getroffen en verbrijzelde eene roede en de binnenkasrenen beschadigde eenig plankwerk aan de buiten zijden. De spriet van het beurtschip, toe- beboerende aan den schipper J. vader Schuit Jr. van Rotterdam op 's Tier. togenboscli, is door den bliksem vanecngercten. Verder zijn geene onge lukken bekend geworden en hebben geene menschen hierbij het leven verloren. Uic Groningen wordt van den 20 J11 lij gemeld Gisteren avond, omstreeks 5 uren, barstte boven de gemeente Scharnier een verschrikkelijk onweder los; de bui bleef daar steeds boven het dorp hangen. Ruim half 6 sloeg een geweldige bliksemstraal die onmiddelijk door een knallenden dónder gevolgd weid, in de mast van het turfschip van J. K. H. Mulderliggende aldaar in het veen van het zoogenaamde Klooster- Corpus, sloeg die mast geheel in spaanderen en verstrooide dezelve in dub zeilde stukjes, op een afstand van 60 treden van het schip; sloeg voorts in het ruim, waar 10 personen waren, verbrijzelde aan weerszijden de biniie.n- kleeding, weigering genaamd rukte van voren de kromhouten uit het verband waarvan een barstte. De straal ging voorts door een losse pomp, welke in het ruim lag, en waarop de vader van de vrouw van Mulder zat, sloeg dezelve aan stukken, zoo dat de oude man omtuimelde en eenigzins aan zijn been gekwetst werd, sloeg de sporten van een ladder midden door, nam de stoof onder de vrouw van Mulder weg naar de andere zijde, sloeg 3 planken uit het beschot van het vooronder en ging zoo achter het poortje, dat toevallig open was, uic, zonder eenigen brand te veroorzaken en zonder dat'een der personen eenig letsel bekwam. Het schip was geheel vol damp, waardoor het jonge kind, ongeveer twee jaren oud, eenige «ogenblikken beseffeloos is geweest. T U R K Y E. Konstantinopel de» 28 Junij. Uit deze stad schrijft ment Dagelijks wordt hex duidelijker, dat de reeds meermalen tegengesproken zamenzwering tegen hpt leven van den Sultan geenzins zoo onbeduidend was, als de vrienden der Regering wilden doen gelooven. Vele aanzienlijke be- amten zijn daardoor gecompromitteerd en werden in ballingschap gezonden en anderen wachten hun vonnis nog af. De pest duurt nog voort, ook bij de Dardanellen woedt zij nog; in Smyrna is de ziekte minder hevig geworden. GRIEKENLAND. Z. M. de Koning van Griekenland heeft zijnen Staatsraad twee voorsla gen gedaan, die nagenoeg de algemeene goedkeuring der leden wegdragen. De eene betreft de geheele afdanking der Beijersche en het vervangen er van door nationale troepenterwijl de andere op de kolonisatie en het uit geven van landerijen, ter bevordering van bebouwing en nijverheid,betrek king heeft. RUSLAND. In een berigt uit Konstantinopel wordt de volgende tijding medegedeeld, waarvan inen echter de waarheid kan betwijfelenomdat zij van eenen kant schijnt te komen, welke Rusland tegen Engeland wil opstoken: Uit het zuidelijk Rusland ontvangen wij gewigtige tijding. De Russen schijnen eindelijk besloten te hebben om aan den hardnekkigen tegenstand der Cirkassiers door eene groote krachtsinspanning een einde te maken. Zij rusten een leger van 60 ii 70,000 man uitdat in drie corpsen verdeeld wordt. De Keizer zelf zal het eerste armée-corps vergezellen, hetwelk over den Knban naar de in opstand zijnde provinciën oprukt; en zijne reis naar het zuiden heeft dus niet enkel het houden eener groote inspectie ten doel. Hei tweede corps, van 14,000 man, moet aan de Cirkassische kust, bij Sukum- kale ontscheept worden, en liet derde, onder Generaal Rosen, over Geor- giefsk voortrukken. Te Odessa zijn transportschepen voor vier maanden ge. luiurd gewordenom de