ling uit Cordova van twintig millioen realen betuigd en hem met de waar- eid van Grande bekleed had. Berigten over Parijs van' den 15 •December. den 7 December. Uit deze stad heeft men de volgende parti- ere correspondentie: omez is aan het hoofd van 8,000 man de provincie la Mancha binnenge- ken; deze tijding is zeker; dezelve is gisteren avond bij het Ministerie tangen, doch dit heeft geineend zulks niet openbaar te moeten maken, de officiële courant van heden behelst niets daarvan, lit de bijzondere heden moigen ingekomene berigten blijkt het, dat Gomez, in den nacht van den 4den te Moulin de la Mola te hebben gekampeerd helft zijner magt gerigt heeft op Villamayor de Santiago, waar dezelve op 5den ten elf ure des morgens is aangekomen, en de andere helft op monte. den avond van den sden is Gomez de kleine stad del Norcajo de Santiago nengetrokken. De divisie Alaix was Gomez steeds vervolgende; zij bevond zich in den jnd van den 4den te Comelloso. het slot van dit bijzonder berigt wordt nog het volgende gezegd: Nieuwe verontrustende geruchten loopen in de hoofdstad omtrent de be- igingen vail Gomeznaar het zeggen van sommigen zou die Chef op vijf afstands van Aranjuez zijn gekomen; volgens andere geruchten, rigt zich op Tarancon en schijnt hij denzelfden weg als Cabrera te willen in- ian. Een zeer bedenkelijk ietshetwelk zoo op het oogenblik ter mijner nnis komt, is, dat de afdeeling van Alaix, waarvan Narvaez het bevel 1 zich genomen heeft, in opstand zou zijn geraakt, en met groot geroep innen vorigen Generaal bad terug verlangd. In hoe ver deze tijding gegrond weten wij niet. GROOT-BRITANNIE. Londen den 14 December. Door den Koning zijn de statuten der nieuw ivestigde Universiteit van Londen bevestigd. Tot Kanselier is benoemd de raaf van Burlingtonbij dezelve zijn ook aangesteld de Bisschoppen van urham en Chichester en de voormalige Lord-Kanselier Brougham. Prins dePolignac endeszelfs zoon hebben den iaden een bezoek bij den oning en de Koningin afgelegd. Dezer dagen is de grootste openbare maaltijd te Aylesbury in Bucking- ara door de Conservativenonder voorzitterschap van den Graaf van Orkney, ehouden. Er namen bijna 1000 aanhangers van die partij, welke meest al- uit de aanzienlijkste personen uit het Graafschap waren, deel aan den laaltijd. Uit Ierland heeft men wederom verontrustende berigten, op onderschei en plaatsen waren de tienden geweigerd en de Policie-Ainbtenaren en troe- en, door het volk in grooten getale, gedreigd geworden. Het zeer groot Kasteel van den heer Maitland, in het Graafschap Essex s afgebrana. Daarbij is eene boekerij van meer dan 10,000 boekwerken ver- lield waaronder zeer zeldzame waren. Ook is te Manchester de katoenspinnerij van de heeren Faulkner en Owen ifgebrand. Men meent, dat de brand door kwaadwilligheid is aangestoken. Men heeft het aandoenlijk berigt ontvangen, dat the Bristol, Kapitein Vl'Kown, van Liverpool naar New-York bestemd, den 20 November, bij sandy Hook is verongelukt en, dat daarbij ongeveer 70 menschen zijn om nadat net gelukt was den Kapitein en eenige passagiers te redden. Men meldt uit Falmouth, dat, terwijl de met landverhuizers van Bre men naar New-York bestemde brik Neptun, Kapt. Hilcken, door den orkaan van 29 November werd overvallen, een der passagiers door eenen golf werd boord gerukt en tot aller verbazing door eene andere stortzee weder op het dek geworpen. Ten gevolge der vrij algemeen heerschende meening, dat het tegen woordige najaar het vochtigste is, hetwelk men zich herinnert, heeft een zekere Dr..Dalton in de dagbladen eene opgave geplaatst, waaruit blijkt, dat alhoewel