A°. 1837. LEYDSCHE C 0 U R A N T. fso® 4 ^<^VsA»:p- svv>cryy!^,.<' WOENSDAG, NEDERLANDEN. Leyden den i8den Julij. Men meldt uit 's Gravenhage van heden den iSden dezer: Naar men verneemt, is de reize van Zijne Maj. den Koning en het ver dere Koninglijke Gezin naar het Loo voorloopig uitgesteld. Waarschijnlijk zal dezelve eerst op het einde dezer of in het begin der volgende maand plaats hebben. Gisteren avond hebben HH. KK. HH. Prins en Prinses Frederik der Nederlanden, HH. KK. HH. Prins en Prinses Albert van Pruissen, bene vens Zijne Maj. de Koning van Wurtemberg en Hoogstdeszelfs twee doch ters, de voorstelling in den Franschen schouwburg met Hoogstderzelver tegenwoordigheid vereerd. Naar men verneemt, mag men zich vleijen, dat eene aan den handel en scheepvaart belangrijke voordeelen belovende overeenkomst met Enge. land, waarover sints eenigen tijd onderhandeld wordt, spoedig haar beslag verkrijgen zal. Wat voorts de met Pruissen gesloten conventie, betreffende de Rijnvaart aangaat, daarvan schijnt men dezer dagen de ratificatie te heb ben mogen verwachten. Tót officier van gezondheid der 2de klasse voor de militaire genees kundige dienst bij het leger en de hospitalen in Oost-Indie is benoemd J. A. van Oort, thans als zoodanig dienende bij de 8ste afdeeling infanterie. Eervol is ontslagen F. ff. Croes, Majoor van het algemeen dépót der land- magt N°. 33, als Commandant van het 2de bataljon der mobile Geldersche Schutterij, en in zijne plaats benoemd de Kapitein van de 12de afdeeling, IV. A. Kriesfeld. Aan den Majoor C. MullerCommandant van de garnizoenstroepen te Brielle, is pensioen verleend. Den I3den dezer is op Randenbroek, bij Amersfoort, in den ouderdom van ruim 81 jaren, overleden, de Hpog Wel-Gebr. heer Jhr. Mr. T. A.van Iddekingclid der ridderschap van Holland en van het Amortisatie-Syndicaat. Den ïrden dezer is te Groningen, in den ouderdom van ruim 8(5 jaren, overleden de hoog edele gestrenge heer en Mr. ff. Guichart, oud lid van de TVveede Kamer der Staten-GeneraalRidder der orde van den Neder- landschen Leeuw en van de Koninglijke Hanoversche Guelphen-orde. Uit Rotterdam méldt men van den 17 Julij: Wij zijn van wege het Bestuur dezer stad verzocht te verklaren, dat het vermelde in de Dordrechtsche en andere Couranten omtrent een optogt van werklieden van Fijenoord naar en door deze stad, zoo als het daarin wordt •opgegeven, geenszins overeenkomstig de waarheid is. Uit Dordrecht wordt daarover van den 17 Julij nog gemeld: Rust en orde op Fijenoord volkomen wedergekeerd zijnde, zijn ook heden morgen de laatste marechaussés van daar in deze stad teruggekomen. Te Eexta, gemeente Scheemda, provincie Groningen, is eenige dagen geleden brand ontstaan bij den stelmaker E. Jam Rademakerwiens huis en schuur, benevens het daarnevens staande huis van zijnen broeder, geheel zijn afgebrand, terwijl verdere onheileninzonderheid door de tegenwoor digheid van geest van den heer de Raadt van Bellingwolde, zijn voorgekomen. pij deze gelegenheid heeft H. Verwer, de knecht van Rademakereen "treffend bewijs van menschlievendheid en belangelooze trouw gegeven. Ter wijl hij bezig was zijn eigen goed uit het brandend huis te redden, bespeurt hij namelijk dat de vrouw van zijnen meester, die met twee kinderen ge- vlugt was, in de verwarring een tweejarig kind had achtergelaten. Terstond èpoedt hij zich naar het bed, dat reeds vuur had gevat, en redt het kind, niet zonder zijne handen deerlijk te branden. In Belgie heeft de Hoogleeraar Nolietwerkzaam bij het Museum van Staat, eene voor de nijverheid hoogst gewigtige uitvinding gedaan. Het is een stoomwerktuigvrij van alle gevaar van uitbarstingmin kostbaar en Weinig ruimte innemende, waarvan het bewegende vermogen dezelfde tem peratuur heeft als die der gewone stoommachines, en eene zesvoudige groo- tere kracht dan deze bezit, terwijl het slechts een vijfde gedeelte der ge wone brandstof noodig heeft, welke laatste omstandigheid niet slechts met opzigt tot bezuiniging, maar ook inzonderheid voordeelig is, wegens de geringe plaats, welke de tot voortbrenging van den stoom benoodigde steen- kooien in de stoomvaartuigen en in de stoomslepers zullen beslaan. A