A0. 1837. L E Y D S H E VRIJDAG, "r~*" -trr fit, /■"-- -> Wl -a-j - i rr.t C O U R A N 27 JANUARIJ. ,rtvf£^ Xv V** V| NEDERLANDEN. Leyden den aSsten Januarij. De Staats-courant van den 23sten dezer maakt de volgende door Z. M. den Koning sedert den 5 December 1836 verleende octrouijen bekend: Een octrooi, in dato 6 September 1836, voor den tijd van tien jaren ver leend aan A. Maf bran, te Parijs, domiciliuin verkozen hebbende bij van Eupen, te Voorburg, op de invoering van een middel tot verbetering en meerdere volmaking der kunst om ijzer en staal te bereiden. Een octrooi, in dato 27 September 1836, voor den tijd van tien jaren ver- leend aan A. Perpigea, te Parijs, domicilium verkozen hebbende bij C. C. XJhlcnbeckte Voorburg, op de invoering van nieuwe toestellen ter voorko. ming van het springen der stoomketels. Een octrooi, in dato 1 November 1836, voor den tijd van vijf jaren ver- leend aan D, Zambauxte Utrecht, op de uitvinding van eene zamenstel- ling dienende 0111 het leder voor water en vocht ondoordringbaar te maken. Een octrooi, in dato 11 November 1836, voor den tijd van tien jaren ver. leend aan .7. Fardon, te Stoke-Prior in Engeland, domicilium verkozen heb bende bij C. C. Uhlenbeck, te Voorburg, op de invoering van eene verbeterde wijze om loodwit te vervaardigen. Een octrooi, in dato 21 December 1836, voor den tijd van tien jaren ver leend aan ff. Newton, te Londen, domicilium verkozen hebbende bij Mr. A. M. C. van Hall, Advocaat, te 's Gravenhage, op de invoering van ver beteringen toepasselijk op vaartuigen, die door stoom of door andere kracht worden bewogen, en ook geschikt tot andere nuttige einden. Een octrooi, in dato 22 December 1836, voor den tijd van vijftien jaren verleend aan K. K. L. Postman, te Bussum, op de uitvinding van eene ver. beterde wijze om zachte, witte Spaansche zeep te vervaardigen. ZWEDEN. Stokhoi.M den 10 Januarij. Onze met roem en jaren gekroonde Veldmaar schalk, Graaf van Stedingk, is den /den dezer, in zijn 91ste jaar, een offer der hier heerscliende verkoudheidsziekte geworden. Hij was de eenige Veld- maarschalk der Zvveedsche armee, en de eenige nog levende van degenen die gedurende de oorlogen van 1788 tot 1790 het krootkruis der Zwaard-orde ontvingen. Hij onderscheidde zich overigens niet slechts in den oorlog, maar bewees ook als Gezant aan het hof van Keizerin Catharina en van de Keizers Paul en Alexanderwier vertrouwen hij in eene hooge mate bezat, zijn va- derland groote diensten. De Koning heeft, den eigen dag van dit sterfgeval, het navolgend bevel aan de Chefs der militaire districten uitgevaardigd: Aan de Zweedsche Armee. „De Nestor der armee, de Patriarch van onzen militairen roem, de alge meen geachte Veldmaarschalk, Graaf van Stedingk, heeft heden zijne glorie, rijke loopbaan voleindigd. Terwijl ik u dit verlies, hetwelk de Zweedsche armee getroffen heeft, aankondige, beveel ik, dat de armee voor acht dagen den rouw aanneme. De uitstekende herinneringen, en het eervolle voor. beeld, hetwelk de Veldmaarschalk van Stedingk achterlaat, zullen, gelijk ik hoop, door alle Generaalsofficieren, onder-officieren en soldaten, steeds in hunne harten bewaard, en, wanneer het vaderland hunne diensten mogt behoeven, op eene waardige wijze nagevolgd worden." De Koning heeft, als Opperhoofd der armee, zelf denhouw voor acht dagen aangenomen. De militaire school te Karlsburg, wier Kanselier de overledene was, zal 14 dagen rouw dragen. Den i4den dezer zal de begra fenis met groote plegtigheid plaats hebben, en geheel het garnizoen dezer hoofdstad daaraan deel nemen. De overledene was den 26 October 1746 op het familie-goed Lenschouw in Zweedsch-Pommeren geboren. SPANJE. Berigten over Parijs van den 23 Januarij. Bayonne den 18 Januarij. Uit deze stad wordt geschreven: Den 13den ziin eenige compagnien Carlisten tot op een half kanonschot afstands van Bilbao voortgeruktzeker om eene verkenning te doen. Een Engelsch bataljon en eenige Spaansche scherpschutters hebben hen vervolgd en eenige manschappen gedoodgekwetst of gevangen genomen. Zes gevan genen zijn doodgeschoten. Op last van