T U R K Y E. Naauwelijks wns ilc Koningin hét Pnushui'zèn, her hotel van den Gou verneur aangekomen, (alwaar Hoogstdezelve door 11HGedeputeerde Staten werd binnengeleid tn verder door mevrouw Toulon in de vestibule ontvan gen,) of Z. M. vertoonde zich op het balkon, en werd mee eene onbe- schrijvclijke gecscdrifc toegejuicht. De daarop volgende audiëntie was talrijk, en duurde tot nagenoeg vijf ure. Behalve vele lands- en stads autoriteiten en ambtenaren, hadden ver scheidene kommissiën cn bijzondere personen gehoor bij den Koning. Te vijf ure begaf Zijne Maj. zich (van de voorschreve e'èrewnclu voor afgegaan en gevolgd) in het open rijtuig van den heer Staatsraad-Gonver. neür ïftct dezen en met den Luitenant-Generaal, Opperstalmeester Baron Fugelwaarbij in andere koetsen Hoogstdeszelfs gevolg en Zijne Exc. de Secretaris van Staat, Baron van der Capcllenaar het stadhuis, alwaar Iloogstdezelvc plegtig werd ontvangen. Vijftien jonge jufvrouwen, gekleed in het wit, hebbende, elk aan een witten bandelier met oranje afgezet, een mant je met bloemen, stonden boven den trap, om Z. M. met bloemen te begroeten. De jongste freule van dsch van IVijck sprak den Koning met het volgende vierregelig versje aan: Ontvanggeliefde Forstmet onze danVbrc toonen Ook bloempjes van de jeugd uit maagdelijke hand Versmaad de hulde nietdie kinderen u betoonen Want ook hun jeugdig hartklopt voor het Vaderland op.anjr bovf.n! Door den heer Staatsraad Burgemeester en het geheele ligchaam der ste delijke Regering begeleidbezigtigde Z. M. de raadkamer en de overige vertrekken van het stadhuis, ook de zaal, waarin de onderhandelingen voor den Ueredtsc.hen Vrede zijn geopend, de archiven en de op het stadhuis voorhanden zijnde merkwaardigheden met veel belangstelling, en gaf zijn genoegen hierover te kennen. Na eenigen tijd vertoefd te hebben, reed Z. M. door een gedeelte der stad langs de Noorder kade naar de Akademie- bibliotheek, alwaar Z. M. door MH. Curatoren, den heer Blibliothecuris Pr-of. van Hemde, den rector Magnificus Prof. Vinderen verscheidene Professoren werd ontvangen. Z. M. vertoefde ook alhier eenigen tijd, en reed vervolgens de Wittevrouwe poort uit, langs den Singel; bezigtigde een gedeelte der nieuwe wandelingen en keerde door de Brigittestraat naar Paus huizen terug. Het diner bij Z. Exc. was prachtig en smaakvol en aan het zelve waren verscheidene hooge Autoriteiten genoodigd. Het was in dit hotel, dat Z. M. in persoon aan de voorschreven Commissie der eerewacht zijne bijzondere tevrededheid betuigde, het aangeboden escorte naar den schouw burg en van' daar naar Paushuizen terug aannamdoch voor het uitgeleide van den- volgenden dag dank zeidemet verzoek deze Hoogstderzelver ge voelens aan de eerewacht over te brengen. Des avonds vereerde' Z. M. den schouwburg met zijne tegenwoordigheid, en weid aldaaT met veel geestdrift begroet. De schouwburg was uitwendig allerfraaist geHiumineerd en inwendig met vele waskaarsen verlicht. Daar men 's Konings komst verbeid had, was de schouwburg al spoedig met een talrijk publiek voorzien, en de wel bezette loges gaven niet weinig luister aan deze vertooning. Bij de komst van Z. M., (welke gedurende den loop der representatie plaats had), even als bij de pause, werden er volksliede ren door de m'Ozijk aangeheven en door het publiek levendig toegejuicht, hetwelk van deze gelegenheid gebruik maakteom deszelfs groote vreugde over 's Konings tegenwoordigheid aan den dag te leggen. Z. M. bleef tot aan het einde der voorstelling, en gaf, bij zijn vertrek, aan den heer R. Engelman, eersten Acteur van den Amsterdamschen stads-schouwburgon der wiens directie de voorstelling bad plaats-gehaden die den Koning uit