MENGELINGEN. aangegroeid; sedert 1830 is het echter weder verminderd, hebbende hetgeti! vondelingen in 1835 bedragen 4877. Den 27 December. Heden, toen Z. M. vergezeld van HH. KK.HH.de Hertogen van OrleansNemours en Joinville, naar de zaal reed om de Kamers te openen,is ,er wederom een pistoolschot op den Koning gelost, zonder hem evenwel te treffen. De Koning bultte wederom juist over het portier, om de menigte, welke op weg was, te groeten. De moordenaaris da delijk door eenen officier der nationale garde Houssaye gevat en in ver zekerde bewaring gebragt., Hij heeft echter,bij het voorloopig verhoor.niers willen antwoorden. Hij had zich achter de gelederen van de nationale garde geplaatst en was geen zes schreden van het rijtuig des Konings verwijderd toen het schot viel, hetgeen door de glazen der koets heenging en de stuk ken in het aangezigt van de Hertogen van Orleans en Nemours deed vliegen en hen ligt kwetste. Er waren bij dien ellendige, zoomen meent, nog vier jongelie. denwelke met pistolen gewapend waren, en die tevens gevangen zijn genomen. .Er heeft tusschen het daarbij zijnde volk en de nationale garde eene worste ling plaats gehad. Eenigen meenden, dat het volk hem wilde laten ontsnap pen, anderen, dat het volk den moordenaar eerst wilde vatten. Het gerucht van den aanslag op het leven des Konings was weldra in de vergaderzaal bekend, alwaar de Koningin zich met. hare dochters bevond. Deze ver schrikten hevig, omdat men den afloop'nog niet Wist, maar groot was hare vreugdetoen zij den Koning behouden zagen binnen komen. De leden van de Kamers, die ten getale van meer dan 300 vergaderd waren, gaven luide hunne blijdschap te kennen, en staken hunne handenden Koning toe. Toen het schot gevallen was, wilde de Generaals, die den Koning omringdendat hij zou terug kcerendoch volgens zijne gewone standvastigheid, wilde de Koning hieraan geen gehoor geven. Hij heeft de rede met bedaardheid en kalm e uitgUsproKen. Dadelijk, nadat de Koning naar het paleis was terug gekeerd, hebben zich, de Afgevaardigden naar Z. M. begevenom hem hunne gelukwenschingen aan te bieden. Z. M. is op straat door algemeen en luidruchtig gejuich begroet'. De troonrede'is de volgende: Mijnheeren de Pairs, Mijnheeren de Afgevaardigden „Frankrijk oogst de vruchten van zijnen moed en van zijne wijsheid in; zijne in stellingen lievestijen zich, zijn voorspoed wast aan,en terwijl ik u heden vereenig, kan Ik nier anders dan tnij nipt u geluk wenschen wegens den uitslag onzer pogingen voor het heil van ons Vaderland. ik ontvang van alle vreemde Mogendheden de vredelievendste verzekeringen. De rus: der wereld schijnt voor lansen tijd tegen allen aanval beschut te Zijn. Onze diplomatische betrekkingen met de Vereenigde Staten van Amerika zijn her steld. ïlet tractaat van den 4 Jul ij 1831 wordt teil uitvoer gelegd, en ik heb reden om re gclooven, dtt niets tncer.de'goede verstandhouding zal storen, die zoo lang en geluk kig tussc ,en de beide natiën bestaan heeft. lie:: .00 enbllkkeliik verscnil was tusschen Frankrijk en Zwitserland gerezen. Men heeft ons voldoende ophelderingen gegeven, en de innige vriendschap, die de beide ïaiideo seder zoo vele eeuwen verbindt", is thans hersteld. let Si: Tcr-e:].uid wordt nog door noodlottige verdeeldheden verstoord. Gewigdge e c r es e 1 i e.