A0. 1887. L E Y D S C fl E C 0 U R A N' T. MAANDAG, tt S 20 MAAR T. NEDERLANDEN. Leyden den ipden Maart. In onze vorige deelden wij een berigt uit het Algemeen Handelsblad mede, over het afbreken van de Haarlemmerpoort te Amsterdam, thans vinden wij in dat blad van den i/den dezer, hec volgende aan hetzelve ingezonden stuk: De redactie van het Algemeen Handelsblad worde mits deze beleefdelijk her innerd, dat de Haarlemmerpoort, waarvan zij in haar nommer van den i6den dezer de slooping schijnt aan te kondigen, in haren buitengevel met Romein- sche getalmerken het jaartal harer stichting op 1617 stelt, en alzoo geen pronkstuk der vijftiende eeuw kan geheeten worden, en dat van krijgskun dige gedenkteekenen in deze stad nog gebouwen aanwezig zijn, welker op- rigting tot eeuwen vroeger opklimt; als daar zijn de oude Sint Anthonies- poort, waarvan, volgens Wagenaar, I Deel bladz. 15, en Commelin bladz. 192 reeds in eenen brief van het jaar 1469 gesproken wordt en welke sedert 1617 tot eene Waag veranderd is. Voorts de Schreijerstoren, welks opbouw om trent 1480 gesteld wordt; de toren van de KloveniersDoelen, Swijght Utrecht, gebouwd in 1482; de Mont-Albaanstoren, waarvan reeds in 1537 melding gemaakt wordt, behalve nog de Regulierspoort van 1655 (in 1668 tot eene Waag ingerigt), de Leidschepoort van 1657, van welken tijd almede de Utrecbtsche- en Weesperpoorten dagteekenenwelke laatste omstreeks den zelfden tijd als de Haarlemmerpoort opgerigt zijn. Het bovenstaande zal wel genoegzaam kunnen bewijzen, dat de Haarlemmerpoort evenmin een bouwkunstig voortbrengsel der vijftiende eeuw kan genoemd worden, als welligt het eenig overgebleven pronkstuk' van krijgskundige architectuur. Men meldt uit 's Gravenhage van den 17 Maart: Gisteren avond is er weder bal bij Z. K. H. den Prins van Oranje gehouden. Naar men verneemt, zal door het Gouvernement, onverwijld, tot de uitschrijving van de leening der 24 miilioenen losrenten, worden overgegaan. Bij besluit van Zijne Maj. is eervol ontslagen de heer IV. Weissenbach Leeraar in de Hoogduitsche taal en letterkunde bij de Militaire Akademie te Breda, en in zijne plaats benoemd de heer H. Weissenbach, verblijf houden de aldaar. Naar men verneemt, zijn in de maand Januarij jl.door de Directie der koloniën van de maatschappij van weldadigheid, aan het Departement van Binnenlandsche Zaken, de jaarlijksche voordragten gedaan, tot ontslag van weezen, vondelingen en verlaten kinderen, alsmede die tot ontslag van be delaars-kolonisten. De eerste bevatte ditmaal 258 jonge lieden, te weten J22 jongens en 136 meisjes, geboren in 1817, of vroeger, welke, over het algemeen, geschikt kunnen worden geacht, om in de gewone maatschappij door de vrucht van hunnen, arbeid te bestaan, waarop velen reeds een stellig uitzigt hebben; welke dus, zoodra de magtiging tot hun ontslag zal worden ontvangen, zullen kunnen vertrekken; terwijl andere, die nog van geene geschikte plaatsing verzekerd zijn, in afwachting dat zij de gelegen, heid daartoe vinden, nog eenigen tijd in de gestichten kunnen blijven. Ten aanzien der zoodanigen, die men nog niet berekend beschouwde, om, op :Zich zeiven staande, hun onderhoud te verdienen, is door de Directie voor- -gesteld geworden, hun ontslag nog een jaar uit te stellen. De voordragt tot ontslag van bedelaars-kolonisten was wederom in vier afdeelingen gesplitst. De eerste afdeeling bevatte die, welke, minstens een jaar in de gestichten geweest zijnde, om goed gedrag en de som hunner oveiverdienstenaan spraak hadden om tot ontslag in aanmerking te komen; de tweede die, wel ke vóór het jaar 1831 zijn opgenomen, en derhalve in den loop dezes jaars zeven jaar of langer in de gestichten zullen zijn geweest; de derde die, wel ke niet in het geval waren van in eenige der andere afdeelingen te worden opgenomen, doch, om bijzonder goed gedrag, tot ontslag in aanmerking ver- dienden te komen; eindelijk de vierde afdeeling die, van welke het ontslag, om bijzondere redenen, bij deze gelegenheid een onderwerp van overweging moest uitmaken. In de eerste afdeeling waren 8, in de tweede 213, in de derde 12 en in de vierde 19 personen opgenomen, te zamen 252 hoofden, waarvan eerlang een groot gedeelte aan de groote maatschappij zal worden terug gegeven. De Directie heeft gemeend hen, die de gestichten met ont slag verlaten, en zich hier en daar om werk zullen aanmelden, aan alle men. schenvrienden, die