E G Y P T E. De door zijne schriften, in reisbeschrijvingen bestaande, niet onbekende Vorst nit Duitschland, ven Puchlcr-Muskauheeft zich in het vorige jaar naar Aegypte begeven, alwaar hij van den Onder-Koning Mehemei-Ali zeer in het oog vallende blijken van belangstelling ontvangen heeft. Dit heeft hem de volvoering van zijn oogmerk, om tot in het hart van oostelijk Afrika door te dringen, gemakkelijker gemaakt. Volgens een in Duitschland ont vangen berigt, is deze beroemde reiziger den 12 April 1837, met een aan zienlijk gevolg en een hem door den Onderkoning medegegeven geleide van gewapende manschappen, te Wady-Halfa, digt bij de watervallen van den Nijl, welke rivier hij tot dat punt meestal te scheep was opgevaren, aan gekomen. Daar heeft hij een groot aantal kameelen en drommedarissen ge- vohden, met welke hij den isden, de reis door de woestijn heen, naar Don- gala, de hoofdstad van Opper-Nubie, zou voortzetten. Van dat punt zoü hij Meroë en zelfs Kordofan trachten te bereiken. RUSLAND. Z. K. H. de Kroonprins, Grootvorst Alexanderheeft den idjnnij Siberie wederom verlaten en den i8den te Kulgan het Pinksterfeest gevierd. Hij zou nu naar Europa rerugkeeren. Die Vorst moet zeer getroffen zijn geweest over de vruchtbaarheid van den grond in Siberie, en het betreurd hebben, dat het nog zoó weinig bevolkt was. Uit Polen schrijft men van 30 Jnnij Hoezeer de welvaart van dit land, ten gevolge van den rampzaligen op stand, voor langen tijd vernield is, kan men vooral ook uit den ongelukki kigen toestand onzer grondbezitters opmaken. Onder deze, en vooral ook onder de kleinere landeigenaars, heerscht eene armoede, waarvan men zich in Duitschland naauwelijks een denkbeeld kan maken. Hunne eigendommen zijn meerendeels sterk bezwaard en slechts voor eenen spotprijs te verkoo- penterwijl de vruchten van den grond mede slechts zeer geringe prijzen gelden en het afzetten daarvan hoogst moeijelijk valt. In vele streken wordt nu ook de beste bezitting van den Poolschen boer, zijn vee bedreigd daar ij JOL IJ. de wolven, die steeds in Polen veelvuldig waren, op eene bedenkelijke wijze vermeerderendikwijls slepen deze roofdieren thans in de nabijheid van bosschen, op den helderen dag, stukken vee uit de weidende kudden weg. Voorheen vervolgde men deze dieren met schietgeweermaar thans wordt het bezit van zulke wapens slechts aan een klein aantal personen veroorloofd en is het aan alle de overige ingezetenen op zware straffen verboden. Vroeger hebben vele der groote grondbezitters schapen van betere rassen beginnen aan te fokken, doch ook dit geeft thans geene winst meer, daar de wol zoo uitermate in prijs is gedaald. Men kan uit een en ander ligt opmakenwelk eene moedeloosheid hier heerscht. In Warschau wordt men den bestaanden nood eenigzins minder gewaaromdat daar zoo vele liedendoor den arbeid aan de vestingwerken, hun brood vinden. Naar het schijnt, zal het nog meer dan een jaar dnreneer deze vestingwerken-, die op eene zeer groote schaal worden aangelegdgeheel voltooid zullen zijn. PORTUGAL. Lissabon den 9 Julij. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft eene aanschrijving aan den Kardinaal-Patriarch van Lissabon gedaan, om hem te gelasten openbare gebeden voor de gelukkige bevalling van H. M. de Ko ningin door het geheele Koningrijk uit te schrijven. De bevalling moet in de volgende maand plaats hebben. De Koningin heeft ter gemoetkoming voor 's lands financien van haar jaarlijksch inkomen f 144,000 afgestaan. Dit berigt had zoowel in de Cor tes, als bij het volk groote erkentelijkheid veroorzaakt. Eerstgenoem- den hebben H. M. hunnen bijzonderen dank laten betuigen. Volgens een besluit der Koningin waren eenige goederen van buiten- landsche fabrijken, die in Portugal werden ingeklaard tot weder uitvoer of overscheping naar Afrika, van de buitengewone tolheffing ontheven, mits de lading in Portugesche schepen geschiedde. Er is bij het Bestuur eene voordragt gedaan om de inkomende regten op reist, witte suiker en gedroogde visch, tot stijving van de schatkist te vermeerderen; de Cortes hebben die verhooging goedgekeurd. De stierengevechten, die volgens een besluit in September 1. 