u% COUR A ft T, A°. 1836. LEYDSCHE DEN sostcn NOVEMBER.. WOENSDAG NEDERLANDEN. Leyden den 29Sten November. Men meldt uit 's Gravenhage van den 28scen dezer het volgende: De Regering beeft thans op de bedenkingen geantwoord,'welke in de atdcebngen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal tegen dc ontwerpen der begrootingswetten voor. 1837 gemaakt zijn. In antwoord op eenige algemccne bedenkingen zegt de Regering,/ dat, wat aangaat den aftrek der ƒ5,600,000 renten van de Oost Indische leuningvan dc renten der 5 pCts. werkelijke schuld, zij erkennen moet, dat, door hierbij aan het ver langen der Kamer te voldoen in het wezen der zaak alles alzoo hetzelfde blijft en dit dus geene onoverkomelijke zwarigheden zou aanbieden; dat zij zich ecluer vcrpligt acht de de zaak zelve cenigzings meer van nabij te beschouwen; dat de creatie van 14,000,000 bij de wet van 24 April jl.tot 4 nCc.uitsluitend ti_n doel had 0111 tegen de uitgifte van het geheel, of eenig gedeelte daarvan, een geëvenredigd gedeelte 5 pCts. werkelijke schuld te vernietigen, dat kapitaal en renten, k ƒ5,600,000, alzoo in een onafscheidbaar verband staan met ecne gelijke aflossing van5 pGts. schuld; datbijaldien dc laatste finan ciële gebeurtenissen in alle landen niet alle uitzigten en berekeningen den bodem hadden ingeslagen, alsdan de Zaak door het voorstellen eener wet tot het disponibel maken der 140,000,000, en de extinctie van een gelijksoortig kapitaal 5 pCts. effecten, van zelve ware afgedaan geweest, doch dat zij thans van natuur is veranderd, en dc algemcene crisis ook ten dezen eenen verderfelijk en invloed uitoefent; dat echter, welke ook de loop van zaken gedurende de eerste maanden zijn zal, dc Regering zich uiettemin voorstelt, om in het voor/aar van 1837 aan de Vergadering zoodanige financiële ontwerpen aan te bie den, welke zullen kunnen strekken, zöo wel tot handhaving van het crediet in het alge meen en van de Oost-Indische leeningén meer in liet bijzonder, als om nog de bedenking te doen vervallen, en zoo wel het subsidie, of liever de renten der ƒ140,000,000 Indische s.chud, als de renten der 5 pCts.tot een genoegzaam gelijk bedrag, van de begrootingen van Staat te doen wegvallen, en het daarom voornamelijk is, dat de Roering gemeend heeft den onderhavigen post aldus te moeten brengen; doch dat, indien door dc voordrag- ten der Regering in deze zitting, of door den afloop daarvan, de geopperde bedenking niet volkomen mogt vervallenzij bij de begrooting voor 1838 de respectieve daartoe be trekkelijke posten niet bij aftrek, maar in ontvang en uitgave brengen zal. Wat betreft eene andere algcmeer.e bedenking, dat, namelijk, met voorbijziening in zooverre van de voorschriften der grondwet, de schuld niet in opzettelijke overweging genomen wordt, ter bevordering van de belangen der schuldeischers van den Staat, geeft de Regering te kennen, dat welligt nimmer zoo veel, als gedurende de laatste jaren, ten gevolge der moeijelijke omstandigheden, waarin het Rijk gewikkeld is; die schuld het onderwerp is geweest van voorstellen, beschouwingen en behandeling; dat, indien deze noodwendig zou moeten insluiten regelmatige schuld-aflossingen, op een oogenblik van toenemende behoef ten, het bij niemand verwondering baren zal, dat de Regering buiten magtc is gebleven te dezen ook hare eigene wenschen te bevredigendat men echter niet zoo geheel en al mag toegeven, dat hieromtrent alles op zijde geschoven zou zijn, wanneer men zich slechts herinnert, dat alle schuldverminderingen bij het Sijndakaat, volgens de wettenhebben stand gehouden, dc overgang van uitgestelde in werkelijke schuld regelmatig heeft plaats gehaden zelfs het beginsel eener geheele intrekking der 5 pCts. schulden en uitgifte van 4 pCts. effecten bij de wet is vastgesteld, te meer belangrijk, naardien men bereids al de 6 pCts. leeningen, na het rampspoedig jaar 1.830 gedaan, achtervolgens in 5 pCts. schuld had verwisseld; dat het er intusschen verre af is, dat men bij dit alles zou willen stilstaan, daar het, integendeel, eene van 's Konings ernstige overwegingen is, op welk eene wijze,- bij de eerste