D U I T S C II L A N D. Uit JVeenen meldt men Sedert kort ziin verscheiden van onze jonge geneesheeren naar Napels vertrokken, om aldaar de cholera te bestuderen en hunne hulp aan de zieken te bieden. Het Napelsche Gouvernement roept hunne zorg in en heeft zich belasc met de onkosten hunner reis te betalen. De Koning van -Hanover heeft, bij Hildesheim, groot gevaar geloo- pen om, door het schrikken der paarden, in de stads gracht met zijn rijtuig 'te storten. De behendigheid van den voorrijder heeft alleen dit onheil ver hoed; hij is daarvoor door Z. M. met een eetezweep met zilver beslag be giftigd en zijn diensttijd is 10 jaren verkort. GR O O T-B RIT ANN IE. Londen den 26 Julij. H. m. de Koningin heeft aan den Russischen Graaf Orlöf en den Franschen Gezant, Graaf Sebastiauiwelke laatste met tijde- lijk verlof naar Frankrijk terugkeerteen afscheidsgehoor verleend. Gedu rende de afwezigheid van Graaf Sebastiaui zullen de zaken door den Zaakge lastigde bestuurd worden. Ook zijn bij baar ten gehoore toegelaten, Prins Christiana, door den Koning van Denemarken belasc om haar geluk te'wen- scben en de Wurtembergsche en Deensche Gezanten, die hunne geloofs brieven hebben overhandigd. Den 25scen Julij is er diner ten hove geweest, waarbij voornoemde Prins Christian», de Aartshertog van Canterbury en verscheiden andere aan zienlijke personen deel namen. Den 4de 11 Augustus zal er eene groote revue in Ilyde-Patk door de Koningin gehouden worden. Het is thans in Engeland, wegens de Pariements-verkiezingenvrij onrustig. De hervormings-gezindcn schijnen toe nogtoe de bovenhand te hebbbn. Uit Londen wordt daaromtrent het volgende gemeld: Mee leedwezen hebben wijingevolge zoo aanstonds bij ons uit Liver pool ontvangen berigtente melden, dat aldaar Maandag 1. 1. een hoogst ernstig en hoogst zorgwekkend oproer heeft plaats gehad, hetwelk gepaard is gegaan met "den dood van ettelijke personen, en met het zwaar gewond raken van anderen. Reeds sedert eenige dagen heerschte de grootste ver bittering tusschen de tegen over elkander staande partijen; en gisteren den dag zijnde bestemd tot het verkiezen der candidacen, zoo zijn de partijen reeds eemgen tijd voorliet bepaalde uur in Williamson-square bijeen geko men- omstreeks tien ure telde tr.en reeds eenige duizenden tnenschen, tus schen het meerendeel' van welke al dadelijk herhaalde twist en woorden wisseling plaats greep. Na dat de onderscheiden candidaten voorgesteld en ondersteund waren geworden en na dat de partijen zich reeds op weg naar de hustings hadden begeven, begon in Lordscreec een hevig gevecht, hec- weik evenwel door de tijdige tusschenkomsc van de Politie gestild werd na dac de aanvallers door harde knuppelslagen uiteen gedreven waren. Kort na dac de candidaten op de hustings verschenen waren, en zoo wij vernemen, terwijl de heer Ewart bezig was zijne aanspraak aan de gemeente voor te dragen, vielen sommige aanhangers van den Tory candidaac hem op eene zeer onbetamelijke wijze in de reden, deze handelwijze verbitterde de liberale partij ten lange laatste zoo zeer, dat hec vechten algemeen werd; de Policie schoot ijlings coe, maar tot ons leedwezen moeten wij zeggen, te vergeefs, en weldra had men voor de veiligheid der Tory-partij het ergste te duchten. Stokken en knuppels vlogen in alie rigcingen, de geheele Casc- lestreet en hec achterplein van de beurs waren het tooneel van de grootste verwarring en van het ergste oproer. Onderscheiden personen, die zwaar gewond waren geworden, werden sterk bloedende uit het gedrang vervoerd; zeven werden naar de infirmerie gedragenzoo wij vernemen zijn drie van dezelve reeds dood. Een aantal der belhamels is in hechtenis genomen maar de stad is toe zeer laac in rep