a'. 1837. leydsciib n\ 92; WOENSDAG, c o ifr a AUGUSTUS. NEDERLANDEN. Leyden den isten Augustus. «'Door vriendelijke mededeeling maken wij hier melding van de volgende GEDENKPENNING op het Tweede Eeuwgetijde van de staten-oherzetting des bijbels, op den 29 Julij 1837. vervaardigd door. D. VAN DER RELLEN, Graveur aan 's Rijks Munt te Utrecht. Op de voorzijde ziet men de Nederlandsche Maagd, welke met'de reg- terhand op het heilige bijbelboek rust, dat op eene kolom geplaatst ls, waarop men het jaargetal 1637 vindt. Met de linkerhand houdt zij het Wapenschild des Rijks vast. Met omschrift is; Gods Woord uit het oorspronkelijke overgezet. Op de keerzijde leest men in een Palmkrans: Nederlandsche Bijbel- Vertaling, op last der Staten-Generaal. Tweede Eeuwgetijde 1837. Deze vrij groote Gedenkpenning is in de Rijks-Depots van Penningen te bekomen voor 7.50 in zilver, en ƒ3.50 in brons. Men meldt uit 's Gravenhage van den 3isten Julij: Gisteren middag is er groot Familie-diner ten Hove geweest. Zijne Maj. de Koning vertrekt den 7den Augustus van hier naar Tilburg, om de militaiien, welke de vorigen in het kamp te Reyen hebben vervan gen, te gaan inspecteren; van daar vertrekt Hoogstdezelve naar het Loo, werwaarts Hare Maj. de Koningin den 8sten de reis zal aannemen, om ge zamenlijk met de overige Koninglijke Familie den verjaardag van Zijne Maj. den Koning aldaar te vieren. Met de waarneming der functien van Vrederegter in het kanton Edam is belast de Vrederegter in het kanton Monnikendam, A. Gorkel. Verder zijn benoemd, tot Griffier in het kanton Brouwershaven, G. van Wage, te Zierikzee; tot plaatsvervanger in het kanton Zwolle, Mr. J.J.H. de Bruyn, Procureur aldaar; in liet kanton Rauwerd, Mr. J. II. Jeste van Wageningen te Jellum, en in het kanton Kampen, N. van Berkum Bijsterbos, te Kampen. Aan den Controleur van 's Rijks belastingen te Arnhem, Jonkhr. C. H. Nahuys, is de personele titel van Inspecteur verleend. Daar het gebleken is, dat eenige veehouders, bij het ontstaan van de zoogenaamde longziekte onder hun vee, of wel bijaldien die ziekte reeds eenigzins gevorderd is, zich, zoodra mogelijk, door verkoop, van die zieke beesten trachten te ontdoen, welke beesten dan gewoonlijk voor de slagt- bank worden bestemd, zoo heeft de heer Staatsraad, Gouverneur van Zuid. holland, het niet ondienstig geacht, de stedelijke en plattelands besturen op deze afkeuringswaardige handelwijs opmerkzaam te maken, met uitnoo. diging, om, in het belang der ingezetenen, te zorgen en te doen zorgen, dat door allezins geschikte, herzij reeds bestaande of alsnog daartoe aan te wijzen keurmeesters, de vleeschhallen en markten, waar die aanwezig zijn, met naauwkeurigheid worden gade geslagen, ten einde die besturen de over- tuiging erlangen, dat steeds gezond vleesch worde aangebragt; terwijl den slagters algemeen., en bijzonder ten platten lande, met nadruk dient té wor den aanbevolen, om zich te onthouden van den aankoop en het slagten van ziek vee. In het Dagblad van 's Gravenhage van den 30 Julij, leest men in het zesde wekelijksche Bad-berigt, onder anderen het volgende: De dit jaar door heeren Commissarissen aan het badhuis ingevoerde Soirées Dansantes, welke HH. KK. IIII. de Prins en Prinses Frederik der Nederlau. den, en Prins en Prinses Albert van Pruissen, reeds tweemalen met Hunne hooge tegenwoordigheid hebben willen vereeren, en welke behalve uit de badgasten en vreemdelingendie daar aan deel nemen, uit het Corps Diploma, tique, en vele der aanzienlijke ingezetenen der Residentie zijn zamengesteld zeiten eenen nieuwen luister bij aan onze zeebadinrigting, en doen de fraai heid van het locaal, bij eene avondverlichting der zalen dubbel uitkomen. Daar er binnen kort nog vele vreemdelingen verwacht wordenzullen er nog drie partijen, en wel den 11 en 25 Augustus, en den 1 September •plaats hebben. Uit Amsterdam meldt men van den 31 julii: Heden ochtend, omstreeks drie ure, trok wederom eene omvêersbui over deze stad. Zij was