A0. 1837. LEYDSCHE VRIJDAG, tófJJUlTENN fS( gewoon NEDERLANDEN. Leyden den 4den Mei. Men meldt uit 's Gravenhage van den ^den dezer: Hec bal en souper bij den Engelschen Minister is gisteren avond allerluis- terrijkst geweest en heeft tot dezen morgen ten vijf ure geduurd. Daarop waren, onder anderen, tegenwoordig HH. KK. HH.de Prins en Prinses van Oranjebenevens Hoogstderzelver Zonen, als mede Z. D. H. de Hertog van Saksen-lVeimarhet Corps Diplomatiek en onderscheiden Consuls der bui- tenlandsche Hoven van Amsterdam en Rotterdam. Door Z. M. zijn onder anderen benoemd: tot Secretaris der stad Schoon hoven (Zuid-Holland)» Mr. A. Slingelanden tot Burgemeester en Secre taris der gemeente Stad aan 'c Haringvliet (Zuid-Holland), C. J. G. Chaudon Het Hof van Assises der provincie Holland (Zuider-kwartier), voor het tweede vierendeelsjaars van 1837, heef*c heden deszelfs zittingen aange vangen. Hetzelve wordt gepresideerd door den heer Mr. G, J» Jordenster wijl als Regters in hetzelve zitting hebben de heeren en Mrs.: Geversde JongeHuygens en Pauw, alle Raden in den Hove. In deszelfs zitting van heden heeft de zaak gediend van An dries van der Zwaanbeschuldigd van diefstal in dienstbaarheid. Veroordeeld tot een jaar tuchthuisstraf. Naar men verneemt zal in de tegenwoordige sessie van het Hof van Assises de zaak worden behandeld van Nathan van Gelderdie voortvlugtig is. Het tijdschrift de Vriend des Vaderlands deeltals eene voor de Hooge- school van Leiden zeer vereerende bijzonderheid mede» dat meer dan 200 Studenten dier Akademie leden zijn der Maatschappij van Weldadigheid. Uit Utrecht meldt men van den 2 Mei: Gisteren is alhier aangekomen en aap het Hotel der Nederlanden afgestapt Z. K. H. de Hertog van Cambridgeonder-Koning van Hanover. Na alhier nachtverblijf gehouden te hebben, is Z. K. H. heden van hier vertrokken, om naar Hanover terug te keeren. Uit Groningen meldt men van den isten Mei: Gedurende de veemarkt te Uithuizen is 11. Donderdag eene vreesselijke misdaad gepleegd. Een boerenknecht, genaamd Okko Kluinvroeger schip- persjongen zijn geld verteerd hebbende, vervoegde zich bij de vrouw van Dreweswonende ongeveer een kwartieruurs van her dorp, wier man, bij wien Okko Kluin korten tijd in de kost was geweest, naar de markt was gegaan, en vroeg van haar 5 guldens ter leen. Dit geweigerd zijnde, heeft hij het kabinet met geweld willen openen, en de vrouw, die hem dit be lette, een slag met eenen bijl op het hoofd toegebragt, waarna hij haar in de schuur heeft gesleept en daar verder heeft afgemaakt. De man., te huis komende, vond de deur gesloten. De dader is dienzelfden dag door den veldwachter Pruimin het veerhuis, bewoond door den kastelijn H. Bakker, gevat, en heeft, zegt men, zijne gruwelijke misdaad bekend. Zonder voor de juistheid dezer bijzonderheden in te staan kan men echter verzekeren, dat, wat de hoofdzaak betreft, dezelve de waarheid behelzen. Van Zwolle wordt, onder dagteekening van 30 April gemeld: Heden nacht circa één uur, ontstond er in de gemeente Zwollerkerspel, nan den Zeedijk, tusschen Kampen en Genemuiden, ten huize van Peter Berends Zeedijkeen felle brand, welke voor hem en de zijnen de ver schrikkelijkste gevolgen had. In minder dan één uur was de geheele boerenwoning met hooiberg en schuur eene prooi der Vlammen, en men ontdekte den brand niet eerder voor dat alles reeds iu lichtelaaijen vlam stond, en aan