-ben de bestaande instellingen te Madrid en Lissabon geschokt, en de r i r-o r'oheeft nier opgcli eden Spanje te bedroeven. Steeds ten naauwste met den Kom 1 van Groot-Uritailiiie verbonden, ga ik voort het tractaat der vierdubbele alliantie met eene ;c-■,e trouw, en overeenkomstig den geest, waarin het is voorgeschre ven, e-i -v-voer te brengen. 1 v vorm de opreutste wenschen voor-de bestendiging van den troon der Koningin IrahtUe. li. en ik hoop, da: de constitutionele Monarchie zal zegevieren over de geva ren, welk. vi.:r bedreigen. Maar ik juich mijzclven toe, dat ik Frankrijk bewaard heb - oor - :Vr; enwier omvang niet te bepalen is, en voor de onberekenbare gevolgen van alle gewapende tusschenkmftst in de inwendige aangelegenheden van het Schier-eiland. Fr- kri.ik spaart het bloed zijner kinderen voor zijne eigene zaak, en wanneer het zich in de reir e noodzakelijkheid bevindt, hen op te roenen om het tot zijne verdediging ie s: r ee, dan is het alleen onder onze eigene roemrijke vanen, dat de Fransclieu ten s ri. de re' ken. „Wij hebben in Alika treurige verliezen celeden. Zij hebben mijn hart lievig be- drne:d. ijii tweede zoon Ticei't, even ais vroeger zijn broeder gedaan had, in het lij den en de gevaren onzer da-u eren soldaten gedeeld. Indien de uitslag niet aan hunne nog'nwn heeft beantwoord, zoo hebben voor het minst hun moed, volharding en loffe- i c onderwerping de eer onzer vauen waardiglijk gehandhaafd, Gij zult, met mij, aan oiize w:n enei in Afrika het overwipt, dat hun deel moet zijn, en aan onze bezittingen eene volkomen zeiter eid willen verstrekken. „Mijn leven is dom- een aanslag bedreigd; de Voorzienigheid heeft bet schot, dat te en mij cerigt was afgekeerd. De betuigingen van verknochtheidniet welke Frank rijk mij'onjrintd beeft, Jen waarmede gij my thans weder omringt), maken de koste lijkste belooning voor mijn werk en voor mijne opofferingen uit. „Eene even dolzinni.-e als misdadige poging tot opstand heeft gedurende eeilige oogen- blikken eene erootc stad in verwondering gebragt, zonder zelfs hare rust te verstoren. Die posing heeft alleen gediend om de trouw onzer dappere armee en de goede geest der bevolking te doen uitkomen. De magteioosheid van zoo vele misdadige pogingen begint eindelijk de factiën te vermoeijen en hare stoutheid te ontmoedigen. Reeds heeft de' tijd velerlei haat doen be daren'en dagelijks verzacht hij de pligten, welke de omstandigheden aan mijn Gouver nement hebben opgelegd. „Ik heb den ivensch van mijn hart kunnen volgen, door vergiffenis te schenken aan liedendie door de wetten veroordeeld waren. Ik beb mij alleen met diegenen bezig gehouden, welke haar gezag erkend hadden. Op deze wijze meende ik van het schoon ste regt, mii door het charter verleend, gebruik-te kunnen maken, zonder dén van de waarborgen der ordeédn der beginselen onzer wetgeving te verzwakken. „Ruiten de reeds voorgestelde wetten en die welke aan uwe beraadslagingen zullen onderworpen worden zult gij u met versclicideu ontwerpen heoben bezig te houden sommige waarvan mijne familie betreffen en waarvan andere de volmaking onzer wetge ving ten doel hebben. Onze geldmiddelen zijn in den meest voldoenden toestand. De openbare inkomsten gaan reeds de gewone staatsuitgaven te boven. Maatregelen, overeenkomstig met den wenscliin de vorige zitting aan den dag gelegd, zullen'u worden aangeboden, zoodra de meerdere ruimte der kanitalen zulks aan mijn Gouvernement