planten-groei is hier sedert eenige
maanden zoo welig, dat de oudste menschen zich naauwelfjks iets dergelijks
herinneren. Het gras vooral is zoo overvloedig, dat de meeste landbouwers
reeds meer hooi ingezameld hebben, dan men gewoonlijk hooi en nahooi te
zamen heeft. Even zoo'grenst het schier aan het wonderdadige, hoe spoe.
dig het gezamenliike graan, dat in het voorjaar weinig beloofde, zich her.
steld heeft. Overal ziet men op de velden overvloed, en inzonderheid on
derscheiden zich in dit opzigt de tarwe, garst en erwten. Ook dé aardap
pelen beloven eenen zeer rijken oogst. En daarenboven komt nog het vele
ooft, waarmede onze vruchtboomen beladen zijn. Het is letterlijk waar,
dat b. v. op veie plaatsen de pruimboomen meer vruchten dan bladeren tel
len en dat die boomen thans reeds naauwelijks in staat zijn den last hunner
vruchten te torschen, die echter hunnen halven wasdom nog niet bereikc
hebben. Men één woord, alles belooft den rijksten zegen. De reeds vol.
bragte oliezaad-oogst (koolzaad en raapzaad) is zeer ruim uitgevallen, en
ten gevolge daarvan zijn de prijzen aanmerkeliik gedaald. De vermeerderde
aanbouw en de overvloedige oogst hebben zulks te weeg gebragt, en wan
neer naar buiten geen vertier plaats heeft, is het te vreezen dat deze prij
zen nog meer zullen dalen.
GROOT-BRITANNIE.
Londen den 9 Augustus. H. M. de Koningin heeft Lord Mulgrave in
zijnen post als onder-Koning van Ierland bevestigd.
Tegen de opening van het nieuwe Parlement zullen er, zoo men ver.
zekertia nieuwe Pairs en 4 nieuwe Hertogen benoemd worden.
De Baron Fageldie belast is geweest met eene bijzondere zending
aan H. M. de Koningin, door Z. M. den Koning der Nederlanden, is eer.
gisteren naar Holland terug gekeerd.
Volgens officiële opgaven zouden er nu 275 Wighs en 266 Torys ver-
kozen zijn.
Sir Francis Burdett, een Tory, is wederom tot Parlements-lid verkozen.
O'Connell heeft te Dublin de bovenhand behouden.
Te Belfast is bij gelegenheid van de verkiezing de vloer van de zaal
waarin dezelve plaats had, nedergestort, en zijn twee menschen daardoor
gedood en verscheiden gevaarlijk gewond.
Aan Sir Robert Peel, is te Tamworth door de kiezers een prachtige maal
tijd gegeven.
De Times, een blad, dat Torys-gezind is, bevat ondèr anderen het
volgende
Het is waar, zeggen zijdat het Protestantsche Engeland deszelfs ondtib.
belziunige afkeuring van het onwaardige Kabinet heeft aan den dag gelegd,
een Kabinet, hetwelk niet meer dan een werktuig tot uitvoering van den
wil van O Cornell is. liet is waar, dat ieder Engclschman, die eene vonk
van vaderlandsliefde in zijne borst vocic gloeijen, het tot eene groote schande
rekent, dat deze groote natie aan den voet zal krommen van een lersch pa-
pist, wiens haat tegen Engeland zoo innig is, dat al zijne sluwheid en laag
hartigheid niet voldoende zijn om heirt dien te doen verbergen. Doch wat
geven de Ministers of hunne vrienden om de verontwaardiging van hunne
landgenootenmits zij slechts, al is het door de hulp van Engelands vijan
den, hunne plaatsen kunnen blijven behouden? Wat schaadt het den arm.
hartigen eersten Minister of Engeland Katholijk of Protestaptsch zij Ais
Lord Glenelg slechts sluimeren kan; als Lord Palsncrston zich slechts kan
optooijen als een jonge pronker; als Lord .7. Russell slechts in het genot van
zelfbehagen kan blijvenwat gaat het hen dan aan of O'Coimell of de Hen-
ker de aangelegenheden van dit magtig gebied bestuurt. Die is, het doet ons
leed het te zeggende noodzakelijke gevolgtrekking uit de juichtoonen
welke de tolken der Whig-Radicaleu aanheffen wegens de zege der Paapsche
partij in Ierland. Zij verklaren rondborstig, dat die kandidaten, die door
het gezond verstand en de godsdienstige gevoelens van liet Protestantsche
Engeland en Schotland afgewezen zijn, thans een goed onthaal in het Katho-
lijke Ierland zullen vinden, en onder O'ConnelTs welbehagen, in het Lager-
Huis zullen worden ingedrongen, ten einde verdere slagen te slaan tegen
onze instellingen, de Ministers in vreugde en de behoudende partij in onder
werping houdende. Wel, laat dit zoo zijn; laat de krisis naken; laten wij
het schouwspel ziendat eene meerderheid van Engelsche en Schotschc
vertegenwoordigers te niet wordt gedaan door den overstelpenden aandrang
van Iersche Papen en Etigelsch-ïersche vereerders van den Ierschen Dagon.
Wanneer die dag zal komendan zal de tijd van onze bevrijding van de
vernederendste slavernij, zoo wij vertrouwen, naderbij dan ooit zijn. De
onverschilligheid van den slaperigscen zal dan tot aandacht worden opgewekt,
de verregaandste zorgeloosheid tot belangstelling aangevuurd: en, als een
herrezen reus, zal het volk gezamenlijk de krachten inspannen om, vastbe-
raden, de pogingen van hen te verijdelen, die zoo lang reeds aan de onder,
graving van hunne staatsregeling arbeiden. Wij zien de voortgangen van het
Iersche Papismus dan ook in dien zin volgaarne, omdat wij onze landge
nooten kennen, en wij zijn overtuigd, dat, wanneer zij het gevaar inzien,
hetwelk hunne dierste en heiligste regten bedreigt, van dat oogenblik alles
gered is,
Te Demston, bij Chesterfield, is in den buitengewoon hoogen onder,
dom van 160 jaren en 8 maanden overleden zekere M. R. Durman. Twin-
tig jaren lang was hij blind geweest.