troepen over te voeren. Aan zulk eene magt kun nen de Cirkassiers blijkbaar niet lang wederstaan. Zij zijn wei is waar dapper en bewonen een bergachtig land, waarin het voor geregelde troepen moeije- iijk is door te dringen, maar het ontbreekt hun aan al hetnoodige, aan levensmiddelen, aan krijgsbehoeften, en vooral aan volharding, om tegen zulk eene overmagt mee een goed gevolg oorlog re voeren. Engeland mag op zijne hoede zijn! De verovering van Cirkassie en van de kust der Zwarte zee zonde aan deizelfs handel en invloed in Persie een gevoeligen slag toe- brengen. SPANJE. Berigten over Parijs van den 20 Julij. Telegraphische Depeche. Bordeaux 17 Julij7 ure des avonds. Daar de weg tnsschen Calatayud en Saragossa door de benden van Quilez Llangestera en andere Carlistisclie hoofden bezet gehouden wordt, zijn de posten uit Madrid van den 1 iden en i2den niet aangekomen. De brieven uit Saragossa van den i4den melden niets van aanbelang omcrent den marsch van den Pretendent. Omtrent de stad Valencia bevat het Journal des Dibats het volgende De stad Valencia wordt door eenen hoogenmet dikke torens als strijk, weren voorzienen muur, een werk der Mooren, beveiligd. Deze oude ring. wal, in 1809 hersteld en sedert onafgebroken onderhouden, is in zeer goeden staat. Er zijn geene grachten, maar de Guadalavir dekt de helft van den omkring, en van den anderen kant worden de naderingen tot de stad door besproeijings-kanalen beschermd. Voor de poorten, aan de vijf bruggen over den Guadalavir en aan de bruggen der gewigtigste kanalen, zijn redans en andere vestingwerken aangelegdwelke men in de eerste piaats vermeesteren moet. De oude Moorsche muur is van eene dikte en hechtheid, dat hij achtponders kan trotserener kan in denzelven slechts met kogels van 16 en 24 pond bres geschoten worden. In 1812 hield de plaats eene geregelde belegering tegen den Maarschalk Suchet uit en gaf zich eerst na twintig da. gen wederstands over. In 1808, voor dat de ringmuur hersteld was en toen er nog geen buitenwerk hoegenaamd bestond, weigerde Valencia hare poor ten voor het legercorps van den Maarschalk Moncey te openen en moest hij aftrekken, na eenige dagen lang vruchtelooze aanvallen gedaan te hebben. Destijds werd een oud Alcazar (een Moorsch paleis), dac bijna vervallen was, ir eene citadel omgevormd, en die citadel is vergroot, volkomend en in den besten staat van verdediging gebragt door den Maarschalk Suchet welke te dien einde het uitgestrekte klooster van San-Domingo deed sloopen. Deze bijzonderheden doen zien, dat men Valencia niet bij een plotselingen aanval vermeesteren kan, en dat Don Carlos er slechts dan in zou kunnen doordringen, wanneer de bevolking zich voor hem verklaarde, of in geval van eenig oproer, door zijne aanhangers tegen de Overheden der Koningin verwekt. De geheele verdediging hangt af van de gezindheid der nationale garden en des volks. Al het geregelde garnizoen, dat er ligt, bestaat in eenige kanonniers en 3 of 400 man linie-troepen. De snelheid van den marsch der Carlisten heeft de colonnes, welke naar Valencia moesten afdeinzen om die stad, in geval van nood, te verdedigen, zeer verre achter zich gela. ten. Don Carlos en Cabrera hebben drie dagen op de Generaals der Ko- ningin vooruit. Uit Madrid schrijft men van den ioden, dat de Minister van Oorlog, de Graaf Almodovar zijnen post had nedergelegd; zijn opvolger was niet bekend. In de voorsteden hadden den pden bloedige tooneelen plaats gehad tnsschen de nationale garden en Carlistiscli-gezinden boeren. Zeven menschen hadden V liet leven er bij verloren. Men vreesdewanneer het