van geen langen duur, maar een der hevigste slagen heeft aan de overzijde van het Y, onder Ilpendain, eene boerderij getroffen, toebehoorende aan Cornells Wals, welke hoeve, naar men verneemt, geheel is afgebrand. Eergisteren en gisteren zijn hier twee droevige ongelukken voorgevallen; te weten: eergisteren is de persoon van Jan Br uierschilders-knecht, oud 25 laren, ongehuwd en wonende in de oude Looijerstraat, aan het gebouw de Fransche Tuin werkende, door het breken eener ladder gevallen en zoo danig zwaar aan het hoofd verwond, dat hij eenigen tijd daarna in .het gast- hius is overleden; en gisteren is de persoon van Jan Hendriks, schilders knecht, wonende in de Koningstraat, werkende aan het huis N°. 49, op de Utrechtschestraat, uit een vliering-venster gevallen en deerlijk gekneusd. Hij bevind.t zich in het gasthuis in hoogst gevaarlijke omstandigheden. Uit den Helder schrijft men van den 29 Julij: Heden morgen is alhier binnengekomen Zijner Majs. brik Pegasus, Com mandant Kapitein-Luitenant ter zee Boelen, behoorende tot het Nederland sche exercitie-escader. Uit Utrecht wordt van den 30 Julij gemeld: Eergisteren middag, omstreeks 12 ure, hadden wij een zwaar onweder, waarbij de bliksem in het commies-huisje, buiten de Tolsteegpoort, sloeg, en hetzelve zeer beschadigde. De deur, vensters, dak en een gedeelte van den muur werden vernield of uit elkander geslagen. Een der twee commie- sen, welke zich in hetzelve bevonden, voelde zich aan de zijde bezeerd, doch zij zijn anders met den schrik vrijgekomen. De bliksem heeft in het huisje weinig onbeschadigd gelaten,- en heeft vooral zijne kracht op het ijzerwerk uitgeoefend, daar alle sloten verbrijzeld zijn en een sleutel, welke zich in een derzelven bevond, als een kurken trekker gedraaid is. Het bovenste hengsel der deur was afgebroken en de kozijn zoodanig uit elkander gewrongen, dat de deur niet dan met moeite kon geopend worden. Een hoekbufet was aan stukken geslagen, even als eenig theegoed en glaswerk. AI de glazen ruiten der vensters waren zoo danig verbrijzeld, dat het grootste stuk glas;naauwelijks de grootte van twet) vierkante duimen had. Uit Harderwijk meldt men van den 29 Julij: Heden zijn van hier te water naar het Nieuwe Diep vertrokken 100 onder officieren, korporaals en manschappen, onder geleide van den 2denLuitenant Jentié als Commandant, en den 2denLuitenant CreutzHechleitnerbenevens den officier van gezondheid 3de klasse Wickert, om vau daar met het schip Helena naar Java te worden overgevoerd. Laatstleden Vrijdag morgen is te Vlissingen een ongemeen verschijnsel oogeme-kt Kort nadat de vloed zijnen hoogsten stand bereikt had en hec water rêed's meer dan 50 duim was gevallen, keerde die plotseling terug en verhief zich het water bijna tot vorige hoogte. Dit geschiedde binnen hec tijdsverloop van een kwartier en herhaalde zich vier of malen, doch telkens in mindere mate. Niet vóór tegen half ddn ure begon het water weder ge regeld te vallen. Tusschen 10 en 11 ure had men onweder, met eene zachte koelte en regen, terwijl de zee vrij kalm was. De barometer stond, zon. der merkelijke verandering, den geheelen morgen op omtrent 28 en 1 vierde Rijnlandsche duimen. Schokken van aardbeving zijn niet gevoeld. Gedeputeerde Staten van Vriesland hebben bekend gemaakt een plan van eene negotiatie, groot 18,000 gulden, ten laste van de Provincie Vries land te bezigen tot bestrijding van eenige buitengewone uitgaven over he; dienstjaar 1837. PORTUGAL. Lissabon den 20 Julij. Men beeft te Lissabon berigt ontvangen, dat er een militaire opstand uitgebarsten is bij de troepen in het noorden gecanton- neerdde soldaten hebben de officieren in hechtenis genomen en de consti tutie van Don Pedro uitgeroepen. Het Gouvernement heeft dadelijk troepen van Oporto afgezonden, die den iöden te Barca aankwamen, waar de insur- rectionnelen gelegerd waren geweestzij hadden echter die plaats op de aankomst der troepen verlaten. De Burggraaf Geras en de Baron de