A0. 1830. LETDSCflE COURANT. WOENSDAG N\ 150. DEN i4den DECEMBER. NEDERLANDEN. Ley den den i3den December. Uit 's Gravenhage meldt men van den 12 December het vólgende: Z.K. H. Prin 1 Alexander is geheel hersceld en heeft gisteren met Hoogsc- deszelfs Vader en oudsten Broeder weder, als gewoonlijk, in tegenwoordig heid van Zijne Maj. den Koning, de ochtend-godsdienstoefening in deKloos. terkerk bijgewoond. Eergisteren is alhier overleden de heer Mr. AAStratenuiRidder der orde van den Nedertandschen Leeuw en lid van den Raad van State. In de zitting van de Tweede Kanier der Staten-Generaal van overmorgen, zal dc centrale at'deelingnaar men verneemt, verslag doen op de ontwerpen van wet, betrek kelijk. de ligting der Nationale Militie voor 1837, en nopens de woelingen. De antwoor den der Regering op de aanmerkingen betrekkelijk de wet op de Nationale Militie, zijn thans ingekomen. In den aanvang verklaart zij volkomen te dceien in den wenschdat cenige meerdere ligtingen konden worden ontslagen, ten einde alzoo langzamerhand tot den gewonen stand van zaken te gerakendoclieven als vroeger meermalen reeds is te kennen gegeven moet zij herhalendat het verwezenlijken van dien wensch voor alsno niet mogelijk, is in liet welbegrepen belang van 's Rijks verdediging. De niet veranderde stand van zakenevenmin als de overeenkomst van 1833 leveren daarvoor genoegzaam voidoende waarborgen op, daar het gereedelijk zal worden erkend dat net lioo 'St gevaarlijk zou kunnen worden om de kern van het legerwaartoe de manschap pen "dier vroegere ligtingen behooren, te veel te verzwakken; terwijl, wat aangaat de meening, die in de grondwet zou te vinden zijn, tegen het in dienst houden van de lig tingen, van welke alhier de rede is, daartegen, zoo als vroeger alreeds is geschied, moet warden aangevoerd, dat die grondwet, zóo-wel als de algemeene wet op de Natio nale Militie, het ontslag van de ligtingen, die 5 jaren hebben gediend, uitdrukkelijk beperkt hebben tot den tijd van vrede y in welks bezit, zoo als te regt door het meeren- dccl der leden eener afdeeling is opgemerkt, men niet beweten kan voor alsnog te ver keren. Men herbaalt echter alsnu wederom de vroeger gegevene verzekeringdat, zoodr 1 het mogelijk zijn zal nog meer ontslag te vcrleenendaartoe alsdan dadelijk zal worden overgegaan. -Nopens het voorst^ «391^- manSQhaflpen der hierboven bedoelde lig tingen die naderhand tot de tüeu^t, bij. dc scbutterim SfJWficn mogten wordenalsdan vaii den acti'even diensttijd, waartoe zij daarby zouqeiT Rinmeu warden verpligt, te doen afrekenen de dienst die dezelve, boven den gewom.ii 9??d Nationale Militie ge presteerd hebben zegt de Regeringv^dató diÓ? atiUdgmèflftulfldïVroegef alreeds bij haar gerezen en onderzocht geworden is9 dgcb^mtne^iejsYCbvit^ilijken van dat verlangen niet geraden geoordield heeft, bij de militie hebben 'ge diend, uit den aard der zaak op eenep, Jepf^ijd, dan de overige ingezetenen bij de schutterijen iii dienst komen, en dusgis liietiVervolfircngcn van hun 34ste jaar reeds aanspraak op finaal ontslag kunnende makenzóndér "daartoe eenen diensttijd van iojaren bij de schutterij te behoeven af te wachten', van zelfs reéds in den langeren tijd dien zij bij de militie in dienst blijveneene afrekening vinden van de dienst, waartoe zij anders, volgens de wet bij de schutterijengehouden zouden zijn. Wijders geeft de Regering te kénnen, dat zoo min dc broeder van den substituut als die van den plaatsvervanger, volgens den duidelijken inhoud van art. ai der wet van 27 April 1820, eenige aanspraak op vrijstelling kan maken, en hunne familièn dus niet deelen in eenige der voorregten welke dc wet