met een gevoelig hart bedeeld, kan doen bevèn. Mitlioenen menschenzullen op u de hoop van hun geluk doen rusten, en ondertusschen zult gij u menig maal in de onmogelijkheid zien, oin aan meningen bijzonderen vvensch te kunnen voldoen. Men zal misschien uwe verheffing benijden, in het oogen- blik zelve, waarin gij, alleen met uwe tranen en in het geheim in iiw ver trek opgesloten, deze waardigheid, die voor uw geluk zoo noodlottig is vervloekt. Ten allen tijde zijn de Koningen te beklagen geweest; maar tegen, wooiriig vooral is het, dat alles schijnt zaam te spannen, om hen ongelukkig ■te maken: men ontneemt hun met geweld de liefde des volks, eenige beloo ning, welke God op aarde voor hunne moeiten beloofd beeft, eindelijk legt men lagen tegen hun levenzij vallen onder den dolk van eenen moorde naar, terwijl de ellendigste bedelaar zijn leven in zekerheid onder de be scherming der wetten doorbrengt. Maar ecne groote ziel moet zich boven de ondankbaarheid der menschen verheffen; door hun ongeluk hebben de Vorsten eenen rang in de geschiedenis gekregen; zij moeten van hunne eeuw nooit regtvaardigheid verwachten; de nakomelingschap alleen is het, welke zij voor regter moeten kiezen. Deze grondbeginselen, mijn dierbare zoon, zijn voor u niet nieuw; ik heb mijn laatste uur niet afgewacht om u dezelve te doen hooren, en ik sterf in het bewust zijn van u dezelve door mijn eigen voorbeeld nog ineer te hebben geleerd." De Colonel Gustavson, voormaal Gustaaf IV, heeft zelf gedurende zijn 'verblijf te Leipzig verklaard, dat deze woorden waarheid waren. Uit het Badenscbe meldt men van 25 Maart: Sedert de vrije Rijnscheepvaart, ten gevolge van het in een mercantiel opzigt zoo hooggetvigtige besluit van het Weener Congres, in werking is gekomen, heeft men in de nabij Zwitserland gelegen Freistadter haven nog geen Hollandsch vaartuig zien aankomen, waaruit men wilde besluiten, dat de groote Hollandsche schepen niet vöor de vaart op die haven geschikt waren. Thans echter heeft de ondernemende Rotterdammer beurtschipper H. C. de Haas dien twijfel zoowel in het belang als tot vreugde van handel en scheepvaart opgeheven, daar hij in het laatst van Februarij te Rotterdam in zijn 120 voet lange en 22 voet breede schip, de Vereeniging, eene regt- streeksche lading voor de Freistadter haven heeft ingenomen, en aldaar reeds den 22Sten Maart behouden is aangekomen. Van B.raunfels wordt van den 20 Maart geschreven: Het Vorstelijk Huis Solms-Braunfelsis heden door het overlijden van den regerenden Vorst (Vilhelmin den diepsten rouw gedompeld. Hij stierf heden, na langdurig ligchamelijk lijden, aan de gevolgen van krachtenverval in zijn 79ste levensjaar en in het 54ste zijner regering, in welke hij opge- volgd is door den thans regerenden Vorst Frederik-lVilhelm-Fcrdinand. EeA Pruissisch blad deelt uit Brussel den volgenden brief mede: Bij het oprijzen van donkere wolken aan den staatkundigen gezigteinder van het westelijke Europa, waar, in Spanje en Portugal, regeringloosheid» geweldadlgheden van allen aard en burgeroorlog eenen heilloozer. toestand te weeg brengen; waar zelfs in het naderliggende Frankrijk de strijd der partijen, welke men schier verzoend waande, met nieuwe verbittering her leeft, waar de Regering van alle kanten wordt benaauwd, de wetten bespot ■en geschonden worden, en alwaar instellingen, die bestemd waren om de maatschappelijke orde in stand te houden, door verwarring van begrippen en grondbeginselen straffeloos tegen dezelve dienen; bij zulke bedenkelijke ken. teekenen laat het zich begrijpen, dat de Hollandsche Regering het gelief, koosde denkbeeld eener restauratie in Belgie niet slechts niet zal opgeven, maar met des te meer vertrouwen daarbij volharden. Zoo laat zich dan ook ver klaren, waarom in de jongste verhandelingen der Hollandsche Staten-Gene- raal, de taal der Ministers, opzigtelijk