A0, 1837. LÊYDSCHE COUR A N T. VRIJDAG, NEDERLANDEN. 7 A P R I L. Levden den 6den April. Men meldt uit 's Gravenhage van den 5den dezer: Bij Koninglijk besluit van den 29 Maart jl.is- de heer Achilles Miuri- coffre, te Napels, benoemd tot Nederlandschen Consul-Generaal aldaar. Bij een ander besluit van Zijne Maj. is tot Burgemeester en Secretaris der gemeente Hekendorp (Zuid-Holland) benoemd, Gerard van Dam. Door Zijne Exc. den Directeur-Generaal van Oorlog ad interim is ter kennisse van ouders of voogden gebragt, die voor hunne zonen of pupillen admissie als Kadet aan de Koninglijke Militaire Akademie mogten verlangen, dat dezelve tot dat einde tot het vergelijkend examen worden toegelaten hetwelk weder in dit jaar aan de belanghebbende jongelingen zal worden af genomen, dat zij, tot het bedoeld einde, een adres aan het Departement van Oorlog zullen, behooren in te zenden, en zulks wel vóór den tsten Junij aan staande; zullende na dat tijdstip geene verzoeken ter admissie tot het gemeld examen meer worden aangenomen; dat de te admitteren kadetten, op het tijd stip van 1 October, niet jonger dan veertien en niet ouder dan achttien jaren zullen mogen zijn, zoodat alléén admissibel zullen wezen de jongelingen, geboren tusschen 1 October 1819 en 2 October 1823; dat er in dit jaar bij gemeld militair etablissement zullen kunnen worden geplaatst: 18 kadetten voor het wapen der infauterie hier te landen, 20 kadetten voor dat wapen in de koloniën, '8 kadetten voor de artillerie hier te lande, 3 kadetten voor het zelfde wapen in de koloniën, 2 kadetten voor de kavalerie hier te lande, en 4 kadetten voor den staf der genie in Nederland; dat er in dit jaar, voor de wapens der kavalerie en genie in de koloniën en voor het vak van den wa terstaat in Nederland, geene kadetten worden aangesteld; dat de bijdrage 's jaarlijks te betalen voor eiken kadet bestemd voor het leger hier te lande, is bepaald, voor die der infanterie, op 450, en Voor de kadetten der artil. lerie, genie en kavalerie, op f 600; terwijl voor de kadetten, bestemd voor .de infanterie irf deköïohien, slechts 225; en voor die der artillerie in In- die, niet meer dan ƒ300 zal behooren te worden gestort; dat, behalve deze .sommen, de Jcadettên vóór de infanterie en kavalerie, nog, als eerste uitrus ting, ƒ50, en die der overige wapens fj5 voor eens zullen moeten betalen, waarvoor zij alsdan bij het verlaten der Akademie, de hun aldaar verstrekte boeken en teekengereedschappen in eigendom zullen behouden; zijnde deze .bepalingen in derzelver geheel, zoowel toepasselijk op de kadets voor de dienst in de koloniën, als op die voor de dienst in Nederland bestemd; dat het examen ih de maand Julij aanstaande te Breda zal plaats hebben, en de adspiranten daartoe, bij opvolging, zullen worden opgeroepen; en dat alleen nog in dit jaar, en dus voor het laatst, adspiranten tot den ouderdom van achttien .jaren zullen worden geadmitteerd; doch dat in het vervolg, en wel te beginnen met het jaar 1838 geene jongelingen bóven den ouderdom van zeventien jaren als kadets op de gemelde Akademie zullen worden toegelaten. Te Amsterdam heeft den 4 April het examen der kweekelingen op de stads armenscholen plaats gehad. Er waren op de dagscholen 4240 en op de avondscholen 10^8 kinderen, 2059 begeerden nog onderwijs. In 1836 waren 564 leerlingen ontslagen. Binnen getnelden stad is den 5 April aangekomen Z. K. H. de Hertog van Cambridge 1 Orider-Koiiing van Hanover, reizende onder den naam van Graaf van Diepholt. In het Algemeen Handelsblad Van lieden leest men: Naar wij vernemen, zoude de kleedermaker Ludwig, ten wiens huize in de Kal verstrakt te Amsterdam, onlangs een zoo felle brand is uitgebarsten, doop de Raadkamer onzer Regtbank, ter zake van brandstichting, naar de Kamer van beschuldiging verwezen zijn. Uit Dordrecht meldt men van den 5 April: Öp Maandag den 3den heeft alhier de plegtige opening plaats gehad van de opgerigte openbare stadsschool. Des namiddags te vijf ure vergaderden in dezelve de Edel Achtbare heeren Burgemeester en Wethouders, benevens de Wel-Ed. heer Secretaris, de heer Schoolopziener, en de