LEYDSCHE
%èl?
O D R A N T
A9. 1837.
MAANDAG,
J2fi £rd-
fflsSST^
<tiW^
Vfl --£» .ffc:
11 W.
a3 JANUARIJ.
$53^
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden, brengen bij deze, ingevolge
eene bij Hun Ed. Aclitb. ontvangen dispositie van H. H. Gedeputeerde Staten van Zuid-
Holland van den io Januarij jl.Provinciaal Bied N°. 5)ter kennis der belangheb
benden, het navolgend Koninklijk besluit:
Wij WILLEM, bij de gratie GodsKoning der NederlandenPi ins van
Oranje-NcssauGroot-Hertog van Luxemburgenz.enz.enz.
Op de adressen van eenige Bierbrouwers en Azijn-Fabrikanten in Noord- en Zuid-
Hollandhoudende bezwaren tegen de bepalingen van Ons besluit van den 31 December
1834, CStaatsblad N°. 45)betrekkelijk de invoering van het Nederlandsch- Vaatwerk.
Op het rapport van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken, in dato den 11 den
dezer, Nn. 113, ede Afdecling.
Den Raad van State gehoord.
Hebben goedgevonden en verstaan, in het belang der Bierbrouwerijen en Azijn-Fabrie-
ken, de navolgende wijzigingen in Onze besluiten van den 31 December 1834, Staats
blad N°. 45)en van den 6 December 183&, Staatsblad N°. 32), vast te stellen:
Art. 1. Het nieuwe vaatwerk bij de afleveringen van bier en azijn, tot maat en mid
del van vervoer strekkende, zal voortaan mogen vervaardigd worden op den inhoud van
10, 15, 20, 25, 30, 35, 40,.45, 50,. 55, 60, 65, 70, 75, 80, top, 150 en 200 Neder-
landsche kan, en zulks naar een der beide hierna volgende stelsels van afmetingen.
EERSTE STELSEL.
Bodems middellijn ««-rf,.
Inhoud der vaten
in Nederl» kan
Buiks midden
binnenwerks.
10
236
siiep.
I97
strep.
256 strep.
•15
270
33
££5
33
293
33
20
298
248
33
322
33
25
321
33
267
33
347
j,
30
341
33
284
33
3159
33
35
359
33
299
33
389
33
4b
375
33
312
33
400
33
45
39°
33
325
33
422
33
5°
404
33
337
33
438
33
55
41?
33
347
yy
452
33
60
f29
33 l
358
33
46 5
<5
441
y,
367
33
478
33
70
452
33
3/6
33
490
3f
75
462
33
385
33
501
S3
80
472
33
394
512
,y
100
500
33
424
33
•551
33
150
582
3»
484
33
631
33
200
641
33
534
33
695
Inhoud der vaten
in Nederl. kan
TWEEDE STELSEL.
Buiks midden Bodems middellijn
binnenwerks
aan de buitenzijde
Hoogte binnenwerks.
ÏO
231
strep.
198
strep.
264 strep.
?5
264
S3
226
33
302
33
20
291
33
249
33
332
33
25
313
y
268
33
358
yy
30
'.3.#
33.
285
■33 -
380
33
35
350
33
3OO
Y
40.0
yy
40
3 66
33
3H
33
418
33
45
381
3, i
327
33
435
yy
50
395
33
338
33
451
33
55
407
33
349
is
466
33
60
419
33
359
33
479
33
6.5
431
33
369
33
492
33
70
441
33
378
33
504
33
75
452
33
38?
33
516
3f
33
80
462
33
39<*
527
100
497
yy
426
33
568
150
569
33
488
650
33
200
626
33
537
33
716
33
Art. 2. Al bet tot dus verre aanwezige oude vaatwerk, zal door de eigenaars ter ijk
kunnen worden aangeboden. Elk vat, waarvan de inhoud bevonden wordt niet juist
overeen te komen met het aantal kannen;, bij art. 1 vermeld, zal alleen geijkt mogen
worden op den inhoud van het naastbij zijnde kleinere vijftal of tiental kannen. En zal
deze inhoud alsdan met duidelijke cijfers, onder bijvoeging der letters NK, op het vat
uitwendig moeten aangewezen worden.
Art. 3. Bij den ijk van nieuw vervaardigde vaten zal, ten aanzien van den inhoud,
slechts een remedie naar buiten, ten bedrage van 4 p°/D door de ijkers mogen wórden
toegelaten.
Arti 4. Al de bepalingen van Ons besluit van den 31 December 1834, Staatsblad
4.0* blijven in vólle kracht, voor zoo verre dezelve niet door het tegenwoordige
besluit zijn ingetrokken geworden.