en roer gebleven; de partijzucht is werkelijk te Liverpool zoo ver gedrevendac men zich voor de verdere rust der stad bezorgd maakt, maar gelukkiglijk vernemen wildat alle mogelijke maatregelen tot voorkoming van verdere onlusten genomen zijn. In den Engelschen Spectator leest men: De Fransche dagbladen hebben gesproken van een geheim bezoekhetwelk 'Leopold van Belgie bij de Hertogin van Kent zoude hebben afgelegd. Men beweerde, dat hij te Londen aangekomen zijnde, een langdurend gesprek met zijne zuster had gehad in eene herberg van Hammerstnith-Green. In de bijzonderheden kan eenige onjuistheid bestaanmaar de daadzaak op zich zelve is waar. Leopold van Belgie had in de herberg, waar de conferencie zonde plaats vinden, het gewaad van eenen Fransehen kok aangetrokken, ten einde beter het incognito te bewaren. De lange duur van dit gesprek .had gedurende den avond de aandacht der Policie gaande gemaaltc, ten ge- volge waarvan Leopold van Belgie, zijne metamorphose vergetende aan eenen Policie-beambten slagen uitdeelde; voor eenen Commissaris van Policie ge voerd zijnde herkende deze zijnen ouden meester, als hebbende denzelven op Claremont gediend, en deed Leopold en de Hertogin op vrije voeten stellen. De groote luchtbolwaarmede de heer Creen zijne beroemde luchtreis naar Nassau heefc gedaan, is in den avond van den 24sten in Fauxhall- garden bij Londen op nieuw opgelaten. De heer Green bevond zich weder in den onder zijnen luchtbol vastgehechten gondelmaar daaraan was tevens een valscherm of parachute van de uitvinding van den heer Cocking vastge maakt, waarin deze heer, op zijne tfieorie daaromtrent vertrouwende, had plaats genomen. Het was een valscherm, van Iersch linnen vervaardigd en meer dan 100 voeten in omtrek hebbende. De luchtbol heeft zich statig en onder bet gejuich eener groote menigte in de hoogte verheven. In het eerst ging de luchtreis zeer voorspoedig. Maar toen in de nabijheid van Lee, op eenen vrij aanmerkelijlten afstand van Londen, de parachute van den luchtbol losgelaten werd, miste dit scherm zijne werking, vooral, zoo het schijntten gevolge der hevige trilling. De heer Cocking heeft eenen vrees- selijken val gedaan en nog slechts weinige minuten geleefd. Ofschoon' zulks nog niet stellig blijkt, schijnt het toch, dat de heer Green met zijnen luchtbol later behouden is nedergekomen. F R A N K R IJ K. Parijs den 28 Julij. Den 24sten heeft voor het Hof van Assises de zaak 'gediend van den Generaal Donnadieu, die onlangs een boek geschreven had: over het oude Europa en over de tegenwoordige Koningen en volkenin welk werk hij beschuldigd werd de persoon en regten van Lodewyk Philips te heb ben aangerand Deze Generaal, sedert jaren als een heethoofdig voorstander van den oudsten tak der Bourbons bekend en dan ook buiten dienst, had in dit werk zijne voorkeur \?oor den regeringsvorm in Rusland, waarheen hij niet lang geleden eene reis heeft gedaan, doen blijken, en vooral ook uit het gebeurde in Algiers aanleiding genomen tot het betoog, dat het Fransche leger, in plaats van oorlogs-lauweren te mogen plukken, thans slechts tot handhaving van een willekeurig gezag misbruikt werd en aan allerlei slecht, hoofden, die aan hunne in 1830 gedane beloften ongetrouw waren geworden, ten dienste stond. Er kwamen uitdrukkingen in.zijn boek voor, die als zeer beleedigend voor den persoon van Koning Lodewyk Philips konden worden opgevat. De Generaal isna door den Advocaat Hennequin verdedigd te zijn, door de gezworenen schuldig verklaard, en door het Hof tot twee jaren gevangenisstraf, 5,000 fr. geldboete en tijdelijk verlies van burgerregten ver oordeeld. Bij vergelijking met de thans in Frankrijk gevolgde beginselen Omtrent staatsmisdrijven, kan