hen in hunne pogingen bevorderlijk kunnen zijn, te'moe- ten aanbevelen, inzonderheid de weezen, op welke zij, als voedsterlingen der maatschappij, eene bijzondere betrekking gevoelt. Zij heeft hare opgave te dezen besloten met den wensch, dat zij allen wel mogten slagen en, dooreen werkzaam leven, nuttig voor het algemeen, en gelukkig voor zich zelvehet hunne toebrengen, om de vooroordeelen tegen de weldaden der kolonisatie, voor zoo verre er nog mogten bestaan, ten eenenmale tedoen verdwijnen. In 1836 heeft de oogst van den zuivel, in de koloniën der maatschappij, bedragen als volgt: koeijen. gewone koloniën van van 605 Ommerschans 195 Veenhuizen: iste gesticht 114 3de 139 Wateren10 pond. 30250. "737. 466Ó, 6774, 489, zijnde 50.00 van ieder. 60.19 33 40.93 5, yy 48.73 48.94 Te zamen 1063 539I<5> 50-72 of nagenoeg zoo veel van iedere koe, als in het jaar te voren verkregen is. Over het geheel heeft de oogst van 1836 veel meer bedragen dan die van 1835 en laat dezelve ook alle vroegere verre achter zich. De thans weder geheel opengestelde opneming van bedelaars in de koloniën der maatschappij van weldadigheid is geenszins beperkt moeten worden ten gevolge van de gerezen geschillen, zoo als dezer dagen onjuist gemeld is, maar alleen ten gevolge van de schade door den storm van den 29 November 11. aan het Bedelaarsgesticht en Ommerschans toegebragt. Tegen de maand April zal er eene stoomvaart tusschen Rotterdam en Hkvre worden aangelegd, welke in regtstreeksche verbindtenis zal staan met de stoombooten, die van laatstgenoemde stad naar New-York vertrekken. Tegelijk zal daardoor de gelegenheid worden geopend, om in 40 uren, van Rotterdam te Parys te komen. De vaart zal voorloopig slechts worden waargenomen door ééne stoomboot, Rotterdam genaamd, doch zoo de on derneming bijval vindt, zal eene tweede boot worden in dienst gesteld. Uit Amsterdam meldt men van den 16 Maart: Bij de heden alhier, in Zeemanshoopgehouden algemeene vergadering van stemgeregtigde deelhebbers in de Nederlandsche Handelmaatschappij was de opkomst, zoo van verre als. van nabij, wederom zeer aanzienlijk zelfs nog talrijker dan voor twee jaren, en mogt alzoo al dadelijk op nieuw van de algemeene belangstelling blijken. Omstreeks half één ure werd de vergadering door den President der Ne derlandsche Handelmaatschappij geopend, met eene aanspraak, waarin Ilij na eene gepaste herinnering aan ce zegeningen', door de Maatschappij in de laatste jaren genoten en in zulke ruime mate over onze gewigtigste nati. onale materiele belangen uitgestort, tot het doel dezer bijeenkomst kwam, het in den Raad der Maatschappij genomen besluit, namelijk, om deze al gemeene vergadering aan te schrijven, ten einde daarin eene nieuwe leening van 13 miliioen gulden voor te stellen, benoodigdgelijk hij aantoonde, niet tot- onzekere speculation of gewaagde ondernemingen maar ten gevoige van- de boven alle vroegere verwachtingen zich vermeerderende cultuur in onze Oost-Indische bezittingen, en der daaruit voortvloeijende aanmerke lijke uitbreiding van de solide en zekere winstgevende zaken der Maatschap, pijbenoodigdtot bestendiging en verhooging van den tegenwoordigen trap van bloei van onzen handel, van onzen scheepsbouw, van onze scheepvaart: en van ons fabrijkwezenbenoodigd, 0111 ook voor de deelhebbers het uit zigt op ruime dividenten te bestendigen; benoodigd eindelijk, om voor te komendat in vreemde handen overgahetgeen aan de Maatschappij behoort te verblijven. Ofschoon van den Vaderlandschen geest en van het gezond oordeel dezer vergadering geene verwerping van het voorstel kunnende ver wachten, meende hij echter ook den maatregel te moeten aanprijzen, door te wijzen op de noodlottige gevolgen, welke eene verwerping van denzel- ven noodzakelijk na zich zou slepen: aanmerkelijke inkrimping van de za ken der Maatschappij, afdaling van haar tegenwoordig hoog scandpunt van bloei en welvaart, kwijning, en kwijning tevens van alles, wat thans door haar bloeit. Ten slotte wekte de President met waardigheid de zamengeko- men deelhebbers op, om, als echte Vaderlanders, niet alleen den maatregel aan te nemen, maar ook om voor zulke groote Vaderlandsche belangen van hunne medewerking te doen blijken, door het op nieuw openen hunner kis ten; daarbij wijzende op de zekerheid dezer geldbelegging, zoo wegens het vaste kapitaal der Maatschappij, als uit hoofde van een reeds sedert