En is Onze Minister van Binnenlandsche Zaken belast met de uitvoering dezes, waar
van afschriften zullen worden gezonden aan Onzen Minister van Financiën, aan de Al-
gemeene Rekenkamer en aan den Raad van State, tot informatie, en hetwelk voorts in
het Staatsblad zal worden geplaatst.
Gegeven te *s Gravenhageden istén December des jaars 1836, van Onze Regering
het vier en twintigste.
WILLE M.
Van wege den Koning,
Van Doorn.
Uitgegeven den iaden December 1836.
Be Secretaris van Staat
Van Doorn.
Leyden% den 20 Januarij 1837.
Burgemeester en Wethouders der Stad Leyden
j. g. de mey.
Ter ordonnantie'van dezelve,
P. A. du Pui.
NEDERLANDEN.
Leyden den 2asten Januarij.
Men meldt uit 's Gravenhage van den 2osten dezer het volgende:
Zijne Exc. de fungerende Minister van Financien is in den avond van den
rjrden dezer alhier gearriveerd en heeft zijn intrek genomen in het logement
het Groot Keizershof. Den volgenden dag heeft Zijne Exc. den Raad van
Ministers bijgewoond.
Bij Koninglijk besluit zijn de navolgende bepalingen gemaakt ter aan
vulling van de bestaande verordeningen omtrent de vaart op het kanaal van
Voorne
i°. Bij uitbreiding van het-, bij Koningfiik besluit van den 2 Maart 1831.
N°. 52, goedgekeurd reglement van policie voor de vaart op het gezegd
kanaal
a. dat door de sroombooten, gedurende de vaart derzelve op dat kanaal,
van de kracht des stooms geen gebruik zal mogen worden gemaakt, op ver
beurte eener boete van 25;
b. dat van de boeijen, welke voor de buitenhavens van het kanaal, zoo
te Hellevoecsluis als te Nieuwersluis zijn gelegd, geeh ander gebruik zal
mogen worden gemaakt dan tot het uithalen en inbrengen van Zeeschepen,
ep verbeurte eener boete van f 10;
c. dat de jaag-wegen langs het kanaal, bij uitsluiting bestemd zijnde voor
de jaagpaaroenmet zullen vermogen te worden gebruikt floor rijtuigen j
op eene oocte van 5; zullende, voor zoo verre eenige vrachtgoederen of
passagiers met rijtuigen langs het kanaal worden vervoerd, zulks alieen kun.
nen geschieden over de kruinen der kanaal-dijken; en
20. bij uitbreiding van artikel 14 van liet, bij Koninglijk besluit van den
19 February 1831N°. u goedgekeurd tarief der regten op de scheepvaart
van het voorschreven kanaal, in verband met art.40 van het reglement van
policie: dat, wanneer de Bevelhebbers der schepen, met toestemming der
havenmeesters, van liet kanaal, in plaats van de havens, mogcen gebruik:
maken tot haven- of ligplaats, zij dezelfde som van tivee guldens voor lig-
titd zullen verschuldigd zijn, doch dat, ingeval zij door den havenmeesrer
of andere bevoegde Autoriteit mogten genoodzaakt worden 0111 naar binnen
te schutten, de schepen kosteloos, van het kanaal, ais ligplaats of haven
zullen kunnen gebruik maken."
Dezer dagen zijn, bij Koninglijk besluit, eenige bepalingen vastge
steld, ter voorziening in de ongelegenheden, welke ontstaan zijn door de
wijzigingen, die, door de kadastrale delimitatie, in de grensscheiding der
gemeenten, hier en daar, zijn aangebragt. Daarbij is, met betrekking tot
de uitoefening der staatkundige regten, bepaald géwprden dat de bewoners
van het grondgebied, hetwelk van de eene gemeente tot eene andere over
gaat, van de lijst deringezetenen en het register van bevolking der gemeen
tevan welke zij worden afgescheiden, zullen worden geschrapt eu ambts
halve op die lijst en registers der gemeente, waaraan zij worden toege
voegd, zullen worden ingeschreven en dien ten gevolge in de laacstge-
melde gemeenten al de regten van ingezetenen zullen kunnen uitoefenen,
zonder dat hun daarin zal in den weg staan dat zij den bij de reglementen
gevorderden tijd niet in de laatstgemelde gemeente hebben gewoondindien
zij zulks in de gemeente, tot welke zij vroeger behoorden, hebben gedaan.