het tegenwoordige saizoen tot een der zeer vochtige kan gere kend worden, het echter door twee andere is overtroffen, zijnde namelijk te Manchester in de maanden October en November 1824 gevallen 12.4, in de. zelfde maanden van het volgende jaar 11.6, en gedurende de twee jongst, verloopen maanden 10.8 duimen regen. Onderscheiden inschepingen van kleederstukken en oorlogstuig voor den Generaal Evans in Spanje, hebben wederom in de laatste dagen te \V00l- wich plaats gehad; er zou een nieuw contract tusschen beide Gouverne menten zijn, waarbij Engeland alles aan het Engelsche legioen in Spanje zou bezorgendoch ten koste van de Spaansche Regering. F R A N K R IJ K. Parijs den 13 December. De Moniteur deelt de volgende telegraphische depêche mede, welke het Gouvernement gisteren avond ontvangen heeft: Telegraphische depêche van Toulon, dd. 11 December ten zes ure. Bona. De Maarschalk Clausel aan den Minister van Oorlog. De expeditie van Constantine heeft geen geheel gunstigen uitslag gehad. Dezelve is eenigermate veranderd in eene eenvoudige en geduchte verken ning, ten gevolge eener buitengewone gebeurtenis, onafhankelijk van alle berekening. Dien ten gevolge heb ikop drie kleine dagmarschjes van Constantine post gevat, door het nemen van eene positie bij Guelma. Z. K. H. de Hertog van Nemours is welvarende. De expeditie heeft van Bona naar Constantine geen de minste tegenweer ontmoet, op haren weg kwamen de stammen derzelve te gemoet en legden, wegens de aankomst der Franschen te Constantine, hunne vreugde aan den dag(afgebroken door den nacht.) Het Journal des Débats deelt het berigt in deszelfs geheel mede als volgt (hetgeen echter, zie beneden, niet bewaarheid is geworden.) Men verzekert dat het Gouvernement dezen avond tijdingen van Constan tine heeft ontvangen. Voor Constantine gekomen heeft het Fransche leger, naar men zegt, de stad ontmanteld en genoegzaam verlaten gevonden. Het heeft zich zonder slag of stoot van dezelve meester gemaakt. De Maarschalk Clausel zou Tousstuf-Bey te Constantine hebben achterge laten en zelfs met het leger naar Bona teruggekeerd zijn. Eene groote menigte menschen begeeft zich naar de kaden om den voortgang van den was des waters te zien. De Seine is ook nog dezen nacht gewassen, en zij zal weldra den hoogsten stand van de overstrooming van 1740 bereikt hebben. In vele wijken van Parijs en onder anderen in het Palais Royal zijn de kelders vol water en de verkoopers van eetwaren hebben eene petitie aan de civile lijst aangeboden om schadevergoeding te vragen. In de omstreken van Parijs, bij de Seine, is het land onder water gezet, en op den weg van St. Germain is het water meer dan 15 voeten gewassen en bereikt de toppen der boomen, die op den weg staan. Den 14 December. De Moniteur bevat het vervolg der depêche van den Maarschalk Clausel, in dezer voege Op haren weg trokken de stammen de expeditie te gemoet en betuigden hunne vreugde, wegens de aankomst der Franschen te Constantine en het in bezit nemen dier stad. Het leger trok midden door talrijke kudden scha pen geiten en ossende landbouwers kwamen hen dikwerf in het gemoet en toonden den nieuwsgierigen hoe zij de ossen voor de ploeg spanden en het bebouwden. Wij trokken zonder letsel voorbij het défilé van Ra'ch-el Ayba en verna men dat Ach,net met zjjne vrouwen en schatten Constantine verlaten had. Te Soma overviel ons onverwachts, omstreeks 5 ure, eene hagelbui ver mengd met sneeuw. Tot dus verre v.as alles wel gegaan, tnaar de nr.cn was doodelijk voor de soldaten en duizenden verstijfden van koude. Den 21 sten waren wij drie uren van Constantine, en wij begaven