bruikbare gelegenheid, aan de v.e'rmihcieriug der Staatsschuld de meest moge lijke uitbreiding te kunnen geven; dat, vvat aangaat de grondlasten, liet van zelf spreekt, dat, zoodra zij bij de wet vastgesteld zijn, hun bedrag, gedurende bet bestaan dier wet, voor geene verandering vatbaar schijnt, immers wat hec betrekkelijke tusschen de ge westen aangaat, maar indien hiér of daar nog meerdere bezwaren overblijvenover on gelijkheid binnen de provinciën Zelve, men met vertrouwen kan zeggen, dat dc klagten daarover met ijver en naauwgezetheid zijp behandelden datindien daaromtrent gebre ken aanwezig gebleven zijn, deze zonder die thans bepaald aan iemand ton laste te wil len leggen geenszins aan mindere zorg of mindere billijkheid der Regering kunnen wor den toegeschreven, en dat, eindelijk, de Regering vermeent, wat betreft de vrees, als of tegen de uitdrukkelijke belofte, in de vorige zitting gedaan, niet al destaats-uitgaven op de bcgrooting zouden voorkomendèze< stellig en onbepaald te mogen wegnemen door dc verzekering, dat liet bestendig de ernstige wil des Konings is, gedane toezeggingen na te komen, en dat, indien alle uitgaven voor oorlog gedurende 1837, even als de aan te vullen rentebetaling der schuld, iiög niet in cijfers zijn uitgetrokken, omdat noch hare noodzakelijkheidnoch haar omvang voor alsnog met zekerheid is vast te stellen en men dan ook naar aanleiding van vroegere overwegingen der Kamerdaarmede niet heeft mogen vooruitloopèn men echter de verzekering herhaalt, dat al hetgeen daarom trent later" zal blijken voor de dienst van 1837 noodig te zijn, aan de overeenstemming der Staten-Generaal met den Koning, zonder voorbehoud, in de tegenwoordige zitting zal worden onderworpen;, Wat meer bijzonder de begrootings-wet der uitgaven aangaat is omtrent dc verschil lende hoofdstukken daarvan een militaire wetboek en van de militaire proces-orde reeds een ohderwerp van overweging bft de Regering heeft uitgemaakt, en zij hare aandacht daarop steeds gevestigd houdt; dat zij zich voortdurend zal beijveren om de verwezenlijking daarvan, voor zoo veel de aard der zaak zulks toelaat, te bevorderen dat, ofschoon de invoering der nieuwe regterlijke organisatie, in den aanstaanden jare, al niet ten volle haar beslag moge kunnen erlangen, het evenwel te berekenen is, dat de voorbereidende beschikkingen, die in het algemeen zullen noodig zijn, dc thans uitgetrokkene som van f'300,000 "nagenoeg zullen vereischen om alle mogelijke uitgaven te bestrijdenwaar onder mede begrepen worden die der gebouwen van de Provinciale Geregtshoven enz. dat eene definitieve organisatie van het corps van den waterstaat moeijelijk en aan beden kingen onderhevig zou zijn, zoo lang de grenzen niet bepaaldelijk zijn vastgesteld datten gevolge van een nader deswege gehouden onderzoekde Regering tot dc over tuiging gekomen isdat hoogere belangen voor het behoud der drie Hoogescholen plei tendat nren ook bij dc hoofd-departementen der marine de meest mogelijke bezuinigin gen in het oog houdt; dat de uitzigten van het nut, uit het behoud van het etablisse ment van de Maas te frekken, ruimer worden, wanneer eenmaal het kanaal^ door het land van Plakkée mogt zijn daargesteld, waardoor dan ook bij uitnemendheid zou kunnen bijgedragen worden om de marine tot die volkomenheid te brengen, welke tor bescher ming onzer grootc belangen wordt verlangd dat reeds sedert een geruimen tijd bij liet departement voor de marine de wensqh bestaan heeft, om, door het wijzigen der wet op de Nationale Militiein de bestaande moeijelijkheid tot het, bij vrijwillige werving voltallig houden van de zeemagt te voorzien dat dit belangrijk maai moeijelijk onder werp een punt van ernstige overweging blijft uitmakendat men de klagtenwegens den nadeeligen gezondheids-toestand te Medemblik voor overdreven houdtdat de aandacht vftn het Res tuur daarop bij voortduring gevestigd is; dat intusschen reeds eemge aange wende middelen, onder anderen de bepaling vap den vacantfe-tijd in de ongezondste maan den reeds ecne gunstige werking gehad hebben; dat men onze zeemagt, in gewonen tijd en voor de eerste behoefte, voldoende