geleide deed-, Hoogstdeszelfs tevredenheid te kennen over de voortreffelijke vervulling van zijne rol, in het blijspel van Schakespeare Minnaar. De eere wacht, Welke den Koning naar den schouwburg begeleid had, vergezelde mr ook Z. M., welke her behaagde cenige straten te doorrijden, om de illu minatie te bezigiigen. Dezelve was allerfraaist en getuigde op nieuw van de liefde en gehechtheid der inwoners voor hunnen geëerbicdigden Koning. De Groenmarkt was, onder anderen, met een triomfboog versierd, waar hij cenige muzijkanten geplaatst warun, die gedurende den avond volkslie. deren- en andere inuzijkstuliken uitvoerden. Het stadhuis, de studenten-so ciëteit1, de schouwburg, het VTeeburg, de Drift, enz., hebben bij de illu minatie uitgemunt. Onder een fraai fakkellicht, hebben HH. Studenten om middernacht eene serenade aan Zijne fdajeste't gebragt. De komst en het verblijf van den Koning in Utrecht was een waar feest voor de ingezetenen, hetwelk tot laat in den nacht voortduurde. De vreug de was algemeen en werd nergens gestoord, dank aan de Politie, welke vooral bij de aankomst des Konings, toen het gedrang aan de Catharfine poort zeer groot was, de orde heeft weten te bewaren. Lang zal deze feestdag irt het geheugen der Utrechtenaren bewaard blijven, daar dezelve de hartelijke betrekking tusschen Vorst en volk steeds naauwer heeit bevestigd. Z. M. vertrok heden morgen omstreeks acht ure, zonder eenige geleide, hetwelk Hoogstdezelve begeerd had, van hier, wordende door den Staats raad Gouverneur en den waarnemenden Provincialen Commandant vergezeld. Het Stedelijk Bestuur vnti Utrecht bevond zich aan het einde van de Ma liebaan en op een korten afstand van hetzelve de Directeur van het Vee artsenijschool, Prof. Numannmet de kweeltelingen van dit Rijks-Etablis sement. De Burgemeester betuigde Z. M. de innerlijke erkentelijkheid voor Hoogstdeszelfs vereerend bezoek. Even als den vorigen dag bevonden zich de Besturen met de Geestelijkheid van de gemeenten, langs welke de passage leidde, onder eerebogen op, of bij de grenzen dier gemeenten, en ontvingen Hoogstdenzelven op de wijze als vroeger is gezegd. Nadat de Burgemeester en de Predikant van Zeist bij het Huis ter Heide (alwaar een detachement rijdende artillerie tot escorte van den Koning gereed stond) Z. M. hadden toegesproken, werd Hoogstde. zelve door een groot getal jonge jufvrouwen van het Hernhutters Instituut van dat dorp onder geleide van haren leermeesters, een bloemenkrans aan geboden, waarna zij een gedeelte van het Vaderlandsch lied zongen. Bij Zijner Maj. komst open vertrek van dit punt liet zich het bazumen-muzijk der Hërnhuttersehe gemeente hooren. Obk te Amersfoort was de geestdrift ten top gestegen. Het stedelijk Be. stuur, de Plaatscomrnandant met de ofiicieren van het garnizoen en de onder scheidene Autoriteiten daar ter stede komplimenteerden Z. M., en op het eerbiedig verzoek vart den Burgemeester, behaagde het Hoogstdezelve eeni. gen tijd op het stadhuis te vertoevenalwaar een dejeuner werd aangeboden. Ook aldaar, gelijk overal waar de Koning dien dag en den vorigen was ge passeerd, gaf Z. M. vele blijken van hei genoegen, hetwelk Hoogstdezelve ondervond. De Gouverneur eu waarnemende provinciale Commandant geleid, den Z. M. tot aan de grenzen der provincie. Op dit punt was het, dat de Koning nader aan denzelven Gouverneur zijne bijzondere tevredenheid geliefde te lleraalen, en dat door dien Magistraat, onder aanbeveling der belangen van dit gewest en deszelfs ingezetenenZ. M. dank werd gezegd voor de hooge gunst aan gewest en ingezetenen, zoo wel als aan hem en de zijnen, bewezen. Van de reis van Zijne Maj. den Koning heeft men verder berigt, dat