men dit vonnis zeer gestreng noemen. De ver antwoordelijke uitgever der Quotidienne was, wegens het overnemen vari brokstukken uit het werk des Generaais, in zijne zaak betrokken; doch is door denzelfdcn Advocaat Berryer, die thans eene regtsvervoiging te zij nen.laste heeft,, vrijgepleit. De Advocaat had vooral ook aangewezen, dat dezelfde fragmenten vroeger in een ander Parijsch dagblad waren voor- gekomen, zonder den ijver van bet openbaar Ministerie op te wekken. De lreeren C en oude'e 11 Berryer zijn beiden voor den Regter van Instruc tie vérhoord. Het Charte de 1830., berigt, dat aan den dood van Abdel-Ka-dcr en aan dien van de Koningin van Napels en de ziekte des Koniugs van Napels niet een woord waar is, Z. M. de Koning heeft, volgens een bevelschrift van den 2(>sten be paald, dat de Napelsche stoombooten, die voortaan te Marseille aankomen tonnegeid en andere regten op de scheepvaart zullen moeten voldoen. Dit is in wedervergelding van de moeijelijkheden, welke de stoombootdienst op de Middeliandsche zee en naar Konstantinopel te Napels ondervindt. Gisteren zijn de Julij-feeste.n met eene lijksdienst begonnen. Eene gevvigtige boekdrukkers-onderneming is op dit oogenblik in gang. Zij komt op niets minder aan, dan om al de klassieke werken der Griek- sclie oudheid, met de vertaling in het Latijn en in het Fransch, te herdruk ken. De heer de Sinner, een der grootste letterkundigen van onzen tijd, zal dit werk besturen, waarvan door Zijne Maj. den Koning de op- dragt is aangenomen. Van Monc-d'Origny (Aisue) wordt van den 21 Julij gemeld: Heden is alhier eene vrouw, Honorine Bocheux, -die slechts zes maanden zwanger was, van vijf kinderendrie jongens en twee meisjes, bevallen', die allen levend ter wereld kwamen, maar weinige oogenblikken daarna zijn gestorven. Den 18 Februari) 1836 is deze zelfde vrouw van twee jongens bevallen, zoodat zij in 18 maanden 5 jongens en 2 meisjes heeft gebaard. MENGE LINGEN. Het OPROER van het REGIMENT FROHBERG. Vervolg en slot,~) Men begon minder over dit voorval te spreken, toen een oud Priester naar zijne woning terugkeerde, welke in het binnenste district des eilands gelegen was. Zijne beenen spreidden zich over de manden uitwelke hij aan zijn rijbeest had opgehangenen met waarlijk geestelijke voorzorg met vleeschvisch en allerlei snoeperijen had opgevuld. Hij vervrolijkte zijnen weg, door met een reusachtig geluid, het Malthezer lied: Ten en hobboc jana calbi (1) enz. te zingen; een lied waarvan het dubbel zinnig karakter weinig aan den ernst van zijn beroep scheen te passenmaar dat op Maltha in alle monden ligt, want de gewoonten zijn er even eenvor mig als de lucht. „Jana calbi," herhaalde de goede Priester, een weinig onthutst, door dat zijn rijbeest eenen onderwachten sprong had gedaan. „Jana calbi? zong hij nogmaals, maar met eene zwakkere stem, na eenen tweeden sprong van zijn paard. Deze kuren van een anders zoo stil beestbragten den ruiter in verlegenheid, die, naar alle kanten om zich heen ziende, een' man ontwaarde, die, achter eenen muur verborgen, zijn geweer op hem aan legde. Sta! riep hem de man toe; maar dit dringend gebod was noodeloos, daar de Pastoor, van zijn paard afglijdende, door de vrees zijne jeugdige beenen had wedergevondenen het op een loopen zetten, onder het geroep van: „Aiwal AimaC tot dat hij zijn dorp had bereikt en zijne gemeente tot zijne verdediging om hem heen was geschaard. Toen zijne schrik wat bedaard was, verhaalde hij liet gebeurde met zeer donkere kleuren. Volgens dit verhaal, was het een spook dat hem tegen wilde houden, en dit spook was een oud soldaat van Frohberg; hij droeg er nog liet uniform van, maar hij was mager en doodsbleek gelijk een spook moet zijn. Deze