Generaal Evans worden thans touwenladders vervaardigd, die hij bij de bestorming van Irnn, Fontarabie en Hernani wil gebruiken. De Carlisten hebben op den weg van Pampeluna naar Vittoria twee fraaije brugven doen springen, die eerst in 1833 waren gebouwd en aan het Koning rijk Navarre meer 'dan 250,000 fr. hadden gekost. Daarenboven leggen de Carlisten thans op de hoogten van Bérastegui, twee uren van Tolosaver. schansingen aan. Zij hebben in den weg naar Pampeluna op verscheidene punten verhakkingen gemaakt. Men zegt, dat de gewezenen Opperbevelhebber der Carlisten, VUIareal, zich naar het kasteel van Guebara heeft begeven, om daar gevangen te blij ven. In her Carlistische hoofdkwartier is men over den uitslag der onder, neming van Gomez alles behalve tevreden. Hij heeft veel minder geld mede- gebragt. dan men verwacht had, en naar het schijnt, hebben sommigen zijner onderbevelhebbers gedurende den togt er meer aan gedacht, om hunne eigene beurs te vullen, dan om de zaak des Pretendenten te bevorderen. De Carlisten rekenden zoo vast op de vermeestering van Bilbao, dat verschei, dene hunner leveranciers met wissels van een aanzienlijk bedrag waren afge- acheept, die eerst na de overgave dier stad betaalbaar waren gesteld. Den /den ziin te Bilbao 14,000 volledige uniformen voor de troepen der Koningin aangekomen. Daarentegen zijn den 8sten, in het hoofdkwartier van Don Carlos te Durango500 ruiters uit Arragon verschenen, t Een fregat en eene brik, die den /den dezer met eene ladi"g geweren, grenaten, bommen en kogels te San-Sebastian waren aangekomen, zijn den loden te los Passages ontladen. Men schrijft uit Pampeluna, dat Generaal Saarsfield nog slechts het hevel om te vertrekken afwachtte. Zijne afdeeling bestaat uit zes bataljons van het Algerijnsche legioen, zes bataljons Spanjaarden en vier escadronsruiterii waarvan twee uit Spanjaarden en twee uit Poolsche lansiers bestaan. Hij hteft zes veldstukken bij zich. Te Barcelona zijn wederom nieuwe onlusten voorgevallen. Bij gelegen heid, dat den I3den aldaar de wet van 22 December I!., bij welke aan tie Ministers de magt wordt toegestaan, om buitengewone maatregelen te nemen ter verijdeling van zamenspanningen tegen den Staat, werd afgekondigd, zijn twee bataljons aan bet muiten geslagen. De Generaal Serrano heeft dadelijk de krijgswet afgevaardigd en de staat van beleg der stad hersteld. De mui tende bataljons zijn den I4den ontwapend; onderscheiden andere gevangen nemingen hebben plaats gehad. Men begint te Madrid te vreezen, of Mcndizabal zich wel zal kunnen risande honden. Men meent op te merken, dat Engelands ondersteuning hem onttrokken wordt, en zoo dit waar was, zou het weldra met hen ge daan wezen. De gemeenschap met Andalusie wordt door de Carlisten weder afgebro ken. Cabrera is wederom naar Arragon vertrokken hij zal aldaar ongehinderd zijne troepen kunnen organiserendaar de krijgsmagt der Koningin in die provincie van geene waarde is. Aan het vreemden-legioen was voor de maand December 100,000 fr. overgemaakt. Dit geld was gekomen ten gevolge van de klagte aan het Mi nisterie en de Cortes ingeleverd. Alaix zouhoewel tot Opperbevelhebber van Alava door Espartero aangesteld, voor eenen krijgsraad geroepen worden. Anderen meenen echter, dat hij zich in zijn gebied zou handhavenen op het bevel der Regering weinig acht slaan. ITALIË. Napels den 7 Januarij. Volgens brieven uit Messina van 28 December, was een in 16 dagen van Smyrna komend en met eene lading lijnzaad naar Londen bestemd Engelsch schip aldaar binnengeloopenomdat gedurende de reis bijna de geheele manschap aan de pest overleden was. De Over heden te Messina bevonden zich in groote verlegenheid ten aanzien der maatregelenwelke zij in dit geval moesten nemen. ZWITSERLAND. Men meldt uit dit land, dat de toestand van Bazel-land lang niet vol doende is. Zooals men weet heeft dit nieuwe kanton zich voor eenige jaren van Bazel-stad afgescheidenheiden waren vroeger vereend, onderdebenaming van Bazel. Het overige Zwitserland schaamt zich thans reeds over dit nieuwe kanton en meent dat deszelfs bestaan niet lang kan