Hoogstdezelve den 7den dezer, des middags te 3 ure, te Kampen aangeko men is, op de grenzen der provincie opgewacht door den Gouverneur en den Provincialen Commandant, en bij de stad verwelkomd door den Burge meester en Weihouders. Dë Schutterij en het corps Jagers van Ckerens wa- ren in de wapens. Z. M. is ook aldaar met veel vreugdebetoon ontvangen en heeft op het raadhuis audiëntie verleend. Des namiddags te 4 ure is Z. M. vertrokken cn te 5 ure te Zwolle aangekomen, alwaar Hoogstdezelve met veel belangstelling ontvangen is, aan het hotel van den Gouverneur gedineerd en nachtverblijf heeft gehouden. Ook aldaar heeft Z. M. audiën tie gegeven. Den volgenden morgen is Hoogstdezelve naar Steenbergen vertrokken, aldaar stil gehouden en heeft gehoor verleend. Op den geltee- ien weg, langs-welken Z. M. reed, was de bevolking der omliggende dor pen toegestroomd, 0111 Hoogstdenzelven te zien en te begroeten. !n den namiddag van den Ssteti dezer, is Z. M. te Leeuwarden aangeko men. Uit deze stad wordt hierover het volgende gemeld: Heden namiddag hadden wij het genoegen omstreeks 4 ure alhier te zien aankomen Z. M. onzen veel beminden Koning, zijnde er bijna zeven jaren verlóopen dat Vriesland het geluk niet - had 0111 Z. JM. op deszelfs grond te ontvangen. Onuitsprekelijk waren dan ook de uitdrukkingen van vreugde en verknochtheid; dnizendc vlaggen en met groen versierde huizen, lever- tlën als het ware een betooverend gezigt. Mag Leeuwarden, als voormalige Hofplaats van het Huis van Nassau) door tijdsomstandigheden misschien, zoo weinig liet geluk genieten van Z. M. in haar midden te ontvangen, onuitsprekelijk zouden Leeuwarden's ingeze tenen vereerd en verheugd zijn, wanneer zij ook eens op een volgend jaar) het geluk inogten hebben, om H. M. de Koningin, de Moeder van den Held van Waterloo, Hasselt en Leuven, insgelijks hunne hulde te bewijzen) waartoe zij tot heden nog niet in de gelegenheid zijn geweest, evenmin als aan H. K. K. H. Mevrouw de Prinses van Oranje. Mogt Leeuwarden van tijd tot tijd eenige leden der Koningiijke ftmillie, op liét zeer geschikte Koningiijke paleis ontvangen, alsmede een garnisoen, geëvenredigd aan deszelfs bevolking en zeer voortreffelijk schoone kazerne, dan zon de naam van Residentie, geen ijdele vertooning meer maken, cn de zoo zeer bekende gehechtheid der Vriezen aan het Koningiijke Huis, onverbrekelijkcr bevestigen. Men zegt dat Z. M. reeds Maandag wedèr vertrekt. Smyrna den 6 Mei. De gezondheids-toestand alhier is in dê laarste week niet verslimmerd; onder de Christenen hebben zich zelfs minder pestgeval- ièn geopenbaard dan de vorige week en onder de Turken is zulks op de zelfde hoogte gebleven. De weinige voortgangen, welke de ziekte gemaakt heeft, sedert de twee maanden dat Zij zich, en zulks wel onder de ergste voorteekenen geopenbaard heeft, mogen zelfs de gegronde hoop doen ont staan, dat zjj zich dit jaar niet geweldig zal uitbreiden. Er zou zelfs mo. gelijkheid bestaan, om dezelve geheel te verdrijven, zoo men tot het be. sluit konde komen, om ernstige maatregelen van voorzorg te nemen; maar wel verre van iets te doen tot het bestrijden van de kwaal, laat men een dom gemeen de volie vrijheid, om alles te doen wat haar kan verergeren. Volgens dë jongste berigten uit Rhodus, loopende tot den 23 April, was de ziekte aldaar in eenen hevigen graad, en telde men dagelijks van 12 tot 15 gevallen, het gene zeer veel is op eene bevolking van 2000 zielen. Ook daar werden zeer weinige en niets beduidende maatregelen van voorzorg genomen. SPANJE. Berigten over Parijs van den 7 Junij. De Baron de Meer heeft Lerida in eenen staat van verdediging gesteld, in geval de Carlisten dezelve wilden aanvallen. Het