het Belgische vraagstukvijandiger luid. de, dan in de vorige jaren. Opmerkenswaardig is het nogtans tevens, dat in de Tweede Kamer dier Staten-Generaal de oppositie tegen de verdere aan. vraag der Regering voor het budget van oorlog twintig stemmen teldeeen getal, dat sedert de gebeurtenis van 1830 nog nooit is waargenomen; nog slechts weinige stemmen waren toereikend geweest om de meerderheid naar de zijde der oppositie te doen overslaan, en alzoo aan de openbare meening -in Holland, welke eene minnelijke vereffening begeert, eene onberekenbare kracht te geven, die door het Gouvernement zeer wel in aanmerking zoude moeten zijn genomen. In de laatste tijden is van verschillende kanten ge sproken van het weder opvatten der onderhandelingen onder hemiddeling der groote Mogendheden, Wij gelooven niet dat Koning (Villem immer het onaf hankelijk bestaan van Belgie zal gedoogen. Evenmin echter zal denkelijk Belgie geneigd wezen om vele inschikkelijkheid tot het bereiken van dit doel te betoonen, want de provisionele gesteldheid, door de conventie van 21 Mei 1833 daargesteld, behaagt ous land te zeer, dewijl alle voordeelen aan deze zijde zijn. GROOT-BRIT ANNIE. Londen den 29 Maart. Van wege de Lords-Commissatissen van Zr. Ms. schatkist, is thans aan de gezamenlijke kooplieden dezer hoofdstad kennis gegeven, dat, in overeenstemming met de door den handelstand vroeger inge. leverde petitie, door hen bepaald en vastgesteld is, dat de bestaande belas ting van 1 sh. per pond thee met 1 April aanstaande voor alle verbruik in Engeland zal ophouden. Zr. Ms. zeemagf in West-Indie heeft wederom twee slavenschepen met 842 negers aan boord, buit gemaakt; zijnde het nu reeds tien schepen, met 3640 slaven, welke in die streken sedert eenigen tijd op het drijven van dien verfoeijelijden handel betrapt werden. Lord Lyndhurstde bekende voorstander der behoudende partij in het Huis der Lords, en onlangs door de Universiteit van Aberdeen tot derzelver Lord-Rector verkozen, is thans door een vier honderdtal der aanzienlijkste ingezetenen dier stad, even als vroeger Sir R. Peel te Edinburg, tot het bijwonen van een luistervol diner, te zijner eere te geven, uitgenoodigd. O'Connell is gedurende de Paasch-vacantie naar Dublin gereisd, en heeft daar het volk, door het houden van hevige redevoeringen, weer opgezet; het tegenwoordig Kabinet keurde hij goed. Binnen kort zal de jaarlijksche belasting, die hij van de bevolking van Ierland ontvangt, weder ingeza. meld worden. Men wacht te Londen het collossale standbeeld van Sesostris, hetwelk sedert duizende jaren de bouwvallen van Memphis versierde; hetzelve is voor het Britsche Museum bestemd. Het Comité van die inrigting heeft reeds bevelen in Aegypte gegeven, om dit gedenkwaardig overblijfsel der oudheid te doen overvoeren. F R A N K R IJ K. Parijs den 28 Maart. Op voorstel van den heer Lafitte, is in de Kamer van Afgevaardigden heden met eene groote meerderheid van stemmen beslo ten, om aan de Regering de mededeeling van al de stukken te vragen, welke in het rapport der Commissie over de zaken van Afrika en den mislukten togt tegen Constantine vermeld worden. Het zal echter te bezien staan of de Regering bier aan zal voldoen. Ook de Maarschalk Clausel ondersteun de het voorstel. Een groot aantal uit Spanje geweken Carlisten, is op dit oogenblik in de midden-departementen van Frankrijk vereenigd. In de onderscheiden plaatsen verdeeld, telt men er ongeveer 1500. De expeditie van den Generaal Bugeaud zal den roden April beginnen; die voor Constantine moet van Bona den isden Mei vertrekken, bijaldien op dat tijdstip aldaar alle de troepen zich zullen kunnen vereenigd hebben. Den 29 Maart. De Kamer der Afgevaardigden heeft heden, na een artikel verworpen te hebben, de geheele wet over het middelbaar onderwijs mét 161 tegen 132 stemmen aangenomen. Vervolgens heeft de Kamer, tel kens met eene overgroote meerderheid en Zonder discussie, goedgesremd het buitengewone crediet van 3,900,000 francs voor marine, voorts het uwtsont. werp, betreffende de oproeping van 80,000 man, en eindelijk het omwerp over het afstaan van de gronden en tuinen van het oude aartsMsschoppeliike paleis aan de stad Parijs. Opmerkelijk is het, dat dit faatsfè iVétsoiuvvem dat wegens het bekende protest Van den Aartsbisschop van Parijs nog 'al de aandacht tot zich getrokken had, tot geenerlei discussie heeft aanleiding gegeven, en dat, ondanks de verwonderde aanvraag des Presidents, niémand der leden het woord verlangde. Den 30 Maart. Zoo als men weet, heeft 'reeds 'eenige dagen het gerucht geloopen van eene verandering In het Ministerie; het tiagblad la Charte de 1830 had dat gerucht tegengesproken; thans leest nren daarover in het Journal des Débats het volgende: Wij willen slechts één enkel woord zeggen over hetgeen men de Minis teriele krisis noemt. Metterdaad schijnt thans eene deelswijze veranderin-r in het Ministerie van den 6 September noodwendig te zijn, en wij niei-ntu te mogen verzekeren, dat, wel verre van tegen de nieuwe wijziging hinder palen te willen opwerpen, de Minister van Binnenlandsche Zaken, mot eeuen hem tot eere verstrekkenden ijver, de voltrekking daarvan bevordert. In eenen brief, heden ten 4^ ure uit Parijs verzonden, wordt gemeld:. Na de beurs verhaalde men, dat het Ministerie bepaaldelijk was georga niseerd; zelfs wilde iemand, die gewoonlijk goed onderrigt is, drie tegen eeu wedden, dat al de nam'en, weike men noemde, morgen in den Monitcur zouden verschijnen. Zie hier dezelve: de heeren Guizot, Minister van Bin- nciilandsche Zaken en President van den Raad; de Remusatvan Openbare Werken en Koophandel; Duvergier de Hauratme, van Openbaar Ouderwijs; Dumcn, van Financien; Sebastiani, van Buitenlandsche Zaken; de heeren Pei'sil, Bernard en de Rommel, zouden hunne portefeuilles behouden. Som migen noemden eenige andere namen; bij voorb. den heer Martin dd Nord, Openbare Werken; Sebastiani, President van den Raad; hebbende de heer Guizot het officiële Presidentschap van de hand gewezen» Ook zeide men, dat de heer Bernard het Departement van Oorlog slechts zoude waarnemen gedurende de expeditie van den Generaal Bugeaud, die hem vervolgens in het Kabinet zoude komen vervangen. Men beschuldigde het Kabinet van den 6 September, dat het te hevig was, maar de tegenwoordige zamenstel- liug belooft een veel heviger Kabinet. Op een der laatste avonden van Februarij II. w.aren de liefhebbers van het schaakspel te Parijs bij geslotene brieven zamengeroepenom bij een wedstrijd des geestes tegenwoordig te zijn. Men zag er Pairs, Afgevaardig. den, Generaals, Colonels, GelecterdenFabrijkantenja Ministers verschijnen. Men wist, dat de heer de Labourdonnaisde Napoleon vah het schaakbord, onlangs eene gedenkwaardige partij had gespeeld met den heer Jouy, en met den rug naar het spel gekeerd, den Akademist roemrijk had overwonnen. Ditmaal had eerstgenoemde de handschoen toegeworpen aan twee geduchte tegendingers, de heeren Bonfil en Lècrivain, en aangenomen hen te over winnen, zonder een oog op het spel te slaan enkel door de hulp van zijn weergaloos geheugen en de wonderbare kracht der berekening» De slag werd geleverd op eene biijard-tafel. Twee schaakborden waren aan de einden van het groene kleed geplaatst; Bonfil en Licrivain zaten op hunnen post. De Labourdonnais zette zich geneel afgezonderd in een hoek, met het aangezigt digt .tegen den wand en den rug naar de schaakborden gewend. De aaiischouwers omringden het biljardterwijl de laatst aange- koraenen zich op eene driedubbele rij van armstoelen geplaatst hadden. De partijen hebben anderhalf uur geduurd; niets was in staat de aandacht van de L. van zijne ondoorgrondelijke berekening af te trekken, of zijne gedachten te verwarren