ir. 1835, bij zijne komst te Einsicdeldoor de actionuaiissen dier mijnen zijn vereerd. Uit Berlijn verneemt men van den 4den, dat de handelwijs van den tegen, woordigen Aartsbisschop van Keulen, veel ongenoegen bij de Pruissische Regering heeft doen ontstaan. Deze Prelaat heeft namelijk op eigen gezag, het grootste gedeelte van de Theologische Faculteit te Bonn buiten, werking gesteld. Gedurende het Bestuur van den vorigen Bisschop zijn er nooit zoo. danige oneenigheden voorgevallen. Men meent, dat de Aartsbisschop door eene zekere partij in Belgie wordt opgestookt. Onderscheiden Staatslieden re Berlijn waren van oordeel, dat het Koninglijk Bewind zich openlijk tegen die ergerlijke daden moest verzetten, Te Annaberg, in Saksen, is in den voormiddag van 29 Maart, bij hevi- gen wind, brand ontstaan, die in weinig tijds het armste gedeelte van die stad in de asch heeft gelegd; 134 woningen met verschillende nevengebou wen zijn tot den grond toe afgebrand en n moesten nedergehaald worden; omtrent 1200 menschen moeten daardoor huisvesting ontberen; verscheiden personen worden vermist, die zoo men vreest bij deze ramp zijn omgekomen. GROOT-BRIT ANNIE. Londen den 5 April. De Turksche Ambassadeur Reschid-Bey heeft aan de Ministers van het Kabinet gisteren bij gelegenheid van den verjaardag des Sultans eenen luisterijken maaltijd gegeven. Gisteren heeft het Lager-Huis zijne zittingen hervat. Een voorstel van den heer Ewartom de wet op het eerstgeboorte-regt in te trekken is, zonder beraadslaging, met eene meerderheid van 33 stemmen verworpen. Te Birmingham heeft eene deputatie van leden der gevestigde Kerk aan den Aartsbisschop van Canterbury een adres van dankbetuiging overge geven, omdat hij verklaard heeft de kerkbelasting door alle betamelijke en geoorloofde middelen te zullen verdedigen. In Schotland is ook eene bijeenkomst van leden der gevestigde Kerk gehoudenin wélke de zaamgekomenen hunne afkeuring van de afschaffing dier belasting hebben te knnnen gegeven. Dit is in Schotland van die soorc de eerste vergadering. Sedert veertien dagen worden de Hertogin van Kent en de Prinses Vic. toria bij hare gewone wandelingen in Hydepark gekweld door een zonder, lingen persoon, die haar overal volgt en hen onophoudelijk groet, daarbij zijne bewondering voor de troonopvolgster zeer onvoegzamerwijze te kennen gevende. De Policie zorgt thans dat de Vorstelijke vrouwen niet verder aan ongelegenheid zijn biootgesceld. Deze persoon zegt men, is een zeer rijk heer, van omtrent 40 jaren, die een landhuis bewoont, hetwelk hij Vic toria heeft genoemd. Op dit oogenbrik heerscht in de bedrijvigheid der fabrijken te Glasgow groote stilstand; 2800 wevers zijn zonder werk; het weversgild heeft zich echter hunnen nood aangetrokken, waardoor in bna onderhoud spaarzaam wordt voorzien. Te Liverpool heeft zich een groot bankroet geopenbaard, te weten, dat van de firma FergusonMiller en Camp.het passief moet 400,000 beioependit kantoor handelde voornamelijk in katoen. Nog meldt men uit die plaats van den 2 April: Gisteren morgen is het heerlijk schoone gebouw van het gesticht ter be. waring der werktuigkundige toestellen, eene prooi der vlammen geworden. Sedert geruimen tijd heeft in onze stad geene gebeurtenis eene zoo alge- meene droefenis onder alle de klassen der bevolking verspreid. Dit gebouw was opgerigt ten gevolge eener inschrijvingdie eene som van 12,000 had opgebragt; de eerste steen was, in den zomer van 1835, gelegd door Lord Brougham; de inwijding van het gebouw zoude aanstaanden Donderdag zijn gevierd geworden. Men weet dezen