.Vj
A". SSST.
LEYDSCHE
WOENSDAG,
vi 'f
N°. 71.
H JUNIJ.
if wjE*™* S
iiflTCSv.V
T£
7
a A N T,
KENNISGEVING.
Burgemeester en Wethouders der Stad Ley den, gelet liebbende op de Circu
laire Missive, van Mijnheer den Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Holland, van den
*>o Augustus 1831, CPyoviucieialblr.d N°. 110) herinneren bij deze elk en een iegelijk
dat Zijne Maj. de Koning, bij besluit van den isten Augustus bevorens, N°. 72, be-
plaald hebbende, dat de dankdag of godsdienstige viering der overwinning van Waterloo
voortaan altijd op den derden Zondag der maand Junij van ieder jaar zal plaats hebben',
dezelve alzoo ditmaal op Zondag den lüden dezer maand, Godsdienstig zal worden gevierd!
Aldus gedaan en afgelezen, bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad
Leyden, op den 12 Junij 1837.
J. G. DE MEY.
Teï ordonnantie van dezelve,
P. A. du Pui.
KENNISGEVING.
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, ontvangen hebbende eene
'Circulaire aanschrijving van Mijnheer den Staatsraad, Gouverneur van Zuid-Holland, in
dato den 4 February jl.Provinciaalblad N°. 14), houdende: 0111"door het aansporen
der Ingezetenen tot milddadigheid, zoo veel mogelijk mede te werken tot liet wel doen
slagen d^r Jaarlijksche Collecte, welke, ten gevolge van Zijner Majesteits dispositie,
van den 16 November 1820, N°. 81, door de Districts-Commissie tot aanmoedigi'ng en
ondersteuning van den Ge wapenden Dienst in de Nederlanden zal worden gehouden
brengen by deze ter kennis van'de Ingezetenen dezer Stad, dat, ingevolge het vcrlan-
gen van gemelde Commissie, de genoemde Collecte zal geschieden, door daartoe gekwa
lificeerde personenin geslotene bussen op Maandag en D'mgsdagdie zijn zullen den
iqden £n oosten Junij 1837, aanvangende des morgens ten negen ureaan de .huizen der
ïhgczetenëndie verzocht worden op de uitreiking hunner liefdegiften order te stellen.
Burgemeester en YVethouders, gaarne voldoende aan het verlangen in gemelde circulaire
vervat, noodigen bij deze uit de Ingezetenen dezer Stad, om, volgens hunne bekeiidc
liefdadigheid, ook in deze Collecte rijkelijk van het hunne bij te dragen, en mccnen
hierop bijzonder te mogen aandringen, uit hoofde eene mild<£ bijdrage voor deze Instel
ling hoogst belangrijk is. De opbrengst derzei ven immers strekt eerst en vooral ter on
dersteuning van de zoodanigendie in vroegere oorlogen verminkt zijnterwijl het over
schietende ten behoeve van de deelgeregtigden na 1813 en voor de slagtoffers uit den
regenwoordtgen strijd tegen oproer en geweld wordt gebruikt. Vermits de uitgaven, zoo
wel van het primitive fonds, als van dat voor de slagtofiers uit den strijd met België,
door de inkomsten niet meer kunnen worden bestredenniettegenstaande de vele beper
kingen, die in bet opnemen van deelgeregtigden zijn ingevoerd, zoo volgt daaruit van
zelf, dat het kapitaal jaarlijks vermindert; weshalve het fonds de milde bijdragen der
Ingezetenen bij voortduring blijft behoeven.
Aldus gedaan cn gepubliceerd^ bij H. H. Burgemeester en Wethouders der Stad
Leyden, op den 12 Junij 1837.
J. G. DE MEY.
Ter ordonnantie 'van dezelve,
P. A. DU Pui.
NEDERLANDEN.
Leyden den igden junij.
Heden is alhier op de gebruikelijke wijze de 17de verjaardag van Z. K. II.
Prins IVillem Frcderik Hendrikderden Zoon van Z. K. II. den Prins van
Oranje, gevierd geworden.