redding niet meer konde gedacht worden. De vader van Zeedijkeen man van 81 jaren, hij zelf, benevens zijne beide kinderen, ook 3 paarden en 29 stuks vee, zijn alle bij dien brand allernoodlottigst omgekomen; hopeloos blijft de bedroefde we duwe op het treurig overschot van hare geliefde betrekkingen en aanzien lijke bezittingen staren, welke haar kort te voren zoo veel geluk en wel vaart schonken. AFRIKA. De Generaal Bugeaud heeft teOran de volgende proclamatie afgevaardigd: Arabieren Ik kom den oorlog hervattendaar waar ik dien gelaten hebtoen ikna het ge vecht van Trazaaan den Sikakop den 6 Julij 1836de krijgsverrigtingen staak te om mij naar Spanje te begeven. Het was u ongetwijfeld bekend, dat ik kort te voren, fen wel op den 6 juntjop de zandige oevers van de Tafna aan wal was gezet, zonder ruiterij, zonder paarden voor mij en mijne officieren, zonder middelen van vervoer voor de mond- en krijgsbehoeften en voor de gekwetsten. Gij weet tevens, of ik, in weer wil van die hinderpaleneene ontmoeting met uwe krijgslieden vermeden hebof ik mij door de steilte uwer gebergten en de hitte van uwe zon heb laten afschrikken. Thans verschijn ik met al den toestel voor eenen oorlogzoo als die tegen u be hoort gevoerd te worden. Gij zult niet meer in de gelegenheid Zijnom logge kolon- nes, door eenen grooten wagen trein belemmerd, en die u daardoor niet konden vervol gen terwijl gij derzelver langzamenmoeijelijken marsch vooraf kondt berekenenon- ophoudeliik te verontrusten. „Ik heb mii in een Arabier, zoo als gij zijt, herschapen: of ben dit misschien meer dan gij, want'ik kan langer het veld houden, zonder noodig te hebben van rot mijnen voorraad van levensmiddelen terug te keeren. Uwe uitgestrekte wildernissende steilste uwer gebergtenuwe rotsenuwe diepe bergkloven kunnen mij geen enkel oogenblik verschrikken of ophouden. Ik ben niet zoo snel als gij, maar even beweegbaar. Er is geen hoekje van uwen grondwaarheen ik niet kan doordringen. Als een vuurstroom zal ik in "alle rigtingen, heden naar het zuiden, morgen naar het oosten, overmorgen naar her westen, den volgenden dag naar het noorden, uw land doorploegen. „Ik kan tot u zeggen": gij zult dit jaar den oogst van geen enkelen korenakker ge nieten. Injien gij de halmen daarop afmaait, dan zult gij geen tijd hebben, om ze te dorschen, en zoo ik 11 op enkele punten den tijd laat, óm het graan in de silo's (ge heime bewaarplaatsen van koren) te brengen, dan zal ik het daaruit wegnemen, om het te vernielenof de paarden mijner ruiters daarmede te voeden. Niet slechts zult gij niet oogstenmaar gij zult ook niet zaaijen. Ik zal eén genoegzaam aantal troepen te Oran achterlaten0111 mijne rondtrekkende colonne gedurig voltallig te houden en zoo noodig te versterken. „Arabieren! 11 staan slechts twee middelen teil dienste, om het onweder, dat boven uw hoofd zamentrekt, af te keeren; namelijk te strijden en te overwinnen, of om vrede te smeek en. Het eerste middel is gewaagd; het tweede is zekér, indien gij het met opregtheid en goede trouw aanwendt. Zoo gij waarborgen aanbiedtkan ik zonder otnwegen en zonder schande tegen u van vrede snteken, ojndat ik sterk en moedig ben. Ta, ik bied 11 den vrede aan, of eenen oorlog, bij welke de vorige oorlogen slechts kin derspel zullen geweest zijn. Ik zou dezen geesel van 11 wilton afwendenomdat wij niet gekomen zijn, om u van honger te doen sterven, maal* in