verle den jaar in wezenlijkheid bestaande reserve-fonds van omstreeks 600,000, hetwelk dit jaar door eene nog aanmerkelijker in reserve weg te leggen som vergroot worden, en trapswijze dienen zal, om ongevoelig door inkoop onze leeningen op te ruimen. En daarmede onderwierp hij aan de beraadslaging en beslissing der vergadering het navolgend concept-besluit: De algemeene vergadering van stemgeregtigde deelhebbers in de Neder landsche Handel-Maatschappij Gehoord de gronden waarop, van wege de directie, het belang en de noodzakelijkheid is betoogd, eener tijdelijke vermeerdering van de tegen woordige fondsen der Maatschappij;^ Magtigt de directie tot het sluiten eener leening van dertien miliioen gu'l'den, tegen den intrest van vier en een half pCt. 's jaars, en losbaar voor den afloop van het charter der Maatschappij; onder verband, dat zij geen gebruik zal maken van de aan haar, bij het 7de der artikelen van overeen komst, verleende magt, tot vermindering' van het bestaande kapitaal van drie en twintig miliioen gulden, tot zoo lang deze leening niet geheel zal zijn afgelost." Na deze voordragt vatte de heer Staatsraad Cannemanals Commissaris voor de belangen des Konings, het woord op, verklarende door Z. M. ge- niagtigd te zijn om het voorstel te ondersteunen, en, onder eene zeer vlei - jende hulde voor de directie der Maatschappijde vergadering nog aandach tig makende op de waarborgen, welke niet slechts voor de deelnemers in de leening, maar ook voor de deelhebbers in de Maatschappij bestaan, noe- mende daarbij in de eerste plaats het toezigt, hetwelk door Commissarissen, als vertegenwoordigers der deelhebbers, met alle vlijt en naauwlettendheid op de handelingen der Maatschappij gehouden wordt, en van welke bemoei- jing tot heden, in de laatste jaren, steeds het gevolg is geweest de meest eenparige goedkeuring van de verrigtingen der directie. I11 de tweede plaats sprak hij ook, als van zeer wezenlijke waarborgen voor de deelhebbersvan de met de hooge Regering bestaande contracten over welke jaarlijks wordt afgerekend. Ten slotte uitte hij den wensch, dat de afloop dezer vergade ring een nieuw bewijs mogt opleveren, dat nog de spreuk: Eendraat maakt Manbij alle vaderlandsche instellingen de Nederlandsche leus blijft. Öp de daarop herhaaldelijk door den President aan de leden der vergadering gedane uitnoodiging om hunne bedenkingen, zoo die mogten bestaan, in het midden te brengen, door niemand het woord gevraagd zijnde, ging men ter hoofdelijke stemming over, en was daarvan de uitkomst, dat het voorstel met volmaakte eenparigheid van stemmenten getale van 185, door alle aanwezigen aangenomen werd. Eene uitkomst, welke op eene treffende wijze van den goeden geest dezer vergadering getuigde, en den President der Maatschappij, voor dit uitstekend bewijs van algemeen vertrouwen en welwillendheid, ook de hartelijkste dank zeggingen ontlokte; waarmede de waardige man deze, tot uitstekend genoe gen van alle aanwezigen afgeloopen vergadering, sloot. De Raad van bestuur der Koninglijke Akademie van beeldende kunsten te Amsterdam heeft aangekondigd, dat er op Maandag den 22 Mei, aan voor melde Akademie, een wedstrijd wegens den tweejarigen grooten prijs, in het vak van bouwkunde, zal geopend worden, en dat deze groote prijs be staat in een jaarlijksch pensioen van twaalf honderd guldenvoor den tijd van vier jaren, welk pensioen aan de beoefenaars zal verleend worden, 0111 gedurende vier jaren hunne studiën in Italië of elders voort te zetten. van den 6den tot den 13 Maart zijn er, over de binnenwateren, uit Holland in Antwerpen aangekomen, 2150 balen koflij, 15 baien katoen, 25 vaten loodwit, 100 blokken tin, 2000 kilogr. zink, 10.000 kilogr. gietijzer en 50 bossen staaf-ijzer. Het schijnt vrij zonderling, dat men iedere week de invoeren van ijzer uit Holland ziet vermeerdereu, daar dat land voordes, zelfs verbruik en verzendingen naar deszelfs koloniën, het ijzer in Belgie moest ontbieden. AMERIKA. Men schrijft uit Londen Men heeft alhier berigten uit Carthagena, volgens welke die kust Tn staat van blokkade verklaard was, en wel door onze Brirsche magt. Het bewind van Nieuw Grenada had namelijk geweigerd eene vergoeding toe te staan aan onzen Consul, die, toen hijter zelfverdediging, iemand gewond had, in de gewone gevangenis was geworpen. Dienvolgens heeft den 9 Januarij jl.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1