Curatoren van het Stolpiaansch Legaat aan de Hoogeschool te Leiden,
lebben in derzelvcr Vergadering van den 9Junij 1837, uitspraak gedaan over
de drie Prijsverhandelingen, ingezonden ter beantwoording der vraag uit de
natuurlijke Godgeleerdheidvoorgesteld den 9 October 1835: Quaeritur,
utrum privcipium rationis sufficicntisetc. Wordt gevraagd: Óf het beginsel
der genoegzame reden de hechte grondslag zij der Natuurlijke Godgeleerdheid,
dan of dat beginsel door gezonde bewijzen verzwakt kan worden Wanneer
hetzelve moge worden aangenomenmet welke redeneeringen kan het dan boven
allen twijfel verheven wordenMogt het verworpen worden, welke andere
grondslag voor bovengenoemde Wetenschap is dan aan te nemen, waarop het
bewijs- kan gebouwd worden van het bestaan van god als van de wereld ver
schillend, en van deze de oorzaak, verzorger, Wetgever en Regter? Bij
eenstèmmig besluit is de gouden eerepenning toewezen aan de Verhandeling
ten spreuk voerende: Distingucndo sapimus; welker Schrijver, bij het ope
nen van het bijgevoegd biljet bleek te zijn de Heer L. A. Schroeder Stein-
metz, A, M. Phil. T'ieor. Litt. Hum. et Jur. Rom. et Hod. Doctor te Gronin
gen. Verder Is besloten, de Verhandeling met de spreuk: Die tot god
komt moet geloovcti dat Hij is, enz., mede in het licht te geven; wordende
'de Schrijver derzelve uitgenoodigd, zijnen naam bekend temaken, en tot
het openen van het naambriefje schriftelijk vrijheid te verleenen aan het
adres van Mr. II. W. TydemanProf. Jur. te Leiden, thans Secretaris van
het Stolpiaansch Legaat. De derde Verhandeling, geteekend met de ver
zen van Cats: De waerheid die in t duyster lach, enz., kon, als buiten
de quaestie omloopende, ter bekrooning niet in aanmerking ltomèn.
Men meldt uit 's Gravenhage van den 12 Junij:
Zijne Majesteit de Koning wordt tegen het einde dezer week alhier terug
verwacht.
Zijne Majesteit heeft den Ritmeester Baron von ReitzensteinVleugel-
Adjudant van Zijne Maj. den Koning van Pruissen, eene gouden met brillan-
tcn omzette snuifdoos, voorzien van Hoogstdeszelfs naamcijfer, ten geschenke
doen uitreiken, wegens het overbrengen van de kennisgeving der bevalling
van H. K. H. Prinses Albert van Prnissen.
Bij Koninglijk besluit is gewijzigd dat van den 15 September 1834,
houdende vaststelling der reglementen voor de loodsen en bakenmeesters op
de rivieren de Lek en de Waal, enz. Daarbij wordt bepaald, dat de bij
gemeld besluit vastgestelde bakengelden zullen worden verminderd en gewij
zigd, in voege, dat deswege voortaan en tot nadere beschikking zai wor
den gevorderd: van beurt- en andere uitsluitend binnen 's lands varende
schepen van boven de 30Ö centenaars f 1 's jaars, van stoombooten f 3
's jaars en van sleep-stoombooten nihil.
Laatstleden Vrijdag is alhier de negentiende vergadering van de synode
der Evangelisch-Luthersche kerk op de gewone wijs gesloten.
Den pden dezer is te Breda, in het Hotel deFlandre, afgestapt Z. D. II.
de Hertog Bernard van Saksen Weimar.
Te Deventer is den 7 dezer, in den ouderdom van 62 jaren, overleden
de heer Mr. Martinus van Doorninck, ridder der orde van den Ncderland-
schen Leeuwoud lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaallid van
de Provinciale Staten van Overijssel, Burgemeester der genoemde stad cn
Agent van den algemeenen Rijkskassier aldaar; een mail, die om zijn braaf
karakter en zijne kundigheden algemeen geacht was.