zal. veroorloven. „De belemmering in den handel, die zich in andere lauden heeft doen gevoelen, is slechts van ligten invloed op onze inwendige welvaart geweest. Op sommige plaatsen hebben wij verliezen te betreuren, welke wij ons.best doen te verzachten, en ik heb reden te hopen, dat zij sléchts voorbijgaand wezen zullen en dat de aanwas van rijkdom overal het welziin der bevolking zal verzekeren. Ten einde die gelukkige uitkomst te bespoedigen en Frankrijk met die voordcelen te begiftigen, daaraan door de vorderingen der wetenschappen en den nationalen voor spoed toegezegd, heb ik bevolen, dat een uitgebreid plan van publieke werken aan uwe beraadslagingen zal worden onderworpen. Reeds hebben de fondsendie gij voor de wegen in de westelijke Departementen bestemd hebt, liet aanzien dier streken veranderd en^cr de kietn der burgerlijke oneenigheden uitgeroeid. In de tegenwoordige zitting zullen de nog ontbrekende wegen, de vaart op de rivieren, de kanalen, de havens len iizeren spoorwegen bet onderwerp van gewictige -voorstellen uitmakengelijk ook de ge- denkteekenen, de openbare gebouwen, welke van de grootheid van Frankrijk getuigen en haar nog doeo toenemen. „Laat ons voortgaan, Mijnheeren, denzelfden weg te bewandelen; dus doende zullen wij er in slagen bet geluk van ons Vaderland op vaste grondslagen te vestigen. Door uwe trouwe medewerking ondersteund, heb ik het tegen nieuwe omwentelingen kunnen behoeden, en het geheiligd pand onzer instellingen kunnen redden. Verecnieen wij meer en meer onze pogingendan zullen wij dagelijks orde en voor spoed zich zien uitbreiden en bevestigenén wij zullen al de weldaden verwervenwel ke een vrij land, dat in vrede leeft, onder de bescherming van een nationaal Gouverne ment, regt heeft te verwachten." Den 28 December. De Fransche dagbladen zijn vervuld met aanwijzin gen omtrent den aanslag op het leven des Konings, welke echter weinig na ders bevatten. Men verneemt echter uit dezelve, dat de kogel onder de kin van den Koning tusschen den Hertog van Nemours en den Prins de Join ville is doorgegaan het glas van het portier, dat aan den tegenovergestelden kant wegens de koude gesloten was, verbrijseld heeft, en het glas den Her tog van Orleans aan het oor vrij sterkdoch niet gevaarlijk gewond heeft toen hij op het paleis der Tuilerien terugkeerde, was hij zeer bebloed. De moordenaar heeft stellig geweigerd zijnen naam te zeggen of Iets ver- der te spreken, dan dat hij bekende de Koning te hebben willen vermoor den en dit wel uit haat tegen de famielje Orleanswelk plan hij reeds se dert 1830 gehad had. Later schijnt echter zijn naam ontdekt- te zijn ge worden hij zou Jean Franfois Ueunier heten en eeu zadelmakersgezel zijn. De Kamet der Pairs is door den Koning gemagtigd om zich als Geregis- hof zaam te stellen, om deze zaak te oordeelen. De Procureur-Geur aal bij het Koninglijk Hof van Parijs, Franck-Carrè zal bij dit Hof denzelfden post vervullen. In de Kamer der Afgevaardigden is met 190 stemmen de heer Dupirs wederom tot Voorzitter verkozen. - ïn onderscheiden deelen van .Frankrijk is eene menigte sneeuw gevailen waardoor de gemeenschap der posten zeer belemmerd werd. D A G B O E K VAN A NT O I N E VITERBI. BOOR flSMZF.LVEN GESTELD, TERWIJL HIJ ZICH VAN HONGER LIET OMKOMEN JN DE GEVANGENIS VAN BASTIA, JN 182Ï. luc-Antoinc Viterbi, zoon van Simon Paul Pi/erbi, werd re Penta op Korsika in 