aan de broeders van do gerémplaceerden 011 gésubstitueerden heeft toege kend. Wat den uitgedrukten wensch betreft, tot het spoedig herzien der, zoo men heeft aangevoerd, hoogst gebrekkige wetten op de Nationale Militie, antwoordt de Regering toe te stemmen, dat eenige bepalingen thans in de wetten, op de Nationale Militie voor komende, voor verbetering vatbaar kunnen worden geacht, doch zij moet herhalen, dat dc gehecle herziening dor wet van eenen zeer moeijélijken aard en van de omstandigheden afhankelijk is; dvze aangelegenheid wordt echter niet uit het oog verloren; zij stelt zich alsnog voor zoodra de omstandigheden dit toelaten, aan hét verlangen der afdeeling te Zullen voldoen. Wat betreft het geuit verlangen, dat het contingent, in stede van'één mart van den 300, op één man van de 500 zielen der bevolking bepaald mogt worden, zegt de Regering dat bij vorige gelegenheden te dier zake is opgemerkt"dat de wet van 28 November 1818 waartoe ook in art. 1 der wet van 27 April 1820 gerefereerd wordt, voor gewone tijden een maximum bepalende van één man van de 300 zielen, het niet als overdreven te beschouwen is, in buitengewone omstandigheden, hetzelfde con tingent te iigtenen wijders dat het desniettemin bij de Regering alvorens de wet aan te bieden, ten punt van overweging heeft uitgemaakt, of ook"te dezep aan het meerma len te kennen gegeven verlangen zou kunnen worden voldaan, doch dat daarvan de uit slag geweest was, dat het gcVr&agde contingent tot instandhouding der c<?rpsen noodza kelijk is. De Regering vermeent het een en ander bij deze gelegenheid wederom ie moe ten herhalen. Overigens is het waar, dat op eenige plaatsen, al de beschikbare man schappen tot de dienst worden opgeroepen, doch in verre weg de meeste gemeenten >s dit het geval niet, zelfs zijn et gehecle provinciën, alwaar geen enkel man, wc ens' de opgegeven omstandigheden, bij de ligting van 1835 heeft moeten blijven ontbreken; iu alle provinciën is er nog steeds een groot overschpt van beschikbare nommers aanwezi". Eindelijk verklaart de Regering, dat, sedert eenigen tijd, door baar zulke afdoende maatregelen tegen de toelating van vreemdelingen als plaatsvervangers ziin genomen dat het niet tc vreezen is, dat de zoodanigen thans nog bij de Nationale Militie hier of elders zullen worden toegelaten. De Öirecreur-GéneraSPWlit! Ö©r!og,s»^ interim, zal, krachtens autori satie 'van Zijne Maj., op Woensdag den 2isten dezer, in liet openbaar, aan de minst inschrijvenden de leverancie aanbesteden eener boeveelheid van vijf en'tufaig duixend ellen inlandsch gefabriceerd gekeperd tentendoekter breedte van vijf en zeventig duimen. Deze leverantie zal in vjAiperceelen worden aanbesteed, ieder perceel van '5000. ellen; de aflevering zal vrachtvrij in 's Rijks magazijn van klee ding te Delft moeten ghschieden, en wel ieder perceel in twee termijnen, te weten: 'de eerste termijn of min of meer 2500 ellen, vóór. of uiterliik op den Isten April 1837, èn de tweede of laatste termijn vóór of uiterlijk op den isten Mei daaraanvolgende, met vrijlating evenwel, om de afleve ring van het gebeele perceel in ééns te doen. Bij éene ministeriële circulaire zijn de Ambtenaren der Registratie aan geschreven, om voortaan ter zake van openbare verkoopingen van zitplaat, sen iri eene kerk, geene voorïoöpige aangifte te vorderen, onverschillig of de bank of Zitplaatsen al dan niet aan den grond mogten zijn vastgehecht, en bij gevolg, naar aanleiding van art. 13, N°. 