O O S T - I N D I E.
Batavia den it Februarij. De hoofdplaats van Nederiandsch Indic is
gisteren bevoorregt geworden met de komst aldaar van Z. K. II. Prins Wil-
tem Frcderik Hendrik, derden zoon van Z. K. II. den Prins van Oranje.
Eergisteren in den namiddag werd het ter reede komen van Zr. Ms. fregat
Beilonaaan welks boord Z. K. II. zich bevond, door het geschut van
Zr. Ms. ter reede liggende schepen van oorlog aangekondigd. Het schip
werd door den Prins zelf ten anker gebragt. De eerste officier van Z. M.
fregac Diana, de Kapitein-Luitenant Johr, begaf zich dadelijk naar de Bel.
lona, en bragt vervolgens aan Zijne Exc. den Gouverneur-Generaal de tij-
ding van den goeden welstand van den Prins, onder mededeeling van Hoogst»
deszeifs verlangenom den volgenden morgen zich aan wal te begeven.
Reeds in den vroegen ochtend van gisteren vertrok de daartoe bestemde
Commissie naar boord, om Z. K. PI. namens den Gouverneur-Generaal te
verwelkomen. Door die Commissie begeleid, verliet de geliefde Prins hec
schip, onder de eerbewijzingen aan Hoogstdenzclve verschuldigd; aan de
landingsplaats werd Z. K. H. door eene deputatie ontvangen, en door den
Vice-President van de Raad van Indië nog nader verwelkomd. Door heide
Commissien en de aanwezige ambtenaren gevolgd, en met verdere inacht
neming van het bepaald ceremonieel naar het hotel van den Gouverneur-
Generaal op Rijswijk gereden zijnde, vergezeld van den Vice-President van
den Raad van Indië en den Kapitein ter zee Arfiëns, werd Z. K. H. aan
den ingang van het gebouw door den Gouverneur-Generaal opgewacht, en,
terwijl het bepaald saluut gedaan werd, in de receptie-zaal geleid, alwaar
de Prins door Zijne Exc. in eene hartelijke toespraak werd gecomplimen
teerd, waarna de vergaderde Collegien en Autoriteiten aan Hoogstdenzelve
werden voorgesteld.
De vreugde der ingezetenen is blijkbaar. Een ieder waardeert het on
gekend geluk om 's Konings Kleinzoon, den veelbelovenden Prins, op Ja
va's bodem te aanschouwen. De wijze waarop Z. K. H. oji de onderschei
den plaatsen van verwelkoming en ontvangst toegesproken is, getuigde van
eene onbegrensde liefde voor het Vorstelijk Huis en voor den beminden
Prins, die de gevaren der grooce reis getrotseerd heeft, in het belang van
Nederland en van Nederiandsch Indië.
De Beilona verliet den 17 October jl. het Vaderland en deed de reis in
102 zeedagen. Te Rio-Janeiro werden veertien dagen doorgebragt. De
Prins werd aldaar op de onderscheidendste wijze ontvangen en dadelijk bij
den Keizer genoodigd. Zoowel ten Hove als door de Engelsclie en Fran-
sclie Admiralen aan boord is Z. K. H. luisterrijk onthaald geworden. Meer
dere bijzonderheden zijn ons voor alsnog niet bekend.
Door den Gouverneur-Generaal zijn onderscheiden burgerlijke en mi
litaire benoemingen gedaan.
SPANJE.
Berigtin over Parijs van den 10 Junij.
De Cortes hebben in de zitting van den 28 Mei de beraadslagingen begon
nen over de wet tot geheele vernietiging der nog 111 Spanje bestaande kloo
sters. Het eerste artikel van den volgenden inhoud is reeds aangenomen
Alle abdijenkloosterscollegiengeestelijke vereenigingen en andere
godsdienstige gestichten van dien aard, voor de beide kunnen, in het Schier-
Eiland, aangrenzende eilanden en de bezittingen van Spanje in Afrika wor.
den afgeschaft.