1796 geboren. Zijne opvoeding werd door zijnen vader begon nen, een man, die veel wetenschappelijke kennis schijnt bezeten te heb. ben, en werd te Florence voleindigd. Van twee huwelijken, kreeg hij éénen zoon, Orso Paolo, en zeven dochters. Hij leidde een stil leven, ziels aan de beoefening der letteren overgevende, en het ware huisselijk'geluk genietende, toen de Fransclie omwenteling de aandacht der Korsikanen kwam boeijen. Antoine en zijn vader werden in dien rijd onder de voornaamste Advokaten van het land gerangschikt. Toen de aanzienlijken van het Kan ion Casinca zich in het klooster van Venzoiasca verzamelden, begaf Simon Viterbi nc zich met Zijne beide zonen, zijne bloedverwanten en eeriige zij- lier-vrienden heen. Men stelde voor, her huis der Frèdianis, eene adellijke familie en als zoodanig beschuldigd van de vrijheid vijandig teizijn, uic de kies-vergadering te sluiten. Simon Viterbi kantte zich eerst tegen dit voor stel, maar hij eindigde met zich bij de meerderheid te voegen en de Frèdia nis werden uitgesloten. Pierre Jean Serpentina, hun vriend, en die een der aanzienlijken was; verweet op eenen scherpen toon aan Simon Viterbi zijne besluiteloosheid, en riep: Gij zijt het babbelaar, die weggejaagd zult worden!" „Ik verwonder mij," antwoordde Simon, „dat een lafaard ais gij zijne stem nog in deze muren durft verheffen." Op deze woorden wierp Serpentina zich op Viterbi en verwondde hem met zijne dolk. Antoine en Pierre Viterbi, die buiten de zaal waren, snelden daar binnen, om hunnen vader te helpen, en terwijl Antoine daarmede bezig was, vernam hij, dat André Fridiani buiten de zaal was vermoord geworden. Deze moord werd aan de Viterbis geweten en bijzonder aan Antoine. Van daar een onver zoenbare haat tusschen deze beide geslachten. Tijdens de overgave van Bastia aan de Engelschenscheepten de Viterbis zich voor Toulon in. Naauwelijks waren zij vertrokken of de Frèdianis, die zich bij de Engelsche factie hadden gevoegd, verbrandden hunne huizen; verwoestten hunne bezittingen en maakten zich alleen meester van Porta. Toen de Engelschen het eiland verlieten, kwamen te Viterbis terug, en stelden tegen de Frèdianis eenen eisch tot schadevergoeding voor de regtban- ken is. Terzelfder tijd stelde de vader van André Frédianiwenschende de twistente eindigen,die sedert zoo langen tijd de beide geslachten verdeelden, voorom zijnen kleinzoon met een der dochters van Antoine te doen huwen. Dit voorstel werd aangenomen en Simon Viterbi stelde alles in het werk om het huwelijk te verhaasten. De reis van dezen grijsaard werd door de tegen- paitij verkeerd opgenomen, en hij werd alzoo terwijl hij van Porta terug kwam door moordenaren doodelijk gewond. Antoine vervolgde aan het hoofd der gendarmerie de Frèdianis, die allen werden in bechcenis genomen. De regtbank veroordeelde de voornaamste onder hen tot de door de Virterbi ge- ëischte schadevergoeding, en tot tien jaren galeistraf. Juist toen werden de regtbanken door het Fransche Gouvernement geregeld, en Antoine werd tot openbaren aanklager benoemd. Hij bekleedde dit ambt met eere, en behie'd het tot op zijne weigering om voor de verheffing van Buonaparte tot het Keizerschap, te stemmen. Zich te Porta afgezonderd hebbende, leefde hij er in eene gelukkige vergetelheid, toen de Agenten van den Keizer hem ver schillende onaangenaamheden deden ondervinden en hij zelfs op