geschiedenis, aan de waarheid waarvan, geen Malthezer twijfelde, verspreidde zich weldra over geheel het eiland. Toen dezelve ter oore van den Gouverneur kwam, liet hij nasporingen doen, om de vrees van het volk te bedaren, en te weten waaraan men zich te houden had. Het getal personen dat daartoe gebruikt werd, en de ijver welke zij aan den dag legden, deed dit onderzoek vruchien dragen. In de holte van eene rots, van alle woningen verwijderd, ontdekte men zeven mannen, welke, aan hunne kleederen, weldra voor de zeven Grieken van het kruidmagazijn werden herkend. Hunne verschrikkelijke magerte, door honger en gedurige vrees veroorzaakt, hunne lange hangende haren, hunne diep ingevallen oogen, regtvaardigden den schrik van den goeden Pastoor, toen hij een hunner voor een spook had aangezien. Zij waren te zwak om te trachten zich tegen de policie-officieren te verdedigen. Toen men zich van hen ver zekerd had, en men een weinig van de verwondering was bekomen, welke deze onverwachte vangst had veroorzaakt, vroeg men hen, hoe zu hadden kunnen vlugteD, gedurende de uitbarsting, welke zoo vele tnenschen had doen omkomen, die minder blootgesteld waren dan zij. Jeretnachos ant woordde zonder aarzelen en met rondborstigheid op de vragen, welke men hem deed. Hij verhaalde, dat van den oogenblik van het bezetten van het magazijn hij een plan van ontvlugting had beraamd, dat door zijne makkers was aangenomen en ook ten uitvoer was gebragt. Alle opvolgende daden, verre van onvoorzien te zijn geweest, waren beraamd om de uitvoering van het groote plan voor te bereiden. Daar hij volmaakt de ligging van alle fortifi catiën kende, welke tot de sterkte behoorden, had Jeretnachos al dadelijk gedacht, dac men zonder moeite, eenen uitgang naar de zee zoude kunnen daarstellendoor den muur naar die zijde door te booren, waartoe men on middellijk de handen aan het werk sloeg. De steen werd zachter gevonden dan zij gedacht hadden, hetgeen den voortgang van het werk verhaastte; maar zij rekenden dat de buitenmuur niet kon worden omvergeworpen, zon. der dat er door deszelfs val, een geraas zoude worden veroorzaakt, dat de belegeraars van hunne vlugt zoude verwittigen. Toen was het dat Jeretna chosaltoos rijk in vindingen, het voornemen opvatte, te gelijker tijd liet kruidmagazijn te doen springen. Na rijpe overweging droeg dit ontwerp de algemeene goedkeuring weg. Ten einde er het welslagen van te verzeke ren, dachten zij hun gebrek grooter te moeten voorstellen dan het werkelijk was, opdat men zoude denken, dat het hun ongelukkige toestand was,welke hen tot deze wanhopige daad had gebragt. Hunne rol werd zoo wel ge speeld, dat men hen moest gelooven. Op den oogenblik, welken zij voor de uitbarsting bepaald haddenplaatsten zij zich aan het einde van den gang, na eenen kruidloop tot aan het magazijn te hebben daargesteld, en wachtten, dat de klok van Sint-Jan het sein tot deze gevaarlijke onderneming zoude geven. Zoodra de eerste slag van negen ure zich had doen hooren, staken zij het kruid in brand, vlngtten door de opening, welke zij nu voleindigd hadden, en waren weldra verre van het tooneel der verwoesting. Zij reken den, dat deze opening aan de hevigheid van de uitbarsting zoude worden toegeschreven. Deze hoop verwezenlijkte zich, maar het geluk hield sedert op hen gunstig te zijn. Zij dwaalden op de eenzaamste plaatsen der kust rond, denkende er een vaartuig te kunnen ontdekken om hen naar Sicilië over te brengen, dat slechts op twintig uren afstand van Maltha ligt; Eens wer- (1) Dit lied, is, meenen wijhet eenige oorspronkelijke dichtstuk, waarop het Mal thezer dialectuit Italiaansch en Arabisch bestaanderoem kan dragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 3