tegendeel, óm u den over vloed onzer voortbrengselenin ruiling tegen de uwete schenken. Wij zijn niet gekomenom u te doodenmaar in tegendeel omdoor de_ vermeer dering 'van algemeen welzijn, den aanwas uwer natie te bevorderen. Wij willen noch on uwe godsdienst, noch op uwe vrijheid, noch op uwe gewoonten inbreuk maken; wij willen alleen vrijelijk met u handel drijven en alzoo het geluk der beide volkeren ver meerderen. Indien uwe aanvoerdersmeer bezield door den wenschom aan hunne eerzucht té voldoen, dan wel door dien, om u voor de ijsselijklieden van den oorlog te behoeden, den vrede mogten weerstreven; dat zij dan komen, 0111 uwe oogsten en uwe kudden te beschermenik daag hen uit ten strijde. Indien zij u niet kunnen beschermendat zij dan zeiven om den vrede vragenwant zij zijn voor c»od en voor de menschen gehou den om het eene of het andere te doendaar hunne roeping isom u vaderlijk te lei den en te beschermen. Ik heb met rondborstigheid en zelfvertrouwen tegen u gesprokenomdat ik den wil en de kracht bezit; ik toon u, dat ik vertrouwen in mijne strijdkrachten stel, daar ik. u vooraf verkondig» op welke wijze ik den oorlog tegen u voeren zal. „De eerste vcldtogt zal beginnen, als het te veld staande graan rijpt, en zal eerst eindigenals de oogstzoo wel als uwe vruchtboomcn en bosschenvernield zal zijn. De tweede véldtogt zal na den regentijd beginnen, cri tot het einde van Maart voortdu ren, opdat gij geen enkelen akker zoudt kunnen bezaaijen. Verzamelt dus uwe krijgs lieden, of brengt mij, hetzij te Oran, hetzij te Tlemcccn, hetzij in mijne legerplaatsen, den olijftak des vredes. „Ik bied ook aan een uwer voornaamste Bevelhebbers, Abd-el-Kaderden vrede aan; weigert hij diendan moet hij zich ontwijfelbaar sterk genoeg voelenom u te bescher men; want, ware dit niet het geval, hoe zou hij dan misdadig genoeg kunnen zijn, om 11 aan eene verwoesting te vuur en te zwaard over te leveren? Maar hij bezit, zoo men zegt, rcgtschapenheid en opregtheid; ik maak mij sterk van die ook te bezitten: wy zullen ons kunnen verstaan." RUSLAND. Petersburg den 12 April. Volgens eene overeenkomst van den Minister van Financien van het Russisch Rijk met het Bestuur van het Koningrijk Polen is aan den tol-beambte van Sheltkowsk het regt verleendomte be ginnen met 15 Mei 1837, gedurende twee jaren de fabrijkaten van het Rus sisch Rijk in het Koningrijk Polen en wel van alle drie de klassen, na het overleggen van getuigenissen van den oorsprong en vastgestelde bepaling uit het Russisch Rijk in het Koningrijk Polen en omgekeerd, tolvrij te laten passeren. SPANJE. Berigten over Parijs van den iden Mei. Men schrijft uit Madrid van 23 April: Men kan zich geen denkbeeld maken van de willekeurige uitvoering vati het besluit op de levering van paarden. De wet eischt niet meer dan 5000 stuks het Gouvernement laat er 25 a 30,000 ligten, en nadat de kens gedaan is, betaalt men niet alleen de paarden niet, welke men neemt, maar men ver koopt tot lagen prijs al diegenen, welke niet tot dienst van het leger gebruikt worden. Deze herhaalde rooverijen brengen in de provinciën eene hevige verbittering te weeg. Uit Perpignan wordt het volgende gemeld: In de omstreken van Vich hebben, van den I4den tot den iüden dezer maand twee gevechten tusschen de troepen der Koningin en CarlistischtS corpsen plaats gehad. Bij het eerste moeten de Carlisten het onderspit ge dolven hebben