Uit Portugal heeft men verontrustende berigtende inwoners werden
meer en meer geneigd, om tot het Charte van Don Pedro terug te keeren.
FRANKRIJK.
Parijs den 11 Augustus. In bijzondere brieven wordt gezegd dat er een
renbode nit Zwitserland aan het Ministerie van Bnitenlandsche Zaken geko-
men was, met het berigt, dat Lodewyk Napoleon te Arenberg in Zwitserland
bij zijne moeder was aangekomen. Uit Londen meldde mendat die Prins,
welke zijn voornemen bad te kennen gegevenom bij een zijner vrienden
aan de Theems eenigen tijd door te brengen voor eenige dagen verdwenen was.
Men heeft over Marseille berigt, dat de pest met de helft van Julij te
Smyrna genoegzaam geheel had opgehouden.
Berigten uit Bona van den 26 Julijmeldendat de troepen van de
Bey van Constantine eenen nieuwen aanval, op de Fransche legerplaats te
Gtielma gedaan hadden, doch met verlies waren teruggeslagen. Te Bona
kwamen gedurig nieuwe versterkingen aan. Aldaar was het thans rustig.
MENGELINGEN.
BARTHOLOMEUS-NACHT.
Vervolg
Dit aangevoerde is de aandacht waardig, Caveirac en Lingard doen het
tnet hardnekkigheid uitkomen. Waar is de premeditatievragen zij Waar
zijn de booge bevelen, gegeven op dat alle Protestanten te gelijk zouden
omkomen? De volksvvraak is op verschillende plaatsen beurtelings op de
Calvinisten uitgeoefend, die men haatte. Toen het sein eens gegeven was;
zijn al de dolken opgeheven. Geene impulsie is door het hof gegeven,
de haat welke de twee partijen scheidde, was genoegzaam, om, wanneer
ééne vonk op deze ontvlambare stoffen zoude vallen, wijd en zijd vcrwoes.
ting te verspreiden.
De vraag van de premeditatie, blijft dus even zoo onbeslist als die be
treffende het getal der slagtoffers. Tegenstrijdige argumenten worden van
beide zijden aangevoerd, en schijnen zich wederzijds te vernietigen. Zie
hier andere niet minder betwiste punten. Aan wie komt de verantwoordelijk
heid van den moord toe Aan den Koning en 'de grooten zoo als Fbltaire
en alle schrijvers van de wijsgeerige school beweren Aan het volk zelve
zoo als de onpartijdige geschiedschrijver, Onguste de Thou, verzekert?
Van de eene zijdeberoepen zijdie aan de zamenzwering der edelen ge-
looven en de veronderstelling van eene groote en onverwachte volksbewe
ging verwerpen, zich op CapilupiBrantomc, cPAubigtii, de gedenkschrif
ten van Condéen over het algemeen, op alle Protestanten. Zij willen niet
toelaten dat de nationale massa vijandig tegen de Ketters was, zij stellen
het plan van de zamenzwering voor, als uit een klein geheim comité voor
komende, dat door Catharina, Tavannes en Birague zoude zijn daargesteld,
en door Spaansche ingeving bestuurd werd.
Zij bevestigen, dat niét alleen de burgerij, maar ook de meerderheid der
grooten vait het ontwerp tot moord wisten. Als bewijs van het aange
voerde, halen zij het gesprek van Karei IX met een zijner hovelingen aan.
Deze laatste hem hebbende doen verstaan, dat hij het voornemen van het
hof kende, en dat de Hertog van Anjou hem er van had verwittigd, werd
met gramschap door den Koning weggezonden, die dadelijk zijnen broeder
liet komen en hem ernstige verwijten over zijne onbescheidenheid deed.
Onder die, welke deze meening volhouden, zijn er, die, zoo alsTavetines,
in de gedenkschriften over het leven van zijnen vader, bevestigen, dat men
zich alleen van de hoofden der rebellen wilde ontdoen, en dat de woede
van het volk den moord algemeen maakte. Anderen in tegendeel zijn er,
die, op het voorbeeld van Auguste de Thou, niet twijfelen, dat het ontwerp
geweest was, om de gebeele partij in eens te vernietigen.
Naar mate men dus die raadsel zoekt op te lossen, verdubbelt de duister
heid. Raadpleegt men de Calvinistische schriften, het treurspel van Chénier,
de geschiedenis van Hume, dan hebben een gekroond monster, eene Itali-
nansclie Koningin, met eenige vertrouwde booswichten, alies gedaan. Wil
men daarentegen Doctor Lingard gelooven, dan zoude de geheele natie de
misdaad hebben begaan. De schotschriften van dien tijd zouden voordeelig
tot deze opinie schijnen. De vreugdekreet, door het volk opgestokenweer
galmt,'in prosa en dichtmaat, uit meer dan duizend bloedige bladzijdenter
gelegenheid van dit vreesselijk treurspel geschreven. Wanneer men dezelve
leest, zoude het schijnen, dat Karei IX niet zijnen tijd bestuurd heeft,
maar door denzelven is bestuurd geworden. Zoo de voikstnuze ontwaakt,
is het niet oin den Koninklijken beul te schandvlekken, het is om de natio
nale wraak, waaraan hij den teugel heeft gevierd, hemelhoog te verheffen: