a0. 1s37. h e ydsche oura t. nederlanden. duitschland. WOENSDAG, .^smmskk^mm. aa MAAR T. 5' r,L>O0- KONINGL1JKE AKADEMIE van BEELDENDE KUNSTEN te AMSTERDAM t)e Raad van Bestuur der Roninglijke Akademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam; Gelet op art 19 van het Koninglijk Reglement.voor deze Akademie, van den 13 April 5817, betrekkelijk bet houden van eenen Wedstrijd naar den grooten Prijs; Geeft mits dezen aan de belanghebbenden openlijk te kennen i°. Dat er een Wedstrijd wegens den tweejarigen grooten Prijs, aan de Akademie voor meld alhier, dit jaar zijn zal, en dat dezelve geopend zal worden op Maandag den listen Mei 1837 aanstaande, in het Lokaal van voormelde Akademie, des morgens ten 9 ure precies. 20. Dat het vak, waarin gemelde Wedstrijd dit jaar plaats zal hebben, is dat van Bouwkunde. 30. Dat deze groote Prijs., door Zijne Majesteit zoo goedgunstig toegestaangelegen is in het genot, gedurende vier jaren, van een Pensioen van Twaalf Honderd Guldens welk Pensioen aan de Beoefenaars zal verstrekken, om gedurende vier jaren hunne stu diën in Jtalie of elders voort te zetten. 40. Dat niemand naar dezen grooten Prijs zal kunnen mededingendan die in dit Rijk geboren of van Nederlandsche ouders is, en gedurende het laatste jaar aan de Akademie alhier of op eenige andere Akademie of'School binnen dit Rijk, is onderwezen. 5°. Dat de mededingers zich zullen moeten onderwerpen aan alle zoodanige bepalingen en voorschriften, als de Raad van Bestuur, tot behoud van goede orde en der strikste onzijdigheid, gedurende den Wedstrijd noodig raogt oordeelen. 6°. De mededingers zijn verpligt vóór of op den 1 sten Mei eerstkomende, schriftelijke opgave te doen van hunne namen en woonplaatsen, en daarbij de noodige bewijzen van geboorte, studiën, enz., in te zenden bij den Secretarisaan het Lokaal der Akademie. Amsterdamden 28 Februarij 1837. F. van de POLL, Hoofdbestuurder en Voorzitter J. de VRIES, Secretaris. Leyden den 2isten Maart. Men meldt uit 's Gravenhage van den ipden dezer: Zijne Maj. de Koning heeft aan onderscheiden personen te Mijnsheeren- land en Goeree, wegens toegebragte hulp aan 's Rijks transportvaartuig Bato, schipper Flamand, bij gelegenheid, dat het op zijne terugreis van het Spui naar llellevoetsluis door den hevigen storm van den 25 December jl. is overvallen, geldelijke belooningen doen uitreiken. Z. Exc. de Minister van Staat, belast ad interim met het bestuur der financien, heeft, onder dagteekening van gisteren, bekend gemaakt het be- rigt eener negotiatie tot te geldemaking van losrenten, rentende 5 pCt., ten laste van 's Rijks Overzeesche Bezittingen, volgens de wetten van 11 Maart jl. De inschrijving is geopend voor 19,000 aandeelen ieder groot ƒ1000, ren tende 5 pCt. Het genot der rente begint 1 April 1837. Ue betalingen zullen moeten worden gedaan in geld of bankbiljetten, in vier gelijke ter. mijnen, 30 April, 20 Julij, 10 October en 10 Januarij. Tot den verschijn, dag van den laatsten termijn zal ieder deelnemer bevoegd zijnom bij elk aandeel-, nadat daarop de twee eerste termijnen zullen zijn gefourneerd, met eene bijlage van ƒ70, inteleveren eena obligatie van 1000 rentende 4 pCt. afgegeven volgens de wetten van 24 April 1836, om daarvoor te bekomen eene losrente tegen spCt. De inschrijving kan geschieden den 10, 11 en 12 April aanstaande. Naar men verneemt, heeft de Wei-Eerwaarde heer Ds. H. P. Timmert VerhoevenTheologia: Doctor, Predikant te Hoorn, het beroep bij de Ne- derduitsche Hervormde Gemeente alhier, aangenomen. Uit Haarlem meldt men van den 10 Maart: Op heden is alhier geopend de door het Departement Haarlem der Neder- landsche Maatschappij ter bevordering der nijverheid, aangekondigde winter tentoonstelling van bloeijende planten en gewassen. De twee premien, uit. geloofd voor de bloeijende dubbele Dahlia en Datura rIrboreahebben niet kunnen worden verleend, maar de heer E. H. Krelagebloemist aan den Kleinen Houtweg alhier, heeft de zilveren medaille verworven voor het door hem gezonden zestal bloeijende Amaryllissen. De fraaije schikking van een aantal meest bloeijende planten levert een goed geheel op, en de zelve worden door kenners, zoo wel als door liefhebbers, met genoegen beschouwd. Den isden dezer is te Waddinxveen met groote plegtigheid de eerste steen gelegd van het nieuwe kerkgebouw der Hervormde Gemeente. -Uit Utrecht meldt men van den 19 Maart: Den iöden dezer werd door den aftredenden Rector der Hoogeschool, den hooggel. heer .7. L. C. Schroeder van der Kolk, de Rectorale waardigheid overgedragen aan den hooggel. heer L. G. Vissclier, na het houden eener plegtige redevoering: De debita curainfaustam Maniacorum sortem emendandi eosque tanandiin nostra patria neglectadat is: Over de verwaarlozing in ons Vaderland der vereischte zorg ter leeniging van het ongelukkig lot der krankzinnigen, en ter genezing van dezelve. Tevens zijn aan de schrijvers der bekroonde prijsverhandelingen de gou den eerepenningen uitgereikt, zijnde deze toegewezen, door de Faculteit der Letterkunde aan den heer .7. G. HullemanPhil. Theor. et Litt. Hum. Cand., cn door de Faculteit der Wis- en Natuurkunde, wegens de Zoölo. gische vraag, aan den heer H. Verloren, Jur. Cand., beide Studenten dezer Hoogeschool; terwijl door de genoemde Faculteiten aan de heeren B. .7. Lintelo de Geer, Phil. Theor. et Litt. Hum. Cand. alhier en P. H. .7. Wel. lenbergh. Med. Stud, te Leyden, en door de Theologische Faculteit aan den heer E. Roelants, Theol. Stud, te Groningen, vereerende getuigschriften zijn toegekend, welke laatste echter door ziekte verhinderd is geworden, bij de plegtigheid tegenwoordig te zijn. Tot Secretaris van den Akademischen Senaat voor het volgende Akademie- jaar is benoemd de hooggel. heer R. van Rees. De plegtigheid van dezen dag werd met eene serenade door HH. Studen- ten. besloten. Van Annerveen, in Drenthe, meldt men hetgeen volgt: In den nacht van den u Maart, omstreeks half 3 ure, ontdekte men ge lukkig en toevalligerwijze een' moedwillig ontstoken brand aan den buiten kant hoven de zwikstelling onder aan het dak van den koren- en pelmolen van B. Huhbling, te Spijkerboor, gemeente Anloo. Schrikwekkend en ont stellend was het onverwacht ontwaken der buren en van den eigenaar uit hunnen genisten slaap; maar door kloeken moed en tegenwoordigheid van geest is men den brand, die zich reeds in eene lichtelaaije vlam vertoonde, meester geworden. Men verneemt, dat de eigenaar eene aanzienlijke be- looning door het Gemeente-Bestuur heeft laten uitloven aan hem, die gron- dig?" aanwijzing van den dader dezes feits kan doen. RUSLAND. Uit Petersburg wordt van den 8 Maart het volgend berigt uit Mitaü Be kend gemaakt Terwijl de Zuidelijke landen dezen winter als onder de sneeuw begraven zijn geweest; terwijl de berigten uit Span]e, Portugal enz. de bladen opyul- len met vermeldingen van buitengewone koude; terwijl men zelfs in Noord- Afrika den winter begint te kennen, hebben wij hier bijna geene sneeuw gezien; slecht eene dunne ijskorst, die eene redelijke baan voor de sleden leverdeheeft den grond bedekt. Overigens is ook de vorst zeer weinig streng geweest, zoodat men dezen ganschen winter onder de zachtere kan rekenen. I11 binnenlandsche geschriften is reeds voor 10 en 20 jaren de op merking gemaakt, dat ons klimaat van deszelfs gewone natuur begint af te wijken. De oude, in de almanakken opgenomen aanwijzingen van de tijd perken voor den landbouw, dienen ons bij de vervroegde voorjaren niet meer. Nog in het vorige jaar begon op vele akkers het ploegen reeds in de maand van Maart. Volgens de Russische dagbladen is Nieuw-Novogorod het entrepót voor den koophandel van Europa en Asia gewordensedert Keizer Alexander de beroemde jaarmarkten van Makariew derwaarts heeft doen overbrengen. In 1826 werden te N. Novogorod ter waarde van 48 millioen roebels, en iri 1836 reeds voor 119 millioen aan waren gebragt. Aldaar komen in Rusland parels, Oostersche stoffen, porcelein, thee, droogerijen, paarden, enz. Vandaar worden uit Europa naar Azia gevoerd, laken, kristal, spiegels, wapenen, enz. Nieuw-Novogorod is thans in Rusland de stad bij uitne mendheid. m05cou is de stad der boijaards van de oude rots. Petersburg is het middelpunt der Russische beschaving, Archangel is het depót, al waar de rijkdommen van het noorden gebragt worden. Odesm bezit den handel in het Oosten; Riga is de beste haven aan de Oostzee; Kiew, bet monument van het geloof; Oud-Novogorod, de stad de ruïnen. Deze, met Kazan en Astrakan, zijn de voornaamste steden van Rusland. Nieuw-No vogorod is echter de wieg en bakermat der Russen en thans eene hunner voornaamste handelplaatsen, Keizer Nicolaas heeft er de laatste jaarmarkt bezocht en er vele verbeteringen en verfraaijingen bevolen; onder anderen; het aanleggen van een gebouw op een hoogte, alwaar men de zamenvloei- jing der rivieren de Wolga en de Oka kan bezigtigen. Ook is er een kanaal aangelegd, om de goederen van de markt in die rivieren te brengen. De Wolga voert vandaar eene onnoemelijke hoeveelheid goederen haar Astrakan en verder. De handel is er groot. Al wat het Oosten het kostelijkste be- zit, het Westen het prachtigste heeft voortgebragtvindt men hier opeen gestapeld. SPANJE. Berigten over Parijs van den 17 Maart. De Fransche Moniteur deelt nog geene nadere berigten van het tooneei van den oorlog mede; alleen geeft hij het slot van de eergisteren door hem medegedeelde telegraphische depêche ophetgeen alleen in de woorden te Guernica bestond, zoodat het eind van die depêche moest gelezen worden Espartero is den nden te Dnrango binnengerukt. Eene zijner colonnes heeft 500 krijgsgevangenen te Guernica gemaakt. De Moniteur zegtdat dit slot bij vergissing is achte'gelaten. Van eene Carlistische zijde heeft menomtrent de voorgevallen operatie der Christinos, het volgend berigt uit Vera van den i2den De omwentelitigsgezinden hebben den ïoden des morgens voor vijf ure, de krijgsbewegingen niet eenen aanval op het dorp Lezo nabij Los-Passages begonnen. Die aanval was slechts geveinsd; toch zijn zij door een bataljon uit Guipuzcoa ik meen het 8ste met nadruk afgeslagen. Weinige oogen- blikken daarna is eene colonne van 7 of 8000 opstandelingen (ChristinosJ op Amezagana aangerukt, alwaar slechts eenige ontwapende verschansingen be stonden. Zij waren door 6 of 7 compagnien van onze vrijwilligers bezet die dezelve tegen zulk eene aanzienlijke overmagt niet kunnende verdedigen, zich gehaast hebbenom ze te ontruimen. Vervolgens is het gevecht zeer levendig geworden de omwentelingsgezinden rukten tot tusschen Astigarraga en Oyarzun voort, doch werden bij herhaling door aanvallen met de bajonet teruggedreven. Het vuur heeft tot zeven ure des avonds voortgeduurd. De opstandelingen hebben zieh te Amezagana gehandhaafd. Gisteren, den uden dezer, zijn zij geheel werkeloos gebleven. Hun verlies is, zoo men zegt, zeer aanzienlijkhet onze bestaat uit 400 dooden en gekwetsten. Onder de dooden behoort de Bevelhebber van het 3de bataljon uit Guipuzcoa. De' Brigadier Vargas, de Bevelhebber der 2de brigade Iturriaga en twee andere bataljons-Oversten zijn, naar men verzekert, aan onze zijde gekwetst. Men' zegt, dat heden onze linien ernstig zullen worden aangetast, en dat ook bij Lecumberri, aan de zijde van Pampelunaeen aanval zal plaats hebben. Berigten over Parijs van den 18 Maart. De Fransche Moniteur deelt de volgende telegraphische depêche mede: Bayonne. 17 Maart. Generaal Evans heeft den isden. na eenigen wederstand van de Carlis- tende Venta van Hernani bemagtigd; hij heeft 4 stukken kanon veroverd en slechts 200 man gekwesten gehad. Espartero bevond zich den i5den te Eybar, op de grenslijn van Guipuzcoa. Saarsfielddie door de sneeuw is overvallen, is den leden te Gataza niet ver van Pampeluna terug gekomen, na een klein voordeel behaald te hebben. Don Carlos bevindt zich te Tolosa, en de Infant Don Sebastian met jo ba. taljons tegenover Saarsfield Uit deze depêche blijkt, dat Evans wederom verder is opgerukt.Uit het Carlistisch hoofdkwartier van Andoian van den 11 Maart heeft men een bulletin ontvangen, hetgeen de bijzonderheden van het gevecht met Evans, zooals dezelve reeds bekend zijnopgeeft, maar het verlies van de ziide van dien Generaal op 2000 man stelt; weinig Engelschen hadden zich in den slag gemengd alleen bezig zijnde met Congrevische vuurpijlen af te schieten. Het bulletin roemt zeer het gedrag der Carlistische troepenwelke onder anderen een punt elfmaal verloren, maar ook wederom elf maien gewonnen hebbes en in het bezit er van gebleven zijn. Alaix en kodii zullen voor eenen krijgsraad gesteld worden. Berlijn den 16 Maart. Volgens berigten uit Oppeln, is de runderpest op nieuw in de nabijgelegene Oostemijksclie provinciën uitgebrokenwes-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1