onder de ontelbare verzettingen der stukken, die elkander tot in het oneindige kruisten. Zelfs kan men niet zeggen, dat de vergadering die volstrekte stilte bewaarde, welke zulk een spel schijnt te gebieden; want, terwijl sommige hunne geestdrift bij den een of anderen geestigen zet niec konden bedwingendwong een overblijfsel der griep ande ren van tijd tot tijd te hoesten. Doch niets vennogt de onwrikbare aandacht van den schakenden worstelaar te storen. Moeijelijk was toch intusschen eene algemeene uitbarsting van geestdrift te onderdrukken, toen deze uit zijnen hoek, een zijner tegendingers lagchend verweet, dat hij hem het mat der Koningin verzweeg, en dit op een oogenblik, toen de stukken zoo ver. ward door elkander stonden, dat men aan de herinneringskracht van den heer L. zoude gewanhoopt hebben. De twee partijen zijn door den heer Labourdonnais gewonnen. Geene woorden kunnen de opgetogenheid der aaiischouwers uitdrukkentoen deze dubbele zege voleind gd was. Vier salvo's van het sterkste applatidisseinenc verwelkomden het laatste mat door den overwinnaar toegebragthij werd in zegepraal rondgeleid. De bewondering en de vervoering waren zoo buiten, gewoon groot, als of men een wonderwerk aanschouwd had. Er zijn ter stond brieven afgezonden, om deze groote nieuwstijding aan de'klubs van Berlijn, Weenen en Westminster over te brengen. MENGELINGEN. De P R A D T, Dominique Dufour de Pradt, wiens dood wij thans in de dagbladen le zen, werd in 1759 te Allanches in Auvergne geboren. Bij het uitbarsten der Fransche revolutie, was hij Groot-Vicaris des Kardinaals, Aartsbisschop van Rouaan, de Larochefoucaultzijn oom, en werd door de geestelijkheid van Normandye tot Afgevaardigde bij de Staten-Generaal van 1789 benoemd, in welke betrekking hij, den hevigen omwentelings-geest vijandig, slechts korten tijd, en zonder veel opzien te baren, bleef. Hij teekende de pto- testatie van 1791 en week daarna naar Hamburg uit, alwaar hij tot den 18de Brumaire jaar 8 (9 Nov. 1799) bleef, en middelerwijl in nieuwsbla den en vlugschriften de nieuwe regering zijns vaderlands hevig bestreed. Men séhrijft algemeen hem, de in dien tijd verschenen en gerucht gemaakt hebbende werken, toe, genaamd: PAntidote au Congris de Rastadt, en een ander, niet minder opmerkenswaardig door de juistheid en ongedwongen heid der denkbeeldengenaamdde la Prusse et de sa Netttralifl. Napoleons snel opklimmen lokte hem weder naar Frankrijk; hij verkreeg de toestemming tot terugkeer, gaf in 1802 uit: les Trois Ages des Colonics in welk werk men, al wat Raynal goeds geleverd heeft, vindt, met weg lating van de redekavelingen van het philosophismns. Hij gaf vervolgens eene verhandeling over den landbouw in Frankrijk gedurende de revolutie en daarna eene landbouwkundige reis door Anvergne uit. In 1804 aan Napoleon, door mevrouw de Larochefoucault, zijne bloedver wante, voorgesteld zijnde, werd hij door dezen, die den geleerden ,en geestigen man schatte, tot zijnen eersten Aalmoezenier benoemd, en-woon. de in die hoedanigheid zijne krooning bij. Hij werd vervolgens met het Bisdom van Poitiers begunstigd, dat 40,000 francs fsjaars gafén dOOr Paus Pius VU, den 2 Februarij 1805, te Parijs gewijd; daar hij echter tevens zijne post van Aalmoezenier had behouden, vergezelde hij tien'Keizer nfar Milaan, toen deze als Koning van Italië werd gekroond» rén Jater tiaar Bayonne. In 1809 werd hij officier van het legioen van eer en Aartsbisschop van Mechelen; de Pausselijke inwilliging daartoe, die Napoleon toescheen in te trotsche bewoordingen vervat te zijnWerd teruggezonden en kwam., daar dadelijk hier (1812), de Pradt den Keizer naar Dresden vergezelde en van daar naar Warschau als Gezant vertrok, niet weder terug. In Warschau laadde de Pradt zich Napoleons ongenade op den hals, en moest zich haar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 3