1. waren afgeschaft, zijn den 2den dezer weder herroepen, als wanneer er een groot stierengevecht heeft plaats gehad. Troepen, die overzee naar de Algarven waren toegezonden, om tegen de Miguellisten aldaar te worden aangevoerd, waren aan het muiten gesla gen; zoodat hare officiers genoodzaakt geweest zijn haar te verlaten, en naar Madrid terug te keeren. Zij bevonden zich nu te Sinnes, van voornemens zijndeom naar St. Ubes te marscheren. De Muguellistische aanvoerder Remechido had in den omtrek van Reja met de geregelde troepen slag geleverd, waarbij de laatsten het onderspit gedolven hadden. SPANJE. Berigten over Parijs van den 15 Julij. Men schrijft uit Saragossa van 8 Julij De pretendent rukt op Valencia aan. Men zegt, dat hij Cantavieja heeft versterkt. De troependie voor drie dagen hier zijn doorgemarcheerdzijn zich bij Oraa gaan voegen om Cantavieja te belegerenhetwelk men zal trachten te hernemen. De door deze troepen ingeslagen weg is die, langs welken de Pretendent het snelst kan worden bereikt. Het oogmerk is, te beletten dat hij het Koningrijk Valencia doorloopealwaar hij vermoedelijk veel ondersteuning zoude vinden. De troepen van Cabrera doorkruisen het land bij benden vau 50 4 60 man, overal brandende en plunderende; eer gisteren hebben die woestaards Montauban neêrgebrand. Zij willen naar het zeggen is, door geweld afpersen wat zij op geene andere wijze kunnen verkrijgen. In de omstreken van Cincovillas in Navarre moeten vijl batal jons Carlisten twee koeriers, benevens een honderdtal personen, die naar Tudela gingen, hebben opgeligt; onder dezelve bevonden zich een vijftigtal die de overigen tot geleide verstrekten; i4derzelven zijn gefusilleerd, welk lot vermoedelijk ook de anderen te wachten staat. Brieven te Bayonne aangekomen, hadden gemeld, dat de Generaals de Meer en Osoriowegens opstand onder hunne troepen de vlngt hadden moeten nemen; nadere berigten echter melden, dat dit geheel en al bezijden de waarheid is. Daar het verbod om buitenslands te gaan te Madrid opgeheven is, zoo vertrekken vele Spaansche grooten uit hun land, om in Frankrijk en elders de wijk te nemen. Madrid den 8 Julij. De courant van Madrid bevat eeneaan de Kapi. teinen-Generaal gerigte circulaire, tot opwekking van derzelver ijver en vaderlandsliefdemaar schoone bewoordingen vermogen niets meer uit te rigten, er worden daadzaken vereischt. Men verzekert dat de Generaal Latrc benoemd is tot onder-Koning en Kapitein-Generaal van Navarre. Het gerucht wil, dat de heer Mendizabal zich gereed maakt tot eene reis naar Parijs, waar zi]ne tegenwoordigheid vereischt schiint te worden tot het onderhandelen over eene leening. Wij voor ons houden dit gerucht voor onge grond welk doel eene reis van den heer Mendizabal ook zou kunnen heb ben zoo kart hij Madrid voor het oogenblik niet verlaten. In eene.biieenkoms't, door de Afgevaardigden ten huize van den heer7V;vez gehouden, hebben de 51 Afgevaardigden zich eenstemmig verklaard tegen den gang, door het Ministerie gehouden. Twee hebben eene geheele ver- andering van Ministerie verlangd, maar ook niet meer dan slechts twee of drie hebben zich verklaard tegen het laten van het voorzitterschap in handen van den heer Calatrava. Allen zijn het eens geweest dat het aanblijven van den heer Mendizabal een noodzakelijk kwaad wasen allen hebben met den heer Terrez erkend dat de bankbreuk niet te ontgaan zou wezen, indien men dezen Minister dwong zijn afscheid te nemen. Zoo men verzekertis het Gouvernement voornemens het Portugesche legioen te ontbieden om Madrid te bezetten; maar het is bijna niet denk baar, dat men het Spaansche leger zulk een hoon zon willen aandoen, van de verdediging der hoofdstad aan vreemde bajonnecren te willen toevertrouwen. Het gezag van den heer Calatrava staat wankelbaarder dan ooit; de meer derheid .Ier Cortes is hem getrouw gebleven, maar die trouw is door toe geeflijkheden gekocht geworden en de maat daarvan is thans gevuld. Men verzekert, dat hij de Afgevaardigden reeds verzocht zou hebben, hem eene naamlijst te geven, die hij tot het doen eener keuze te zijner vervanging aan Hare Maj. zou kunnen voordragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1