heeren leden van de Plaatselijke Schoolcommissie, terwijl de leerlingen, ter getale van omtrent 200, reeds irt de school waren vereenigd. Na het zingen van eenige toepasselijke regelen door sommigen der leerlingen, heeft de Wel-Eerw. lieer J. G. Veltman, als President der Plaatselijke Schoolcommissie, in eene korte rede over het doel en het hooge belang dezer inrigting gesproken, vervolgens dank betuigd aan heeren Burgemeester en Wethouders, aan den heer Schoolopziener en aan zijne medeleden voor de medewerking tot het daarstellen dezer stichting, en eindelijk den hoofdonderwijzer H. van Helden en de overige onderwijzers aangespoord, om getrouw te blijven en in ijver te Volharden, en de leerlingen vermaand, om hetvoorregt, dat hun geschon ken wordt, op den waren prijs te schatten, en zich te onderscheiden door braafheid en vlijtom eenmaal alzoo waardige burgers te kunnen worden van het Vaderland. Door onderwijzers en leerlingen werd het overige van den dag aan eene gepaste vreugde gewijd. Uit Nijmegen meldt men van den 4 April: Eergister morgen, ten 9 ure, passeerde alhier Z. Exc. Baron Fagel, Mi nister van Staat, komende van's Gravenhage en gaande naar Parijs. Heden middag ten 12 ure passeerde alhier de Staatsraad d'OIieslaeger Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, voorzien van depêches, komende van 's Gravenhage en gaande naar Berlijn en Weenen. RUSLAND. Voor eenige dagen hebben wij gemeld, dat een berigt uit Petersburg me dedeelde, dat men aldaar meende, dat de winter reeds voorbij was en de lente aankwam; thans schrijft men uit die plaats van 22 Maart, dat er wederom ieene hevige koude heerschtereebenende de schaal van Fahrenheit 22 a 24 gra. ideb vorst. Er is te Petersburg geene spraak van eene reis der Keizerlijke famielje in Augustus aanstaande, naar Duitschland, hetwelk een dagblad had mede gedeeld. iPrins Katél Van Pruissen zou in het begin van April naar Berlijn terugkeeren. SPANJE. Bcrigten over Parijs van den 2 April. -Uit Madrid meldt men van 26 Maart: Weldra zullen aan het hoofd van alle de Ministeriel] Staatslieden staan, die deze betrekking slecht tijdelijk en voorloopig waarnemen. De Graaf Alm', de-arMinister van Ooilog en tijdelijk met de portefeuille van Buitenlanu. scbe Zaken en het Voorzitterschap van den Raad belast, is ziek geworden- De heer Infantetot dusverre militair Bevelhebber var, Madrid, zal dien ten gevolge alweder tijdelijkdeze beide Miuisterien en het Voorzitterschap van den Raad waarnemen. Nog is deze dubbele of. driedubbele last niet eens zwaar te noemenwant onze Ministers rigten niets uit. De Minister de Mendizabal beheert eene ledige schatkist; de Minister van Oorlog bestuurt een leger, voor welks verzorging niets gedaan wordt, en de Minister van ginnenlandsche Zaken kan slechts met zeer veel moeitein een land, alwaar het hoofdbestuur meer en meer alie werking naar buiten verliest, met de gewestelijke Overheden, die'aan zijn gezag heeten onderworpen te zijn, eenige briefwisseling onderhouden. Men spreekt hier veel van den uitdagings- brief, dien het lid der Coites Rufino Carrasco aan dezen laatsten Minister, den heer Lopez heeft toegezonden ten gevolge van hunnen twist in eene openbare zitting der Wetgevers; bij welken twist de Ministers voor het be ginsel van de oppevmagt des volks en de heer Carrasco voor het Koninglijk gezag streed. De heer Lopez weigert, om een tweegevecht te houden, doch heeft, zoo men verzekert, aan zijnen tegenstander voorgesteld, om zich gezamenlijk naar het noorder leger te begeven en aldaar wederzijds tegen de vijanden des vaderlands van hunnen moed blijken te geven. Verder zou het halfjaar der binnenlandsche schuld, naar men zegt, niet betaald worden, maar men zou tot verschooning opgeven, dat het loopende halfjaar nog niet voldaan is geworden. De Gazette de France bevat: Er is spraak van een ontwerp der Christinos om de Carlisten aan te val len, hetwelk thans op Irun en Fontarabie zoude geschieden; het Engelsche smaldeel, onder bevel van Lord John Hay, zoude met zijne artillerie die beweging ondersteunen. Het vervoer van ettelijke stukken gesehut naar het bruggehoofd