brand aan geene bepaalde oorzaak toe te schrijven; sommige meenen dat eenige rookende timmerlieden vuur uit hunne pijpen zullen hebben laten vallen onder de krullen of spaan ders 111 de kamers waar zij nog arbeidden; anderen gelooven dat met het stellen van gaz-pijpen het ongeluk ontstaan is. De schade is aanmerkelijk; men begroot dezelve op 3000 maar zij is niet onherstelbaar. Het huis is bij de Liverpoolsche assurantie-compagnie verzekerd voor 6000 F R A N K R IJ K. Parijs den 5 April. De wetwaarbij de fondsen der spaarbankendie sedert 1816 in Frankrijk eene regerings-inrigting zijn, aan de kas der gede. poneerde gelden worden afgestaanopdat daarop eene geldleening tot het volvoeren van groote openbare werken zou kunnen worden gevestigd, is thans, na door de Kamers goedgekeurd te zijn, van 's Konings wege uitge- vaardigd. Het wantrouwenhetwelk onder de lagere standen door dien maat- regel tegen de spaarbanken ontstaan en door de tolken der tegenpartij maar al te zeer aangemoedigd is, duurt intusschen steeds voort. Volgens de ge. wone officiële opgave, zijn op de dagen van den 2den en 3 April, in de Parijssche spaarbank 364,460 fr. gestort, en is daarentegen de aanzienlijke som van 1,875,000 fr. daaruit teruggenomen. De nieuw benoemde Opperbevelhebber der Fransche bezittingen op de Noordkust van Afrika; Generaal Damrémont heeft zich den 30 Maart te Mar seille naar zijne nieuwe bestemming ingescheept. Te Lyon heerscht eene groote bedruktheidde straten zijn opgevuld met kinderen, vrouwen en zelfs mannen, die om brood vragen. Het gebrek aan arbeid heeft hen tot dit uiterste gebragt. Deze toestand eischt eene spoe dige voorziening: want de honger is een slechte raadsman. Te Marseille daarentegen is de stad in welvaart bloeijende de haven ligt vol met schepen van alle natiën; intusschen is het niet te ontveinzen dat onze bezittingen in Afrika aan dezen voorspoed veel toebrengen doordien zij groote vertierbronnen openen en vele reizigers aantrekken. Algiers, Oran en Bona zijn voor Marseille wat Havre en Rouaan voor Parijs zijn. Hier, dus schrijft men, is het behoud van Algiers een vraagstuk van leven of dood den Marseillanen schiet het vuur in het hoofdop de bloote gedachte, dat het Gouvernement hetzelve zoude kunnen opgeven. Zoo de Regering dezen misslag begaat, zal alhier eene vreesselijke uitbar- ting plaats grijpen. Een dagblad toont in dezer voege de lijst van de verschillende Minis- teriendie eikander sedert de Julij-omwenteling hebben opgevolgd: Laat ons alleen tot 1830 opklimmen. Het eerste Ministerie is van 11 Au gustus. Toen waren op het Ministerieeltooneel Guizot, Moli, Broglie, Gérard, Sebastians en anderen. Zij hielden het drie maanden uit. In het begin van November 1830, verscheen het Ministerie Lafitte, MontaHvet Soult en Dupont de PEure~). Dit Ministerie werd den 27 December gewijzigd. Den 13 Maart verscheen het Ministerie Perrier, wiens vaste hand waardig was langer de besturing der zaken te regelen. Die man had iets van Buonaparte. Wijziging van de maand April 1832. Perrier ziek zijnde, wordt door Mow ialivet vervangen. Perrier sterft aan de cholera, Mei 1832. In October daarop volgende, verscheen het Ministerie Soult, Broglie Thiers. Guizot en anderen. Het werd den 25 December gewijzigd. In April 1834 verscheen het Ministerie van Rigny. Den 18 Julij vervangt de Maarschalk Soult dezen. Den 27 0ctoberi834, geheele onttakeling, alle Ministers nemen hun ontslag. Toen is het Ministerie van den Hertog van Bassano aangesteld, dat drie geheele dagen duurde. In October 1834 beklimt de Maarschalk Mortier den