duren. In hetzelve heerscht de grootste verwarring, iedereen doet wat hij wil. Niet alleen, dat zich de ingezetenen niet om de Regering bekreunen maar zij willen ook niets op brengen, te kennen gevende, dat zij geene revolutie zouden gemaakt heb ben, indien zij nog belasting moesten betalen. Een dagblad, dat anders de heethoofdige partij in Zwitserland sterk voorstond, heeft dit kanton geraden, om maar wederom uit zijne zaken te gaanen zich in de armen van Bazel- srad ot Solothurn te werpen; hoewel Bazel-stad dit zeker van de hand zon slaan, daar, sedert de afscheiding, dat kanton veel bloeijender geworden is. DUITSCHLAND. Uit Berlijn wordt van den 21 Januarij gemeld: Door de vele regen en sneeuw zijn de rivieren zeer hoog gerezen. De Moezel heeft sedert 1824 niet de hoogte van heden bereikt. De' water spiegel, welke gewoonlijk 2 voeten aan de peilschaal te Trier is, steeg van den 2Östen tot den 29 November 1836 tot 18 voeten. Door dien hoo- gen waterstand zijn drie met kolen beladen schepen en een met gips gela. den tegen de Moeselbrug verongelukt. De ladingen gingen verloren en de schepen werden verbrijseld. De manschap redde zich met schuiten. Uit Bremen schrijft men De landverhuizing naar Amerika is in het afgeloopen jaar wederom zeer levendig geweest, hebbende voor onze haven het getal der landverhuizers meer dan het dubbele van dat des vorigen jaars bedragen. In 1835 namelijk waren 75 schepen met 6185 reizigers van hier naar de Vereenigde Staten af gezonden; in 1836 daarentegen werden 107 schepen met 11,811 reizigers regtstreeks van de Wezer, en bovendien 2326 reizigers van hier naar Cuxha- ven overgehragt, met 23 schepen van de Elbe afgezonden, te zamen dus 14,137 landverhuizers. Daarenboven is een schip naar Maranhao afgezeild met een honderdtal voor de Brazilische zeedienst aangeworven matrozen, vermits men aldaar de grootendeels Engelsche bemanning der schepen allengs door Duitsche wil trachten te vervangen. Uit Ettlingen (in Baden), worde van den 16 Januarij gemeld: H. K. H. Mevrouw de Prinses van Oranje, door de dagbladen den onge- lukkigen brand vernomen hebbende, van welken wij de slagtoffers geweest zijnen zich het verbliif herinnerende, hetwelk zij, in 1835, te Baden ge houden en het vriendelijk onthaal, hetwelk zij er ontvangen had, heeft wel tot leniging van onze ramp willen bijdragen, door eene gift van 300 gulden, welke zij aan hc-t bureau van weldadigheid gezonden heeft. Deze zoo lof waardige handeling heeft hier in aller harten eene levendige dankbaarheid ge. wekd, en geen arme is er, die niet de weldadige hand zegent, welke zich voor hem geopend heeft. Van den Nederrhijn wordt van den 15 Januarij geschreven: Ten gevolge van het te Keulen en Meintz opheffen der overladingsregten is de handel op den Rhijn werkelijk in levendigheid toegenomen. Men here, kentj'dat in het afgeloopen jaar nagenoeg vier millioen centenaars-goederen Rijnafwaarts naar de Pruissische provinciën en Holland ziin gegaan. Deze goederen bestonden hoofdzakelijk in wijnen, tarwe, raapkoeken, timmerhout, run, an-denwerk, steengoed, ijzer- en staaHvarenmolensteenen, leijenloo derts, vitriool en steenkolendaar ten gevolge der plaatsgrijpende scheiding van Belgie de Belgische steenkolen, niet meer in Holland vrij mogen inkomen', is het vertier der Pruissische steenkolen grootelijks vermeerderd. De aanzien lijkste hoeveelheden dier steenkolen worden te Nijmegen, Dordrecht, Am sterdam, Arnhem, Utrecht en Rotterdam gelost. Volgens echie commercieele berigten verkrijgt laatstgemelde stad, door hare matige handels-conditien, een beslissend overwigt op Amsterdam. Zoowel voorden Hollandschcn als Bel gischen handel is de afschaffing der binnenlandsche tollen en de gemakkelij- king in Duitschland der gemeenschaps-wegen te land en te water zeer gun stig. De vernieuwde bloei der Duitsche nijverheid vermeerdert niet slechts het vervoer der ruwe stoffen op de Hollandsche rivierenmaar heeft ook nog ten gevolge dat de tusschenhandel met die stoffen van de Engelscne naar de Hollandsche markt wordt verlegd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 1