zonder dat evenwel zulks den overwinnaar van eenig nut ge weest zij. Met het tweede schijnt het anders gelegen te zijn; de verschil, lende tijdingen mogen in de Bijzonderheden eenigermate verschillen, doch komen daarin overeen, dat de Christinos voor de overmagt des vijands heb ben moeten zwichten. Een Coloneleen bataljons-Chef en twee officieren zijn gesneuveld, terwijl hunne troepen met geveld geweer tot het dekken van den aftogt aan twee charges der ruiterij weerstand boden» Vele solda. ten ondergingen hetzelfde lor. Men heeft buiterdien het verlies te betreuren van twee kanonnendie echter vooraf door de Christinos onbruikbaar waren gemaakt. In de zitting der Cortes van 23 April is beraadslaagd over de wet ten aanzien van de regering der koloniën en diensvolgens bepaald: De Cortes gebruik makende van de magt, die liun door de constitutie ver leend is, hebben bepaald wat volgt: Gezien de onmogelijkheid om de cona stitutie door het Schier-Eiland en de naburige eilanden aangenomen, tot dé koloniale provinciën van Amerika en Azie uit te strekken, zoo zullen deze provinciën door bijzondere wetten, overeenkomende met hunne bijzondere bea hoefcen en dienstig om hun wélvaren te. verzekerenbestuurd en geregeerd worden; dien ten gevolge zullen de Afgevaardigdendoor die provinciën benoemdin de tegenwoordige Cortes geene zitplaats hebben» De Spaansche Gezant te Parijs heeft aan de houders van Spaanschè renten bekend gemaakt, dat, daar de conversie van de den isten November1 vervallen coupons in bons op de schatkist, tegen 1 Mei nog niet geheel ge schied was, de termijn tot 1 Junij werd verlengd, van welken dag af die bons op de schatkist betaald zullen worden. De geldleening, die het Spaansche Gouvernement met den bankier jlguado heeft willen aangaan, is geheel vervallen. De bankier verlangde na- menlijk dat Frankrijk en Engeland zouden op zich nemenomindien Don Carlos mogt zegevieren, het eiland Cuba en de Philippynsche eilanden, toe vergoeding voor de uitgeschoten sommen, in beslag te nemen. Frankrijk wilde volstrekt in zulk eene voorwaarde niet tredenen de bankier anders niet leenen dus is de leening afgesprongen. Het Carlistisch Opperhoofd Tristany heeft den 2isten Lallone bemag- tigdhetgeen veel verbaasdheid en schrik heeft teweeg gebrdgt. ZWITSERLAND. Men schrijft de volgende tijding, gedagteekend van den Jura, den i£ April i Reeds sedert eenigen tijd bestaan er te Porentruy vrij levendige botsin. gen tusschen de staatkundige partijen, welke er verschillende meningen zijn' toegedaan, en laatstleden Zondag gingen de zaken zoover, dat men de sol daten moest te hulp roepen om de rust te herstellen. De municipale verkiezingen van Porentruy zijn de naaste oorzaak geweest van de wanorde. Ondertnsschen moesten de Autoriteiten den dag der stem ming bepalen; dit was laatstleden Zondagen, niettegenstaande de oppositie van de behoudende partijhad de stemming plaats. De liberale partij was Overwinnaresen toen de uitslag bekend was, verzamelde een groot aantal van hare tegenstrevers voor het stadhuis 0111 hetzelve te belegeren, en ge. vechten stonden in de straat geleverd te worden. Na veel geschreeuw en wederkeerige slagen, slaagde de Overheid orrt de wanorde te beteugelen met behulp van soldaten en gensdarmen. Men spreekt van onderscheiden gevangennemingen te Porentruy ten gevolge vatf dien oploop.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1