lasr van den Generaal Berthier zonder eentge reden werd gevangen genomen. In 1814 werd Donato Frédiani voor zijn huis gedood. Hoewel in den beginne de ver denking op anderen rustte, werd Antoine eindelijk als medepiigtige beschul digd en zijn zoon als dader aangeklaagd. Eer dat echter de vervolgingen tegen hem begonnen waren, zette Korsika zich in beweging op het verne men van Napoleons vlugt van het eiland Elba. Her plein van Biviuco werd als vergaderplaats voor de bevolking van het arrondissement van Bastia aan. gewezen en Antoine gevolgd door een honderdtal manschappen begaf zich- ook derwaarts. DeCecaldi echter en andere persoonlijke vijanden der Viterbis waren er reeds vóór hem, en wilden liern deTi toegang tot het kamp belet; tenwaarop eene schermutseling tusschen beide partijen ontstond, waarbij twee der Cecaldis omkwamen. Antoine vlugtte naar Borgo met zijnen zoon, en werd daarop door den invloed der aanhangers van Napoleon ter dood ver. oordeeldhoewel het bleek dat de Cecaldis te aanvallers geweest waren. Er werd bovendien bepaald, dat de bezittingen van Viterbi zouden worden ver- beurd verklaard, zijn huis vernietigd en eene schande-zuil op deszelfs plaaié zoude worden opgerigt. Vader en zoon ontkwamen gedurende eenigen tijd de nasporingen hunner vijandenmaar toen de onlusten op het eiland eens ge dempj waren, begonnen de Cecaldis een nieuw proces, en beide werden In de gevangenis van Bastia geworpen. Na eene instructie welke verscheidene maanden duurde, werden zij vrij gesproken en in vrijheid gesteld. Antoine kwam toen in den schoor zijne huisgezins terug. Hij werd met vreugde in zijne woonplaats ontvangen, en scheen eindelijk gelukkig te zullen zijn, toen er alweder een proces tegen hem en zijnen zoon, ter zake van de moord van Donato Frédiani, werd in gesteld. De zoon vingtte op het vaste land. De vader werd na een vruch teloos appel van de Regtbank van Bastia naar her Hof van Assises te Aix en Provence, door de gendarmes gearresteerd. Zijne bloedverwanten en vrien den wilden hem verlossen, maar hij zeide hun, dat hij zich niets had te ver wijten, en de wet moest eerbiedigen. Men bragt hem in de gevangenis van Bastia. Zijn broeder, Pierre Viterbi, op Korsika teruggekomen, na langen tijd in de Fransche legers gediend te hebben, trachtte, doch te vergeefs hem in vrijheid te doen stellen. Het Koninglijk Hof hield gedurende veer! tien dagen zitting over de zaak van Antoine, en veroordeelde hemden 16Sep tember 1821 tot de straffe des doods. Gedurende deze lange zitting, en hoewel hij middelerwijl den dood zijns broeders had vernomen, verdedigde Antoine zich met eene tegenwoordigheid van geest en eenen moed, welke de algemeene bewondering tot zich trokken. Toen her vonnis werd uitgespro ken verloor hij niers van zijne standvastigheid, en dacht om niets meer dan zich de schande van eene openbare executie te besparen. Ten dien einde kwam hij van her vonnis in appel, maar alleen om den tijd te hebben zijn- plan ten uitvoer re brengen. Hij liet zich van honger omkomen en bezweek den 27 December na een vreesselijk lijden van achttien dagen. Viterbi had gewenscht plegtig te Porta begraven te worden Zijn dood was naauwelijki bekend of zes honderd boeren der omstreken kwamen te Bastia om zijn ligchaam «f te halen. Onder weg verramea zijdat men het op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1837 | | pagina 3