stoel van Voorzitter; hii neemt zijn ontslag in February 1835. Hier begint de wedijver tusschen Guizot en Thiers. Den 12 Maart, Ministerie van Broglie en den Maarschalk Maison. Den 5 Februarij 1836, nieuwe Ministeriele wijziging ter oorzaak van de conversie der renten. Den 22Sten van dezelfde maand verschijnt het Ministerie Thiers. Den 25 Augustus nemen al de Ministers hun ontslag, bij gelegenheid van het Spastische vraagstuk. Den 6 September 1836, verschijning van het Ministerie MoléGuizot, de doctrinairen hebben de bovenhand, tegen welke de oppositie zich met hevig heid verzet. Den 7 Maart 1837 nieuwe Ministeriele krisis, die nog voortduurt. Uit Strasburg wordt gemeld, dat men zich daar ijverig bezighoudt met eene nieuwe manier om uit bietekropten reeds bij de' eerste bewerking witte en gekristalliseerde suiker te verkrijgen, zoodat raffinering als het ware over tollig wordt; men verzekert, dat noch eenige zuurstof, noch eenige chemi sche bewerking deze verwonderlijke uitkomst te weeg brengt, en dat het gebruik van beenzwart door deze nieuwe wijze van behandeling geheel ver valt, waarbij tevens 25 gr. minder brandstof vereischt wordt; alle bestaande etablissementen kunnen deze nieuwe bewerking zich eigen maken; verschei den proeven van het sap en de suiker zijn aan het oordeel van deskundigen onderworpen geworden; het eerstgenoemde heeft geene kleur, even als bronwater, en het andere is volkomen wit. De genomen proeven laten gee- nen twijfel over nopens het gelukken dezer nieuwe bewerking in het groot. De uitvinder is de sints vele jaren uit schei- en letterkundige werken bekende heer Eduard Stolli. Er is nog geen nieuw Ministerie. Het Journal des Débats bevat hier over het volgende De Ministeriele combinatie^waarvan wij gisteren gesproken hebben, is deze morgen geheel en al opgegeven geworden. De avondbladen melden, dat men dit resultaat moet toekennen aan den Maarschalk Soultwelke wilde dat de wetten op de apanage werden inge trokken, en aan den heer Humannwelke onder anderen eischte, dat alle financiële wetten, ook die, welke door de Kamer der Afgevaardigden met eene meerderheid van 100 stemmen goedgekeurd waren, ingetrokken zou den worden deze laatste is de gewigtige wet van den Minister Duchatel op de openbare werken. Deze vreemde eisschen hebben een oogenblik het groot verschil van ge voelens, welke mannen scheidt, die men zich vleide in een Kabinet te kunnen vereenigen, aan den dag gelegd. Dezen avond weten wij niets omtrent de pogingenwelke zonden heb ben kunnen gedaan zijn, om tot de formatie van een nieuw Kabinet te komen, Ook in Frankrijk doet zich de koudeen het in sommige provinciën daardoor ontstaan gebrekhevig voelen. Den 6 April. Gisteren heeft het Hof der Pairs zich als geregtshof ge steld, ter beoordeeling van den aanslag van moord op den Koning door Meu nier. Het Hof vergaderde met gesloten deuren. De heer Barthe heeft een rapport van eene zeer groote procedure gegeven, in welke duizend getui gen gehoord zijn. De Procureur-Generaal Franck-Carré heeft zijn requisi- toor gelezen en op het bureau nedergelegd. Meunier, Levaux en Lacasezijn in staat van beschuldiging gesteld, de eerste als dader, de twee anderen als deelgenoocen van den aanslag. Twee andere beschuldigden zijn op vrije voe ten gesteld. Het Hof is te 6 ure gescheiden en heeft zijn arrest, door 158 leden geteekend aan de drie beschuldigden doen bekend maken. De openbare debatten zullen den 21 April aanstaande beginnen. Omtrent de zamenstelling van het Ministerie is nog niets met zeker, heid bekend. Bij het ter perse leggen dezer