Het Bestuur wil ook den verkoop van schilderijen en andere versiersels iti
de kerken in Spanje doorzetten. Het dagblad El Espagnol bevat hiertegen
het volgende
Zoo de Regering de waarde der versierselen onzer kerken niet kent, dan
is zijnGode zij dankons toch niet onbekend. De godsdienstige waardij
dier kerksieraden moge in het oog van ons Kabinet niets beteekenen, maar
de meerderheid der Spaanscbe natie acht ze hooger dan alle schatten der we
reld. Zij maken uit een geschiedkundig en kunstenaars-oogpunt de schoonste
loover aan Spanjes eerekroon uit; zij hebben zulk eene groote zedelijke en
maatschappelijke waardij, dat geen wezenlijk verlicht Bestuur, dat geen
Spanjaard, wiens borst voor den roem zijns vaderlands klopt, ze tegen een
geheel leger zou willen verruilen. Wilt gij, mannen, die thans aan liet roer
van Staat zijt gezeten en van dit alles geen denkbeeld hebt; wilt gij weten,
wat u de verkoop daarvan zal opbrengen? In gereed geld berekend, naau-
welijks het tiende deel van hetgeen gij daarvan verwacht; en voor üvv elge'h
roem en zedelijken invloed.... Dit zal n de geschiedenis leeren, wier ge
strenge onverbiddelijke stem ueer gij zulks vermoedtin het oor zal klinken.
Uit Saragossa wordt geschreven:
Men verhaalt, dat, toen Don Carlos door Lnna trok, de Bisschop vin
Mondonedö, ten overstaan der geheele bevolking predikendezijn sermoeii
geëindigd heeft met den kreet: Leve Karei F! Onder de geheele menigté
volksdie door de Carlisten gedwopgen was deze predikatie bij te wonen
werd die kreet door niemand herhaald. De Carlisten kunnen op meer dart
een mir afstands van liet terrein, hetwelk zij doorloopengeenerlei leeftogt
verkrijgen. Cabrera en de andere legerhoofden in Neder-Arragon wenden al
het mogelijke aanom onze oplettendheid van den linkeroever van den Ebró
af te trekken, maar zij boezemen 011s hoegenaamd geene vrees is.
Het Spaansche Gouvernement heeft met een regt van 14 sh. per ton dé
Engelsche steenkolen bezwaarddie in Spanje worden ingevoerd. Sedert
1836 was de invoer van steenkolen onbezwaard. De Agenten der steenkolen
mijnen te Nevv-Castle hebben last gegeven voorloopig de verzendingen vart
dat produkt te staken.
Berigten over Parijs van den 11 Junij.
Door de Fransclie Regering worden de twee volgende, regelregt tegeti
elkander inloopende telegraphische depêches medegedeeld:
Bordeaux, 7 Junij8 ure des avonds.
Aten meldt uit Jaca, dat de verkenning van den aden van ernstiger aard
geweest is, dan men ill het eerst geloofd had; zij zon zelfs in een algemeen
gevecht overgegaan zijn, indien de vijand van tusschen de olijfbooiriendie
eèn deel van Barbastro omringen, had willen te voorschijn komen. Desniet
temin is het derde bataljon van Castilie vernield en heeft.de ruiterij (der Car-
listen) veel geleden; maar men zegt, dat de Colonel Conrad gesneuveld is;
Oraa zou aan dén Pretendent geweigerd hebben, om eene onzijdige stad aan
te wijzen, ten einde daarheen zijne gekwetsten te vervoeren. De Carlisten
gaan voort met zich binnen Barbastro te versterken, in welke stad nog slechts
voor acht dagen levensmiddelen aanwezig zijnzonder dat toevoer daarvan
van buiten kan plaats hebben.
Bayönnè. 8 Junij, half drie ure.
Een iegerberigt, dat Oraa aan den Generaal Espartcro, te Tafalla, heefc
toegezondenkondigt aandat de Carlisten in den nacht van den 4den hunne
gekwetsten in dé rigting van Estadella, op den linkeroever der Cinca hebben