Gouvernement heeft de volgende telegraphische depêches bekend gemaakt: Bordeaux, 5 Junij7 ure des avonds. Den isten waren de Carlisten nog te Barbastro en de Christinos bezette- den Berbegal, Morilla, Selgua, Castejon del Puente en Monzonop de boorden van de Cincaen zeer digt bij Barbastro. De Carlisten hadden gebrek aan levensmiddelen en ondervonden eene vrij groote desertie. Een brief van Jaca zou doen gelooven, dat Don Carlos en de Infant Barbastro zouden verlaten hebben en inen niet wistwelke rigting zjj genomen hadden. Perpignan 4 Junij. Den 3den wist men te Seu d'Urgel de bewegingen van het leger van Don Carlos niet. Den 2den is Castello met 700 Carlisten te Organia overgegaanzich op Lerida xigtendezooals de meeste der benden, onder bevel van Don Carlos, van wien men, van Barbastro af, den marsch niet weet. Bayonne, 5 Junij, 8 ure. Don Carlos was den aden nog te Barbastro. De Generaal Oraa heeft aan Espartero den isten geschreven, dat hij maatregelen genomen had om hem gade te slaan en aan te vallen, zich met den Baron de Meer vereenigende met welken hij over Monzon briefwisseling hield. Espartero heeft dezen brief den 3den te Pampeluna ontvangenen heeft terug geboodschapt dat inen op de Rivera marscheren moest. Men gelooft, dat hjj versterking aan Oraa zal zenden. Perpignan, 5 Junij De Baron de Meer is van Fraga naar Lerida gekomenvan waar hij den istcn met zijne troepen vertrokken is in de rigting van Balaguer. Den 4den geloofde men te Seu d'Urgel, dat Don Carlos in Catalonie door Opper- Arragon wilde dringen. Berigten over Parijs van den 8 Junij. Het volgende wordt van den 3isten Mei uit St. Jean Pied de Port ge schreven: Men verhaalt hier als eene daadzaak, welke vooral inde tegenwoordige' omstandigheden van het hoogste gewigt zoude wezendat te Pampeluna het compiot is ontdekt om die vesting aan de Carlisten over te leverenen dat dien ten gevolge de Gouverneur en eenige voorname ingezetenen gevangen zijn genomen. Daar die vesting van troepen is ontbloot, als zijnde genoeg zaam alle met Irribarren te velde getrokkenom Don Carlos te vervolgen heeft men de troepen daar binnen gehaalddie langs de linie van Zubiri geëchelonneerd waren. Over Engeland had men berigten uit San-Sebastian tot den 3ostenMei, welke vrij stellig te kennen geven, dat de Generaal Evans van voornemens is om de Spaansche dienst te verlaten. De Colonel O'Cornel/ zou zijn op volger zijn. Omstreeks 2000 mail van het Engelsch legioen zouden in dienst blijven. De soldaten hadden hunne achterstallige soldij ontvangen; de ofii cieren hadden vertoogen naar Madrid gezonden, opdat ook hun achterstallig tractement mogt betaald worden. Men had in Engeland weinig vertrou wen op de bewegingen van Espartero. Berigten over Parijs van den 9 Junij. Door het Fransche Gouvernement zijn gisteren nog de volgende telegra phische depêches bekend gemaakt: Bayonne 6 Junij, 7 ure des avonds. De Carlisten waren den 3den nog te Barbastro. De Generaal Oraa heeft tot aan de poorten dier stad eene verkenningen gedaan. De vijand is den 2den binnen de stad terug geweken, en schijnt dezelve te willen veisterken. De Brigadier Grases, Commandant van het district Iluesca, heeft zich, met de mlitie der vallcijen, aan het bovenste gedeelte der Cinca geplaatst. De Baron de Meer bewaakt den linkeroever. Espartero is uit Pampeluna naar Arragon vertrokken. Bordeaux, 6 Junij, 7 ure des avonds. Oraa heeft in den middag van den 2den eene verkenning gedaan naar da stellingen der Carlisten in de omstreken van Barbastro, binnen welke stad zii, na eene ligte schermutseling, terug getrokken zijn, en welke zij dehij. neti te willen versterken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 2