van Behobia, hetwelk met autorisatie van het Fransche Gou vernement is geschied, zet eenige waarschijnlijkheid bij aan dit, den Chris- tinos toegeschreven ontwerp. De bisschop van Pampelunadie in December van het vorige jaar, terwijl hij met de benden van Cabrera de Ebro wilde overtrekkendoor de Christinos gevangen is genomen, is door eene Regtbank te Logrono ter dood veroordeeld. Hij is van deze uitspraak in hooger beroep gekomen, doch heeft zich te gelijk aan de Koningin-Regentes gewend, die, zoomen ge looft, hem verzachting van straf zal verleenen. Berigten over Parijs van den ^den April. Men leest in het Memorial de Bordeaux van 30 Maart: De brieven van de grenzen zijn thans van geen aanbelang; onderinsschen kondigen zij eene daadzaak aan, het is, dat Espartero den 24sten zeer geruit te Dnrango was: hij heeft deze plaats voor eenen aanval verdedigd en er levensmiddelen en artillerie in geplaatst. Irribaren had de-Carlisten stellig geslagen, toen hij zich onder de muren van Pampeluna terug trok en in dit gevecht hebben diï manschappen van het vreemde legioen wonderen van dapperheid verrigt. Wat Evans aangaat, hij moet den 28sten de ge'neele Carlistische linie van Ifun tot Fontarabie aantasten. De Engelsche Marine moet hem hulp verlee nen; maar men geloofde, dat deze Generaal de terugkomst van een Engelsch Hoofd-officier wachtte welke heiast was óm zich met Espartero overeenen aanval op drie punten te verstaan. Bij het vertrek van den renbode verwachtte mefi van nur tot uur de her vatting der vijandelijkheden. De Carlisten zien de toekomst niet zonder ongerustheid in. Men leest dezen avond in het Charte van 1830 de volgende telegraphi. sche depeches: Bayonne. 1 April 1837. De Infant Sebastian is heden te Trnn met 6 bataljons aangekomen. Twee bataijons hebben zich naar Croix-Levée begeven, om de Carlisten te obser veren en ons grondgebied, in geval van aanval, te doen eerbiedigen. Espartero is te Bilbao, Evans te San-Sebastian en Saarsfield te Pampeluna. Bayonne, 2 April 1837. De Infant Sebastian is naar Tolosa terug gekeerd, 11a de werken van Ir fin en Fontarabie onderzocht te hébben; hij heeft 5,000 man van Irun naar Oyarznn geplaatst. De Bevelhebber en 5 officieren van het eerste Engelsche regiment ziin, op bevel van Evans,Jvastgezetzij staan onder de beschuldiging van in het gevecht van Hernaniontiiding en in wanorde te zijn teruggetrokken. Zij zuilen voor eenen krijgsraad worden gesteld. Van den 20 Maart wordt uit Valencia geschreven dat het Spaansche Gouvernement op alle Sardinische schepen embargo gelegd heeft. De Cortes hebben te Madrid hunne zittingen moeten staken, daar meer dan 60 leden door de griep waren aangetast. Vijf Ministers zqn van de zes bedlegerig. Berigten over Parijs van den 4 April. Men schrijft van Bayonne 30 Maart: Het Carlistisch bulletin omtrent het gevecht van Zornosa is eindelijk in de volgende bewoordingen verschenen: De vijanden, onder bevel van Espartero, de aankomst van Z. K. H den Infant Don Sebastian vernomen hebbende, met zijne overwinnende bataljons hebben hunnen terugtogt op Bilbao ondernomen. Zij hebben te Zornosa nacht verblijf gehouden, ten einde tiid te laten om hunne zieken op wagens géfi. ten en eenige buit in de naburige dorpen gemaakt, in veiligheid te brengen. Zij hebben Zornosa dezen morgen te 10 uren verlaten. Hoewel de,troepen, onder bevel van Z. K. H. hen niet hebben kunnen bereiken, hebben ecjiter de Generaal Ooni en twee Brigadiers ben afbreuk gedaan hunne srriiddrift was zoo groot, dat zii onderscheiden bataljons hebben verstrooid, die hunife gekwetsten verlaten hebben. Ons verlies is van weinig belang.' Onze ba taljons blijven omstreeks Bilbao. Zornosa21 Maart. Joaguim Elio. De Sentinelle de Bayonne geeft al de schuld van de nederlaag van Evans en den terugtogt van Espartero en Saarsfield aan de onbekwaamheid der officieren. De Afgevaardigdenzegt dat blad. die afgezonden waren, om het gedrag tan die Generaals gade re slaan, heulen met hen; zoodar ook d,it middel, om de zaken in het Noorden van Spanje te verbeteren, niets zal baten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1