ons op marsch- die stad in het gezigt hebbende. Nadat wij de bergvlakte, waar wij gekampeerd hadden, waren afgetrokken, vonden wij de Ouëd-llen Mézioug aanmerkelijk gewassen; zoodat wij dezelve, tot aan de buik in het water, moesten doortrekken; het sneeuwde onophoudelijk; evenwel verloren wij bij dien overtogt geenen enkelen man. Een uur verder moesten wij eenen anderen tak van de Tumelovertrekken; nieuwe moeijelijkheid, nieuwe oorzaak van ziekten en gevolgelijk verminde ring mijner manschap; ik had toen nog slechts 4000 soldaten van de 7000, welke ik mede gevoerd had, overig. Eindelijk kwamen wij omstreeks 2ure op de bergvlakte van Mantsoure en wij namen onze positie op eenen afstand van 120 roeden van die plaats, toen een kanonschot en de roode vlag mijne hoop verijdelden, om zonder slag of stoot binnen te trekken. Ik begreep dat ik nu middelen van geweld moest te baat nemen, en mid delen van geweld ontbraken mij bij ieder oogenblik meer en meer, want liet weder was verschrikkelijkland cn menschenalles was overdekt met sneeuw en de wagens verdwenen in het slijk, daar zij niet konden voortkomen. De stad wilde zich in staat van vijandschap stellen tegenover ons; men liet er kabaïlen binnen komen, door poorten, welke wij niet konden nlok- keeren, en zij stelden'alle middelen ter verdediging in het werk. Den twee den dag liet ik de stad hevig met het kanon beschieten om de poort del Can- tara te vellen. Den derden dag zette men zulks voort, en de poort werd nedergeschoten. Ik wilde sappeurs daar binnen legeren en vervolgens kompagnien grena diersten einde zoo doende binnen de stad te dringen; deze poging gelukte niet; de eenige keuze, die alstoen overbleef, was af te trekken, dewijl wij geene levensmiddelen hadden, want de helft van den voor 14 dagen medege- voerden proviand, lag genoegzaam bedolven in het slijk van Mantsoure, en werd daarenboven geroofd door de soldaten, die dezelve moesten bescher men. Den 24sten omstreeks 8 ure des morgeus verlieten wij onze stelling van Mantsoure op 120 roeden van de vestingen van Candiar Ati. Bij de zui delijke poort, waar de voorhoede stond, werden wij in het eerst gevolgd door ettelijke honderd man, die uit de vesting kwamen; van alle kanten ruk ten weldra ruiterij aan; bedragende hun getal bijna 2000; gedurende de vol gende dagen verminderde hun getal, en na den 4den dag ontwaarde men er geene meer. Onze aftogt naar Arach el-Aijbawaar wij naar het zeggen van sommigen, allen den dood moesten vinden, werd in goede orde bewerk, stelligd. De soldaat (afgebroken.) Er waren op de Parijssche beurs allerlei ongunstige berigten, wegens het niet mededeelen van het einde der depêche, in omloop; men verhaalde, dat er van het geheel leger van 7000 man, geen 2500 binnen Bona was teruggekeerd. Op deze geruchten kan men evenwel nog geen staat maken. De krijgsraad re Tours heeft het vonnis in de zaak van het ontdekte complot te Vendóme uitgesproken en Bruyant ter dood veroordeeldeven als den voornaamsten medebeschuldigde Thierry, doch dezen bij verstek, daar hij zich uit de voeten gemaakt heeft en nog niet is gevangen gevomen. Den 15 December. Het slot van de (depêche door het Gouvernement bekend gemaakt is het volgende De soldaat ofschoon ziek, heeft zich voorbeeldig gedragen; wij voeren alle onze kanonnen mede terug, en ik laat een goed garnizoen, voor het meerendeel inlanders, te Guelma, hetwelk een sterker post dan Constantine is. Onze Arabieren zien deze beschikking met genoegen. Wij hebben alzoo eene magt die eene andere tegenover staat, en naar de stemming der gemoe deren, geloof ik dat de magt van Achmed voor die