Met betrekking tot de Nationale Militie en Schutterijen is daarbij voorge
schreven, dat de bewoners van het over te gane grondgebied aan de in.
schrijving en loting voor de Nationale Militie van het eerstvolgende jaar
zullen moeten deelnemen in die gemeente, tot welke zij, volgens de kadas
trale delimitatie, behooren, doch dat de reeds ingeschrevenen van vroegere
ligtingen zullen blijven behooren tot de gemeentewaarbij zij primitief zijn
ingeschreven, en bij het ophouden hunnen reden van vrijstelling, of de op
roeping van hoogere nommers van vorige klassen,ook in mindering van het
contingent dier gemeente zullen worden ingelijfd, waartegen dan ook de
aanvulling der eventueel ombrekende aan vroegere contingenten, al behoor
den de aan te vullene van het afgestane territoir, door de gemeenten, voor
welke zij primitief zijn in dienst gesteld, zal moeten plaats hebben, en dat
voorts de bepalingen der wee van den 11 April 1827 {Staatsblad N°. 17J,
ten aanzien der schutters of schutter-pligtigenwelke verhuizen, van toe
passing zullen zijn op de bewoners van het over te gane grondgebied welke
schmter-pligtig zijn, onder bepaling nogtans, dat dezelve niet zuilen ver-
pligt zijn de,daarbij bedoelde aangiften te doen, als welke door het bestuur
der gemeentetot welke zij vroeger behoord hebben, aan dat-, waartoe zij
overgaan, behooren te worden gedaan. Nog is bij gemeld Koninglijk besluit
met betrekking tot het kerkelijke, vastgesteld: i°. datin geen gevalaan
de kadastrale delimitatie eenig gevolg zal gegeven worden tot verandering
van de grenzen der kerkelijke gemeenten, dan op bijzondere daartoe tedoene
voordragten2*. dat de respective Gouverneurs deze bijzondere gevallen
zullen brengenter overweging bij de provinciale collegien van toezigt op
de kerkelijke administratienen 3°. dat de provinciale collegien vervolgens
aan den Minister van Staat, belast met de generale directie voor de zaken
der Hervormde Kerk enz., de voorstellen zullen doen, welke zij noodig
oordéelen, ten einde daarop 's Konings beslissing te erlangen.
De Staatsraad in buitengewone dienst, E. Canneman, is benoemd tot
lid van de Directie der weduwen- en weezen-kas voor de officieren van
de landmagt.
Op den 13 Februarij aanstaande zal door het stedelijk bestuur dezer
Residentie worden aanbesteed, het bouwen van eene Teeken- en Muzijk-
Altademie en zalen voor tentoonstellingen van kunstwerken, op de reeds
aangelegde fondamenten, aan den Boscbkam of Prinsessegracht.
De zuivere opbrengst van het op den I5den dezer, door Mejnfvrou-
wen j. rlarsse en R. Ficqmet medewerking der leden van de Hofkapel,ge
geven concert ten behoeve der noodlijden en armen, bedraagt acht honderd
en twee gulden.,
Uit Haarlem meldt men van den 20 Januarij
Men verneemdÉ, dat zich in Amsterdam eene onderneming vormt, ten doel
hebbende het vestigen eener Handels-Bank, waarop de Koninglijke sanctie
zonde worden verzocht. Door die inrigtrng zou niet alleen de voormalige
Amsterdamsche wissel-bank worden hersteld, maar ook, in eene andere af-
deeling, op over te nemen handels-artikels, met uitsluiting van publieke
fondsen, een boek-crediet verstrekt worden, met zoodanige bepalingenals
toereikende zouden zijn, om de innerlijke gehalte van dit crediet te verze
keren, en daardoor aan den handel een circnlatie-middel te bezorgen, het
welk, onafhankelijk van het voorhanden zijnde numerair, door de waarde
der goederen zeiven gesticht wordt.
Het Amsterdamsch Handelsblad van heden voegt hier nog het volgende bii
De heer Santhagens alhier en Prof. Bake te Leiden, hebben zich reeds
sedert verscheidene jaren hiermedebezig gehoudenterwijl de heer P.jl. Brug.
mans een weinig later zich met hen heeft vereenigd. Men verneemt dat bin.
nen kort alhier eene verhandeling zal verschijnen ten doelhebbende, om het
algemeen beginsel, waarop deze bank berust, te verdedigen.
Uit Utrecht meldt men van den 17 Januarij:
Met eene gepaste plegtigheid, heeft gisteren alhier ten sradbuize, in
tegenwoordigheid van aanzienlijke daartoe genoodigde personen, plaats ge.'
had de uitreiking van medailles, van 's Rijks wege verstrekt, en getuig
schriften aan de leerlingen van stads-scholen van Teeken- en Bouwkunde,
welke in liet afgeloopen jaar zich die onderscheiding hebben waardig gemaak".
Gaarne vermelden wij deze plegtigheid, daar deze scholen vooral voor den
handwerksman eene zoo blijkbare nuttige strekking.hebben, en het ook daar
om te wenschen is, dat van dezelve al meer en meer gebruik moge worden
gemaakt.
Uit Winschoten wordt van den 11 Jamiarii berigt:
Men verneemt, dac gisteren nacht in den korenmolen van den heer van
Houten, op het Waar, gemeente Nieuwolda, brand is ontstaan, waardoor