Saksen zag hoc cr het er.gstc uk. De Spfisnschc fondsen hadden ook een onberekenbaar verlies veroorzaakt. Besmettelijke ziekeen ontstonden meer en meer en sleepten duizenden ten grave. Te Bcrliin vleide men zich, dac de gewone herfst-manoeuvres, die dit jaar den 8 September zullen aanvangen, door verscheiden hoog aanzienlijke vreemdelingen zullen worden bijgewoond. Aldaar en elders in Pruissen schijnt men ernstig bedacht te zijn op het stichten van koloniën van weldadigheid, ter wering van bedelarij en leeni. ging van armoede, in navolging van hetgeen sedert eenige jaren in Neder land, met gewenschte uitkomstbestaat. Frankfort den i Augustus. Onder de talrijke depntatien, welke door den nieuwen Koning van Hanover worden ontvangen, heeft dezer dagen 'ook die der Katholijke Geestelijkheid van Hildesheim behoord, en het is niet onopgemerkt gebleven, dat de Koning deze met bijzondere onderschei ding behandeld en den Bisschop aan zijne tafel genoodigd heeft. Ook ver zekert men, dat de Vorst dien Prelaat verzocht zou hebben, niet in veler dwaling te deelen, dat hij de Katholijken met genegen was, omdat hij in het Parlement dikwijls zoo hevig tegen hen had geijverd; daar zulks toch alleen veroorzaakt was door de wereldlijke oogmerken, die zij in Engeland trachtten te bereiken, terwijl de Katholijke Geestelijkheid in Duitschland zich alleen met kerkelijke zaken bemoeide, waarom hij de leden dier ge zindheid, zooveel in hem was, bescherming en bijstand hoopte te verleenen. De Caiselsche courant schrijft van den 31 Juïij: Volgens bijzondere brieven uit Hanover, gedagteekend 29 Julijis de Koninglijke Commissie, belast om het vraagstuk op te lossen, ten einde te weten of de fundamentele Staatswet verpligcend is of niet, na haar gevoelen uitgesproken te hebben, ontbonden geworden. Het is, zoo als de Hanover- sche Courant gemeld heeft, er is nog niets uitgelekt over de wijze, op welke het vraagstuk iè opgelost geworden want het geheim is aan de le- den van deze Commissie opgelegd, maar men besluit juist uit het officiële stilzwijgen dat de meerderheid van die Commissie zich ten voordeele van de constitutie heeft verklaard. Men zegt, dat dit vraagstuk van zoo veel belang, daarom nog niet bepaaldelijk afgehandeld is, dat er in tegendeel nog nieuwe beraadslagingen geschieden moeten. Uit Baden deelt men het volgende verhaal omtrent den bekenden roover Scobri mede: De /rouw van Frans Mil fait(welke laatste den 14 December te Westprim is opgehangen, als een der voornaamste leden van de rooverbende)keerde met hare twee kinderen naar hare moeder terug in het dorp Dabrongin bet Commitaat Westprim. Zij leefde daar, onder toezigt der Politie, zeer stil, haren tijd bestedende aan hare kinde ren en aan de godsdienst. Hare buren bemerkten echterdat zij des Zon dags, bij het uitgaan der kerk, >rieven of pakjes van een schaapherder uit een naburig dorp'ontving. De Magistraat werd hiervan verwittigd, en den volgenden Zondag werd die persoon gevat. Men onderzocht hem en vond een lederen beursje met 280 fr. en een briefje van den volgenden inhoud: „Waarde A gat aleg dit geld bij het overige; weldra zal de oogst op de kermissen van Eberau, van Rudersdorf en Janoshaza beginnen, enz." Het briefje was niet onderteekend, en de brenger zeide, dat hij het vaneen wel gekleed man had ontvangen, die hem er goed voor betaalde. Men deed onderzoek in het huis van Agata, en vond, na lang zoeken, onder den grond verborgen eeue som van 20,000 fr. aan bankbriefjes en goud. Men nam de vrouw gevangen, en aan den regter van instructie Zirsky verklaarde zij, dat zij de vrouw van Scobri was, met wien zij eerstdaags naar Amerika dacht te vertrekken, en waartoe men het geld had bij een ge,zameld. Scobri had, om hierin beter te slagenhet gerucht van zijn' dood doen uitstrooijen. De Regter beloofde deze vrouw vergiffenis