leger van Don Carlos naderde, voor die onlusten zeer. Berigten over Parijs van den 21 Julij. Te Saragossa had den i7den eene revolutiomiaire beweging plaats gehad. Verscheidene Carlisten waren vermoord geworden. Nabij Liria heeft een gevecht van de Poolsche ruiterij, met dig van Cabrera plaats gehad, waarbij eerst de laatste achteruit trok, doch daarna eene voorvvaartsche beweging gemaakt hebbende, aan de Polen een aanmer. kelijk verlies hebben toegebragt. De Christinos-Generaals Buerens en Oraa waren te Domens en in den omtrek. Een Carfistfsch corps, onder bevel van Amaras, en zich ophoudende in den omtrek van Laroca, stremt alle gemeenschap met de hoofdstad en ver. woest alicswat het ontmoet. De Spaansche Consul te Genua heeft nu officieel bekend gemaakt, uit genoemde stad, dat de Koning van Sardinië alle gemeenschap met Spanje had afgebroken. Telegraphische depeche. Bordeaux, 19 Julij, 7 uur des avonds. De Generaal-Commandant van de 11 de afdeeling aan deti Minister van Oorlog. De Pretendent schijnt zich op het Koningrijk Murcie te willen rigten; hij heeft Torres den nden verlaten, den weg van Liria nemende, Valen cia ter linkerhand latende. Oraa was denzelfden dag teXerica; Buerens kwam te Teruel aan, en vertrok dadelijk om zich met Oraa bij Moya re vereenigen. Espartero schrijft van den I2dendat hij naar den kant van Dera en Certina marcheerde, om zich met Buttons te. hereenigen, Jje benden van Longonstera en anderen, welke in den omtrek van Saragossa waren, hebben zich op Belotiche teruggetrokken; de weg is vrij, en de renboden van Madrid, die achter waren, zijn aangekomen. Dé tijdingen uit de hoofdstad gaan totAfgebroken door den nacht.j ITALIË. Rome den 8 Julii. De oogst is bijna aan alle oorden geëindigd, gelukkig ipgebragt en zoo rijkelijk uitgevallen als men zich sedert eenige jaren herin, nert. Zoo als de tarwe hoopt men ookzonder bijkoménd ongevalde olij in overvloed te winnen. Ook de wijn belooft een goed en vol bedrag. Het hooi is in zulk een overvloed ingeoogst, dat de grootste magazijnen hetzelve niet hebben kunnen bergen. Veel is ook nog op de velden moeten blyven staan, omdat er gebrek aan maaijers was. In de Allg. Zeitung leest men Wij ontvangen zoo even brieven uit Napels van den 6den dezer, volgens welke in Palermo de schrikkelijk heerschende cholera het volk gebragt had tot den maatregel, om den Vice-Koning alle papieren af te nemen, met de verklaring, alles zelf te willen besturen en zoo lang de ziekte aanhield geene verzendingen van geld naar Napels meer te willen doen. DUITSCHLAND. Z. M. de Koning van Hanover heeft zich zeiven tot Generalissimus van zijn leger benoemd. Omtrent de door den tegenwoordigen Koning van Hanover herroepenq grondwet, meldt de Allg. Zeitung het volgende: De ten gevolge der onlusten in het jaar 1831 bijeengeroepene Stenden- vergadering, die den 7 Maart onder groote plegtigheden geopend werd, on derscheidde zich door de rustige beradenheid en geestkracht, met welke ter. stond bij den aanvang de 2de Kamer optrad. De Hertog van Cambridge hatj langzame reformen voorgesteld ais de weg op welken het wezenlijke goede zonde te verkrijgen zijn; doch na eenige maanden kwam men tot de over tuiging, dat eene geheel nieuwe grondwet dringende behoefte was, weshalve het Ministerie den 16 Junij 1831 aan de Stendenvergadering de opening deed, dat eene nieuwe grondwet uitgewerkt, en later den Stenden ter beraadsla ging voorgelegd zoude worden. Hierop volgde den 24 Junij de verdaging der Stendenvergadering hare weder-oproeping ter verdere beslissing met op. zigt tot het haar voor te leggen ontwerp der