ontvangen wij de Fransche bladen van den 7 April, welke alleen omtrent Spanje merkwaardigs bevatten, dat het Ministerie aldaar eene nieuwe wijziging had ondergaan, daar de Minister van Binnenlandsche Zaken, Lopez, zijn ontslag had ingediend. De Afge vaardigde Pio Pita Pizarro was in zijne plaats aangesteld. De Cortes hadden hunne zittingen voortgezet, met beraadslagingen over de veranderde "consfitütie. De grootste armoede heerschte te Madrid. MENGELINGEN. OVER DE STEEDS TOENEMENDE BEVOLKING in GROOT-BRIT ANN IE en IERLAND. Eene vergelijking van den tegenwoordigen stand dei Britsche bevolking met dien der vroegste tijden, en de waarneming der voortdurende vermeer dering derzelve in de verschillende tijdperken der nieuwere geschiedenis, is voorzeker van geen gering belang; want geene waarneming van eenen anderen aard kan zoo als deze aantoonen, hoe altijd de vermeerdering der bevolking met de ontwikkeling der nijverheid, magt en van het staatkundig belang eens Staats in verband is. Wanneer wij de drie hoofddeelen des Britschen Rijks, Engeland met Wal lis, Schotland en Ierland, in oogenschouw nemen, zoo worden wij bij alle in de latere tijden eene voorwaartsche beweging gewaar; doch in ieder de zer hoofddeelen vertoont zich deze beweging op eene verschillende wijze, in ieder heeft dezelve andere gronden en in hare gevolgen andere ver schijnselen. Wat Engeland betreft, zoo kunnen alle vroegere opnemingen der bevol king slechts approximatief worden genomen, dewijl eene eigenlijke volks opneming eerst in het jaar 1801 plaats vond. Eene der oudste aanteeke- ningen, betreffende de Engelsche bevolking, is zonder twijfel die, welke men in het zoogenaamde Doomsday-Book vindt, ingevolge waarvan men ten tijde der Normandische verovering, in Engeland alleen 300.785 huisgezinnen, of, het huisgezin op 5 personen gerekend, 1,504,925 hoofden telde; voegt men hier nu nog de inwoners van Wallis, en die der vier noordelijke Graaf schappen, Northumberland, Cumberland, Durham en Lancaster, welke niet medegerekend waren, bij, zoo vindt men voor geheel Engeland en Wallis te zamen 2,150,000 zielen. Volgens de berekeningen, welke de heer Chal mers in zijn Comparative Estimate over de in de tweede helft der veertiende eeuw uitgevaardigde hoofdelijke belasting maakt, moet in het jaar 1377 de bevolking tot 2,350,000 zielen, zijn aangegroeid. Volgens de opgaven van Harrison en Sir IValter Raleigh, bedroeg het getal der strijdbare manschap pen, tusschen 1757 en 1580, bereids 1,172,000, waaaruit men opmaakt, dat toen reeds, op het einde der zestiende eeuw, de bevolking ongeveer vijf millioen bedroeg. De burgerlijke onlusten onder de regering van de Stuarts belettteden de verdere vermeerdering der bevolking. Sedert de troonsbeklimming van Wïllem III heeft menberreffende dit punt, reeds verscheidene naauwkenrige opgaven, waarvan de beste die van den be kenden staatkundigen arithmetikus Gregor King zijn. Volgens de registers der toenmaals geheven wordende haardstede-gelden, waren er in het jaar 1696 in Engeland en Wallis ongeveer 1,300,000 bewoonde huizen of ieder huis tegen vier zielen berekend nabij 5^ millioen inwoners. De haardsteden- belasting werd door de omwenteling afgeschaft, zoodat men van toen af eenen anderen maatstaf voorde bevolking moet zoeken, welke men dan ook in de toen reeds gehouden wordende geboorte en sterf-registers vindthoev wel dezelve zeer gebrekkig gehouden werden. Eindelijk, nadat, reeds in 1753 eene Bill in het Parlement betreffende de volkstellingen werd ingele-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 3