en een pensioen gedurende haar leven, indien zij Scobri in handen der Justicie leverde; doch alle beloften en alle bedreigingen bleven zonder uitwerking. Eindelijk beloofde men haar, dat men hare kinderen op kosten van het Gouvernement zoude doen opvoe den en later onder de Keizerlijke garden te Weenen steken. De hoop op het geluk van hare kinderen scheen haar te bewegen en zij beloofde den volgenden dag zijne schuilplaats te wijzen. Toen men des morgens in hare gevangenis kwam, vond men haar dood: zij had zich door middel van eene foullard gewurgd, en op de muur geschreven: nZorg voor mijne kinderenik wil hun vader niet verraden Eenige dagen later bood een gevangen roover, Andri Naszodaan, om de schuilplaats van Scobri aan te wijzen, mits men hem zijne vrijheid schonk. Een sterk detachement van het regiment Keizer Alexander begeleide hem in het bosch van Bahony, in het Graafschap Wesprimaldaar wees hij, in eene wildernis, den ingang van eenen kelder aan, welke achter struiken geheel bedekt was. Deze plaat's werd omringd, en de officier trok met 20 man tot op 5 treden van den ingang. Hij ontving een pistoolschot in den linkerschou der, hetwelk hem op den grond deed tuimelen. De soldaten traden eenige schreden terug, en, op dit oogenblik verscheen een man uit den kelder,heb bende het hoofd met een doek omwonden, houdende in elke hand een pi stool. Met eene donderende stem riep hij de soldaten toe, om te vertrek ken, zoo zij niet de slagtoffers van eene nuttelooze onverzaagdbeid wilden worden. Men lag intnsschen op hem aan, toen op eens eene verschrikke lijke uitbarsting plaats had: alle omringende voorwerpen verdwenen te mid den van eenen dikken damp. Er was eene mijn gesprongen, en toen men naauwkeuriger koude zien, zag men slechts een hoop verminkte menschen en ontwortelde boomen. Bij den kelder vond men het verminkte lijk'zoo men nu met zekerheid gelooft, van den beruchten Scobri GROOT-BRIT ANNIE. Londen den 2 Augustus. Hare Maj. heeft de uitnoodiging tot een gast maal aangenomen, hetwelk de Municipaliceic der City aan H. M. den pden November geven zal. Door de Vertegenwoordigers van de Nederlandsche en Fransche Pro- testantsche kerken te Londen welke door Koning Edttard gevestigd zijn is aan H. M. een adres van gelnkwensching bij haar beklimmen van den troon overhandigd, waarin zij ten slotte de voortduring der magtigebescher ming verzoeken, welke genoemde kerken, die de oudste vreemde Protes- tantsche in het Vereenigd Koningrijk zijn, sedert biina drie eeuwen genoten hebben. H. M. heeft eene gelijke bescherming beloofd. De Engelsche Gezant te 's Gravenhage, Sir E. Dhbrouwe, is te Lon den aangekomen. Het inwerpen van eenen brief in Ilr. Ms. rijtuig op Vrijdag 1. juist toen H. M.,'vergezeld van den Hertogin van Kentuitreed, heeft tot hec onmiddellijk in verzekering nemen van den dader, zijnde een welgekleed man van middelbare jaren, met name Graaf Dernskiaanleiding gegeven. Bij het geregtelijke onderzoek van gezegden persoon is echter niets gevon den dan het afschrift eener petitie in bet Fransch, gerigt aan H. M. en verzoekende om onderstand, en voorts inhoudende, dat hij vroeger in hec Fransche leger onder Napoleon gediend had, en thans in zeer behoeftige omstandigheden verkeerde. Ook is, onmiddellijk bij Hr. Ms. terugkomst op het gemelde paleis, van harentwege aan Sir F. IVatson bevel gezonden om dezen persoon op vrije voeten te stellen, tot dac zijne zaak zoude kunnen onderzocht worden. Alle in Londen aanwezig zijnde Snaansche ingezetenen ziin'heden van wege den Spaanschen Afgezant uitgenoodigdom op den 5den dezer aan deszelfs officieel bureau den eed van trouw aan de door de corces gewijzigde nieuwe Spaansche constitutie te komen afleggen. Prins Lodeivyk Napoleon schijnt het plan te hebben laten varen om met een vreemden pas Frankrijk door te trekken en naar