1, der wet van den iójunij '1832, op meergemelde verkoopingen het immobilair regt te heffen van4pCr„ fle zulks mede toepasselijk te maken op de verhuring voor het leven of <>n- bepaalden tijd van de bedoelde banken of zitplaatsen. ,-y Dezer dagen zijn eenige voorschriften genomen tot ten uitvoerlegging van de vroeger vastgestelde verordeningen, betrekkelijk de inlijving van de 'schutters Jiehoorende tot den isten ban der ligting van 1836, bij de mobiele corpsen.tfljin de Besturen der gemeenten den platten lande, is eene opgave verstrekt van de corpsen waarbij, en het tijdstip waarop de in hunne ge meente aanweiige schutter-pligtigen, behoorende tot den isten bander lig ting van 1836, moeten worden ingelijfd. Naar men verneemt heeft het bedelaars gesticht aan den Ommerschans, door den hevigen stormwind van 29 November 11. zulke zware schade beko men, dat een gedeelte van hetzelve onbruikbaar is geworden, ten gevolge waarvan, voor het tegenwoordige, het onmogelijk is, om altans een buiten, gewoon aantal personen in hetzelve op te nemen. Uit dien hoofde zijn de plaatselijke Besturen dezer dagen aangeschreven, om, tot nadere kennisge ving, alle opzendingen van personen aan de Ommerschans te doen ophouden en inmiddelszoo veel mogelijk, te waken, dat de bestaande verordeningen op liet stuk der bedelarij behoorlijk W&rden nageleefd. oosjsiiff pil (je ju 11 i bjaatar.cL/.auk qai Lt -GUjacu iJlqqo .CU ktuot OAGtacpot A3U pf.JCJMjt"' Uit Middelburg wordt van den 9 December gemeld, dat ter gelegen heid van den verjaardag van Z. K. H. den Prins van Oranje, aan de coromer. cie-werf alcaar, de kiel gelegd en de stevens gerigt zijn van eene stoom boot, genaamd Zeeland, mede ten dienste van het beurtveer tusSchen de stedeh Middelburg en Rotterdam. O O S T - I N D I E. Batavia den 31 Augustus. Laatstleden Woensdag ia de verjaring dcsKo- nings alhier met betamelijke plegtigheid gevierd. Reeds vroeg in den morgen was het feest door het geschut aangekondigd. Op het plein Weltevreden, verzamelden zich de troepen van het garnizoen en de schutterij. Ten 7ure, werden dezelve door Z. Exc. den Gouverneur-Generaal in oogenschouw genomen, terwijl eene groote menigte zich op het plein vereenigd had, om de parade bij te wonen. Na eene herhaling van salutschoten, op den middag, verleende Zijne Ex. celentie, in het paleis van Weltevreden, algemeene audiëntie, aldaar in te genwoordigheid der Raden van Indiê, de gelukwenschetiontvangende, welke uoor de burgerlijke en militaire ambtenaren en de ingezetenen werden aan geboden. Bij zons-ondergang deed zich het geschut weder hooren en de feestdag, op welken het garnizoen buitengewoon onthaald werd, eindigde met een luisterrijk bal en soupé in het lokaal der Sociëteit de Harmonie op Rijswijk, bij hetwetk de geestdrift, waarmede de talrijke gasten de hartelijke toasten, toejuichen, door den Gouverneur-Generaal, ter eere van den Koning inge steld getuigde van de liefde van Batavia's ingezetenen voor den Vader de» Vaderlands. Men verneemtdat Z. Ekc. de Gouverneur-Generaal met de stoombooc van der Cape Hennaar Pekflfgitfj vertrekken',1 ióphec doen eener inspec tiereis, over eenige residgntifi'npp Java. In de hoofd-negorij der afdeeling;,Randong (residentie Preanger Regent, schappen) heeft op den 2den dezer- een hevige brand plaats gehad, welke, door eenen sterken Zuid-WéStéö hted aangewakkerd, binnen weinig tijds genoegzaam het geheele wesreiijk«'gedeelte van de genoemde hoofd-negorij, benevens de tot dezelve behoorende bazaar, heeft in den ascli gelegd. De schade, door deze ramp, welke aan een toevallig ongeluk wordt toe geschreven, veroorzaakt, is vrij aanzienlijk, zijnde meer dan honderd huizen en een bijna gelijk getal warongs, aan welgestelde inlanders toebehoorende, alsmede nagenoeg zeventig lombongs met padie gevuld, behalve nog eene menigte