acht, en dit overigens afhankelijk is van omstan digheden, en den meer of minderen invloedwelke deze op onze marine uitoefenen; dat dé°vereenjging van dc bewaringen van liet kadaster met die der hypotheken eerst een punt van overweging kan uitmaken bij de invoering van de nieuwe wetgeving in burgerlijke zaken, en wanneer alzoo de hypotheek-kantorenin overeenstemming met die wetgeving, zullen'wóïdefi ingesteld; diat de begrooring voor het departement van oorlog, in den vportdurenden onzekeren toestand waarin het Rijk verkeert, eigelijk niet anders is dan eene globale raming; dat, aangezien men in October 835 aan de Staten-Generaal eene modedecling gedaan heeft omtrent de geldmiddelen van 'sRijks Overzeesche Bezittingen, men zich niet voorgesteld had, dat nu reeds weder eene verdere mededceling zou verlangd worden; dat, hoezeer men niet in staat ls om zoodanige mededeeling, in dit oogenblik met de gewenschte juistheid en volledigheid te doen, men intusschen de algemeene ge ruststellende verzekering geven kan, dat bij voortduring de Indische geldmiddelen toe reikende zijn om aan de verpligtingen te voldoengelijk dan werkelijk de aflossing en interest-betaling ook over liet jaar 1835, en de eerste helft van 1836, op dc bepaalde tijdstippen regelmatig heeft plaats gehad, en dat de Regering vermeent aan het verlan gen, om de baten der Oost-Indische kas onder de middelen op te nemen, geen gehoor te.'kunnen geven. Omtrent de bestrijding der uitgaven en bet daartegen aangevoerde wordt opgemerkt, dat de opcenten, zoodra mogelijk, nog meer znllen verminderd worden, om die der grondbelasting te verminderen, zal overwogen worden, de verdeeling der grondbelasting van iedere provincie blijft behouden, de herziening van de wet op hec personeel is niet raadzaam, de grootste gelijk heid zal in de toepassing daarvan worden aangewendzoo ook in de wee op de patenten, door de beschermings-wetten op de suiker-raffinaderijen worden c.ie fabrijken in staat gesteld om met het vreemde fabrijkaac te wedijveren, de !ote:ij zal bestaan blijven, doch de al te groote speelzucht voorgekomen worden, particuliere loterijen worden slechts met een bepaald doel geduld. Op de bedenkingen, welke van vvege de Tweede Kamer der Scaten- Generaal gemaakt 'zijn, ten aanzien van het ontwerp van wet, omtrent de inkoop en aflossing van schuld in 1837, bijzonder wat aangaac het voorstel, om aan hec Amortisatie-Sijndikaat de vrije beschikking te laien over de ka- pit.'l n 2J pCc. werkelijke schuld, ten bedrage van f 3,716,900, welke door hetzelve zijn aangekocht; heeft de 'Regering geantwoord, dac het niemand zal bevreemden, dat hec Amorcisacie-Sijndikaac, hetwelk zich, in de laatste zes jaren, reeds zoo vele ontberingen heeft moeten getroosten, bedacht heefc moeten zijn, om andere wettelijke bepalingen te provoceren, welke het be lang dier instelling zoo gebiedend vordert, en die eenigermate het genot der gewone dotatie kunnen vervangen. Het is dan ook alleen onder de bepaling, aat de onderhavige wet eenen gunscigen bijval zou vinden, dat het Sijndikaac ook ditmaal van het genot der dotatie van 2,500,000 zal kunnen verstoken blijven. De Regering kan dan ook niet genoeg op de aanneming der wet aandringen, dewijl het niet tot stand komen van dezelve den overgang van i°. Januarij aanstaande van de uitgestelde schuld voor 1837, kin gevaar zou brengen. Z. K. H. de Prins van Oranjeis uit 's Gravenhage naar Tilburg vertrokken. Naar men verneemt, heefc Zijne Maj., in Hoogstdeszelfs besluit om trent hec pensioenfonds voor Ambtenarenin den aanvang dezes jaars geno men, thans onderscheidene wijzigingen en veranderingen gebragt. De Russische Gezant, Potemkinneemt in beterschap toe. De persoon van Jacobus Hesdie eenen doodslag den 4 September 1. 