Zwitserland te gaan. Hij zal zich in een hotel aan de boorden van de Teems vescigen tot dat hij verlof za! bekomen hebben, om zijne moeder in Zwitserland te bezoeken Engeland schijnt hem hierin behulpzaam te willen wezen. De- Al/g. Zcitung ondeiiusschen meldtdat hij reeds in Zwiterland is aangekomen. F R A N K R IJ K. Parijs den 4 Augustus. Hoewel men van den eenen kant verzekert, dat de expeditie tegen Constantine zal voortgaan, zoo wordt van den ande ren kant verzekerd dac er een verdrag met Achmet-Bey zal aangegaan wor den; ziet hier hetgeen het Journal de Commerce meldt: Ongeacht de brieven van den Hertog van Nemours aan den Generaal Trêzel zal geene expeditie tegen Constantine plaats hebben. Het Ministerie onder handelt met Achmeteen agent van den Bey is te Bona aangekomen; tneti heeft met hem verscheiden gesprekken gehouden en is het nopens de preli- minairen van het traccaac eens geworden. De celegraaph heeft dit berigt reeds voor meer dan acht dagen overgebragc. Achmet-Bey bood, nu vijf jaren geleden, ruim honderd millioen om eenen eenigen uitgang aan den zeekant te hebben; wij verzekeren deze omstandigheid omdat wij daarvan overtuigd zijn. Thans zal men zien wat het Ministerie van Achmet zal verkrijgen. Denkelijk zal het hem verzoeken Gtieima over te nemen en te behouden, waartegen wij het garnizoen niet langer te onderhouden zullen hebben, zoo danig beeft bet ten opzigte van Tlemcen geredeneerd. De Koning begeefc zich met zijne famielje, vergezeld van den Minister Montalivet naar het kasteel van Eu, 0111 er een dag tien twaalf te vertoeven. Het schijnt beslist te wezen, dat er eenige Fransche oorlogschepen naar Haïti zullen worden afgezondenten einde die Regering te noodzaken volgens de met Frankrijk aangegane verbindcenissen te handelen. Men had voor eenigen tijd uit' Spanje gemelddat eene leening van 250,000,000 realen onder waarborg van Engeland gesloten was geworden. Men verneemt echter thans, dat alle onderhandelingen afgebroken zijn op het oogenblik, dat de belanghebbende partijen hec tractaat zonden teekenen. Men meldt daaromtrent hec volgende: Engeland had als vergelding van zijne verwaarborging de voordeelen van een bijzonder handels-tractaat gevorderd. Spanje zou bijna, door verlegenheid gedrongen, hierin toegestemd hebben, toen Frankrijk er tusschen beide trad; dien ten gevolge zijn de onderhan delingen afgeloopen, maar men zegt, dac er eene andere leening op til is, die op betere grondslagen zou rusten. De Constitutionneldie dat berigt mededeeltvoege er nog bij Voorzeker moeten wij wenschen, dat het constitutionele Spanje zich de noodige middelen verschaffe om den burgerkrijg te eindigen en zijne vrijheid op hechte en duurzame zuilen te grondvestenmaar wij moeten om deze beweegreden, hoe regtmatig ook, en hoe wij ook daarmede instemmenniet onze wezenlijke belangen, noch ook de voordeelen opofferen waartoe onze antecedenten en onze stelling ten aanzien van Spanje dns regc geven. Men verzekercdat verschelden jonge geneesheeren van Parijszich naar Marseille begeven, om zich naar Palermo in te schepen, ten einde aldaar de cholera-zieken te gaan behandelen. Volgens de uit Portugal ontvangen tijdingen, zoude de Koningin in haar paleis door gewapende manschap zijn omringd, en zoude men gedreigd hebben haar te ontcrooneu en eenen Regentschapsraad van vijf leden in te stellen. MENGELINGEN. De ENGELSCHEN IN FRANKRIJK. 