paardenstallen, door de vlammen vernield geworden. RUSLAND. Petersburg den isren December. Git deze stad wordt gemeld, dat ook het Keizerlijk Hof den rouw over Karei X, gedurende 24 dagen, heeft aan genomen. Het ijs had zich in de Newa den 20 November vastgezet; den 29sten passeerde men hetzelve te voet. Door brieven uit Berlijn werd een gerucht verspreid, dat een gedeelte van een Russisch regiment in Petersburg zich aan verregaande subordinatie had schuldig gemaakt. Van elders heeft men echter hiervan nog geene tijding. SPANJE. Berigten over Parijs van den 9 December. Bordeaux den 6 December. Wij ontvangen de tijding van Bayonnedat Espartero den 3den te Bilbao is binnengekomenten twee ure des morgens. Eene stoomboot, van Portugaletteden jden vertrokken, heeft de tijding aangebragt, dat Espartero te Onate ivas. De twee legers bevonden zich zeer nabij. De troepen vroegen sleChts het bevel oin te strijden dadelijk na de aankomst van de reserve, sterk 4 a 5oóó_man. Espartero moet zeer dapper gestreden hebban. Het vuur van de Carlistische batterijen is verdoofd. Men ziet, dat de artillerie van hare stellingen voor de plaats teruggetrokken is. Zoodanig zijn hoofdzakelijk de tijdingen van San-Sebastian van den 4den. De Carlistische artillerie, uit twaalf stukken bestaande, schijnt een grooten invloed op het besluit van Espartero gehad te hebben. De Carlisten hebben de bemagtigde stellingen van San Augustin en la Qnimana niet kunnen in houden door de bèlegerden gedurig in den bres geslagen. Uit Madrid zijn berigten tot 2 December. De grootste rust heerschte er. De schatkist heeft uitbetaling gedaan van 5 realen aan de manschappen van de nationale garde. Hun getal begroot men op 8oöo, hetzelve tot 15000 zou gebragt worden. De Eco del Commerce bevatdat Ron da door de Christinos onder Rivero bezet is, en de Carlisten daarop tersfond de omstreken verlaten hebben. De Christinos hebben daarop de Carlisten vervolgd. Het 's echter tot geen ge vecht gekomen, slechts eenige achterblijvers zijn gevangen genomen. De Carlistische partijganger Cabrera is dezer dagen geheel onverwachts bij Calahorra over de Ebro getrokken, en heeft daardoor het door hem weg gevoerde gedeelte van den door hem en Gomez gezamenlijk in Andalusie behaalden buit in veiligheid kunnen brengen. Dat aandeel bestond onder anderen in eenige honderden Andalusische paarden. Ook voerde hij een duizendtal nieuw aangeworvene manschappen met zich. Berigten over Parijs van den io December. De bovenstaande tijding van liet binnenrukken van Bilbao door Espartero moet weder onder die honderde verdichtsels gerangschikt wordenwelke men dagelijks over den toestand en de gevechten, die in Spanje gebeuren, verspreidt. Berigten toch over Frankrijk van deze dagteekening geven te kennen, dat het Gouvernement heden avond de volgende relegraphische de- peches ontvangen heeft. Bayonne, 5 December, 4 ure des avonds. Brieven van Durango van den 2den bevatten niets nienws nopen? Bilbao. Tijdingen uit het hoofdkwartier van Espartero melden niet dat' hij voor den 5deh zal aanvallen. Irribarren heeft, den 2den, de achterhoede van Cabrera té Cintrnenigo aangetast en eenige manschap en paarden gevangen genomen. Bayonne 6 December8 ure. De Generaal Narvaez berigt uit Arcos, van den 26 Noverber, dat hij den voorgaanden dag Gomez geheel had geslagen, dat hij een groot getal zijner manschap gedood en 150 paarden genomen had, en, nu de divisie der garde onder commando van Ribera te Arcoa waa aangekomen, met zjjne ruitery -. -e tq 11- 1 /.au é®11"?1"! 311 p3LS tte|p t' f)5 ''i3 nm A3U qe ntt-tt' ftoip S1 s kooo lusn Y'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 1