nieuwe grondwet, werd uil hoofde van den onvoltooiden bouw van een lokaal voor de 2de Kamer, als ook wegens de aannadering der cholera verhinderd, en de Regering verge noegde zich daarop den 15 November 1831, onder voorzitting van den Staats- en Kabinets-Minister von Schuit eeene deputatie van zeven landsheerlijke Commissarissen en veertien Stenden-Afgevaardigden bijeen te roepen om het ontwerp der grondwet van Hanover in beraadslaging te nemen. Nadat dezp deputatie hare werkzaamheden geëindigd had, werd zij den 13 Februarij 1832 ontbonden, en werden hierop de nieuw-verkozen Stenden, die, krachtens de Koninglijke ordonnantie, door 15 Afgevaardigden uit den landmansstand versterkt waren, den 30 Mei naar Hanover ontboden. Hunne verhandelingen betroffen het ontwerp van grondwet, hetwelk den 13 Maart 1833 met de door de beide Kamers voorgestelde en aangenomen veranderingen als staats-grond- wet aangenomen, en, nadat de vergadering op den 18 blaart 1S33 gesloten was, als zoodanig te Londen den 26 September 1833 door Koning IVillem If bekrachtigd werd evenwel niet dan nadat de Koning ten opzigte van ver scheiden punten wijzigingen aangebragt had, die in de apte van uitvaardiging omstandig gemotiveerd werden. Van den Main schrijft men van 18 Julij: Naar men verneemt is een Spanjaard van hoogen rang, die reeds lang het vertrouwen van Don Carlos bezit en meermalen bijzondere zendingen voor hem heeft op zich genomen, te Frankfort doprgekomen, zich naar de onder scheiden badplaatsen in Bohemen begevendewaar thans voorname staats lieden bijeen zijn. Men wist niet wie het was, want hij hield het strengste incognitohij was dadelijk, na den overtogt van Don Carlos over den Ebro, vertrokken. GROO T-BRIT ANNIE. Londen den 18 Julij. Hare Majesteit heeft zich gisteren, te midden der toejuichingen van het volk, in statie naar het Hooger-Huis begeven tot het sluicen der thans afgeloopene zitting van het Parlement. Het inwendige van de Kamer der Lordsleverde een tooneel op, dat buitenge woon belangwekkend was. De begeerte urn Hare Majesteit plaats te zien nemen op den troon, en de Koninglijke aanspraak tot sluiting van het Parlement fe hooren voordragen, was zoo groot, dat ieder gedeelte der Kamer, met uit zondering van de enkele ruimte tusschen den troon en de balie, met aao- schonwers overkropt was. Het ruim der kamer was grootendeels bezet door de echtgenooten der Pairs en andere, op last der Pairs, toegelaten aanzienliike vrouwenin vollen tooi ofschoon de eischen van bet rouwgewaad, het schitterende van het tooneel eenigzins verminderden. Even na twee ure verscheen Hare Majesteit, voor- afgegaan door Lord Melbourne en hare voornaamste officieren van Staar, in de kamer, waar natuurlijk een ieder opstond en staande bleef, tot dat de Ko ningin op haren troon gezeten was. Hare Majesteit gaf alstoen hare bekrachtiging op onderscheiden wetten; waarna zij de volgende aanspraak hdeid: Mylords en Mijne Heer en! Met ongeduld neem ik de eerste gelegenheid te baat, om mij met u vereenigd te zien ten einde in persoon u mijne dankbetuigingen te herhalen voor uwe condoleantien, we gens het overlijden van den Koning en wegens de blijken van gehechtheid en liefde bij myne troonsbestijging door u aan mij r.e kennen gegeven. Ik kom u hier op nieuw de verzekering brengen van mijn voornemen, om de Hervormde Godsdienst, als door de wet daargesteldte handhavenaan eejn ieder de vrije uitoefening der regtcn van zijn geweten te waarborgen, de vryheden t<; beschermen en het welzyn van alle klassen des volks te vermeerderen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 2