'Kervolg en slotj) In dit nieutv verblijf, waren de uitgaven meer in overeenstemming met de inkomsten; de levensmiddelen waren laag in prijs; de wijn op hun eiland een voorwerp van weelde, kostte zeer weinig, hoewel dezelve heerlijk was. Na verloop van eenige maanden, een weinig van hunne teleurstelling beko men zijnde, begonnen zij smaak in hun levenswijze te krijgen; de zeden der inwoners, de aanblik van het land, de toon van liet kleine gezelschap, waarmede zij omgingen, alles had voor hen hec voordeel van nieuw te zijn; maar de tijd bragt, zoo als wij zien zullen, zelfs in deze eenzame plaats, nieuwe onaangenaamheden mede. Het Engelsch huisgezin, dat de eerste verdieping bewoonde, ging voor rijk door, en was daarom algemeen in aanzien. Het had eene stad van het zuiden verlaten, om deze nieuwe residentie te betrekken. Eenige landge- nooten bewoonden dezelfde stad, maar waren niet in staat tegen deze rijke familie te wedijveren, welke eenen grooten prijs op hare meerderheid stelde, en niet voornemens was zich door niettw aangekotnenen daarvan te laten ont zetten. Trotsch op de achting, waarmede zij door de inwoners vereerd werd, gaf zij wekelijksche soirées, en een of twee bals in elk saizoen; de luister, welke daarin werd aan den dag gelegd, en het welgevallen, waar mede deze feesten werden bijgewoond, maakten, gedurende verscheidene weken, uitsluitend het onderwerp der gesprekken uit. De vrouw des huizes en meer nog hare dochters, schiepen hier groot behagen inen vonden zich daardoor ruimschoots voor hare moeite en kosten beloond. In deze kleine aristocratische Republiek, kwam een nieuwe reiziger nimmer ongestraft aanweidra werd dan een onderzoek ingestelddat door de kwaadwilligheid bestuurd werdhet vermogen de bloedverwanten van den nieuw ontscheepte, de redenen tot zijne reis, alles werd onmeê- doogend door zijne liefderijke landgenooten nagegaan. Men roemt veel de edelmoedigheid en wederziidsche welwillendheid der Engelschen in hun land, maar die deugden reizen niet met hen mede: zij laten hunne overeenstem ming met de Engelschen in Engeland achter. Wanneer zij dus hunne land- genoocen op hec vaste land ontmoetenmeten zij hunne welwillendheid en goede diensten af, naar hetgeen zij denken terug te genieten. Groot js de verwondering der Franschen op het zien dezer onmeêdoogendheid tusschen landgenooten. Zij verbeelden zich dat lieden van hetzelfde land op eenen vreemden bodem vereenigd, vóór alles, onderling in goede overeenstemming zouden moeten leven, doch groot is hierin hunne vergissing, daar de ontem bare trotsch van eene Engelsche ziel genoegen vindtom een' ander door eene verachtende koelheid of eenen veelbeceekenden grimlach te vernederenl Zoo dacht ook de aristocratie der eerste verdieping, eu onze arme vreem delingen van Schotland ondervonden dit weldra. Niet dat men hun eenig ongeluk toevvenschteof geweigerd zoude hebben hun eeltige dienst te be wijzen zoo zich hiertoe de gelegenheid opdeed, zonder dat het veel moeite kostte; maar zij waren arm, men wist het, en, in de oogen van Engelschen is de armoede eene hoofdzonde. De levenswijze, hec huishouden, de ont beringen, welke deze vreemdelingen genoodzaakt waren zicli op te leggen, dit alles werd weldra rond verteld, en dit verhaal kittelde aangenaam de ooren van hunne vermogende buret). Echter verzocht men hen bij gelegenheid op de eerste verdieping om er den avond door te brengen, en zij werden dat; op eene uitstekend beleefde wijze ontvangen; doch dit was eene ironische beleefdheid, een bedriegeiijk poppenspel, waarover de opregtheid van den ouden Schotlander zich verontwaardigde. De luister, welke men ten toon. spreidde, als 0111 hem levendiger zijne ontberingen te doen gevoelen, eindigde met hem moedeloos te maken. Vervolgens wisten de vrouw des huisses of hare dochters, op eene behendige wijze, in het gesprek, eenige liefda. dige toepassing op den lust tot reizen te iasscheneen haristogc, zeiden zij, die schrikbarende vorderingen maakte, en tot lieden afdaalde, die men van zulke aanvallen zoude verschoond hebben geacht. Indien ons nieuw aangekomen huisgezin bij toeval van zijne zijde eene invitatie waagde welke het tevens beefde te zien aannemen of weigeren, ontweek men bë.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 3