1. te Miinsheerenland had begaan, is heden voor hec Hof van Assises (provin cie Zuid-Holland), veroordeeld tot geesselingbrandmerk en 20 jaren gevangenis. Den 25Sten dezer is van den Helder uitgezeild Zr. Ms. fregat de Zaan, Kapitein ter zee, Ade Monyébestemd naar de Oost-Indien. Volgens berigt uit Gibraltar zijn aldaar aangekomen Zr. Ms. Corvee van Oorlog Hippomenes en de Brik de Pelikaan, beide onlangs uit Tessel gezeild. Uit Batavia wordt berigt, dac de Bevelhebber onzer krijgsmagt, op Sumatra, Colonel Bauerden 3 Mei het bevelhebberschap aan den Generaal Cleerens heeft overgedragen. Nog meldt men uit 's Gravenhage van den 29 November; In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van heden, is men tot de zamenstelling der afdeelingen voor de maand November overge gaan, en zijn tot derzelver voorzitters en onder-voorzitters benoemd de heeren: iste afdeeling', Beelaerts en Hinlopen2de Dijckmeester en Quintus 3de Hoeft en de Jonge4de van Swinderen en van Hemerten 5de Op den HoojJ en Donker-CurtiusAan deze afdeelingen worden toegezonden drie ingekomen ontwerpen van wet, als; i°. dat tot het bewerkstelligen der ligting loor de Nationale Militie voor 1837, welk ontwerp dezelfde be palingen inhoudt, die een vorigen jare, nopens de ligting der Nationale Militie van hec loopende jaar, waren vastgesteld; daarbij wordt alzoo ook bepaald, dat de ligting der Nationale Militie over 1837 vastgesteld wordt op één man van de 300 zielen; 20. dat tot verlenging van de wettelijke bepalingen tot beteugeling van schadelijke woelingen van kwalijkgezinden en 30. dat tot tijdelijke aanvulling van de bepalingen, omtrent de enkele en misdadige bankbreuk. In dit ontwerp zijn de kenmerken van enkele cn misdadige bankbreuk, in de Code de Commerce opgegeven, in hun geheel en onveranderd opgenomen, behoudens alleen die wijzigingen, welke noodza kelijk waren, om de voorzeide bepalingen, waar dit te pas kwam, in over eenstemming te brengen met de Nederlandsche. Wetboeken van Koophandel en van Strafvordering. Wijders zijn ingekomen: i°.eene Koninglbke bood schap, va aarbij, naa* aanleiding van art. 58 der grondweteene overeenkomst wordt medegedeeld, welke, tot afschaffing van het aftogesrege, met het Zwitserscli Bondgenootschap is gesloten 20. eene missive van Zijne Ex- cellemie den Minister van Binnenlandsche Zaken, waarbij ter voldoening van arrikel 68 der grondwet, eene lijst van de, gedurende de afwezigheid der Kamers verleende dispensatien wordt overgelegd. Deze stukken zullen worden gedrukt en worden voor kennisgeving aangenomen. Nog zijn inge komen i°. twee requesten van de heeren de Bordes, te Amsterdam, en ten Cntete Zwolle, om bij de eventuele verkiezing van een lid der Reken kamer, in aanmerking te komen; en 20. vier verzoekschriften, welke aan de Commissie worden verzonden, en die tot de grondbelasting, en den ac cijns op het gemaal, betrekking hebben. Ook is er weder eene klagte van den Colonel Gustafson ingekomen, en een verzoekschrift van den heer Koek, zich noemende Leeraar, benevens van het Kerkbestuur en de leedematen der zoogenaamde Christelijke Gereformeerde Kerk aan de Smilde strekkende toe het inroepen dei* ondersteuning van de Kamer,in een door hen, tegelijk met de afgescheidenen van Groningen en Drenthe, aan den Koning toege zonden reauest. Daarna is de vergadering tot nadere bijeenroeping gescheiden. Uit Zandvoort meldt men van 24 November: Heden morgen is alhier aan strand aangedreven, een scheepje denkelijk een galjas, geheel masteloos, vol water. Hetzelve is waarschijnlijk geladen met raapzaad. Uit hoofde van de hooge zee, heeft men hetzelve niet kun nen bezoeken. De equigagie is omgekomen. Men meldt uit Winschoten van den 21 November: Gisteren werd alhier het nieuwe kerkgebouw voor de Ev. Lut. Gemeente plegtig ingewijd. Eene aanzienlijke schare, ook van elders zamengevloeld getuigde van de algemeene belangstelling. Onder dej genoodigden bevonden zich leden van de Algemeene en Provinciale Statenvan de llegtbank van Eersten Aanleg, van het Gemeente-Bestuur, van kerkelijke collegien, en onderscheidene hooge Ambtenaren en Leeraars van andere gemeenten. SPANJE. Berigt en over Parijs van den 25 November. Door eenen brief van den i/den van Madrid wordt gemeld, dat Gomez we derom, den I2den, te Cordova is binnen gerukt. Rodil en A/aix bevonden zich beiden te Sierrena, voortgaande het bevel over hunne troepen te be houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leydse Courant | 1836 | | pagina 1