Leiria, Afgevaardigdestonden aan het hoofd en zochten meerdere troepen op te ruijen. De Cortes hebben den I4den de volgende voordragt van wet met over haasting goedgekeurd: i°. Aan het Gouvernement wordt gedurende eene maand de magt ver leend tot het nemen van al zoodanige buitengewone maatregelen, als welke door de omstandigheden mogten gevorderd worden, ten einde den in de pro vincie Minho uitgebroken opstand te dempen. „2°. Gedurende dien cijd wordt het Habeas Corpus (wet, die het wille keurig gevangennemen verbiedt), over het gansche Koningrijk geschorst, en is de Regering geauthoriseerd om alle verdachce personen zonder verdere formaliteiten te doen in hechtenis nemen. -°. Gedurende dien tijd zullen geene dagbladentijdschriften of ge drukte vlugschriften mogen verschijnen zonder voorafgaande bewilliging der Regering. „4°. Na den afloop van gezegd tijdvak zal de Regering bij de Cortek verantwoording te doen hebben van de haar bij deze wet verleende magt. „50. Het Gouvernement wordt insgelijks gemagtigd om door welke mid. delen hetzelve zal goedvinden de noodige gelden ten bedrage van 20 centos de reis te heffen. „6°. Deze wet zal van kracht zijn terstond na de Koninglijke bekrachti. ging te hebben bekomen. „70. Alle met deze wet strijdige decreten zijn ingetrokken." SPANJE. Berigten over Parijs van dén 30 July, Telegraphische Depeches. Bordeaux, 27 Julij 1837, ten 5 ure. Men schrijft van Saragossa den 24sten, dat de Pretendent zich op Cama rillas rigttewaar hij 8000 rations gevraagd heeft. Deze weg toont het plan aan om op den Ebro terug te komen aan den kant van Tudela door Daroca en Tarazona. F.spartero was den ipden te Villaz de Domingo; Garcia nabij Cuentja, zich gereed makende, om op Teriicl of Molina te marscheren, vol gens de rigting, welke Don Carles nemen zou. Bayonnk, 27 Julij 1837, 6 ure des avonds. Een rapport te Pampeluna den 2;sten bekend gemaakt, meldt, dat Don Carlos te Daroca den 22Sten aangekomen is, zich op Borja rigfénde. Espar- tero en Oraa volgden hem op zijnen overhaasten terugtogt. De Pretendent, die, volgens de laatste berigten, in den omtrek vau Cantavieja stond, heeft, blijkens het hierboven medegedeelde, met dezelfde wonderbare snelheid, welke men vroeger in de bewegingen der benden van Gomes opmerkte, de provincie Arragon van het oosten naar het westen door getrokken. Borja, waarheen hij zich den 22Sten wendde, ligt vier Spaan- sche mijlen van Tarazonaen deze laatste stad is even ver van Tudelaals van den Ebro, verwijderd. De colonne, waarbij de Pretendent zich bevindt, kan dus reeds den 25sten of daaromtrent den Ebro zijn overgetrokken. Heeft hij dien overtogt werkelijk volvoerddan kan men wel zijne jongste onder neming naar Catalonie, Valencia en Arragon als geheel mislukt aanmerken, en zal daarvan geen ander gevolg overblijven, dan dat de Carlistische krijgs- magt in Catalonie eene betere regeling en meerdere sterkte heeft erlangd. Of de snelle aftogt. van Don Carlos aan zijne niet verre van de stad Valencia geledene verliezen moet worden toegeschrevendan wel aan de ondervin ding, dat de bevolking der genoemde stad niet zoo ijverig voor hem partij trok, als hij gemeend had, zich te mogen vleijen, blijft nog raadselachtig. In allen gevalle is het gevaar der tegenwoordigheid van eene annzienlijké Carlistische magt in den omtrek van Madrid voor het oogenblik verwijderd. Oraa heeft een nieuw legerberigt bekend gemaakt, waarin hij meldt eensdeels in zijnen marsch opgehouden te worden door het verzorgen zijner gekwesten, anderdeels omdat hij geene stellige berigten heeft, omtrent den weg, welken Don Carlos genomen had. Zariateguy, welke met eene nieuwe afdeeling Carlisten, zoo als ge- me'd is, den Ebro is overgetrokken, heeft de volgende proclamatie aan zijne soldaten gerigt: Soldaten Terwijl onze grootmoedige Monarch, in weerwil eener aanzienlijke vijan delijke magt, den Ebro overtrekt, de vruchtbare velden van Arragon en Va-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1