van onzen Bey (Toussouf) zal zwichten. Misschien zullen wij door dit middel geene nieuwe expeditie behoeven te ondernemen, om ons van de stad Constantine meester te maken, welke fraaijer is, grooter en belangrijker dan Bona, Algiers en Oran. Z. K. H. de Hertog van Nemours heeft aan al de moeite en gevaren van het leger deel genomen. Z. K. H. blijft eene goede gezondheid genieten. Onderscheiden dagbladen vallen de Ministers, over het mislukken der expeditie hevig aan, hen beschuldigende, dat door hunne schuld aan den Maarschalk Clausel geen genoeg volk is medegegeven, en de expeditie zoo laat in het jaar heeft plaats gehad. Zij willen zoowel de Ministers als ook den Maarschalk tot verantwoording oproepen. Het juist getal dooden is nu nog niet bekend; door sommigen wordt het als zeer hoog, door andereu als laag opgegeven, er zouden slechts 800 verloren zijn. De was van de wateren der Seine en Marne duren nog voort en veroorza ken te Parijs en in de omstreken, zoowel als elders groote schade, doorliet wegspoelen van eene menigte voorwerpen. In den nacht van 14 op 15 was de Seine nog ruim één voet gewassen. Omtrent het ondersteld complot, met het doel den Koning 29 Julij 11. te vermoorden, en waarvan, zooals wij voorleden week gemeld hebben, twee jonge lieden de aanvoerders waren, die eAter nader bekenden alleen dit doel gehad te hebben, is nu door nadere bekentenissen van die twee jongelingen gebleken, dat alles verzonnen was om een spel te spelen en zich zeiven een naam te maken. Beide zijn dan ook onschuldig verklaard en in vrijheid gesteld. MENGELINGEN. P E ST A LO Z Z I. Vervolg en slot}. Zijne leerwijze werd vermaard in Zwitserland en Duitschland, en jonge lieden van alle landen, wedijverden, om de gunst van zich bij hem als on dermeester te mogen vestigen. De leerlingen kwamen in menigte uit de meest verwijderde landen van Europa, om aan zijne vaderlijke zorgen deel te nemen. De school werd in verschillende klassen verdeeld, welke ieder eenen leermeester hadden, die met zijne leerlingen leefde, aan hunne spelen deel nam en zoo doende hun vertrouwen en hunne liefde bezat. De deugden van Pestalozzi waren de gemeene band der leermeesters en van hunne leerlingenzijne eenvoudige en ware godsvrucht leerde hun den Almagrige als eenen Vader te beschouwen, onder wiens oog zij gedurig leefden en wiens goedheid hen voor de toekomst moest geruststellen. Hierbij bepaalde zich zijn godsdienstige invloed op zijne leerlingen, hij liet aan de leeraren van elke godsdienst over, om hen ieder in hun geloof te on derwijzen. De school van Yverdun heeft er vele anderen gelijksoortigen doen geboren worden. In de eene volgt men stipt de leerwijze van Pestalozziin de andere is dezelve gewijzigdof op zekere takken var, het onderwijs toege past geworden. Maar de moeder-school leed door de onvoorzigtige edel moedigheid en de mangel aan orde van den stichter. Het schijntdat er tweedragt onder zijne mede-arbeiders heerschte, dat men zijn vertrouwen misbruikte, en dat de fondsen van de school slecht werden beheerd. Na vele onaangenaamheden werd hij genoodzaakt zich te verwijderen en de wol ken, die zijne jonge jaren hadden benevelden die zijne bekwaamheden en zijne geestkracht hadden doen verdwijnen, kwamen weder zijne laatste dagen verdonkeren. Hoewel men aan de leerwijze van Pestalozzi kan verwijten, dat dezelve te veel zonder boeken werkt, is het onbetwistbaar, dat zij de geestvermo gens" zeer scherpt. Dezelve bestaat voornamelijk in de beschouwing der zakenin de mededeeling welke de leerlingen zich onderling van deze be-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 3